i
Dagblad voor Leiden en Omstreken.
ABONNEMENTSPRIJS
r' IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN
WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN
PER KWARTAAL 12.50
PER WEEK 10.19
FRANCO PER POST PER KWARTAAL 12.60
Iste JAARGANG. - WOENSDAG 16 MAART 1921 No. 294
BUREAU: HOOIGRACHT 35 - LEIDEN. TELEFOON INT. 1278
ADVERT ENTIE-PFcIJS
PER GEWONE REGEL 10R2 l/l
DES ZATERDAGS 10.30
INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIE*
KLEINE ADVERTENTIES TUI hoogstou
30 woorden 50 cent: Zaterdags 75 cent,
t* bij vooruitbetaling
Dit nummer Jiestaat uit twee bladen
Practische Bezwaren.
Uit het feit dat tegen coöperatie geen
piincipioole bezwaren kunnen worden aan-
igevoerd, volgt nog niet dat nu ook maax
Bonder meer tot het volgen, van den coö-
peratieven weg kan worden geadviseerd.
Er zijn op dit gebied bezwaren en geva
ren, die niet mogen worden onderschat; er
liggen hier voetangels en klemmen, die tot
igroote behoedzaamheid moeten manen.
De winsten door de coöperatie behaald,
[worden vaak eterk overdreven en wanneer
een vergelijking wordt gemaakt met goed
[geregelde winkelzaken is het. voordeel in
yole gevallen niet aan de zijde der coöpo-
fatoren.
De uitkomsten hebben menigmaal niet
aan de hooggestemde verwachtingen be
antwoord.
En dit ligt eenigermatG voor de hand.
Een coöperatio moot altijd werken met
(gehuurde krachten. Lang niet altijd ge-
k' lukt het aan het hoofd van de onderne
ming te plaatsen een prima vakman, die
■jran alle markten thuis is.
En toch is voor het welslagen een eer
ste vereischte. Noodzakelijk is niet alleen
een kundig vakman, met voldoende waren-
1. kennis, die tevens tegen de laagst m
lijke prijzen weet in .te koopen, maar ook
"demand met meer dan gewone ijver en
ambitie, die de zaken behartigt precies
•oals hij het zijn eigen zaken zou doen.
Alle ambtenarij is hier uit den boozo.
Het vinden van zulke krachten is echter
'olstnekt niet gemakkelijk. En heeft, men
e gevonden dat is. er de niet geringe kans,
lat ze de coöperatie gébruiken om op het
>aard te komen en in den particulieren
mndel oen onderkomen te zoeken.
Een andere moeilijkheid is de keuze van
jestuursleden. Heeft mon aan het hoofd
ran de beweging mannen, die in plaats
ran te besturen, blindelings den bedrijfe-
j leider volgen, dan zijn ze niet voor hun
taak berekend; en wanneer ze dat wèl zijn
of althans méénen het te zijn, dam zijn de
Conflicten vaak niet van de lucht, tot
?roote schade van do zaak wier belangen
nen heeft te dienen.
Wanneer een bedrijfsleider rekening
noot houden met. de opvattingen van
remoeizieko bestuursleden, bij wie ook
wel s 't eigen belang domineert, dan ligt
iet voor de hand dat het zich minder ge
makkelijk kan bewegen dan een winkelier,
UB eigen gelegenheid kan bandelen.
Hierbij komt nog: dat om een coopera
te op gang te brengen, menigmaal al te
jroote verwachtingen worden gewekt
Om belangstelling te wekken, moet een
©ker aandeel in de winst in uitzicht wor-
len gesteld en ook werkelijk betaald. En
lat, terwijl vaak het hoog noodige bedrijfs
kapitaal ontbreekt.
Verstandige bedrijfspolitiek zou zijn
tthans de eerste jaren geen dividend uit
keercn, maar een behoorlikje reserve te
rormen.
Daarvan zijn echter in vele gevallen de
leelnemers niet gediend. Zij willen divi-
end zien, tot eiken prijs, en wanneer aan
lien oisch niet wordt voldaan, dan trek
ken ze zich zonder moor terug.
