Dagblad voor Leiden en Omstreken.
BINNENLAND.
abonnementsprijs
IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN
WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN
|B KWARTAAL 12.50
5K WEEKf 0.19
LANCO PER POST PER KWARTAAL 12JQQ
Iste JAARGANG. - ZATERDAG 26 MAART 1921 - No. 302
BUREAU: HOOIGRACHT 35 LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278
adverténtie-prijs
PER GEWONE REGEL 10.22 1/1
DES ZATERDAGS !O30
INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TAK IKK
KLEINE ADVERTENTIES tod hoogstenj
60 woorden 50 ecnt: Zaterdags 75 ccntt
iï* bij vooruitbetaling -ï
t nummer bestaat uit twee bladen
f Tweede Paaschdag zal de
lieuwe Leidsche Courant" NIET
rschijnen.
Paaschfeest.
)e Heere is waa/rlijk opgestaan!
©zus leeftI Het graf kon hem niet hou-
o. Hij brak do banden des doods.
De heerlijke paa9chjubel, die straks weer
er de geheelo aarde weerklinkt, is niet
«en van beleekenis voor het persoonlijk
jen, maar ook, en in niet mindoro mate,
or het leven zooals zich dat op sociaal en
jatkundig gebied openbaart.
Wij mogen hier geen scheiding maken,
mmers, het verzoenend lijden en sterven
Christus is tenslotte ook de grond en
fundament van onze Christelijke actie
elk gebied.
Wanneer deze machtige hcilsfciten weg
en en geloochend worden, dan zijn de
damenten weggegraven, dan is er goen
wachting meer, dan is er ook geen
its meer voor onzen politieken en so-
en strijd.
lier voltrekt zich de groole scheiding
ichen de verschillende partijen. Hier
de groote, de allesbchcerschendc anti-
se.
e groote vraag die heel het loven l>e-
•scht is tenslotte deze, hoe wij staan te-
>ver den op Golgotha gekruislen, maar
het Paaschfeest verrezen Heiland en
>t is noodig hie,r scherp te onderschei-
ümers, tusschen wat in Jezus' dagen ge
kirde en wat wij zien in onzen' tijd ia
principieel onderscheid,
in het Joodsohe volk lezen wij, dat er
u waren die Jezus gaarne hoorden,
ij'-was een leeraar, machtig in woorden
Bêrkep.
ingrijpend waren zijne leeringen; mach
de wonderteekenen die hij deed.
in heinde en ver stroomden de scharen
men om dezen grooten Rabbi te beluis-
n, om te zien zijne wondoren, - om te
van de brooden.
as hij niet de lang verwachte Messias,
zich straks aan het hoofd zou stellen
het oproerige Joodsche volk, om dan
gehate Romeinsche juk af te schudden
n Israël het Koninkrijk weder op te
len?
(aar de stemming verandert als Jezus
aardsche verwachtingen afsnijdt en
i aandient als den Zone Gods, als een
ing, ja, maar wiens rijk niet is van deze
eld.
anaf die ure wandelen velen niet meer
hem.*'
raks wordt hij uit den tempel gewor-
Joden erkennen Jezus niet als hun
re en Koning en tenslotte weerklinkt de
stochtelijke uitroep: Wij hebben geen
ing dan den keizer. Kruist Hem, kruist
20
18
Jfl
ri Pilatus is het niet anders. Zijt g ij een
UQ ing? vraagt hij met ongeloovige verba-
35 En Herodes met zijn wufte hof, hij
30neet zich dien Koning in zijn verkleur-
95 'mantel en zijn kroon van doornen te
ptten en te belaóhen.
eindelijk hangt de Middelaar aan het
5Q$kihout met boven zijn hoofd het op-
gorift: deze is Jezus, de Koning der Joden.
7Q0or den to Bethlehem geboren Koning
00 er in Israël geen plaats.
In onze dagen is het niet anders.
Zeker, de Goede Vrijdag wordt in breede
kringen herdacht en het Paaschfeest be
hoort tot de meest geliefde Christelijke
feestdagen.
Of Jezus Christus waarlijk bestaan heeft.,
of hij een historische persoonlijkheid is
doet volgens velen minder terzake.
Misschien is alles wat van zijn lijden cn
sterven wordt verhaald niets anders dan
een sohoone, legende, evenals zijne met alle
natuurwetten strijdende en daarom onmo
gelijke opstanding en hemelvaart.
