Dagblad voor Leiden en Omstreken. BUREAU: HOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278 Tweeërlei stelsel. ABONNEMENTSPRIJS IN LKIUEN EN BUITEN LEIDEN WAAR AGENTEN GEYESTIGD ZIJN BR KWARTAAL 6 I2A0 BR WEEK10.19 BANCO PER POST PER KWARTAAL I2.9C Iste JAARGANG. - WOENSDAG 23 MAART 1921 - No. 300 it ummer bestaat uit twee bladen g- GOEDEN VRIJDAG zal ons lad NIET verschijnen! In verband hiermede verzoeken rij H. H. Adverteerders beleefd, nnonces bestemd voor het Zater- agnummer, reeds a.s. Donder- ag aan ons bureau in te zenden. De Administratie. Wanneer wij op het Plan-Posthuma in- ike de ziekteverzekering nader bezien en n vergelijking makend met de wet-Tal- a, dan moeten wij beginnen met ons te oatsen op het standpunt, ingenomen door werkgever" in ons nummer van j.l. terdag, dat wij allen willen een zoo goed jgelijke voorziening ten bate van onze iken en hunne gezinnen. Het is niet overbodig hierop de aandacht vestigen, omdat de kans bestaat dat het euwe plan hier en daar met ingenomen- lid wordt begroet, om de welkome gele- Htheid die het biedt, dat. de ziekteverze- ering die nu eindelijk „dreigt" te worden - gevoerd, althans weer ©enige jaren op 3en achtergrond zal worden gedrongen. Dit zal trouwens heb noodzakelijk go- lg zijn. Gaat Minister Aalberse in op den voor- ig van „Centraal Beheer", dan is het odig dat een geheel nieuwe Ziektewet irdt onderworpen, een wet die maar niet enkele weken gereed is, en die geheel ïgs legalen weg zal moeten worden be- I ndeld. J Allerlei onderzoekingen zullen noodig |n, men kan nu eenmaal niet op goed luk sociale wetten in elkaar timmeren, de kans dat nog voor de verkiezingen in 22 zulk eon wet in het Staatsblad zal aan, moet dan ook als uiterst 'gering >rden beschouwd. De mogelijkheid bestaat, wij hebbeu dat Bten in 1913, dat na de verkiezingen een buw Kabinet optreedt met nieuwe inzich- i en zoo is het gevaar volstrekt niet nkbeeldig dat de invoering van de Ziek- wet weer enkele jaren wordt vertraagd. Er zullen er ongetwijfeld zijn die dit toe- ichen, maar ieder die het wel meent melj sociale verzekering, zal zulk een gang zaken toch niet anders dan betreuren. Toen Dr. Kuyper in 1899 bij de alge- lene beschouwingen over de Ongevallen- 21de mogelijkheid van de indiening van op een nieuwen grondslag gebouwd itwerp besprak, verklaarde hij o.m.: „Ik b zelf in eigen kring en omgeving te veel bittere, de jammerlijke ellende gezien, uit het onverzorgd blijven van wédu- _i en invaliden voortkomt, dan dat ik ge- r akkelijk de verantwoordelijkheid op mij u willen nemen, om deze door ongeval troffenen nog langer in hun ongeluk te ten. Dit klemt temeer, nu onzowetgeven- arbeid zoo tragelijk loopt on we allen eten, hoeveel voeten het in de aarde heeft-, verwerpen van een wetsvoorstel, eon euw ontwerp tot wet te doen verheffen". Dez© woorden heb'ben ook nu hunne be- >kenis nog niet verloren. py de bestrijding van do wet-Talma n)rdt meermalen een argument gebruikt, it met name in onze anti-revolutionairo ®gen weerklank vindt. "ij hebben steeds geijverd tegen on- odige staatsbemoeiing envoor bevorde- n§ van het particulier initiatief. Welnu, zoo zegt men, de staatsbemoeiing vindt ge bij de wet-Talma, het particulier initiatief bij het. plan-Poethuma en dus moet dit inzonderheid voor ons een reden zijn om op niet-invoering van de Ziekte wet. aan te dringen. Dit zou ook inderdaad zoo zijn, indien do hier gemaakte tegenstelling