Ingezonden.
IN DEN DIENST.
'Aan de recruten, dio onder de t\ra-
perucn moeten komen.
Binnenkort zult go onder de wapenen komen.
Veel zal u dan vreemd zijn en menigeen ziet
met oenige bezorgdheid dien' tijd tegemoet, om
dat zo van dezen o! genen hoorden, dat do
„dien6t" iets vreeselijks is.
Mogen wij u een goeden raad geven?
Laat u niet afschrikken door allerlei praatjes.
Het kazerneleven is niet 2ooals thuis. Ge hebt
er niet wat de ouderlijk© woning u gaf, maar
weet dit, uwe Officieren! en Onderofficieren wil
len daarin gesteund door allerlei bepalingen
van boogerhand doen wat zij kunnen om bet
verblijf in do kazerne u.zoo goed mogelijk to
doen zijn.
Daartoe bobt ge echter ook zelf mede to wor
sen.
Menig soldaat denkt, dat het flink is zich als
•oldaat anders voor te doen dan thuis en meent,
dat een paarvloeken er zoo bij hooren, dat ook
bet bidden1, bijbellezen, kerte en catechisatiebe-
Boek niet passen voor iemand die uniform draagt.
Zulke laffe mannen halen het peil van het ka-?
«ernoleven omlaag.
Laat het met u zoo niet zijn. Durf vanaf het
oogenblik, dat ge in de kazerne komt, to laten
jien wie ge zijt en welk beginsel ge zijt toege
daan. Durf te bidden wanneer er stilte gecom
mandeerd wordt bij do maaltijden. Durf doel te
aomen aan het bijbellezen waarvoor een lokaal
beschikbaar is gesteld en waarvoor u dagolijk
tijd gegeven wordt en breng als go opkomt uw
bijbol en kerkboekje mede. Durf op to komen
tegen zodelooze taal en bet vloeken, waartegen
in bet legor ook 6trenge verboden bestaan. Durf
te leven zooals go thuis deed. Bij dit alios kunt
ge rekenen op den steun uwer Officieren en On
derofficieren en evenzeer op onze medewerking.
Zullen nu op de 6oldatenkamers een paar on
verschillige ongodsdienstige, wellicht spottende
militairen den toon aangeven of zullen dat doen
de mannen, die een ernstige opvoeding kregen
en in hun leven met God willen rekenen?
Gij wilt het laatste. Welnu, het hangt van u
af. Toon wie ge zijt en bedenk, wat van u
Wordt vorwacht. Uw ouders rekenen op u en
God verwacht van u, dat "gij getrouw zult zijn.
Begin uw diensttijd biddend om Zijn kracht.
Ten slotte wijzen we u op de Tehuizen voor
Militairen.
Daar zijt go steeds welkom.
In dio Tehuizen vindt ge lectuur en ontspan
ning. Ge komt er in aanraking met de organi
saties en vereenigingen, die zich ten doel stellen
de Christelijke beginselen in het leger en op de
vloot te verspreiden en de Huisvaders zijn steeds
bereid u van dienst te zijn.
Ook wij zullen u gaarne met raad en daad ter
jijde slaan.
De Raad van Leger-Preclikanten';
Gemengd Nieuws
Van een sleeptocht.
In „Het Nederlandsche Zeewezen'5 vertelt de
feer Mets het volgende over een sleeptocht bij
Jtwaai- stormweer van do „Drenthe" een sleep
boot dor firma Bureau Wijsmuller.
Maandagavond, 18 Januari 1921 te 10 uur
io m. namiddag Voer kapitein Kuiper met de
„Drenthe" do haven van Nieuwediep uit om as
sistentie to gaan verleenen aan do Amorikaansche
stoomboot „Defiance", die, volgens draadloos
ontvangen sein, met- gebroken machino en een
gat in de zijde, geankerd lag op 53 gr. 56 min.
N-B. en 4 gr. 59 min. O.L.
Hot 6tormde uit het Westen. Volgens het ob
servatorium was de windkracht dien avond van
,7 tot 8.
(De zee stond hoog en hol, en bij het uitgaan
door hot' Schulpengat had men te kampen met
brekende „zeeën;'1
Dat er om den Noord ook heel wat „te koop"
was, blijkt wel hieruit, dat het lichtschip „Dog-
gersbank-Zuid" dien nacht van zijn ankers los
sloeg en driftig werd.
