Ingezonden. IN DEN DIENST. 'Aan de recruten, dio onder de t\ra- perucn moeten komen. Binnenkort zult go onder de wapenen komen. Veel zal u dan vreemd zijn en menigeen ziet met oenige bezorgdheid dien' tijd tegemoet, om dat zo van dezen o! genen hoorden, dat do „dien6t" iets vreeselijks is. Mogen wij u een goeden raad geven? Laat u niet afschrikken door allerlei praatjes. Het kazerneleven is niet 2ooals thuis. Ge hebt er niet wat de ouderlijk© woning u gaf, maar weet dit, uwe Officieren! en Onderofficieren wil len daarin gesteund door allerlei bepalingen van boogerhand doen wat zij kunnen om bet verblijf in do kazerne u.zoo goed mogelijk to doen zijn. Daartoe bobt ge echter ook zelf mede to wor sen. Menig soldaat denkt, dat het flink is zich als •oldaat anders voor te doen dan thuis en meent, dat een paarvloeken er zoo bij hooren, dat ook bet bidden1, bijbellezen, kerte en catechisatiebe- Boek niet passen voor iemand die uniform draagt. Zulke laffe mannen halen het peil van het ka-? «ernoleven omlaag. Laat het met u zoo niet zijn. Durf vanaf het oogenblik, dat ge in de kazerne komt, to laten jien wie ge zijt en welk beginsel ge zijt toege daan. Durf te bidden wanneer er stilte gecom mandeerd wordt bij do maaltijden. Durf doel te aomen aan het bijbellezen waarvoor een lokaal beschikbaar is gesteld en waarvoor u dagolijk tijd gegeven wordt en breng als go opkomt uw bijbol en kerkboekje mede. Durf op to komen tegen zodelooze taal en bet vloeken, waartegen in bet legor ook 6trenge verboden bestaan. Durf te leven zooals go thuis deed. Bij dit alios kunt ge rekenen op den steun uwer Officieren en On derofficieren en evenzeer op onze medewerking. Zullen nu op de 6oldatenkamers een paar on verschillige ongodsdienstige, wellicht spottende militairen den toon aangeven of zullen dat doen de mannen, die een ernstige opvoeding kregen en in hun leven met God willen rekenen? Gij wilt het laatste. Welnu, het hangt van u af. Toon wie ge zijt en bedenk, wat van u Wordt vorwacht. Uw ouders rekenen op u en God verwacht van u, dat "gij getrouw zult zijn. Begin uw diensttijd biddend om Zijn kracht. Ten slotte wijzen we u op de Tehuizen voor Militairen. Daar zijt go steeds welkom. In dio Tehuizen vindt ge lectuur en ontspan ning. Ge komt er in aanraking met de organi saties en vereenigingen, die zich ten doel stellen de Christelijke beginselen in het leger en op de vloot te verspreiden en de Huisvaders zijn steeds bereid u van dienst te zijn. Ook wij zullen u gaarne met raad en daad ter jijde slaan. De Raad van Leger-Preclikanten'; Gemengd Nieuws Van een sleeptocht. In „Het Nederlandsche Zeewezen'5 vertelt de feer Mets het volgende over een sleeptocht bij Jtwaai- stormweer van do „Drenthe" een sleep boot dor firma Bureau Wijsmuller. Maandagavond, 18 Januari 1921 te 10 uur io m. namiddag Voer kapitein Kuiper met de „Drenthe" do haven van Nieuwediep uit om as sistentie to gaan verleenen aan do Amorikaansche stoomboot „Defiance", die, volgens draadloos ontvangen sein, met- gebroken machino en een gat in de zijde, geankerd lag op 53 gr. 56 min. N-B. en 4 gr. 59 min. O.L. Hot 6tormde uit het Westen. Volgens het ob servatorium was de windkracht dien avond van ,7 tot 8. (De zee stond hoog en hol, en bij het uitgaan door hot' Schulpengat had men te kampen met brekende „zeeën;'1 Dat er om den Noord ook heel wat „te koop" was, blijkt wel hieruit, dat het lichtschip „Dog- gersbank-Zuid" dien nacht van zijn ankers los sloeg en driftig werd. Do „Drenthe"- stoomde rond do