juist ware. Maar dit is naar het ons voorkomt niet het geval. En waar de stelling niet juist is, da«r houdt ook vanzelf de conclusie geen steek. Wij hebben gelijk bekend is, in ons land oen betrekkelijk groot aantal ziekenkassen. Het particulier initiatief heeft zich ten op zichte ven de ziekte verzekering niet geheel onbetuigd gelaten. En nu is de bedoeling van de wet-Talma, vooral na invoering van de door Minister Aalberso voorgestelde wijzigingen, deze particuliere kassen, die uit hot leven zijn opgekomen en waarbij aan eon millioen arbeiders oen uitkeering is verzekerd, gelegenheid te geven uit te groeien en te ontwikkelen, zoodat men zich de mogelijk heid kan indenken, dat de Raden van Arbeid alleen een algemeen controleeren en toeziend karakter zullen krijgen. Niet alzoo, echter hot stelsel Posthuma. Door do verdedigers van dit stelsel wordt juist als een bezwaar aangevoerd, dat. er teveel kassen zullen komen, dat we versnip pering zullen krijgen en het is daarom dat in dit stelsel alles wat uit hot particulier initiatief is gegroeid, met één slag wordt vernietigd. Do particuliere kassen die thans bestaan, worden eenvoudig opgedoekt en in de plaats daarvan zullen we krijgen lande- lijko bedrijfsvereem i gin genmaakwerk dus, waarbij alle werkgevers in een bepaald vale of bepaalde vakken, zonder onder scheid in een groote neutrale organisatie worden ondergebracht. Men gevoelt dat is niet het particulier initiatief, waarop in onze kringen steeds is gedoeld. Hot bestaande, met veel zorg opge kweekte leven wordt vernietigd, en van boven af worden z.g. bedrijfs vereen i- gingen gefabriekt, die met het particulier init.iat.ief niets gemeen hebben. Men beroept zich hierbij op Dr. Kuyper on daarom willen wij in deze lijn nog even doorgaan. Bij de behandeling van do Ongevallen wet heeft Dr. Kuyper zich ten sterkste ver zot tegen straffe vor-doorgeyoerdc centra lisatie als in strijd met het belang der zaak en den aard van ons volkskarakter. En nu zien we het, merkwaardige ver schijnsel, dat. die centralisatie in het ont- werp-Posthuma tot het uiterste is doorge voerd. Men heeft eerst de bedrijfsvereenigingen over het geheeJo land, die te zamen de Hoofdvoreeniging, vormen en boven die zetelt het Bestuur aan hetwelk de leiding van het geheel is opgedragen en dat alle touwtjes in handen hoeft. Hior du6 geen decentralisatie als in de wet-Talma, met haar Raden van Arbeid door werkgevers en werknemers ge kozen en haar particuliere kassen, maar hier een centralisatie waartegen door Dr. Kuyper zoo terecht werd getoornd. STADSNIEUWS. Ontvangstavond «lor nieuwe miliciens in het Tehuis voor Militairen aan den Morschweg. Na de stilte dor laatste weken oene heerlijke C.rukto in het Tehuis op gisteravond. Reeds kort na den afscheidsavond, waarvan we onlangs mel ding maakten, had zich een commissie gevormd, bestaando uit de hoer A. Mulder, Bestuurslid van het Tehuis; do heor Koenen, van Militair Pro Rege en de heer Questroo van Burger Pro Rege: om bijgestaan door den huisvader, de hoer Joos- ten, den nieuwen militairen een avond te berei den, waarop zo eens kennis konden maken met het Teliuisleven en ook met. het leven der ver- cenigingcn dio in 't belang van do militairen niet het minst, ook door het Tehuis arbeiden. Even acht uur opende de heer Koenen, voorz. van Militair Pro Rege deze samenkomst in 't bij zonder welkom heetendo den H<w>gEdelge6tr. heer, Kolonel v. We eren, Commandant der IYd© In- fantorie-brigade, die bij zijn binnentreden reeds met het zingen van het Wiilhelmu3 was ontvan gen. Ook de prachtige arbeid van Burger Pro Ro- ge werd gereleveerd, evenals do arbeid van de dir. Nat. Onderoff.