Do „Drenthe"- stoomde rond do Haaksgrondon,
en zette tè 12 u. 30 koers naar de opgegeven
plaats.
Om 2 uur 15 van. werd de toren van Eierland
Z.O. t. O. 1/4 O. gepeild.
De zee kwam dwars in, en de „Drenthe"- kreeg
Vele brekers aan dek.
Onder deze omstandigheden koerste men voort,
f© praaide om 6.15 v.m. de „Defiance."
Er werd contract gemaakt op de basis „no cure
no pay", om de „Defiance'5 naar Hamburg te 6leci
pen.
Aan do „Defiance" werd verzocht de ankers
op to hieuwen waaraan gevolg jverd gegeven, ter?
iwijl aan boord van de „Drentho"- de sleeptros
.word gereed gemaakt.
De „Defiance" had een lichtboei, waaraan een
Jijn, overboord gezet, doch de kapitein van de
„Drenthe" meende daarvan geen gebruik te moe
ten maken om verbinding te krijgen.
Hij voer met de „Drenthe'5 aan lijkant, en toen
ide afstand tusschen de booten ongeveer 4 Meter
was, 'wei'9 vanaf 'do „Defiance*' éeiï lijn aan
boord van de „Drentho" geworpen. Deze lijn word
vastgemaakt aan do zware lijn van do „Drenthe",
waaraan de zwal'o 'sleeptros van 40 c,M. dikto
werd bevestigd die door do „Defiance" aan boord
werd gehaald.
Nadat de sleeptros aan boord van de „Dolian-
co" goed was gelegd, begon da „Drenthe" om 8
uur te sleepen.
Do „Defiance" had zijn bakboordketting, laten
slippen, daar men door do booge zeeën hét anker
niet binnen kon krijgen.
Nadat de Drenthe" het schip in den goeden
koers had getrokken, werd koers gezet naar de
Elbe.
De wind was toen W.Z.W. en de zee bol, zoo
dat bet zeor op do machine van de „Drenthe" cn
het sleepgerei aankwam.
Gedurende do V.M. wacht moest aanhoudend
met de machino gemanoeuvreerd worden, opdat
de brekende zeeën den sleeptros niet zouden bro
ken.
Er stand oen geweldige zee. Meermalen kwa
men er brekers over, zoodat.de mannen, dio ach
terop handen vol werk hadden om den sleeptros
te beschermen, dikwijls tot middenscheeps wer
den meegesleurd.
Te 2.20 n.m. werd booi F 7 (de zuidelijkste
hock van hot mijnenveld) gepoild Noord afstand
pl.m. 3 min.
De barometer daalde geweldig, en de kapitein
van do „Defiance" vreesde, dat een storm uit
'het Noorden zou opstoken.
Er waren in de nabijheid verschillende Duit-
sche sleopbooten, en daar. do kapitein van de
„Defiance" vreesde, dat zijn schip schade door
dien storm zou kunnen oploópen, werd door hom
hulp ingeroepen van do Duitscho sleepboot „See-
möwe".
Om 3 uur kwam de wind uit het N.W. mat
storm.
Er stond een hooge, holle, moeilijke zee, en
allo oplettendheid en manoeuvreerkunst was noo-
dig om den sleeptros niet to laten breken.
Om 10 uur brak de sleeptros van de „Seomö-
we" en deze stoomde naar de Elbe.
De „Drenthe" draaide hierna een! oogenblik
bij om den sleeptros nogmaals goed te voorzien
van bekleeding tegen het schavielen op het boord.
Dat was een moeilijk werk voor do mannen»
De dikke, zware sleeptros werd omhoog en om
laag gezwiept als een kinderspringtouwtje. Met
vleel moeite gelukt© het, nu en clan de sterk lijden
de bekleeding weer te vernieuwen, want werd het
schavielen niet voorkomen dan zou ongetwijfeld
do sleeptros zijn gebroken.
Nadat dit werk was verricht, werd weer
koers gezet om den Oost.
Om den sleeptros op het achterschip te
houden, moest deze worden opgevangen met
zware sloptouwen, die telkens braken. Ook
deze moesten telkens worden vernieuwd1, daar
cr anders veel kans bestond, dat de sleeptros
in de 6cliroef zou geraken.