Haaksgrondon, en zette tè 12 u. 30 koers naar de opgegeven plaats. Om 2 uur 15 van. werd de toren van Eierland Z.O. t. O. 1/4 O. gepeild. De zee kwam dwars in, en de „Drenthe"- kreeg Vele brekers aan dek. Onder deze omstandigheden koerste men voort, f© praaide om 6.15 v.m. de „Defiance." Er werd contract gemaakt op de basis „no cure no pay", om de „Defiance'5 naar Hamburg te 6leci pen. Aan do „Defiance" werd verzocht de ankers op to hieuwen waaraan gevolg jverd gegeven, ter? iwijl aan boord van de „Drentho"- de sleeptros .word gereed gemaakt. De „Defiance" had een lichtboei, waaraan een Jijn, overboord gezet, doch de kapitein van de „Drenthe" meende daarvan geen gebruik te moe ten maken om verbinding te krijgen. Hij voer met de „Drenthe'5 aan lijkant, en toen ide afstand tusschen de booten ongeveer 4 Meter was, 'wei'9 vanaf 'do „Defiance*' éeiï lijn aan boord van de „Drentho" geworpen. Deze lijn word vastgemaakt aan do zware lijn van do „Drenthe", waaraan de zwal'o 'sleeptros van 40 c,M. dikto werd bevestigd die door do „Defiance" aan boord werd gehaald. Nadat de sleeptros aan boord van de „Dolian- co" goed was gelegd, begon da „Drenthe" om 8 uur te sleepen. Do „Defiance" had zijn bakboordketting, laten slippen, daar men door do booge zeeën hét anker niet binnen kon krijgen. Nadat de Drenthe" het schip in den goeden koers had getrokken, werd koers gezet naar de Elbe. De wind was toen W.Z.W. en de zee bol, zoo dat bet zeor op do machine van de „Drenthe" cn het sleepgerei aankwam. Gedurende do V.M. wacht moest aanhoudend met de machino gemanoeuvreerd worden, opdat de brekende zeeën den sleeptros niet zouden bro ken. Er stand oen geweldige zee. Meermalen kwa men er brekers over, zoodat.de mannen, dio ach terop handen vol werk hadden om den sleeptros te beschermen, dikwijls tot middenscheeps wer den meegesleurd. Te 2.20 n.m. werd booi F 7 (de zuidelijkste hock van hot mijnenveld) gepoild Noord afstand pl.m. 3 min. De barometer daalde geweldig, en de kapitein van do „Defiance" vreesde, dat een storm uit 'het Noorden zou opstoken. Er waren in de nabijheid verschillende Duit- sche sleopbooten, en daar. do kapitein van de „Defiance" vreesde, dat zijn schip schade door dien storm zou kunnen oploópen, werd door hom hulp ingeroepen van do Duitscho sleepboot „See- möwe". Om 3 uur kwam de wind uit het N.W. mat storm. Er stond een hooge, holle, moeilijke zee, en allo oplettendheid en manoeuvreerkunst was noo- dig om den sleeptros niet to laten breken. Om 10 uur brak de sleeptros van de „Seomö- we" en deze stoomde naar de Elbe. De „Drenthe" draaide hierna een! oogenblik bij om den sleeptros nogmaals goed te voorzien van bekleeding tegen het schavielen op het boord. Dat was een moeilijk werk voor do mannen» De dikke, zware sleeptros werd omhoog en om laag gezwiept als een kinderspringtouwtje. Met vleel moeite gelukt© het, nu en clan de sterk lijden de bekleeding weer te vernieuwen, want werd het schavielen niet voorkomen dan zou ongetwijfeld do sleeptros zijn gebroken. Nadat dit werk was verricht, werd weer koers gezet om den Oost. Om den sleeptros op het achterschip te houden, moest deze worden opgevangen met zware sloptouwen, die telkens braken. Ook deze moesten telkens worden vernieuwd1, daar cr anders veel kans bestond, dat de sleeptros in de 6cliroef zou geraken. Somwijlen stond do zee zoo boog en1 zoo woest, dat de „Drenthe" herhaalde malen 4 tot 5 streken uit den koers werd gesmakt. Zqo moest er'telkens weer met de machine worden gemanoeuvreerd, ten