-Vereeniging cn Militair Pro Rego en ten slotte den nieuwen recruten gowozen op het moeilijke van het militaire leven, maar ook cp den steun, welke het Tehuis en do vorceni- gingeu daarbij willen bieden. Geen beginsel ver geten,, do vloekers geen meester van hot terrein laten, de revolutiegeest niet den boventoon. Dat hoeft niet, dat mag niot. Pro Rege, pro Rogiina. De geestdriftige toespraak word besloten met- het Wilhelmus. Na dit min of meer officieele gedeelte kwam er al heel gauw de echte, prettige Tehuisgeest in. Traktatie, voordrachten, muziek van de hoe ren Plu cn Verhoog en een korporaal-Te- huisbezookor brachten do gcwensclito afwisseling. De hoer A. Mulder sprak de vergaderden toe namen6 het Tehuisbestuur. Ge zijt, aldus 6pr., in ons Ohr. Mil. Tehuis, 'k Kan u verzekeren dat 't bestuur gaarne 'om druk bezoek van u met zor gen zal kampen opdat ge u thuis zult voelen in uw twoodo thuis. Ge kunt er ontspanning vin-< den. Huisvader en -moeder kimt ge uw zorgen toevortrouwen en daarin eonig tegenwicht vinden voor 't gemis van uw ouderlijke omgeving. Dit Tehuis geniet ook de bolangslolling uwer supe rieuren en oen door hot bestuur ten hoogste ge waardeerd bewijs daarvan is de tegenwoordig heid van uw kolonel, die er zelfs eeno vergadering voor verzuimde ora hier te kunnen wezen. Waar deer dat door uw ijvor en plichtsbetrachting. Schaam u daarbij voor uw boginsolen niet. Uw meerderen en gelijken respecteeren boginseltrouw. Nfcom uw kameraden moe; niets is ons aangena mer dan dat 't Tehuis tc klein wordo. Adj. van Holten hoeft met eeno commis sie getracht evenals hij dit in- de inlanteriokazor- no heeft mogen doen, de nieuwe recruton ook in de nrtilloriekazerne toe te sproken. Dit werd even wel „om dor gevolgen wil" niet toegelaten. Daar om wil hij dit hier doen en opwekken tot trouw aan de hoilige beginselen, waaruit men thuis leef de. Volharden ook in 't bidden, niet vloeken, om dat 't schijnt, dat dat in de kazorne zoo behoort. Do dienst is dan zoo vroeselijk niet. 't Ligt voor een goed dool aan ons zei ven. De Nat. Chr On- derolf.-vereeniging wil u daarbij helpen. Wol zul len we superieuren zijn maar christen-superieuren. Plichtsbetrachting eischon we juist omdat wo christen zijn. Een aardig moment was het toen nu adj. v. Holten zich richtte tot Mej. Ovorvliet, die al 10 jaar als huisgonoote ook voor do militairen in het Tehuis veel heeft gedaan om het den bezoe kers zoo aangenaam mogelijk te maken. De Chr. Onderofficieren wilden dit waardceren met eon blijk van erkentelijheid, waarbij ook daarna na mens het Tehuisbestuur nog iots gevoegd werd Doze verrassingen werden met grooten dank in ontvangst genomen. De huisvader daarvoor namens haar dankend, verbindt or nog een, enkol woord aan, waarin hij er op wijst., dat er al iets van die mooie samenwerking dezen avond open baar werd waarbij 't Tehui6leven bloeien kan. Voor zijn vortrok dankt Kolonel v. Wee- ren nog voor do uitnoodiging voor dozen avond, welken hij mot zeer veel gonoegen heeft bijge woond. Bestuur en jeugdige kameraden kunnen zich er van verzekerd houden, dat hij mot do meeste belangstelling het Tehuisleven gadeslaat en waar hij kan gaarne zijn medewerking zal ver