Maar daarom kan toch nog wel het
Paaschfeest worden gevierd l
Immers de „legende" die hieraan ten
grondslag 'ligt is rijk van treffende sym
boliek.
Hoe kostelijk wordt hier verzinnebeeld
de overwinning van het leven over den
dood .Het Paaschfeest predikt .ons, dat na
den donkeren nacht weer een stralenden
morgen zal dagen, dat do sombere winter
tenslotte tfoch weer plaats moet 'maken
voor de liefelijke lente.
En zoo viert men het Paaschfeest,* maar
zonder den Ghrislus.
Men wil Jezus ceren als een treffelijk
wijsgeer, maar evenals de Joden weigert
men hem te erkennen als Heere en Koning
die op den Paaschmorgen als verwinner
van dood en graf zegevierend te voorschijn
trad om na zijn volbracht Middelaarswerk
te worden gesteld tot een Vorst en Gebie
der der volken.
Christus heeft door zijne opstanding den
dood overwonnen, opdat Hij de gerechtig
heid die Hij door zijn lijden en sterven ver
worven had ook aam zijn volk kon mede
doelen.
De opstanding van Christus is voor wie
in Hem gelooven een zeker pand van
tiunne zalig© opstanding.
Maar nu moet die opstandingskcacht bij
liet volk Gods -ook openbaar worden in
een nieuw leven.
Een leven dat niet meer gewijd is aan
den dienst der zonde, maar aan den dienst
van God.
Wie mot Christus "zijn* gestorven en opgo
staan moeten nu ook voor de wereld open
baar worden, als dienstknechten dos Ko-
nings, dié ïien uit alle geweld des duivels
heeft verlost.
Der zonde in beginsel gestorven, moeten
zij nu ook opstaan tot een nieuw leven.
Jezus wil Koning zijn in ons hart, maar
ook in ons huis, in ons bedrijf, in maat
schappij en staat.
't Moe.t alles naar zijn wetten ihooren.
Er is onze dagen op velerlei gebied oen
onmiskenbare inzinking. Een inzinking die
tot op zekere hoogte verklaarbaar is.
Staan ook wij als Ghristenen vaak niet
machteloos tegenover de steeds wisselende
sociale nooden?
Zijn de vruchten van onze politieke actie
ook maar eenigermale in overeenstemming
met de gekoesterde verwachtingen?
Is het niet waar, dat er zooveel verkeerds
is en zondigs in ons streven naar sociale
en staatkundige verbeteringen? Is er niet
vaak een zoeken van onszelf? En dan die
onderlinge verdeeldheid,, het elkaar in den
weg staan; moet het niet alles stemmen
tot moedeloosheid en roept het ons niet
toe den strijd maar liever te staken?
Nog eens, veelszins verklaarbaar is een
stemming als deze.
Maar nu predikt ons het Paaschfeest dat
de strijd gevoerd in den naam des Heeren
niet te vergeefs is en niet te vergeefs kan
zijn.
Jezus leeft!
Het graf kon hem -niet houden!
Wij hebben niet een dooden, maar een
levenden Koning, .een Koning wien ge
geven is a 11 e macht in hemel en op aarde.
Daarom, de tijden mogen donker zijn en
bang, er moge veel zijn, dat ontmoedigt, er
moge zijn menscheïijke zwakheid en on
trouw menigmaal, wij behoeven niet tover
sagen, want het is niet onze zaak waar
voor wij staan, maar het is de zaak van
Hem die üriumpheerde over dood en hel.
Zoo kan Het Paaschfeest béïnoedigen.
Maar zoo zal het" ook prikkelen lot nieu
we actie en tot een steeds opnieuw vragen-
naar de legerorders van den verheerlijkten
Heiland.
STADSNIEUWS.
Openbare Leeszaal
Onder leiding van Prof. Dr. J. P. Kuenen,
werd Woensdag de jaarvergadering gehou
den van de voreeniging Leesiaal en Bi
bliotheek „Reuvens".
Aan het jaarverslag van den Secretaris
dr. J. E. Kroon, is het volgende ontleend:
Door vertrek uit de gemeente hield de
hoer Haitink met 1 Juli op lid van het be
stuur t« zijn. Deze vacature, em die, ont
staan door het overlijden van "den heer W.
Brouwer, en het bedanken van heer W. C.
Mulder werden vervuld in de November-
vorgadering, toen daarvoor werden bo-
noemd mej. dr. C. Serrurier en de heer P.