einde den tros niet te breken. Drie Duitscbc sleopbooten waren in de na bijheid, doch deze zagen geen gelegenheid om met de „Defiance" in verbinding te komen. Dat de manschappen een vermoeiende en gevaarlijke taak hadden, laat zich denken. Steeds waren ze in de weer, en door de> overkomende zeeën en de zwiepende trassen dreigde er steeds gevaar voor hun leven. Er was tijd nog gelegenheid om iets te nuttigen. Te 1.30 n.m. van den 19den Januari werd Norderney lichtschip Zuid gepeild op pl.m. 8 min. afstand. Er werd koers gesteld naar Hel goland. De buien Werden steeds heviger, soms or kaanachtig, gepaard met sneeuwbuien. Dik wijls was het zoo heftig, dat men aan dek moeite had staande te blijven. De toestand was zeer zorgelijk. Er liepen torenbooge golven. Eens kwam een breker over, die over de brag heenliep, dc deur van de kaa'rtenhut inrammelde en den kapitein tot aan de borst in het water zette. Op zeker moment komt de stuurman met de mededeeling bij den kapitein, dat alle stop- touwen stuk waren, en dat "er geen eind touw meer aan boord was voor vernieuwing. „Dan noem je den and-ren sleeptros maar of den staaltros en gebruik dien voor stop- touwen. De stoplouwen moeten we aan den tros hebben, anders houden we hem niet." En weer trok do bemanning aan bet werk, en ondanks alle moeite, gevaren, uitputtting ten elolle, wisten ze den tros te beveiligen. Te 8 uur v.m. werd Helgoland N.O. ge peild op pl.m. 6 min. afstand. De „Defiance" maakte toen de Duitsche sleepboot „Seebund" vast. Deze verbinding werd tot stand gebracht door middel van een kogel met lijn (het z.g. schieltoesel). Nadat deze boot vast was en gedurende een kwartier had getrokken, brak ook van die boot de sleeptros. Weer had de „Drenthe" alleen de „Defian ce"'op sleeptouw. Nogmaals Werd de sleeptros goed voorzien, en koers gezet naar do Elbe. Bij het naderen van do Elbe werd de zee zoo woest, dat dc „Drenthe" voor zelfbehoud (daar do zeeën steeds over de „Drenthe" heen braken) genoodzaakt was een weinig olie te storten', hetgeen den toestand aanmerkelijk verbeterde. Het oliestortcn' had op deze wijze plaats: do. oliezakken kon men niet zoo spoedig voor den dag halen, waarop do kapitein ckrder gaf poetskatoen in olie te drenken, en die prop pen in de W. G.' te stoppen. Het resultaat was schitterend. Te 3.30 n.m. kwam de sleep voor de Elbe. De zee werd bier veel boter. De „Defiance" maaklo hier de „Soemöwe" weer vast, en zoo werd de rivier verder opgestoomd. Ten 4 uur werd Elbe 1 gepasseerd en te 6 uur kwam een loods aan boord. Den volgenden dag, den 29slcn Januari te 10 uur "v.m. kwam men te Hamburg, waar de „Defiance" door den bavensleepdienst wórd overgenomen. Zoo was bot grooto scliip „Defiance" van 12000 ton laadvermogen door hot beleidvol op treden van kapitein Kuiper en do bemanning van de „Dentho" behouden binnengebracht. Een woord van hulde voor deze prestatie op zeesleepvaartgebied mag hier niet ont breken. Onder uiterst moeilijke omstandigheden werd deze sleeptocht verricht. Dat hét breken van den sleeptros d'oor de bemanning der „Drenthe" door buitengewoon deskundig op treden werd voorkomen, redde de „Defiance". Bij het breken toch van den tros zou do „Defiance" zijn gestrand, omdat geen anker ketting in staat was geweest met zoo'n ge weldige, zee het schip te houden. En al waren er nu verschillende sloepbooten in de nabijheid, geen barer was in staat ge bleken verbinding te blijven houden met de „Defiancel'. Do „Drenthe" is groot 999 ton d. w. en heeft 1200 