De ervaring leerde dat bloeiende en
'oed gefundeerde coöperaties, die om wel
ke redenen dan ook, enkele malen geen
>f een zeer laag -dividend uitkeerden, in
Hinder dan geen tijd een groot aantal
Janten verloren, die elders hun geluk gin-
|©n beproevon.
Een eerste zorg van de bestuurders moet
dus wel zijn de gewenschte uitkeeringen te
kunnen doen, desnoods door minder goede
waar te leveren.
En zoo is het gewaande voordcel menig
maal niets anders dan schijn en komt men
bij nauwkeurige berekeningen, tot de ont
dekking, dat het verkregen dividend toch
goed beschouwd al te duur werd betaald.
Men zal dus, voor tot coöperatie over
te gaan, verstandig doen met alle kaneen
te berekenen on terdege rekening to hou
den met de vele moeilijkheden, die zich
op dezen weg voordoen.
Tegenover deze bezwaren, die nog te ver
meerderen zouden zijn, staan ook voordoe
len, die zeker in rekening mogen worden
gebracht.
Financieele voordooien misschien niet
in de eerste plaats, maar dan toch voor
dooien van zedelijloen aard.
Een eerste voordeel is, dat door coöpe
ratie de contante betaling in de hand
wordt gewerkt. Zonder contante betaling
kan een coöperatie niet bestaan en het is
zeker van niet gering te 6chatben beteeke-
nis, indien op deze wijze aan het onge-
wenschte credietstelsol voor huishoudelijke
artikelen een ©inde kan worden gemaakt.
Door het credietstelsol komen niet wei
nigen onder een druk, die ze in gewone
omstandigheden nooit meer van zich af
kunnen schudden en waar ze hun geheele
leven onder zuchten.
En een andere lichtzijde is, dat in plaats
van de Kaln's gedachte, ben ik mijn broe
ders hoeder, die in ons maatschappelijk
leven maar al to veel den toon aangeeft
in de cöoperatie tot. uiting komt, die
schoon© leuze: eendracht maakt
mach t.
Dat is niet alleen een oud-Hollandsche,
maar ook oen echt Bijbelsch© uitspraak,
welkr toepassing niet zonder schade voor
het leven wordt, nagelaten.
STADSNIEUWS.
„Pro-Rege."
Na onze vorig© verantwoording worden wij
voor den ontvangstavond dor nieuwe lichting ver
blijd roet de volgende giften: van de heer de R.
f b X. f 0,75, N. G. f 1.een weduwe f 0.30,
d. A. D. f 10.-, G. f 1.-, N. N. f 1.-, N. N.
I 2.50 terwijl de faro. L. te Hillegom ons post
wissel zond ad f 3.met oen zeer waardeerend
schrijven waaruit wij hier o.a. laten velgen:
Aan uwe oproep nog eene toegevoegd en wel,
dat nog vele gaven mogen toevloeien. Dit is
van do fam. van een .dor oud-beaoekers van het
Tehuis dio den zegen van dezen arbeid hebben
ondervonden.
Zijn er misschien niet wat moer onder de oud-
Tthuisbezoekers die dit goode voorbeeld willen
volgen, want al zijn wij zeer dankbaar dat op
't oogenblik in totaal is ontvangen f 31.30. Wij
moeten nogmaals en naar wij hopen voor 't laatst
een beroep op uwe welwillendheid doen, om het
benoodigdo bedrag bijeen te krijgen. En wij wil
len het u dan ook met alle nadruk toeroepen.