A. Hibma en mr. B. Vos. De heeren dr.
Beets, mr. Van der Eist, prof. Knappert en
mr. dr. Schokking werden bjj acclamatie
herbenoemd.
Op 26 Mei werd aan mej. G, J. M. Hoeks
eervol ontslag verleend' als assistente, en in
haar plaats benoemd mej. G. H. Zekvold.
Als volontaire werd aan de' Leeszaal ver
bonden, mej. E. H. A. Swanenhurgh do Vrije
uit Haarlom. Bovendien is nog een aan de
Leeszaal werkzaam gesteld, racj. H. Schol-
ten.
De gemeento verhoogde mèl ingang van
1 Januari 1921 kaar subsidiotot f2500. De
catalogus werd herdrukt en is tegen f 0.90
tve.rkrijgbaar. gesteld.
Van hot Dames-Leesmusfum in Den
Haag ontving het bestuur ;esn partij Fcan-
'scho rorqans ten geschenke, waarvan 'een
groot deel echter niet geschikt bleek.
Mevr. de Wed-uwet W. C. Mulder schonk
met Kerstmis een groot gedeelte der biblio
theek van wijlen haar echtgenoot; een be
langrijke schenking, waarvoor het bestuur
zeer erkentelijk is.
Het in Oüde-Wotering bestaande corres
pondentschap werd opgeheven, daaren
tegen werd te Voorschoten een correspon
dentschap opgericht onder leiding van den
heer Meyer, onderwijzer aldaar.
Het aantal contribuanten bestond uit 15
klonateurs en 2232 leden; 555 leden bedank
ten, vermoedelijk wegens de noodzakelijke
(kleine verhooging der contributie. Het
boekenbezit bestend op 1 Januari 1921 uit
13351 banden en 2896 brochures.
Verder werd nog gememoreerd, dat het
op 15 Maart 1920 tien jaar geleden was,
dat de Leeszaal werd geopend, terwijl de
wakkere directrice, mej. Berends, tegelijk
den dag herdacht, waarop zij voor tien
jaren in functie trad. Officieel werd dit
tweede lustrum niet herdacht, doch het
bestuur en eenige trouwe bezoekers brach
ten de directrice een bloemenhulde
Vervolgens werd door den penningmees-
'ter, dea heer J. Schaap Hz., het financieel ver
slag uitgebracht.
Hieruit bleek dat de inkomsten hebben
bedragen rond ƒ9484 en de uitgaven 9869,
zoodat or een nadeelig saldo is van ƒ385,
waarbij nog dient opgemerkt, dat boven
dien een bedrag van ƒ1400 aan kapitaal is
ingeteerd, waartegenover staat-, dat de uit
gaven van het drukken van den catalogus,
watfrvan de eerste iermijn is botaald door
verkoop van den-catalogus goleidelijk terug
komen.
Aan contributies werd ontvangen ƒ2484,
aan subsidies: van -het Rijk ƒ2000, van de
gemeente ƒ1000, van de Provincie ƒ600.
Huur van eigendommen leverde op ƒ1360.
Met dank aan secretaris en penningmees
ter werden de uitgebrachte verslagen
goedgekeurd.
Bij de Hierna volgende besprekingen
kwam Ier sprake de wenschelijkheid om de
Leeszaal uit te breiden, wat echter met
grooLe kosten gepaard gaat.
Verder werd nog de wenschelijkheid be
toogt dat zij die van de bibliotheek gebruik
maken, zich een catalogus k ƒ0.90 moeten
aanschaffen.
De vergadering werd daarna door den
voorzitter gesloten.
Eerste Leidsche Hulpbank.
Naar wij vernemen, zal op de 31 dezer te
houden vergadering van aandeelhoudors dor N.
V. Eersto Leidsche Hulpbank, alhier, over het
afgeloopen boekjaar ©en dividend worden voor
gesteld van VA (vorig jaar 4) pet.
Voor d©n dienst in "Ned.-Indië zijn be
stemd de heer P. Vermeulen alhier, om te
worden belast met de vervaardiging van
handleidingen voor het volksonderwijs on
de heer EL C. Grüpstna om .aangesteld te
worden als adspira-nfc-commissaris van po
litie daar te lande.
De vaandrig K. Zandbergen, alhier tot aria
bevorderd, is bestemd tot reeerve-officier van
gezondheid bij het personeel van den genees
kundigen dienst der landmacht.