I.P.K. - Te Ze venaar zijn wegens het in erge mate heerschen der dyphteribie de bewaar scholen gesloten. Maandag ontstond or in dc Boelc- hgrststraat to 's-Gravenhago een oploop, doordat de 35-jarige A. B., die in dronkenschap de orde verstoorde en deswego werd aangehouden, zich op woeste wijze tegen zijn arrestatie verzetto. De agenten, die hem naar het bureau zouden bren gen, zagen zich verplicht, den man do handboe ien aan to doen. Bij hot overbrengen trok hij een dor boeien stuk en ook gaf hij een dor politie agenten een hevigen trap tegen het been."Trots zijn tegenspartelen werd bij naar het. politiebu reau gebracht. Maandagavond werd op don Zeé- dijk to Amsterdam een agent van politio lastig gevallen door twee mannen en een vrouw, dio al len in staat van dronkenschap verkeerden. Dp agent floot om assistentie en hot drietal werd gearresteerd. De arrestanten waren echter zeer lastig, zoodat een agent van de wapenen moest gebruik maken. Tweo wisten inmiddels te Ont snappen, na door de opdringende menigte te zijn ontzet. Na lang zoeken zijn do vluchtelingen in een nachtcafé opgespoord on, na veel verzet, voor al van de zijde der vrouw, opnieuw in hechtenis genomen. Een paar dagen geloden moest do to Amsterdam bekende nachthuishouder Loutje de Yries zich in het Huis van Bewaring aanmel den, teneinde hechtenis to ondergaan terzake overtreding der drankwet cn verzet. De Vries bad daar weinig zin in cn gooide hot op een ac- coordjo met een bekciid typ© uit donker Amster dam, den schoorsteenvegerszoon Barbiori. Afge- sprokon was, dat deze voor f 200 do straf van Lou do Vries zou uitzitten. Inderdaad bracht de Italiaan een paar dagen aan do Weteringschans doör, maar toen werd het bodrog ontdekt. Eenigo agenten werden geroepen om to constatoefan, clat do gevangene niet Lou de Vries was, maar Bar- bieri. Thans zitten ze allebei. B,Tel." (Bulten verantwoordelijkheid der Red.' - Geachte Redactie. Beleefd verzoek ik, naar aanleiding .van het antwoord van den heer v. in uw blad van Za terdag j.l. nog eenige plaatsruimte. Ik doe dit in do eersto plaats om gaarne te erkennen dat ik in mijn ©erste stukje onjuist was. toen ik schreef dat de Bondsdirccteur, in do be wuste driestar, opwekte tot pereoonlijlc meedoen. Roods voor ik het antwoord van deni heer v. O. las word ik hierop van bevriende zijde gewezen. Na onderzoek bloek mij toen dat ik, door een eigenaardige oorzaak bedoelde driestar gelezen had, terwijl de laatste alinea (door den heer v. O. aangehaald) daarvan was afgeknipt. Nu geeft juist deze alinea aan dio driestar een geheel an deren zin en het speet mij dan ook hiervan niet eerder to hebben kennis genomen. Toclï, wie denkt dat ik het dan nu wel mót' het pr-otest van don hoor v. O. eens zal zijn, ver gist zich. Immers dit protest ging juist niot to-: gëfi het advies om persoonlijk de handen thuis te houden maar alleen tegen het standpunt van den Bond cn het gogoven advies om als v o r- eeniging niet meo to doen. In mijn eerste stukje nam ik het dan ook alleen voor d i t advies en voor d i t standpunt van den Bond op. Ik meen dit ook' nu nog te moeten doen. Met genoegen las ik de beschouwing van den heer v. O. en het deed mij goed te mogen con- etateeren dat de hoer v. O. meer sympathie voor den Bond heeft dan ik aanvankelijk dacht, en ook, dat hij op het Bondsterrein geen vreemde is. Des te geruster kom ik nog eens terug op wat hij schreef want overtuigd ben ik (helaas?) nog niot. Ik wil voorop stollen dat ik geen oogenblik bedooldo of.bedoel „Pro Rcge" onaangenaam to zijn. Integendeel! Haar werk is ook mij lief en ik hoop dan ook nog eens in de gelegenheid te zijn dit to kunnen tooncn. Wil men evenwel van do zajdo van „Pro Rego" onze J. V. op G. G. lok ken op paden die zij, naar mijn overtuiging, niet moeten gaan bewandelen, dan kan ik niet nala ten met onzen Bondsdirecteur de vereeniging too te roepen: Doe dat niet! Nu versta meu mij niet verkeerd. Ik wil hier niet mede zeggen dat deze paden niet goed zou den zijn maai- alleen dat onze J.V. er niet op hoort. Do heer v. O. haalt enkele citaten aan waar mede hij bewijst dat do Bond steeds sympathiek stond tegenover het werk onder de militairen. Door mij is nergens het tegendeel beweerd. Dat meermalen op samenwerking aangestuurd is tusschen de Chr. organisaties in het leger on den Bond is mij bekend, maai- is „die rechte weg" dio volgens den heer den Ouden „terecht samen werking voor beiden mogelijk maakt" ook aan gewezen? 't Is jammer dat de heer v. O. alleen maar aanhaalt het stukje waarin het bosüaan van dien weg wordt geconstateerd. Liever zag ik mij. dien weg gewezen. Kan do heer v. O. mij dien weg wijzen dio door de Jong.-Yer. kan worden bewandeld gcheol overeenkomstig haar karakter en zonder ook maar iets van haar doel prijs te geven, dan geef ik mij onmiddelijk gewonnen en zal ik gaarne onze J. V. aanraden dien weg in te slaan. Dat do vereenigingen een taak hebben tegenn over haar militaire leden, daarvan ben ik even beslist overtuigd als dat ik er van overtuigd ben dat doze taak lang niet altijd naar behooron vol bracht wordt. Dit is echter voor amij nog geen reden om te zeggen: ga dan daarvoor mot „Pro Rege" meewerken. Want ook dan zou zij dezo taak, gezien hot verschil van grondslag, nog niet „naar behooron" kunnen verrichten. Schoot zij tot nog toe in deze hare verplichtingen tekort dan behoort zij daarop te worden gewezen en door allen die zich gereformeerd noemen te wor den gesteund, opdat rij zoo spoedig mogelijk haar verzuim goedmaakt en doet wat rij behoort te doen. Het hoofdbezwaar schuilt m.i. juist niet in het evangeliseerend karakter van „Pro Rege" maar in het verschil van grondslag waarop beide or ganisaties zich stollen. Men noemo dit nu niot „bekrompen" want dat is onzin. Als onze J. V. zich op kerkelijk standpunt stelden, dat zou be krompen zijn. Dat zij dit niet doen weet ieder dio onzo.J. V. kent. Zij stellen zich op gerefor meerden grondslag zonder te letton op kerkelijk verband, maar van dien grondslag wijken zij dan ook onder geen voorwaarden af. En dit kan -haar evenmin kwalijk genomen worden alsdat men het „Pro Rego" kwalijk zou kunnen ncmoni dat zij zich niet op zuiver gorcformeerden grondslag stol len wil als zij er van overtuigd is dat voor haar werk hot algemoen Chr. standpunt hot juiste 'is. Als men zich een bepaalden grondslag kiest, welke deze ook zij, dient men al z'n werk, staan de op dezen grondslag, te verrichten en lean men g'on wo,rk hoe gering of van boe groote betee- kenis ook, verrichten, als men daarvoor zij bot tijdelijk z'n grondslag verlaten moet Dit is niet bekrompen maar heel gewoon con sequent. Trekt men deze consequentie niet dan is men inconsequent en dus op den verkeerden weg. - - Dat de wegen van beide organisaties elkaar wel eens nauw zullen raken, erken ik. Dat ze ech ter voor een doel van het terrein saam zullen val len acht ik, op grond van bovengenoemd verschil, niet mogelijk. Ook acht ik dit samenwerken niet noodzakelijk. Als de J. V. voor haar militaire leden doet wat zij behoort te doen en „Pro Rcge" werkt voor diezolfdo jongeling op haar terrein dan zie ik hceleanaal niet in dat dit minder ze genrijk zou zijn dan dat beide organisaties ge combineerd zouden werken. Behalve de grondslag is er nog een ander be zwaar van beteekonis n.l. waar is de grens? „Pro Rege"- heelt met onze J. V. gemeen dat zij vor mend? 