Chriati-nvolk van Leiden hot zijt uwe landevjrii-
digers die huis en hof moeten verlaten en worden
geplaatst in een omgeving waar helaas het onge
loof maar al te veel tiert Waarom dan ook het
Tehuis aan den Morechweg zijn deuren wijd wil
openzetten voor de nieuwe kazernebewoners. Mili
tair „Pro-Rege" wil en zal in Gods kracht den
strijd tegen het ongeloof, vloeken en zedoloos-
beid in de kazerne aanbinden en de Christen jon
ge mannen den weg wijzen naar het Tehuis. Ter
wijl Burger Pro-Rege bedoelt onze militairen te
doen gevoelen en te helpen in hun, moeilijk doch
heerlijk en gelukkig reeds gezegend work. Welnu
steun ons door uw gaven doch bovenal door het
gobed en toon ons leger dat gij er niet onver
schillig ora zijt of men zich in dat leger naar
Gods oisch gedraagt
Wij wret«n dat gij met het hiervoor omschre
ven doel zekerlijk sympathiseert Welnu, aarzel
pu niet, doch weet dat God uwe gaven zekerlijk
zal zegenen.
Met nieuwe verwachting en heilbede:
C. BREEBAART, Mare 58.
W, JOOSTEN, Morechweg 34
L. QUESTROO, N. Rijn 51.
H. KOENEN, De Ruiterslr. 27.
De ware wijsheid.
Dinsdagavond trad voor de Chr. Besturenbond
alhier, op Ds. Voorsteegh van Katwijk aan
Zee, niet hot onderwerp „Dewaro w ij e h e i d."
Na gebed en een inleidend woord van den
waarn. voorzitter de heer v. Ouweelen, de voorz.
wns door huiselijk© omstandigheden oerhinderd,
word hot woord gegeven aan den spreker die er
op wees hoe altijd de menachen bozig zijn aan
hot bouwen van bergen van haat. Als voorbeeld
werd gewezen op de conferentie te Londen en het
optreden van den heer Duys die te Botterdam
verklaarde dat hij gekomen was om te spreken
woorden van haat. Altijd weer zien we dat de
ware wijshei zoek is. Do vaste rechte lijn ont
breekt. Wij hebben noodig, ook voor het sociale
leven, positieve lijnen, stevige fundamenten, in
de plaats van de vele leuzen als socialisatie enz.,
waarop wij in onzen tijd vergast worden, en
waarmee de menschen worden bedrogen.
Wij leven in een wereld vol van zoekende inon>-
schen. Daarom hebben de Christenen een zoo ont
zaglijke groote taak en een geweldige roeping,
om het te prediken dat het beginsel van Gods
heilig Woord vast is en dat er geen wankelen
aan is.
De ontwikkeling van het wereldleven staat
voor een groot deed in het teeken van de arbei
dersbeweging. Daaruit volgt, dat die bewoging
een zeer grooto verantwoordelijkheid heeft. Dit
geldt met name van de Christelijke arbeiders,
die do beginselen van Gods Woord in het loven
hebben uit te dragen.
Daaiwoor is n-ooddg wijsheid, die niet gevonden
wordt in het midden van de menschenwereld. God
heeft de menschelijko wijsheid dwaas gemaakt.
Er is op dit gebied nog zooveel te doen; nog veel
te hervormen, maar er is ook zooveel teleurstel
ling voor hen die zich tevreden stollen met al
lerlei leuzen.
Maar zoo is het niet, voor hen die leven uit
Gods Woord. Wij moeten toonen dat wij vasten
grond hebben onder den voet.
Er is in onzo dagen oen goweldig afglijdings-
proce8. We zien 't in ons land, maar ook in
Duilscliland en andere landen, waar de uitersten
van links de leiding nemen.
Dit kan niet uitblijven. Als do mensch niet
meer vraagt naar do wijsheid Gods dan vallen
de remmen en dammon weg en gaat 't hollend
naar don afgrond.
Zoo is het niet bij hen, die een hoogere, do
ware wijsheid hebben, waarover epr. dan nader
handelt naar aanleiding van Spreuken 20: 24-23.
Die kleine dieren leeren ons dat wij wijsheid
van God noodig hebben.
Dio verschillende dieren zijn inziehzolf oen
zwak en onwijs volk. Zoo is 't ook met ons. De
wereld spot daarmee en vertrouwt in hare dwaas
heid op eigen kracht.