Somwijlen stond do zee zoo boog en1 zoo
woest, dat de „Drenthe" herhaalde malen 4
tot 5 streken uit den koers werd gesmakt.
Zqo moest er'telkens weer met de machine
worden gemanoeuvreerd, ten einde den tros
niet te breken.
Drie Duitscbc sleopbooten waren in de na
bijheid, doch deze zagen geen gelegenheid om
met de „Defiance" in verbinding te komen.
Dat de manschappen een vermoeiende en
gevaarlijke taak hadden, laat zich denken.
Steeds waren ze in de weer, en door de>
overkomende zeeën en de zwiepende trassen
dreigde er steeds gevaar voor hun leven. Er
was tijd nog gelegenheid om iets te nuttigen.
Te 1.30 n.m. van den 19den Januari werd
Norderney lichtschip Zuid gepeild op pl.m. 8
min. afstand. Er werd koers gesteld naar Hel
goland.
De buien Werden steeds heviger, soms or
kaanachtig, gepaard met sneeuwbuien. Dik
wijls was het zoo heftig, dat men aan dek
moeite had staande te blijven.
De toestand was zeer zorgelijk.
Er liepen torenbooge golven. Eens kwam een
breker over, die over de brag heenliep, dc
deur van de kaa'rtenhut inrammelde en den
kapitein tot aan de borst in het water zette.
Op zeker moment komt de stuurman met de
mededeeling bij den kapitein, dat alle stop-
touwen stuk waren, en dat "er geen eind touw
meer aan boord was voor vernieuwing.
„Dan noem je den and-ren sleeptros maar
of den staaltros en gebruik dien voor stop-
touwen. De stoplouwen moeten we aan den
tros hebben, anders houden we hem niet."
En weer trok do bemanning aan bet werk,
en ondanks alle moeite, gevaren, uitputtting
ten elolle, wisten ze den tros te beveiligen.
Te 8 uur v.m. werd Helgoland N.O. ge
peild op pl.m. 6 min. afstand.
De „Defiance" maakte toen de Duitsche
sleepboot „Seebund" vast. Deze verbinding
werd tot stand gebracht door middel van een
kogel met lijn (het z.g. schieltoesel).
Nadat deze boot vast was en gedurende een
kwartier had getrokken, brak ook van die
boot de sleeptros.
Weer had de „Drenthe" alleen de „Defian
ce"'op sleeptouw.
Nogmaals Werd de sleeptros goed voorzien,
en koers gezet naar do Elbe.
Bij het naderen van do Elbe werd de zee
zoo woest, dat dc „Drenthe" voor zelfbehoud
(daar do zeeën steeds over de „Drenthe" heen
braken) genoodzaakt was een weinig olie te
storten', hetgeen den toestand aanmerkelijk
verbeterde.
Het oliestortcn' had op deze wijze plaats: do.
oliezakken kon men niet zoo spoedig voor den
dag halen, waarop do kapitein ckrder gaf
poetskatoen in olie te drenken, en die prop
pen in de W. G.' te stoppen. Het resultaat was
schitterend.
Te 3.30 n.m. kwam de sleep voor de Elbe.
De zee werd bier veel boter. De „Defiance"
maaklo hier de „Soemöwe" weer vast, en zoo
werd de rivier verder opgestoomd.
Ten 4 uur werd Elbe 1 gepasseerd en te 6
uur kwam een loods aan boord.
Den volgenden dag, den 29slcn Januari te
10 uur "v.m. kwam men te Hamburg, waar de
„Defiance" door den bavensleepdienst wórd
overgenomen.
Zoo was bot grooto scliip „Defiance" van
12000 ton laadvermogen door hot beleidvol op
treden van kapitein Kuiper en do bemanning
van de „Dentho" behouden binnengebracht.
Een woord van hulde voor deze prestatie
op zeesleepvaartgebied mag hier niet ont
breken.
Onder uiterst moeilijke omstandigheden
werd deze sleeptocht verricht. Dat hét breken
van den sleeptros d'oor de bemanning der
„Drenthe" door buitengewoon deskundig op
treden werd voorkomen, redde de „Defiance".
Bij het breken toch van den tros zou do
„Defiance" zijn gestrand, omdat geen anker
ketting in staat was geweest met zoo'n ge
weldige, zee het schip te houden.
En al waren er nu verschillende sloepbooten
in de nabijheid, geen barer was in staat ge
bleken verbinding te blijven houden met de
„Defiancel'.