'k weet het niet, maar dan toch in elk geval bewarend werkt. Nu is er tusschen het be warend werken' van de J. V. en „Pro Rege" nog wel senig verschil, maar toch, iets hebben zij bei den gemeen en op grond "daarvan vraagt menwerking. Doch op dezelfde grond kunnen andore organisaties medowerking vragen, I A.-R. Kicsvcreeniging want die werkt (a|j te Leiden) volgens haar reglement ook zeer vormend. En zoo zouden or meor voreenij te noemen zijn die met hetzelfde recht den der J. V. zouden kunnen vragen. Wat das niet zelden voorkomt. kWat betreft het bewarend werkzaam zijn onzen Bond volgens Prof. Biesterveld, ra» opmerken: dat hiermede toch niet hetzelfdj doeld wordt als het bewarend werken van Rego". Van „Pro Roge" is het dool. Vij J. V. is het slechts gevolg van haar vort werken. Bij haar ie vorming doel. Dat de noodtoestand, zooals wij dio in dj bilisatiejaren hebben meegemaakt, eru „dij Bond uit rijn keurslijf deocl springen", noj staat, is toch wel wat overdreven. Ik bedoel: oogenblik m'n oogen te sluiten voor de vel grooto gevaren dio onze jongens ook thans in dienst bedreigen. Gezien echter het es verschil tusschen het aantal wat toen ondj wapenen was en wat nu de kazernes bewooni mede bet grooto verschil van het loven in j onder mobilisatie-omstandigheden of in i tijd, doen mij zeggen: een noodtoestand be niet meer. Ik mocht jaron het dienstleven, maken zoowel in vredestijd als in de mol tie. De gevaren van hot militaire leven zij: dan ook niet onbekend, 't Is dan ook juii grond daarvan dat ik met den heer v. 0, meening meen to moeten verschillen. Overdrijving schaadt dko zaak. Laten wi ook hier niet doen. Dat or een algemeen gebrek aan beginselb aan goede vorming is, die voor veilen het sto gevaar oplevert, daarmede ben ik het ro eens. En hot is dan ook juist daarom dat i voor hot Bondstandpunt opneem. Het is ee wijs te moer dat dit standpunt juist is. In dat gebrek aan beginsolkemnis wegnemen, die goede vormingaorgen, dat bedoelt onze op G. G. Laten wij zo dan ook geen ander op do schouders leggen, maar rustig aa taak doen voortarbicden. Zwaar genoeg ie reeds. Steunen wij allen onze J. V. met 1 en daad opdat zij daardoor gemakkelijker doel bereike. Dan zijn ook tegelijk do gr gevaren weggenomen voor haar leden d: kazerne binnen gaan. Voor „Pro Rege" blijft evengoed een en grootsche taak oyer. En gaarne wek ik dj op tot steun aan „Pro Rege" opdat ook zij taak zal kunnen volbrengen. U, Redactie, dankend voor de gastvrijhei ten tweede male verleend, teeken ik Uw dw. G. RIETKE Land- en Tuinbouw, Groninger Blaarkop. Den 8sten Maart werd te Groninge houden de al'gemeene ledenvergaderinj het Groninger Blaarkop Rundvee Stan Ze werd geopend door den voorzittei in het. bijzonder welkom heette het do aMeelimg Holland igekozen Hocfdbeèt 'lid, den heer S. Th. J. van Vliet te A 'aan den Rijn. Voorts memoreert si de tegenslag die de veefokkerij in het loopen jaar ondervond door het heei van het mond- en klauwzeer, dat geli thans maar zeer sporadisch meer voor Door samenwerking van verschillend! toren hebben de veeprijzen thans een te bereikt, 'die zeer zeker maximaal worden genoemd, maar die