benen. Een driewerf hoera was het antwoord op deze toespraak. D s. Thomas, sprekend namens Burgor Pro Rego waarschuwt togen verkeerde vroomheidsop- vatting. En zijn er die 't al maar hebben over hot ongelukkige militair-rijn. Dat is on-christelijk. ADVERTENTIE-PRIJS PEE GEWONE REGEL102211% DES ZATERDAGS Ï0.30 INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIE* KLEINE ADVERTENTIES w hoogstens 50 woorden 50 cent: Zaterdags 75 centi bij vooruitbetaling iS Wij zeggen: Zoek den verborgen omgang met God, vergeet het gebed uwer mooder niet, weest christen-soldaten. Staat niet op wacht in oene houding, die veel lijkt op een Hebreouwsche let ter. Als ge in koude of onweer bij het Kruithuis staat moeten uw meerderen weten dat bij een christen-soldaat d?.t Kruithuis veilig is. Spr. ver heugt zich, dat het Tehuis i3 toevertrouwd aan deze huisvader en -moeder en hun trouwe help ster. En als gij dan Christenmannen zijt dan kan 't niet anders of de wapenen der revolutie eifllen vernietigd wtorden bij den do|hder van ods heerlijk Wilhelmus. De avond was reods diclit tot het middernach telijk uur gevorderd toen gesloten werd met gebed door Ds. Thomas. Zoo zijn do recruten in Leidens Tehuis ont vangen en zoo is dankbaar gebruik gemaakt van de vriendelijko gaven reod3 enkele malen in dit blad vermeld, en waarvoor ook een Tohui3bezoo- ker hartelijk dankte. De tafels waren versierd mot narcissen, ge schonken door ,'t Bestuurslid van Burger Pro Re ge, den heer Zwart. Christel. Besturenbond. Voor de Chr. Besturenbond trad Dinsdagavond in openbare vergadering op de hoer Goslinga, voorzitter van den Raad van Arbeid. Spr. wilde zich dozen avond bepalen bij grond slag en doel dor verzekeringswetten en meer in 't bijzonder stilstaan bij do Ziekteverzekering. Er is op dit gebied nog veel misverstand. Velen dio dapper hadden megeworkt oan Talma te steunen,, toonden zich later toen de Invalidi teitswet word ingevoerd ontevreden. Nu ontkent spr. niet dat zich hierbij eenige bezwaren voor- doon. Men moet mot zijn critiok echtor voorzich tig zijn en zich afvragen of men zich daarbij niet richt tegen de bedoeling van do wet. Allereerst moet men zich hierbij afvragen of het recht en billijk is, dat men ook in dagen van ziekte en invaliditeit van de vruchten van zijn arbeid moot kunnen leven. Deze vraag is 300 jaar geleden ten opzichte van do prodikauten roods toestemmend beantwoord. Later is men ditzelfde beginsel gaan toepassen ten opzichte van hen die in 'a lands dienst werk zaam waren en in 1913 is dit ook doorgevoerd voor gemeente-ambtenaren. Tot dit peil hadden zich voor eenigo jaren ook enkole grooto werkgevera opgevoerd. Voor verre weg de moesten waa dit echter niot' mogelijk of ook wel, men zag het rechtmatige daarvan niet in. De werknemers waren daarvan do dupe. Wettelijke regeling was dus ook hier noodig. Na lange debatten in de Kamer ia ten dezen opzichte voor oen publiekrechtelijke regeling ge kozen. Het beginsol van de wet-Talma' is dat iemand die door ziekte niot zijn arbeid kan verrichten, oen vordering krijgt op den staat. Dit moest eigenlijk niot noodig zijn. Een ideale toestand zou zijn dat de patroon zijn arbeiders ook in dagen van ziekte zijn loon uitkeerde. In de practijk 6tuit men hierbij, zooals spr. met eon voorbeeld illustreerde, op grooto moeilijkhe den. Men zal zeggen dan had men oen vorzokoring moeten sluiten. Zeker zegt 6pr., dat moest ook, maar nu de oen wel wil