Do „Drenthe" is groot 999 ton d. w. en
heeft 1200 I.P.K.
- Te Ze venaar zijn wegens het in
erge mate heerschen der dyphteribie de bewaar
scholen gesloten.
Maandag ontstond or in dc Boelc-
hgrststraat to 's-Gravenhago een oploop, doordat
de 35-jarige A. B., die in dronkenschap de orde
verstoorde en deswego werd aangehouden, zich
op woeste wijze tegen zijn arrestatie verzetto. De
agenten, die hem naar het bureau zouden bren
gen, zagen zich verplicht, den man do handboe
ien aan to doen. Bij hot overbrengen trok hij een
dor boeien stuk en ook gaf hij een dor politie
agenten een hevigen trap tegen het been."Trots
zijn tegenspartelen werd bij naar het. politiebu
reau gebracht.
Maandagavond werd op don Zeé-
dijk to Amsterdam een agent van politio lastig
gevallen door twee mannen en een vrouw, dio al
len in staat van dronkenschap verkeerden. Dp
agent floot om assistentie en hot drietal werd
gearresteerd. De arrestanten waren echter zeer
lastig, zoodat een agent van de wapenen moest
gebruik maken. Tweo wisten inmiddels te Ont
snappen, na door de opdringende menigte te zijn
ontzet. Na lang zoeken zijn do vluchtelingen in
een nachtcafé opgespoord on, na veel verzet, voor
al van de zijde der vrouw, opnieuw in hechtenis
genomen.
Een paar dagen geloden moest
do to Amsterdam bekende nachthuishouder Loutje
de Yries zich in het Huis van Bewaring aanmel
den, teneinde hechtenis to ondergaan terzake
overtreding der drankwet cn verzet. De Vries
bad daar weinig zin in cn gooide hot op een ac-
coordjo met een bekciid typ© uit donker Amster
dam, den schoorsteenvegerszoon Barbiori. Afge-
sprokon was, dat deze voor f 200 do straf van
Lou do Vries zou uitzitten. Inderdaad bracht de
Italiaan een paar dagen aan do Weteringschans
doör, maar toen werd het bodrog ontdekt. Eenigo
agenten werden geroepen om to constatoefan, clat
do gevangene niet Lou de Vries was, maar Bar-
bieri. Thans zitten ze allebei. B,Tel."
(Bulten verantwoordelijkheid der Red.'
- Geachte Redactie.
Beleefd verzoek ik, naar aanleiding .van het
antwoord van den heer v. in uw blad van Za
terdag j.l. nog eenige plaatsruimte.
Ik doe dit in do eersto plaats om gaarne te
erkennen dat ik in mijn ©erste stukje onjuist was.
toen ik schreef dat de Bondsdirccteur, in do be
wuste driestar, opwekte tot pereoonlijlc meedoen.
Roods voor ik het antwoord van deni heer v. O.
las word ik hierop van bevriende zijde gewezen.
Na onderzoek bloek mij toen dat ik, door een
eigenaardige oorzaak bedoelde driestar gelezen
had, terwijl de laatste alinea (door den heer v.
O. aangehaald) daarvan was afgeknipt. Nu geeft
juist deze alinea aan dio driestar een geheel an
deren zin en het speet mij dan ook hiervan niet
eerder to hebben kennis genomen.
Toclï, wie denkt dat ik het dan nu wel mót'
het pr-otest van don hoor v. O. eens zal zijn, ver
gist zich. Immers dit protest ging juist niot to-:
gëfi het advies om persoonlijk de handen thuis
te houden maar alleen tegen het standpunt van
den Bond cn het gogoven advies om als v o r-
eeniging niet meo to doen.
In mijn eerste stukje nam ik het dan ook alleen
voor d i t advies en voor d i t standpunt van den
Bond op.
Ik meen dit ook' nu nog te moeten doen.
Met genoegen las ik de beschouwing van den
heer v. O. en het deed mij goed te mogen con-
etateeren dat de hoer v. O. meer sympathie voor
den Bond heeft dan ik aanvankelijk dacht, en
ook, dat hij op het Bondsterrein geen vreemde is.
Des te geruster kom ik nog eens terug op wat
hij schreef want overtuigd ben ik (helaas?) nog
niot.