Als deskundige bij de a.s. onderwijzers
examens in Den Haag, is voor teekenen be
noemd de heer A. de Jong Ezn., leeraar
aan de Chr. Kweekschool alhier.
Het vroege voorjaar.
Dat we een bijzonder vroeg voorjaar heb
ben blijkt, aldus schrijft men ons, o.m. uit
het feit dat het riet in de Noord-Holland-
sc-he vaarten reeds aan T uitloopen is, dat
het jonge zaad in den Groetpolder, spe
ciaal haver reeds boven den grond komt
dat de schapen al best gras hebben, dat als
het zóo doorgaat de peren- en appelboo-
men spoedig zullen bloeien en last not
Beast:, dat jonge hazen zich reeds in liet
voorjaar-zonnetje koesteren en dartel spe
len in 't duin zoowel als op den kleigrond.
Maatregelen op agrarisch gebied.
Eerlang zijn wettelijke pogingen te ver
wachten tot dwingend recht op agrarisch
gebied, met name tot scherper voorschrif
ten ten aanzien van het pachtcontract. De
sociale wetgeving zal de toestanden en ar
beidsverhoudingen in den tuinbouw vor
der binnen haar regeling betrekken. De ar
beidswet met beperkten arbeidsduur
schijnt voor land- en tuinbouw in gevor
derden staat van voorbereiding, de arbei
ders-ziekteverzekeringswet moet nog dit
jaar af of niet in gewijzigden vorm worden
ingevoerd.
De nachtvorsten.
De strenge nachtvorsten hebben de laat
ste dagen veel schade berokkend aan do
in vollen bloei staande kersenboomen inde
omgeving van Houten bij Utrecht, zoodat,
daar?. evenals verléden jaar,, de oogts wel
mislukt zal zijn.
Spoorwegongeluk bij Kerkrad e.
Vrijdagmorgen te zes uur heeft nabij het
station te Kerkrade een ernstig spoorweg
ongeluk plaats gehad, dat, gezien de om
standigheden, nog vrij goed is afgeloopen.
Bij het rangeeren te Schaesberg waren 7
wagons van een goederentrein los geraakt
en reden bergafwaarts in de ric'hting van
het station Kerkrade. De wagons hadden
feuill eton
Langs den afgrond.
2)
tang nadat Paul in slaap gevallen was,
John Vivian nog druk te schrijven,
a ander geluid verbrak de 6tilbe van het
IÖU'i uvir als het krassen van zijne pen op
nd" papier. Een voot een werden de lich-
>Pi in het kamp uitgedoofd, maar da/t van
gdn Vivian bleef 6ohijnen; een lichtende
i57fc in de duisternis. Een eenzame Indi-
wiens schaduw voorbijgleed, als een
oksel in den nacht, hield een oogen-
stil wierp ©en blik naar binnen dooi
i' verlichte venster, en vervolgde teen
Ier onhoorbaar zijn weg. En John
reef maar steeds door, hij had zooveel
teggen; doch eindelijk was de brief ge-
L ea nadat hij dien overgelezen, en hier
daar nog iets veranderd had, sloot hij
^fpapier in de enveloppe, en schreef er
oadres op Toen nam hij do lamp, en
L' af zich, terwijl .hij diep zuchtte, naar
slaapkamer. Öoch de schemering ton
ale reeds het aanbreken van een nieu-
p'-.dag aan, voordat bot hem gelukte den
-3> te vatten.
HOOFDSTUK XXXI.
„Het had kunnen zijn".
Langen tijd was Mary Vivian het met
zich zelf oneens in welken geest zij op den
brief van haar echtgenoot zou antwoorden.
Had zij de inspraak van 'haar hart gevolgd,
dan zou zij spoedig tot een besluit zijn
gekomen. Zij zou hem onmiddellijk hare
blijdschap over zijn besluit meegedeeld
hebben. Maar waar het haar man. betrof,
daar luisterde zij niet veel naar de stem
van haar hart. Zij had nu eenmaal het
denkbeeld opgevat, dat hij haar zou nood
zaken hem te smeeken tehuis te komen,
en zij had zich van den beginne af vast
voorgenomen, nooit zoo iets te zullen doen.