Wij erkennen ook voor 't sociale leven dat wij
wat krom getrokken ia niet recht kunnen maken
en wat verward is niet kunnen oplossen.
Daarmee spreken wij uit, dat 't alleen moet
komen van boven, en dat wij in den weg des ge-
beds die wijsheid moeten verkrijgen. Als dit le-
vensroalitieit voor ons is geworden, dan zullen
we uit zwakheid krachten verkrijgen.
Verder leeren deze dieren ons dat we w e r k en
moeten. De wijsheid van dezen tijd leert het an
dere, en zegthoe minder werk, hoe meer le
vensgeluk. Dat is niet waar, al volgi hier uit
natuurlijk niet, dat we nu den heelen dag moe
ten arbeiden. Maar werken is noodig, vooral
nu do werk tijd verkort is.
De kortoro arbeidsdag is voor velen een zegen,
mils gezorgd wordt dat de vrijkomende tijd goed
besteed wordt, voor meerdere ontwikkeling, ar
beid in 't gezin enz.
Do mieren leeren ons, dat we moeten were
ken mot al onze kracht; de arbeid, meegenomen
uit het paradijs is niet een vloek, maar oen zegen,
maar dan moet dio arbeid ook gewaardeerd wor
den. Ook dat leert ons de Schrift, die voor heel
het leven zulke kostelijke lijnen aangeeft. Om
onzen arboid recht te zien hebben we noodig de
wijsheid die de mieren van hun Schepper ontvin
gen.
Er driegen op sociaal gebied allerlei gevaren,
en nu zien we dat de konijnen hebben een
schuilplaats. Zulk een schuilplaats die de
Opperste Wijsheid ons aanbiedt, hebben wij ook
temidden van al de gevaren van onzen tijd zoo
noodig. Wij moeion bij het licht van Gods
Woord die gevaren leeren zien. 't Gevaar is zoo
groot, dat wij opgaan in de stoffelijke dingen,
dat we ons door allerlei, schoonschijnende maar
materialistische leuzen laten meeslepen. Daarom
hebben we noodig de wijsheid Gods, die ons
krachten geeft.
iWij moeten tegen den stroom van revolutie
en matprialieme op, maar dat kan alleen al6 de
wind des Geestes in onze zeilen waait.
Van do sprinkhanen lezien wij dat ze sa
men optrekken en daardoor hun doel bereiken.
Wie hebben hier de kwestie van de organisatie.
Er zijn nog altijd die bezwaar maken als Chris
tenen zich organiseeren. Maar laten ze dan toch
hun Bijbel lozen, die van organisatie vol is.
De organisatie wordt ook misbruikt; de duivel
heeft ook de kracht van dit wapen gezien, en
daarom hebben we noodig organisaties waarin
met de wijsheid die uit God is, wordt gerekend.
Tenslotte do spinnekoppen van wie 't
heet dat ze zelfs door hun volhouden weten te
komen in de paleizen der Koningen. Hier hebben
wij dezo wijsheid te leeren dat wij moeten vol
harden. Er is bij veel menschen een zekere
matheid; het gevaar dreigt clat we gaan zoggen:
wat helpt het, wat kunnen wij doen, tegenover
den grooten stroom die van God afvoert. Maar
dat is geen Bijbelsch standpunt. Do 6pinnekoppen
lecoren het ons anders. Als we de wijsheid van
boven hebben, dan weten we waar krachten te
vergaren zijn.Volhouden moeten we, volhouden
in ons" getuigen en strijden. Volhouden, qrok in ons
bidden, en bij alles wat teleurstelt in onzo Chris
telijke actie.
De gelijkenis van deze vier kleine diersoor
ten, door do wijsheid die God zo goeft, doende
grooto daden. moot, ons ten voorbeeld zijn en dan
zullen we in dozo donkere en verwarde lijden, tot
een zegen voor land en volk gesteld kunnen wor
den.
Een warm applaus loonde clezo geestdriftige,
met den gloed dor overtuiging uitgesproken rede.