in afzien tijd toch wel niet belangrijk zullen i Nu de uitkomsten voor het landbo' drijf niet zoo schitterend zijn, ligt het de hand', d'at omzetting van bouwla weiland op ruimer schaal zal wordt hand genomen, dan in crisistijd in 1 over.gestelden zin heeft plaats gevoni Uit het uitgebrachte jaarverslag dat de voreeniginig een zeer moeiliji heeft doorgemaakt, maar dat mom zonder zorg de toekomst- kan worden moet gezien. Ook financieel is de tof gunstig te noemen. Dejbegrootimg sluit met een óntvahj uitgaaf van f 9247,11 K. De inschrijvinigs!ko6teii werden v steld op f 4.— op verzamelplaatsen aan huis per koe, voor Groningen, er Holland op f 5.50 per koe. Voor inschrijving van dekbewijzen 50 cent per stuk geheven.. Als afgevaardigde voor het Ned. bouwcoinité wordt herkozen do voor als plaatsvervanger, de secretaris va Hoofdbestuur. Ten slotte werden noig mededeeling daan betreffende een te Groningen t< den groote fokveodemontetratie ter genheid van de hercDenking van C'ron: ontzet voor 250 jaar, in Augutus 19 Voor de Jeugd. Wim en Gerrit stonden bleek van schrik, roerloos te kijken naar hun pracht vlieger, tfie, plotseling losgebroken, allerlei buitelin gen maakte en hoe langer hoe verder van hen afging. De tweo zusjes begonnen zelfs hevig te huilen. Verscheidene jongens wa ren hard gaan draven in de richting waar in de vlieger verdween, doch hun kleine beentjes moesten het afleggen tegen de snelheid waarmee de losgeraakte vlieger 'door den vrij sterken wind werd wegge voerd. Zelfs van het louw was niets meer te redden dan de ongeveer tien meters die nog aan den klos. vastzat en. De anderen haalden nu ook spoedig cle Vliegers in, bevreesd, dat ook 'hun zoo'n ongeluk zou treffen. Daarna koerden allen met langzame schreden huiswaarts, druk pralende over hetgeen gebeurd was. Nie mand kon de oorzadk bevroeden. Ze zouden het wel begrepen hebben als ze gezien had den hoe Arthur v. Straten om liet hoekje had slaan lachen en als ze gehoord hadden dat hij in zichzelf'prevelde: „Ziezoo, Bob- hertje, die was fijn hè, zoo komt loontje om xijn'boontje! 'k Zal je wel loeren mannetje! 'Als je van mij klikt, zal je het weten! Een Zondag bij de familie van Leeuwen. De Zondag is voor alle Christengezinnen een bijzonderen-dag. Zelfs bij menschen, die zich met God noch Zijn gebocl bemoeien, heeft de-Zondag iets bijzonders. Dan staat voor cle meeste menschen de gewone ar beid stil. De kinderen gaan niet naar school Vele winkels zijn zelfs gesloten. In êën woord: het is een andere dag dan de ove rige zes dagen van cle week.- Zij, die wèl naar Gods geboden vragen en er ook wel naar trachten te leven, houden streng vast aan dé instelling des Heeren, die zoo 'oud is als de Schepping om op dien dag geen gewonen dagelijkschen arbeid te verrich ten, maar zooveel mogelijk den lijd door te brengen in cle dingen des Heeren. Gerrit cn Wim hadden ouders, die niet alleen met clen mond, maar ook metderdaad Christenen wilden zijn en daarom ook den Zondag met hun gezin wilden doorbrengen als een echten dag des Heeren. Als 's mor gens het ontbijt genuttigd was, ging Vader met alle kinderen, die groot genoeg waren, naar de kerk. Zoo gebeurde het ook thans. Moeder bleef met het allerkleinste zusje, Mientje thuis, terwijl al de anderen naar de kerk gingen. 