Hij was uit eigen beweging heengegaan,
welnu, hij moest uit eigen beweging terug
komen, dit herhaalde zij gedurig bij zich
zelf. Zij ontkende niet, dat zij dikwijls
naar zijn terugkeer gewenscht had, dat zij
meer dan eens behoefte had gevoeld aan
zijne hulp bij de opvoeding der jongens,
maar het scheen wel of dit verlangen haar
hart nog meer verharde. „Hij zal het nooit j
te weten komen," zekle zij mot oen vast- j
besloten trek om de lippen. „Hij zal zien,
dat ik het zonder hom heb kunnen stellen.
Ik kan even vastberaden en trotsch zijn j
als hij, en wanneer hij denkt, dat ik heb j
hoofd zal buigen en vragen of hij terug
wil komen, -dam zal hij zien, dat hij zich
vergist."
Zij hield geene rekening met het feit, dat
hij heen was gegaan, omdat hij meende,
dat zijne tegenwoordigheid haar onaange
naam was. Zij had hem in ronde, harde
woorden gezegd, dat zij hem niet liefhad,
en hem had gehuwd om een ander te kren
ken. Maar zij bezat niet het fijne govoel,
dat hem bezielde en daarom kon zij de be
weegredenen, die hem dwongen weg te blij
ven, niet begrijpen. „Het is de plicht van
een man", zoo redeneerde zij steeds bij
zichzelf, „om bij zijne vrouw en kinderen
(e blijven, maar hij mag niet weggaan, en
oen paar driftige woorden zoo hoog op-
Zij bedacht echter niet, dat het de plicht
van eene vrouw was om een misslag te be
lijden, zoodra zij die ontdekt had, en ver
gat, dat zij zich moest laten leiden door
liefde en waarheid, en niet door haren
trots. Haar geweten zeide haar gedurig,
dat zij ongelijk had, en dat haar plicht
was haren man te bekennen, dat zij haar
ongelijk had ingezien dat zij niets meer
gaf om Nicholas Bray, maar hem, en hem
alleen liefhad.
Doch indien zij dat deed zoo meende
zij dan zou zij zich voor haren echtge-
nooit vernederen, dan zou zij zich overwon
nen verklaren. „Neen," zeide zij bij zichzelf,
Aan het Zoeklicht.
Leiden, 26 Maart 1921.
Wannoer ik zoo voortdurend mijn zoek
licht laat dwalen over den omtrek, dan ont
dek ik veel donkers en duisters.
Maar daarnaast is er toch ook veel heer
lijks en schoons.
Wij sluiten zoo gaarne onze vensters
voor het lieflijk zonlicht, wij openen zoo
zelden onze oogen en harten om te zien en
te genieten Yan de rijke weldaden die God
ons in zijne gunst wil schenken.
Wat heerlijk zijn de lentedagen die ons
geschonken werden nog voor de lente aan
brak.
De aarde schittert weer in een onbe
schrijflijk schoon feestkleed.
Overal ontspruit weer het teere groen.
Do vogels kwinkeleeren.
'I Is één groot feest daarbuiten.
Ik ben niet in staat al dat schoons te tee
kenen. Ik vind niet de rechte woorden.
Maat' wat ik wel kan, mijn lozers en le
zeressen opwekken de oogen te openen, do
harten te ontsluiten, de vensters wijd open
t© gooien en te genieten met een dankbaar
hart, van de schatten der natuur die weer
met kwistige hand worden uitgestrooid.
Dat is óok een vrucht van het Paasch
feest.
OBSERVATOR.
een groote vaart en kwamen in botsing
met een werkliedentrein, die ihet station
Kerkrade binnenreed.
De laatste wagons van beide treinen wer
den in elkaar geschoven. Van de inzitten
den werden 4 personen zwaar gewond en
een aantal licht gewond. De zwaar gewon
den zijn per auto naar he.t hospitaal te
Heerlen overgebracht. De schade is vrij
aanzienlijk.
Het vorkeer was versperd, doch men is
onmiddellijk met het opruimingswerk be
gonnen, en men verwacht dat do lijrt-spoe
dig weer vrij zal zijn.
Daar willen ze wèl.
Op een groote verkiezingsmeeting dar S.
D.A.P. te, Amsterdam zeide Wïbaut: Wij
komen als wethouders na de verkiezingen
terug, als gij zorgt dat de fractie sterk ge
noeg wordt.
Dkkr willen ze wel, wethouder zij-nl
Het kolencrediet van 1916.