maar niet kan en een ander wel kan, maar niet wil, verplicht de Staat de werkgevers, een zeker bedrag voor Invalidi teitsverzekering af te zonderen. De betrokkenen zijn dus niot moer afhankelijk van het willen of kunnen van liunno patroons. Als overgangsmaatregel is bij het maken van do wet voor do ouderen die niet moer van hun do premiën oen uitkeering kunnen ontvangen, een af zonderlijke regeling getroffen. Na verloop van eukele jaren zal do toestand echter zoo zijn, dat men alleen krachtens zijn verzekering een rente geniet. Deze rente kan voor jongeren klimmen tot on geveer f 6. Verder worden nog uitgekeerd invaliditeits-, weduwen- en weezonrenten. Nu ia ongetwijfeld juist dat de rento betrek kelijk gering is, on dat hier van verzorging eigen lijk niet kan worden gesproken, maar een hooge- re uitkeering zou van den Staat enorme offers eischon. Toch rijn de renten voor velen van groix te beteekenis. De wet hoeft ook nog andere voordeden. Spr. vijst in dit verband op do bepalingen in zak» het voorkomen van invaliditieit, van welke bepa lingen nu reeds een 400 personen profiteered Ook zijn reeds een groot aanlal weduwen- en weezenn renten toegekend, terwijl het volgend jaar, d» gewone invaliditeitsrenten beginnen te loopen. De tweede wet dio ook van veel belang is in do Ziektewet. Deze wet had eigenlijk voorop moe ten gaan. Immers, ziekte is een veel moor voor komend verschijnsel dan invaliditeit en ouderdom. Do bedoeling van deze wet is, aan de arbeider» die ziele rijn, vanaf den derden dag van do ziekte gedurende ten hoogste 26 weken, een uitkeering van 70 van hun loon te waarborgen. Als men nu woet dat onder deze wét ongeveer li millioen arbeiders zullen vallen, dan gevoelt men de grooto beteekenis van deze wet. Indien ergens, dan is hier een regeling dringend noodig, zooals spr. in den breode aantoont. De premies voor dezo verzekering worden bo- taald door den patroon, die de helft van den ar beider kan terugvorderen. Dezo bepaling ia ia hoofdzaak gemaakt als ©en middel tegen simu latie en aggravatie. In verband hiermede zou het naar spr. meent gowenscht zijn indien was vast gehouden aan het stelsel, dat ook de arbeider» een doel van do invaliditeitapremie betaalden. Do belangstelling zou dan ongetwijfeld grooter zijn. Men kan zich verzekeren bij den Raad van Ar beid of bij bijzondero ziekenkassen. In beido g<* vallen wordt de premio door den Raad van Ar* beid geïnd. Vervolgens gcoft spr. een overzicht van do Radenwot die een plaatselijke uitvoering van do sociale wetten mogelijk maakt door middel van do Raden van Arboid. Het voordeel hiervan is dat de uitvoering van do wetten minder kostbaar is en meer belangstel ling wordt gewekt, bij hen die hierbij bolang hebbon. De 39 Raden van Arbeid, zijn ovenzoovolo baarden van socialo energie. Spr. behandelt vorvolgens het 6tolsel-Poötha- ma, waarvan wij in vorige nummers reeds eeft overzicht gaven, cn zet do bezwaren en gevaren hieraan verbonden uitoon. Met den wensch dat allen zullen medewerken dat de wetten-Talma worden gemaakt tot oen zegen voor ons volk, eindigt spr. zijne met veel aandacht gevolgde rede. Van de golegenhoid om vragen te 6tcllen word gebruik gemaakt door don heor Nielsen die naden» inlichtingen vroeg omtrent het plan-Posthuma, de heer Buisborgen die als propagandist van Cen traal Beheer dat stolsel verdedigde, de heer Gaasstra, dio als afgevaardigde van bot Ne<L Verb, van Ziekenkassen, voor de