Ik wil voorop stollen dat ik geen oogenblik
bedooldo of.bedoel „Pro Rcge" onaangenaam to
zijn. Integendeel! Haar werk is ook mij lief en ik
hoop dan ook nog eens in de gelegenheid te zijn
dit to kunnen tooncn. Wil men evenwel van do
zajdo van „Pro Rego" onze J. V. op G. G. lok
ken op paden die zij, naar mijn overtuiging, niet
moeten gaan bewandelen, dan kan ik niet nala
ten met onzen Bondsdirecteur de vereeniging too
te roepen: Doe dat niet!
Nu versta meu mij niet verkeerd. Ik wil hier
niet mede zeggen dat deze paden niet goed zou
den zijn maai- alleen dat onze J.V. er niet op
hoort.
Do heer v. O. haalt enkele citaten aan waar
mede hij bewijst dat do Bond steeds sympathiek
stond tegenover het werk onder de militairen.
Door mij is nergens het tegendeel beweerd.
Dat meermalen op samenwerking aangestuurd
is tusschen de Chr. organisaties in het leger on
den Bond is mij bekend, maai- is „die rechte weg"
dio volgens den heer den Ouden „terecht samen
werking voor beiden mogelijk maakt" ook aan
gewezen?
't Is jammer dat de heer v. O. alleen maar
aanhaalt het stukje waarin het bosüaan van
dien weg wordt geconstateerd. Liever zag ik mij.
dien weg gewezen. Kan do heer v. O. mij dien
weg wijzen dio door de Jong.-Yer. kan worden
bewandeld gcheol overeenkomstig haar karakter
en zonder ook maar iets van haar doel prijs te
geven, dan geef ik mij onmiddelijk gewonnen en
zal ik gaarne onze J. V. aanraden dien weg in te
slaan.
Dat do vereenigingen een taak hebben tegenn
over haar militaire leden, daarvan ben ik even
beslist overtuigd als dat ik er van overtuigd ben
dat doze taak lang niet altijd naar behooron vol
bracht wordt. Dit is echter voor amij nog geen
reden om te zeggen: ga dan daarvoor mot „Pro
Rege" meewerken. Want ook dan zou zij dezo
taak, gezien hot verschil van grondslag, nog niet
„naar behooron" kunnen verrichten. Schoot zij
tot nog toe in deze hare verplichtingen tekort
dan behoort zij daarop te worden gewezen en
door allen die zich gereformeerd noemen te wor
den gesteund, opdat rij zoo spoedig mogelijk haar
verzuim goedmaakt en doet wat rij behoort te
doen.
Het hoofdbezwaar schuilt m.i. juist niet in het
evangeliseerend karakter van „Pro Rege" maar
in het verschil van grondslag waarop beide or
ganisaties zich stollen. Men noemo dit nu niot
„bekrompen" want dat is onzin. Als onze J. V.
zich op kerkelijk standpunt stelden, dat zou be
krompen zijn. Dat zij dit niet doen weet ieder
dio onzo.J. V. kent. Zij stellen zich op gerefor
meerden grondslag zonder te letton op kerkelijk
verband, maar van dien grondslag wijken zij dan
ook onder geen voorwaarden af. En dit kan -haar
evenmin kwalijk genomen worden alsdat men het
„Pro Rego" kwalijk zou kunnen ncmoni dat zij
zich niet op zuiver gorcformeerden grondslag stol
len wil als zij er van overtuigd is dat voor haar
werk hot algemoen Chr. standpunt hot juiste 'is.
Als men zich een bepaalden grondslag kiest,
welke deze ook zij, dient men al z'n werk, staan
de op dezen grondslag, te verrichten en lean men
g'on wo,rk hoe gering of van boe groote betee-
kenis ook, verrichten, als men daarvoor zij
bot tijdelijk z'n grondslag verlaten moet
Dit is niet bekrompen maar heel gewoon con
sequent. Trekt men deze consequentie niet dan
is men inconsequent en dus op den verkeerden
weg. - -
Dat de wegen van beide organisaties elkaar
wel eens nauw zullen raken, erken ik. Dat ze ech
ter voor een doel van het terrein saam zullen val
len acht ik, op grond van bovengenoemd verschil,
niet mogelijk. Ook acht ik dit samenwerken niet
noodzakelijk. Als de J. V. voor haar militaire
leden doet wat zij behoort te doen en „Pro Rcge"
werkt voor diezolfdo jongeling op haar terrein
dan zie ik hceleanaal niet in dat dit minder ze
genrijk zou zijn dan dat beide organisaties ge
combineerd zouden werken.