Nadat nog een enkele vraag door den 6proker
Vi as beantwoord en de voorzitter spreker en hoor
ders oen woord van dank had gebracht, werd de
vergadering door Ds. Voorsteegh met dankzeg
ging gesloten.
Wegeös plaatsgebrek moest ons verslag om
trent do vorgadering van het Millioenplan over
staan tot morgen.
BINNENLAND.
De partij voor alles.
De Haagsche wethouder Albarda, heeft het
voornemen, in den loop van bet volgende jaar,
bij hot ophouden van den grooten verkiezings
strijd, ter wille van de propaganda, waaraan hij
krachtig doel wil nemen, zijn wethoudersfunctie
reer to leggen. Hij zou den tijd, voor deze propa
ganda noodig, niet kunnen vinden, indien hij niot
door terugtreding uit het wethoudersambt zijn
werkzaamheden beperkte.
Chr. Hist. Raadsleden.
De Vereen, van Chr. Historische Ge*
meenteraadsleden houdt op 30 Maart, a.ej
in Hotel „De l'Europe", Vredenburg,
Utrecht, 'e middags te half twee ©en verga
dering, waar naast de gewone huishoude
lijke zaken in behandeling komen:
le. bespreking van het wetsontwerp der
Regeering en van den heer De Geèr c.s.
inzake de uitkeering van Rijkswege aan^de
gemeenten, in te leiden door den heer H.
v. Boeyen, wethouder Van Voorburg;
2o. art. 12 van het gemeen lep rogram
der Unie, in verband met het Rapport, om-
Aan het Zoeklicht.
Leiden, 16 Maart 1921.
Te Amsterdam is gisteren de verkie
zingsstrijd ingezet met het stellen dec
candidates
Een mooi begin was het niet.
Onder de candidatcn bevindt zich n.L
ook een bekend straattype, van het. Rem-
brandtplein, een echt jenevervat, die gewar
pend met een dikken stok en een kistje zijn
leven op de Amstordamsche straten slijt.
Uit protest tegen den stemplicht, werd
dit heerschap door een groep vrije soda-
listen candidaafc gesteld.
Op zichzelf al een treurig verschijnsel
Maai* nog treuriger is, dat de man met
een auto vau een onzer groote geïllustreer
de bladen, naar het stadhuis werd ver
voerd, waar hij met heel veel moeite zijn
handteekening op papier wist te brengen
Natuurlijk werd „Had je me maar", ge
kiekt on even natuurlijk werd hij doof
een journalist geïnterviewd.
Ziehier 's mans program: „Alles mot
noax beneden. De werkman komt een bore
rel tee en daarom moet de jajem (jenever}
op 6 centen kommen.
Niet onmogelijk dat de stakker gekozen
wordt ookl
't Is wel een prachtig kiesrecht, dat dei»
gelijke „grappen" mogelijk maakt.
Is het wonder dat bij velen de lust ver
gaat, zich aan de publieke zaak te wij
den? Observator.
trent do rechtspositie van de ambtenarer
eii werklieden in dienst der Gemeente.
Minister De Visser.
De minister van onderwijs, dr. De Visser,
ging vandaag, vergezeld van den heer De
Groot, inspecteur-generaal van het nijver
heidsonderwijs en het Eerste Kamerlid
voor Drenthe, den heer Smeengo, naar Mep
pel, ter opening van de Ambachtsschool al
daar.
Rundvee voor Frankrijk.
De directeur-generaal van den landbouw
vestigt, op verzoek van de Fransche auto
riteiten er nogmaals de aandacht op, dal
geen rundvee in Frankrijk zal worden toe
gelaten. tenzij het vergezeld is van het of-
ficieele certificaat, zooals dit door de be
trokken districts-voeactsen wordt afgoge-.
ven.
De Zomertijd.
Naai' de „Tol." verneemt ia door heb
hoofdbestuur van de Hollaaiasche Maat
schappij van Landbouw tot don Minister
van Landbouw een adres gertchit, inzake
afschaffing vaai den zomertijd.