Naar het „Hbld." verneemt moet het in
de bedoeling der regeering liggen, dat da
eventueele, geheele of gedeeltelijke terug
betaling van de gelden, die belanghebben
den in 1916 hebben gefourneerd tot het
verleenen van een crediet aan Duitschland
in verband met steenkool-leveringen in
ieder geval niet plaats heeft voor een be
slissing is gevallen nopens da suppletoir®
begrooting (memorie-post) van Landbouw
ter dekking van het deficit van het C. V. B.
Över de vraag, of en in hoeverre de te
rugbetaling dier gelden (het crediet is in
middels door de Duitsche regeering aan
het C.VJB. terugbetaald) plaats zal moeten
hebben, loopen nog onderhandelingen.
Rijkskantoor voor vee en paarden.
Met 1 April is aan den heer F. J. Dijs-
selhof eervol ontslag verleend als liquida»
teur van het voormalig Rijkskantoor voor
Vee en Paarden, zulks ten gevolge van de
liquidatie van het Rijkskantoor.
Eventueele correspondentie moet na dien
datum gericht worden aan de Afd. Compta
biliteit van het Departement van Land
bouw.
Mr. Fock aanvaardt het bestuur.
Bij het Departement van Koloniën is te
legrafisch bericht ontvangen, dat de Gou
verneur-Generaal mr. D. Fock het bestuur
heeft aanvaard.
Tevens kan worden medegedeeld dat do
„dat nooit."
Zoo gingen de jaren voorbij, gelijk wij
gezien hebben, en man en vrouw bleven
gescheiden. Meer dan eens had hij haar ge
schreven, hoezeer hij verlangde om terug
te komen, hoe hij er naar hunkerde haar
en de kinderen weer t© zien, en had hij
haar verzekerd, dat hij onmiddellijk torug
zou komen, indien zij hem slechts schroef,
dat zij daar naar verlangde. In den laat-
eten tijd was hij echter niet moer op het
onderwerp terug gekomen. Het was hem
duidelijk geworden, dat zij zijne terugkeer
niet begeerde. Zij scheen tevreden, zoolang
zij oen geregeld maandgeld ontving, en dus
hield hij de zaak voor afgehandeld.
Mary was zeer verwonderd, toen zij bin
nen eene week een "tweede brief ontving, en
hare verwondering nam nog toe, toen zij
mot de inhoud kennis maakte. Drie dagen
hield zij hem in haar zak, en ioeh zij het
eindelijk met zichzeli eens geworden was,
wat zij zou antwoorden, zette ::e zich aan
het schrijven.
Zij was in die dagen juist niet bijzonder
goed geluimd. De dorpsschool was gesloten
wegens de oogstv-acaatie, en David had
ven die gelegenheid gebruik gemaakt om
een goedkoop uitstapje naar Londen te
gaan maken teneinde de hoofdstad te be
zichtigen. Zij had geen volkomen vrede
met dit plan, te meer. daar hij er zich
bepaald tegen verzet had, dat zij hem nu
zou vergezellen.
Hare oogen waren ten zijnen opzichte
niet meer zoo verblind, als vroeger het ge
val was geweest. Na het vertrek van Paul
waren er nu en dan enkele dingen aan het
licht gekomen, die haar zeer beangstigd
hadden. Indien Paul te huis was geweest,
dan zou er geen zweem van verdenking op
David zijn gevallen.
Maar nu was or niemand op wien di®
vallen kon. Dat het gedrag van David wer
kelijk afkeurenswaaixlig was, wilde zij nog
niet tecgeven.Dat zou immers eene veroor
deeling van zichzelf zijn geweest Zij had
haren zoon naar haar beste weten opge
voed, en het zou eene te groote vernede
ring zijn to bc-kennen, dat hare pogingea
schipbreuk hadden geleden. Toch bekroop
haar gedurig een gevoel van onvoldaan
heid. Hij bracht zoo weinig avonden met
haar door, hij kwam zoo laat tehuis; waa>
neer hij uitging bracht hij gedurig mak
kers mee, die over niets konden praten alt
ovor sport en over wedrennen, en hij drong
cr op aan een huissleutel to hebben, en wat
knorrig, wanneer zij op bloof om op hem
tc wachten; cm wat het ergst van alles wat
zijn werk op school begon hem zoo zei*
tegen te staan, dat zij niet kon nalaten te
vreczon, dat hij zich op oen verkeerden weg
bevond. (Wordt vervolgd).