particuliere kas sen tegenover den hoor Binsborgen het pleit voor de en de heer Alberts die vroeg of de grooto staatsmacht niet tot een gevaar kan worden. Hot betoog van den heer Bins betgen kwam hierop noor dat het plan-Poethuma in do practijk veel goedkooper zal zijn dan do wet-Talma. De heer Goslinga de sprekers beantwoor dende wees op het merkwaardige feit dat de pa troons die steen en been klagen over de inva liditeitswet, nu plotseling een premie-vrijo uit keering, hooger dan do wet-Talma, aanbieden. Daarin zit iets vordachts. Verdor is een bezwaar dat in dit plan hot par- ticuliere-initiatiof dat bezig is rich te ontwikke len, plotseling den nek wordt omgedraaid. Spr. geelt toe, dat de Centrale Risico-Bank betrekkelijk goedkoop werkt, maardan ook allo slechte risico's van zich afschuift. Een bezwaar tegen hot plan-Posthuma is vor der, dat de rechtszekerheid voor do arbeiders ge ringer is, daar do onpartijdige rechter ontbreekt en oen niet minder groot bezwaar is, dat vaa uitvoering van dezo plannen een uitstel van vele jaren het gevolg kan rijn. Mot een woord van dank aan den sprekor sloot do voorzitter de heor J. do Lange do vorgadoriug, waarna do heer Goslinga in dankgebed voorgiDg. I- Ê.UILL ETON Langs den afgrond. (CO) John Vivian zag verwonderd op. Hij was et gewoon Paul zoo heftig te hooron treken. ,,'t Schijnt dat haar vader geen bezwaar «ft tegen het huwelijk," zeide hij, na een pgenblik gezwegen té hebben. „Haar vader dwingt er haar toe," ant- oordde Paul, zijn bost doende om bedaard spreken, want hij wilde zijn geheim niet irradon. „Dat begrijp ik niet," zeide John. „Ik ook niot; dat wil zeggen, alles is niet duidelijk. Uit 'hetgeen ik te weten >n komen begrijp ik nu echter, dat Mr. 1 "esillian feitelijk geruïneerd is, en dat nezibigail tegen don hoogst mogelijken prijs «kocht moot worden. IS» „De Trebarwith'6 zijn rijk, niet waar?" raagde John na ©enigen tijd nagedacht erf hebben. „Nick TrebaTwith is rijk, bovendien sft hij oen zware hvpotheek op Rose- ■^kllion." .„Nu begrijp ik het,' zeide John. en ging )ort met gieten, terwijl Paul de emmers "rter aandroeg. Een uur later bevonden beiden zich in de gezellige woonkamer der hut. Paul had do lamp opgestoken en John genoot van zijn pijpje, behagelijk in zijn schommel stoel geleund, „Paul, zoudt gij mij iets willen voorlo zen? vraagde hij, nadat beiden eenigen tijd gezwegen hadden. Paul schrikte op uit zijn gepeins. „Met genoegen vader", antwoordde hij. En hij meende wat hij zeide, want alles wat aflei ding aan zijne gedachten kon geven, was hem welkom. „Is er iels dat gij bij voorkeur wenscht te hooron?" „Ja, eigenlijk wel", zeide John langzaam, „leos mij wat voor uit dat vorsenboek van u. Ik heb nooit bijzonder veel opgehad met gedichten, maair daar zijn er bij, die iemand in het hoofd blijven hangen, en die een nieuw licht werpen op hetgeen duister was. Paul haalde het bundoltj© te voorschijn on las eene der bedoelde godichten. Toen hij echter aan een der laatste regels ge komen was dio luidde:- „Gij weet wat van Uw maaksel is te wachten," riep John, terwijl hij zijne pijp uit den mond nam: „Wacht, even Paul. Daar moet ik eons over nadenken. Ik herinner mij niet, die woorden eerder gehooid te hebben, maar ze zijn heerlijk. Lec6 zo nog eens, dan kan ik ze beter onthouden. Ja, zoo ;s het. Óch, indien ik dat altijd geloofd had, dan zou mij menige bange nacht van onrust gespaard zijn. „Waarom hebt