Uitvoer van hout
De Minister van Landbouw heeft besloten
met ingang van 19 Maart tot nadere aankon
diging dispensatie te verleenen van het verbod
van uitvoer van alle hout, mot uitzondering
van m ijnhout.
Geen eigen gebouwen meer!
Men moklt uit Deventer aan do Ms!)..
In de vergadering van de Kamer van
Koophandel en Fabrieken heeft de voorzitter
medegedeeld, dat de Minister op een tol hem
gerichte vraag, of de nieuwe Kamers van
Koophandel eigen gebouwen zouden krijgen
(evenals de Raden van Arbeid) heeft geant
woord, „dat hij van eigen gebouwen voorloo-
pig genoeg had."
De achf-urendag.
De Kamer van Koophandel te Gouda heeft
een adres gericht aan don Minister van Ar
beid, waarbij gewezen wordt op de e'eeds
grooter wordende moeilijkheden welke die
handhaving van don 8-urigon arbeidsdag mot
zich brengt, zoodat met recht van een stijgend
verzet kan worden gesproken.
Immers talrijke industrieën zien met \reea
het oogenblik naderen, waarop zij gedwongen
zullen worden huime bedrijven geheel of ge-
FEUILLETON
Langs den afgrond.
(53) -
Daarop riep hij: „Paul! Paul!! Paul!!!"
ider© keer luider, maar slechts de echo
«antwoordde zijn geroep.
„God geve, dat hom geen ongeluk ovor-
fmmen is," zeide hij andermaal, en daar-
spoedde hij zich naar het kosthuis om
i vragen of Paul zidh daar ook bevond
Maar niemand had hem dien dag gozieiq
pa met een beklemd hart koerde John naar
pijn eenzame woning terug. Hoe treurig en
Angstig gevoelde hij zich dien middag,
ifilk oogenblik begaf hij zich naar de deur
/►m te luisteren. Het breken van een dood©
lak in het 6tille woud deed hem verheugd
Ëiien, maar de glimlach verdween spoe-
van zijn gelaat, dat voortdurend blee-
en meer bekommerd zag.
Eindelijk, toen de schemering begon te
"■allen, sprong hij op. „Ik kan het niet ian-
uithouden," riep hij. „Ik zal de jon-
ms bij elkaar roepen, en wij moeien er
uit om hem te gaan zoeken."
HOOFDSTUK XXVII.
Verdwaald.
Paul lette niet op den weg, dien hij in
sloeg; hij voelde niet, i.oe -Ie hai*d bevro
ren sneeuw onder zijne voeten kraakte,
zag niet hoo hot zonnelicht tussben de
witte iai.u i- nojcien «peelde, en hoer-
do het go'.1, van de spechten niet.
Slechts eene gedachte brandde bem ;n
de ziel. Abigail do schoone droom zijner
jeugd de. hoop en verwachting van la
ter, Abigail die hom liever was dan net
leven, 6tond op let punt om te Lreuwcn,
ja was wellicht reeds gehuwd met een
man, dien zij niet lief iia<l zich zelf op
offerend om haar vader voor armoede,
haar broeder voor schande te bewaren.
Zooveel was ten minste uit den brief van
Toby op te maken. De stijl van der. ouden
man, hoe karakteristiek, die ook wezen
mocht, was alles bohai /e 'helder, en uit
sommige gedeelten van den brief was zijn
juiste bedoeling meeielijk op te maken.
Zijn edele minachting voor comma's en
punten, zijn vermetel trotseeren der meest
gewone regels van. stijl en taal, doden zijne
epistels niet aan helderheid winnen. Maar
niettegenstaande het vele duistere in To
by's hoogst oorspronkelijk opstel, kon men
zich niet vergissen in zijne toespelingen,
betreffende de familie Tresillian. Onge
lukkige geldbeleggingen en mislukt© oog
sten gevoegd bij Jack's schandelijke ver
kwisting, hadden Enoch op den rand van
den ondergang gebracht, en ten einde geld
te bekomen had hij eene hypotheek op
Rosevallion genomen. En Nick Trebar-
with was de houder van die hypotheek.