Behalve de grondslag is er nog een ander be
zwaar van beteekonis n.l. waar is de grens? „Pro
Rege"- heelt met onze J. V. gemeen dat zij vor
mend? 'k weet het niet, maar dan toch in elk
geval bewarend werkt. Nu is er tusschen het be
warend werken' van de J. V. en „Pro Rege" nog
wel senig verschil, maar toch, iets hebben zij bei
den gemeen en op grond "daarvan vraagt
menwerking. Doch op dezelfde grond kunnen
andore organisaties medowerking vragen, I
A.-R. Kicsvcreeniging want die werkt (a|j
te Leiden) volgens haar reglement ook zeer
vormend. En zoo zouden or meor voreenij
te noemen zijn die met hetzelfde recht den
der J. V. zouden kunnen vragen. Wat das
niet zelden voorkomt.
kWat betreft het bewarend werkzaam zijn
onzen Bond volgens Prof. Biesterveld, ra»
opmerken: dat hiermede toch niet hetzelfdj
doeld wordt als het bewarend werken van
Rego". Van „Pro Roge" is het dool. Vij
J. V. is het slechts gevolg van haar vort
werken. Bij haar ie vorming doel.
Dat de noodtoestand, zooals wij dio in dj
bilisatiejaren hebben meegemaakt, eru „dij
Bond uit rijn keurslijf deocl springen", noj
staat, is toch wel wat overdreven. Ik bedoel:
oogenblik m'n oogen te sluiten voor de vel
grooto gevaren dio onze jongens ook thans
in dienst bedreigen. Gezien echter het es
verschil tusschen het aantal wat toen ondj
wapenen was en wat nu de kazernes bewooni
mede bet grooto verschil van het loven in j
onder mobilisatie-omstandigheden of in i
tijd, doen mij zeggen: een noodtoestand be
niet meer. Ik mocht jaron het dienstleven,
maken zoowel in vredestijd als in de mol
tie. De gevaren van hot militaire leven zij:
dan ook niet onbekend, 't Is dan ook juii
grond daarvan dat ik met den heer v. 0,
meening meen to moeten verschillen.
Overdrijving schaadt dko zaak. Laten wi
ook hier niet doen.
Dat or een algemeen gebrek aan beginselb
aan goede vorming is, die voor veilen het
sto gevaar oplevert, daarmede ben ik het ro
eens. En hot is dan ook juist daarom dat i
voor hot Bondstandpunt opneem. Het is ee
wijs te moer dat dit standpunt juist is. In
dat gebrek aan beginsolkemnis wegnemen,
die goede vormingaorgen, dat bedoelt onze
op G. G. Laten wij zo dan ook geen ander
op do schouders leggen, maar rustig aa
taak doen voortarbicden. Zwaar genoeg ie
reeds. Steunen wij allen onze J. V. met 1
en daad opdat zij daardoor gemakkelijker
doel bereike. Dan zijn ook tegelijk do gr
gevaren weggenomen voor haar leden d:
kazerne binnen gaan.
Voor „Pro Rege" blijft evengoed een
en grootsche taak oyer. En gaarne wek ik dj
op tot steun aan „Pro Rege" opdat ook zij
taak zal kunnen volbrengen.
U, Redactie, dankend voor de gastvrijhei
ten tweede male verleend,
teeken ik Uw dw.
G. RIETKE
Land- en Tuinbouw,
Groninger Blaarkop.
Den 8sten Maart werd te Groninge
houden de al'gemeene ledenvergaderinj
het Groninger Blaarkop Rundvee Stan
Ze werd geopend door den voorzittei
in het. bijzonder welkom heette het do
aMeelimg Holland igekozen Hocfdbeèt
'lid, den heer S. Th. J. van Vliet te A
'aan den Rijn. Voorts memoreert si
de tegenslag die de veefokkerij in het
loopen jaar ondervond door het heei
van het mond- en klauwzeer, dat geli
thans maar zeer sporadisch meer voor
Door samenwerking van verschillend!
toren hebben de veeprijzen thans een
te bereikt, 'die zeer zeker maximaal
worden genoemd, maar die in afzien
tijd toch wel niet belangrijk zullen i
Nu de uitkomsten voor het landbo'
drijf niet zoo schitterend zijn, ligt het
de hand', d'at omzetting van bouwla
weiland op ruimer schaal zal wordt
hand genomen, dan in crisistijd in 1
over.gestelden zin heeft plaats gevoni
Uit het uitgebrachte jaarverslag
dat de voreeniginig een zeer moeiliji
heeft doorgemaakt, maar dat mom
zonder zorg de toekomst- kan worden
moet gezien. Ook financieel is de tof
gunstig te noemen.