'tWas een heele optocht, alls ze zoo samen maar de kerk stapten. Moeder en Mientje stonden dan soms even aan do deur hen na te kijken. „Moe, wanneer mag ik ook mee met Pa?" vroeg Mien. „Als je groot ben," zei Moe. „Ik ben al groot, kijk maar!' En cle kleine babbelaarster ging op haar teen tjes staan. „Ja, hoor, jij bent Moeders groo te meid, maar je moet nog een poosje wach ten." „Mag ik clan gauw"? „Ja, maar ga nu maar mee naar binnen. Moe gaat gauw op ruimen, jij krijgt je mooie Zondagsche jurk aan en samen gaan we dan in dien mooien groolen Bijbel plaatjes zitten kijken." „O, ja Moe, dat 's heerlijk, dat 's fijn! Gauw, gauw! M-ag ik ook wat doen?" „Ja, Mientje mag cle sloelen op zijn plaats zetten cn de voetkussens opbergen. Zoo, haal nu maar eens een stofdoek voor Moe. Willen we sa men onderwijl eens een versje zingen? Moe begon reeds en meL haar mooie, heldere stem zong ze: Klokje klinkt, vogel zingt, •Iedereen op zijne wijs. Kind ook gij, zingt daarbij Tot des Heeren lof en prijs! Hoewel Mientje de wijs nog niet zoo goed kende, zong ze toch mee, Spoedig was alles opgeruimd. „Gaat Mientje nu mee, aankleeden?" vroeg Moe. „Ja, ja, mooie jurk aan! Hè Moe?" Na een kwartiertje zaten beiden to turen in d,<4i prachtigen platenbijbel en Moe ver= telde het een en ander, want kleine Mien begreep er nog niet veel van. En dat is de Heero Jezus, zei Moe, die is hier op aarde gekomen om menschen en ook kindertjes, zooals Mientje, blij en ge lukkig te maken en later in den hemel te brengen, als ze veel van Hem houden." „Mientje houdt wel veel van den Heer© Je zus, Moe!" „Goecl liefje, maar dan mag Mientje ook nooit stout zijn, anders wordt de Heere bedroefd". Zoo praatten ze samen nog een poosje. Iiitlisschen had Moe water gekookt en kof fie gezet.'„Kijk eens, Mien, wie is daar?" „Pappa, pappa!" riep de kleine zus en vloog naar de voordeur. Vader nam zijn kleine meid op zijn sterke armen en kuste haar op beide roode wangetjes, dat het klapte. En zusje op haar beurt sloeg haar beide armpjes om Vaders hals en 'gaf hem een heelheel dikke. Nu duurde het niet lang of de kamer zat heelemaal vol. Karol had nog een vriend meegebracht, ook een onderwijzer, en Nico, op één na cle oudste, zat er ook bij mot Piet, den zoon van clen dominé, waar mee hij al jaren bevriend -was, van den dag af dat ze samen voor het eerst op school waren gekomen. Jannie, de oudsto zus, schonk koffie in, 't geen haar handig af ging, ondanks allerlei kleine plagerijtjes ïan cle groote jongens die hun best deden om haar in den war te brengen. Pas co! zei ze, of ik geef jou een groote suiker in je koffie. Neen, niet doen Jannie, je weet dat ik de koffie dai lust! Dan ophouden, of... Een lepi suiker werd boven zijn kopje gelic Handig nam Nico het kopje weg. lachten hartelijk en Jannie zelf deed mee. Dat heb je handig gedaan voor kleinen jongen, zei zc, en presenteerd< cle heele familie een koekje. Koek! juichte kleine Mien en strekte beide jes uit naar het trommeltje. Eerst j menschen en dan kinderen, zei Jannii stralende oogjes volgde ze de koek, het eindelijk haar beurt werd. Nu j zoet gewacht heb zal zus een groote v uitzoeken, kijk hier, dat is een dikke krijgt Jannie nou van zus? Dadelijk Mientje haar lipjes vooruit en gaf groote. zus een ferme zoen. Vader en Moeder hadden iiitussche heel ander gesprek gevoerd. Moede gvraagd, waarover dominé had gepre toen was Vader aan U vertellen gegaa willekeurig luisterden de kinderen, vlak-bij zaten, naar Vader en toen alli kopje koffie en een kookje hadden oi gen wercl het hoe langer hoe stilller kamer en zonder, dat het nu juist af| ken of gezegd tvas, luisterden allen li cl geen verteld werd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1921 | | pagina 6