gij getwijfeld, vader?" vraagde Paul hem verwonderd aanziende. „Och,mijn jongen", antwoordde John treurig, „ik kan u niot zeggen, waaraan ik al getwijfeld heb. Ik stelde mij God al tijd voor als een streng Rechter, als eencn harden Meester, die kwam zaaien, waar Hij niet gemaaid had, en daartegen kwam mijn gevoel van rechtvaardigheid in op stand. En dan weer kon ik Gods liefde niet overeenbrengen met de leer van rechtvaar digheid. Deze en dergelijke twijfelingen ontroeren mijn gemoed, en daar waren oogenblikken dat ik niet gelooven kon aan Gods liefde voor arme zondaars." „En thans, vader?" vraagdo Paul met groote belangstelling. Hij had zijn vader nog nooit zoo bewogen gezien, hem nog nooit met zooveel ernsben vuur hooren sproken. „Thans, mijn jongen," zeide John, ter wijl een heerlijke glimlach zijn gelaat ver helderde, „than6 begint het licht, door te breken. Sedert gij hier gekomen zijt, en gij mij voorgelezen hebt, en wij veel met elkan der hebben gesproken, heb ik veel nage dacht onder mijn dagclijksch werk, en ge durende de stille uren van don nacht, en langzamerhand heeft alles eene andere be teekenis voor mij gekregen, en er is nu licht gekomen in de duisternis." Vau avond zullen wij niet meer uit uw boekje lezen," vervolgde "hij na eenige oogenblikken gezwegen te bobben. „Haal den bijbel en loc6 mij en hoofdstuk voor, en daarna zal ik met u bidden. Wij hebben nog niet to zamen gebeden, zoolang gij hier zijt. Van avond zullen wij bet. doen. Hel. is mij alsof ik do hand mijns Vaders vasthoud, en ik met Hem sproken moet nu Hij zoo nabij is. Paul zag zijn vador aan mot oen gevoel van eerbied en ontzag, en weer kwam do gedachte bij hem op, dat hij rijpte voor een beter leven. Maar hij zotte die gedachte van zich af, cn den bijbel openende bij 't Evangelie van Johannes, las hij het hoofdstuk dat be gint met. do woorden: „Uw hart worde niet ontroerd, gijlieden gelooft in God, gelooft ook in Mij." Nu en dan keek hij op, cn zag, hoe het gelaat zijns vaders als ven verrukking straalde. Toen het hoofdstuk geëindigd was knielden do twee mannen, en John bad een gebed zoo eenvoudig, zoo innig, zoo vertrouwend, dal Paul er zeer door ge troffen werd. In die uitstorting des barton was geen zwoom van twijfel. Was het ge loof veranderd in aanschouwen was de winter lente geworden? Dit schoen inder daad het geval. Toen het gebed geëindigd was stonden beiden van hunne knieën op en drukten elkander zwijgend de hand, maar het go- laat van John Vivian scheen als door een hooger licht bestraald. Het was alsof oom straal uit do betere gewesten daar op waa gevallen, die de ernstige trekken verzacht had, en eene uitdrukking van onbesehrijfe- lijken vrede gaf aan het door evrdriet en hartzeer gegroefde gelaat. HOOFDSTUK XXX. Paul oppert eon plan. Naarmate de zomer voretreek, maakte Paul zich meer en meer bezorgd over do gezondheid van zijn vader. De hardnekkige hoest, die hem don gansehen winter ge kweld had, word eer erger dan beier, ter wijl zijn eetlust voortdurend verminderd©. John zelf telde deze ongesteldheid niet. Hij zeide, dat hij do groote hitte gedurende do zomermaanden nooit goed had kunnen verdragen, dat hij zich dikwijls erger ge voeld had. en dat het wel spoedig beter zoudo gaan. Paul deed zijn best ora zich door deze verzekeringen gerust te laten stellen, en zich niet onnoodig bezorgd te maken. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1921 | | pagina 1