Dejbegrootimg sluit met een óntvahj
uitgaaf van f 9247,11 K.
De inschrijvinigs!ko6teii werden v
steld op f 4.— op verzamelplaatsen
aan huis per koe, voor Groningen, er
Holland op f 5.50 per koe.
Voor inschrijving van dekbewijzen
50 cent per stuk geheven..
Als afgevaardigde voor het Ned.
bouwcoinité wordt herkozen do voor
als plaatsvervanger, de secretaris va
Hoofdbestuur.
Ten slotte werden noig mededeeling
daan betreffende een te Groningen t<
den groote fokveodemontetratie ter
genheid van de hercDenking van C'ron:
ontzet voor 250 jaar, in Augutus 19
Voor de Jeugd.
Wim en Gerrit stonden bleek van schrik,
roerloos te kijken naar hun pracht vlieger,
tfie, plotseling losgebroken, allerlei buitelin
gen maakte en hoe langer hoe verder van
hen afging. De tweo zusjes begonnen zelfs
hevig te huilen. Verscheidene jongens wa
ren hard gaan draven in de richting waar
in de vlieger verdween, doch hun kleine
beentjes moesten het afleggen tegen de
snelheid waarmee de losgeraakte vlieger
'door den vrij sterken wind werd wegge
voerd. Zelfs van het louw was niets meer
te redden dan de ongeveer tien meters die
nog aan den klos. vastzat en.
De anderen haalden nu ook spoedig cle
Vliegers in, bevreesd, dat ook 'hun zoo'n
ongeluk zou treffen. Daarna koerden allen
met langzame schreden huiswaarts, druk
pralende over hetgeen gebeurd was. Nie
mand kon de oorzadk bevroeden. Ze zouden
het wel begrepen hebben als ze gezien had
den hoe Arthur v. Straten om liet hoekje
had slaan lachen en als ze gehoord hadden
dat hij in zichzelf'prevelde: „Ziezoo, Bob-
hertje, die was fijn hè, zoo komt loontje om
xijn'boontje! 'k Zal je wel loeren mannetje!
'Als je van mij klikt, zal je het weten!
Een Zondag bij de familie van Leeuwen.
De Zondag is voor alle Christengezinnen
een bijzonderen-dag. Zelfs bij menschen, die
zich met God noch Zijn gebocl bemoeien,
heeft de-Zondag iets bijzonders. Dan staat
voor cle meeste menschen de gewone ar
beid stil. De kinderen gaan niet naar school
Vele winkels zijn zelfs gesloten. In êën
woord: het is een andere dag dan de ove
rige zes dagen van cle week.- Zij, die wèl
naar Gods geboden vragen en er ook wel
naar trachten te leven, houden streng vast
aan dé instelling des Heeren, die zoo 'oud
is als de Schepping om op dien dag geen
gewonen dagelijkschen arbeid te verrich
ten, maar zooveel mogelijk den lijd door te
brengen in cle dingen des Heeren.
Gerrit cn Wim hadden ouders, die niet
alleen met clen mond, maar ook metderdaad
Christenen wilden zijn en daarom ook den
Zondag met hun gezin wilden doorbrengen
als een echten dag des Heeren. Als 's mor
gens het ontbijt genuttigd was, ging Vader
met alle kinderen, die groot genoeg waren,
naar de kerk.
Zoo gebeurde het ook thans. Moeder bleef
met het allerkleinste zusje, Mientje thuis,
terwijl al de anderen naar de kerk gingen.