,,'t Is zoo helder als glas," zeide Paul
bij zich zelf, terwijl hij steeds verder liep
in- het stille bosch. „Toen die schavuit
den ouden man eenmaal in zijn macht
had, heeft, hij zijne oegen op Abigail ge
slagen, en aangeboden 'haar in de plaats
van het geld te nemen, O, die booswicht,
indion ik hem hier had, ik zou hem kunnen
zijn pas alsof het hem goed deed de kra
kende sneeuw ouder zijne voeten te ver
trappen.
„Ik dacht, dat ik mijne liofdo zou kun
nen overwinnen, indien ik Penwharf ver»
liet", zoo vervolgde hij. „Maar God weet
het, zulk eene liefde kan niet uitgeroeid
worden. Zij is met mij opgegroeid, zij is
een deel van mijn leven. En nu komt die
schaamteloeze booswicht met zijn ver
vloekt geld zich tusschen oo6 stollen, cn
zij offert zich op, liever dan haar vader
geruïneerd te zien. O Abigail, Abigail!"
En de arme jongen kermde luid in den
angst zijner zieL
„En ik, die in den laatston lijd weer
was beginnen te hopen," ging hij na een
poos voort: „Mijne verdiensten waren mij
dubbel welkom om harentwil. Ik heb work
gedaan voor twee, want haar beeld stond
mij altijd voor oogen, de hoop, haar een
maal de mijne te mogen noemen, hoeft mij
altijd bezield en nu is alles, alles voorbij,
en Abigail voor goed voor mij verloren".
Hij liet het hoofd op de borst vallen,
maar zijn pas verminderde hij niet. Voort,
voort, altijd maar voort., zonder oenig be
sef van tijd of afstand, en ongevoelig voor
honger of vermoeienis.
Toen hij eindelijk eene opening in het
bosch bereikte, stond hij eensklaps stil.
„Daar komt zeker een storm opzetten,
zcido hij, „het begint zoo donker t© wor
den," en hij keek naar boven, naar liet
open stuk lucht tusschon do hoornen.
„Wel, dat. is vreemd," dacht hij. „Daar
is geen wolkje to zien. Maar ik moest lie
ver terugkeeren, vader zal met eten op mij
wachten. Hoe laat zou het wel zijn? Kijk,
ik heb mijn horloge thuis laten hangen,
nu, in elk geval ben ik over mijn tijd. cn
ik moet mij haasten om terug t© gaan. En
het woord bij den daad voegende keerde
hij op zijno schreden terug, zonder zich
evenwel t© bekommeren over het ongewone
voorkomen in het. bosch, of over do inval
lende duisternis. Zijn hart was te zeer ver
vuld niet Abigail, dan dat hij zich over
iets anders zou kunnen verontrusten. Hij
liep werktuigelijk door mot gebogen hoofd
en de handen in den zak. Doch op eens
stond hij stil en zag om zich heen. „Ik ge
loof waarlijk," zeide hij bij zich zelf, „dafc
de avond begint te vallen, maar waar ben
ik dan?,,
't Kwam evenwel niet bij hem op, dat hij
verdwaald kon zijn. Hij had maar altijd
door rechtuit geloopon, moende hij, en hij
behoefde nu slechts in de tegenover ge
stelde richting terug te gaan. „Ik hoep,
dat vader niet met eten op mij gewacht
heeft", dacht hij, „maar hij zal niet. weten
waar ik gebleven ben." En daarop de hai>
den uit zijn zakken nemende versnelde hij
den pas.
Na oon poos golooipon te hebben, stond
hij wederom stil, en keek onderzoekend iet
het rond. ..Ik ben die open plek strek* -
voorbij gekomen", overlegde hij bij zich
zelf. „ja, ik herinner mij dien zonderling*
ouden boom g©zk>u te hebben. Die stond
toen aan mijne linkerhand, dus moet ijt
rechts houden. Maar lieve deugd, ik krijg,
oen gevoel of ik een oirkel ronddraai.
(Wordt vervolg).