'tWas een heele optocht, alls ze zoo samen
maar de kerk stapten. Moeder en Mientje
stonden dan soms even aan do deur hen na
te kijken. „Moe, wanneer mag ik ook mee
met Pa?" vroeg Mien. „Als je groot ben,"
zei Moe. „Ik ben al groot, kijk maar!' En
cle kleine babbelaarster ging op haar teen
tjes staan. „Ja, hoor, jij bent Moeders groo
te meid, maar je moet nog een poosje wach
ten." „Mag ik clan gauw"? „Ja, maar ga nu
maar mee naar binnen. Moe gaat gauw op
ruimen, jij krijgt je mooie Zondagsche jurk
aan en samen gaan we dan in dien mooien
groolen Bijbel plaatjes zitten kijken." „O,
ja Moe, dat 's heerlijk, dat 's fijn! Gauw,
gauw! M-ag ik ook wat doen?" „Ja, Mientje
mag cle sloelen op zijn plaats zetten cn de
voetkussens opbergen. Zoo, haal nu maar
eens een stofdoek voor Moe. Willen we sa
men onderwijl eens een versje zingen? Moe
begon reeds en meL haar mooie, heldere
stem zong ze:
Klokje klinkt, vogel zingt,
•Iedereen op zijne wijs.
Kind ook gij, zingt daarbij
Tot des Heeren lof en prijs!
Hoewel Mientje de wijs nog niet zoo
goed kende, zong ze toch mee, Spoedig was
alles opgeruimd. „Gaat Mientje nu mee,
aankleeden?" vroeg Moe. „Ja, ja, mooie
jurk aan! Hè Moe?"
Na een kwartiertje zaten beiden to turen
in d,<4i prachtigen platenbijbel en Moe ver=
telde het een en ander, want kleine Mien
begreep er nog niet veel van.
En dat is de Heero Jezus, zei Moe, die is
hier op aarde gekomen om menschen en
ook kindertjes, zooals Mientje, blij en ge
lukkig te maken en later in den hemel te
brengen, als ze veel van Hem houden."
„Mientje houdt wel veel van den Heer© Je
zus, Moe!" „Goecl liefje, maar dan mag
Mientje ook nooit stout zijn, anders wordt
de Heere bedroefd".
Zoo praatten ze samen nog een poosje.
Iiitlisschen had Moe water gekookt en kof
fie gezet.'„Kijk eens, Mien, wie is daar?"
„Pappa, pappa!" riep de kleine zus en vloog
naar de voordeur. Vader nam zijn kleine
meid op zijn sterke armen en kuste haar
op beide roode wangetjes, dat het klapte.
En zusje op haar beurt sloeg haar beide
armpjes om Vaders hals en 'gaf hem een
heelheel dikke.
Nu duurde het niet lang of de kamer zat
heelemaal vol. Karol had nog een vriend
meegebracht, ook een onderwijzer, en
Nico, op één na cle oudste, zat er ook bij
mot Piet, den zoon van clen dominé, waar
mee hij al jaren bevriend -was, van den dag
af dat ze samen voor het eerst op school
waren gekomen. Jannie, de oudsto zus,
schonk koffie in, 't geen haar handig af
ging, ondanks allerlei kleine plagerijtjes
ïan cle groote jongens die hun best deden
om haar in den war te brengen. Pas
co! zei ze, of ik geef jou een groote
suiker in je koffie. Neen, niet doen
Jannie, je weet dat ik de koffie dai
lust! Dan ophouden, of... Een lepi
suiker werd boven zijn kopje gelic
Handig nam Nico het kopje weg.
lachten hartelijk en Jannie zelf deed
mee. Dat heb je handig gedaan voor
kleinen jongen, zei zc, en presenteerd<
cle heele familie een koekje. Koek!
juichte kleine Mien en strekte beide
jes uit naar het trommeltje. Eerst j
menschen en dan kinderen, zei Jannii
stralende oogjes volgde ze de koek,
het eindelijk haar beurt werd. Nu j
zoet gewacht heb zal zus een groote v
uitzoeken, kijk hier, dat is een dikke
krijgt Jannie nou van zus? Dadelijk
Mientje haar lipjes vooruit en gaf
groote. zus een ferme zoen.
Vader en Moeder hadden iiitussche
heel ander gesprek gevoerd. Moede
gvraagd, waarover dominé had gepre
toen was Vader aan U vertellen gegaa
willekeurig luisterden de kinderen,
vlak-bij zaten, naar Vader en toen alli
kopje koffie en een kookje hadden oi
gen wercl het hoe langer hoe stilller
kamer en zonder, dat het nu juist af|
ken of gezegd tvas, luisterden allen
li cl geen verteld werd.