Ingezonden.
GEMEENTERAAD LEIDEN.
(Vervolg.)
27. Praeadvies op hot voorstel van den heer
Knuttel om een Commissie te benoemen, tot het
Instellen van een onderzoek naar do toestanden
in de Stedelijke Werkinrichting en het beleid
Han den Directeur.
De lieer Kii-uttel had een dergelijk
prae-advies wel verwacht, claar aanneming-
van zijn voorstel voor'de Comm. nie't aange
naam is. Van die Comm. is echter nooit
«enigen invloetot verbetering uitgegaan.
.Zij neemt haar laak buitengewoon licht op,
en daarom meent spr. dat een speciaal on
derzoek wol noodig is.
De heer Bisschop zegt dat als de lieer
•Knuttel klachten heeft, hij moest beginnen
met de Comm. daarop attent te maken. Bo
vendien, het voorstel dateert van 3 Sept.,
maar op 7 Sept. heeft de heer Knuttel geen
enkele poging gedaan om de'samenstelling
van die Comm. te verbeteren. Zelfs heeft
hij voor een plaats in die Comm. bedankt.
Als de zaak. van die menschen hem dus
ter harte gaat had hij niet moeten bedan
ken. Hij beheert echter liever niet,maar
geeft er de voorkeur aan te c r i t i s e e-
ven. Er is dan ook» geen enkele reden
het voorslel-Kniittöl aan te nemen.
Do heer Sylsma onderschrijft dit be
toog. Hij geeft toe: de toestand is daar niet
ideaal, maar hij vertrouwt dat de heen
"Knuttel daarin niet veel verandering zal
brengen. Hij geeft er echter de voorkeur
aan hier te criliseèren.
De heer v. Stralen meent dat er wel
degelijk redèn is een Comm. te benoemen.
Spr. is lid van het Bestuur, en. als men nu
weet, dat. de gewone Comm. slechts een
paar maal per jaar vergadert, dan zal men
begrijpen dat die Comm. al bitter weinig
invloed uitoefent. Hij heeft tegen het in
stellen van een Comm. van onderzoek niet
het mmste bezwaar.
De lieer Oost dam vindt dat de heer
v. Stralen zijn taak niet ernstig opvat. Hij
zegt dat zoo weinig vergaderd wordt, hij
heeft gehoord van de klachten van dr.
Knuttel, maar hij heeft het nooit de moeite
waard geacht er de aandacht op te vesti
gen. Nu echter dit voorstel komt, denkt hij:
wacht, daar kan ik ook nog wel eens- iets
van zeggen. Uit alles blijkt dat de klachten
van weinig beteekenis zijn.
De heer Knuttel zegt dat het hier
geen klachten betreft van ondergeschikten
aard. Het gcheele systeem deugt niet. Er
moot wórden ingegrepen. En als men nu
zijn critiek wil smoren door hem als lid
van een Comm. mee verantwoordelijk te
stellen voor de misstanden, dan bedankt
hij daarvoor. Zijn partijgenooten hebben
nooit geaarzeld, zelfs onder zeer moeilijke
omstandigheden als in Rusland (gelach), in
te grijpen, maar onder het kapitalistische
stelsel wil hij zich niet op deze wijze aan
handen laten leggen.
Dc heer Bots, weth., zegt, dat, zooals uit
het advies blijkt, deze zaak bij B. en W.
in onderzoek is, en dat zij zich binnenkort
ook over eventueele opheffing of hervor
ming zullen uitspreken. In de gegeven om
standigheden is er dus reden dit voorstel
aan te nemen.
Het advies van B. en W. wordt aangeno
men met 18 tegen 7 stemmen.
28. Verordening, betreffende bet bedrijf van
den Reiniginge- en Ontemettingdienst,
De heer Botsfweth., zegt dat B. en W.
voorstellen den naam van het bedrijf te
veranderen iff Gemeentelijke Reinigings- en
Onlsmcttingsdienst.
Aldus besloten.
Den lieer Eerdmans is het niet duide
lijk hoe de ontsmetting met de Reinigings
dienst in verband komt.
De heer v. d. Lip, wetli., zegt dat de di
recteur tevens adviseur is van den Reini
gingsdienst-
De verordening wordt hierna z. h. s. aan
genomen.
29. Voorstel
tot beschikbaarstelling van gelden ten'-be-
boeve van do kosten van verbouwing en herstel
ling van het Stedelijk Museuni „do Lakenhal";
b. tot het verbinden van een adjunct-Directeur
aan dat museum;
c. tot verhooging van de jaarlijksche toelago
aan het museum;
d. tot. wijziging van de begrooting, dienst 1921,
in verband met de verhooging van do sub c be
doelde toelage;
e. tot onderhandsche opdracht van deni aan
leg eenier centrale verwarming in eem gedeelte
van het- museum aan Gebr. Mickeleit te Kculen-
Zollstock.
De heer De Lange is het met B. en W.
eens, dat het noodzakelijk is, dat gedaan
wordt wat noodig is om het Museum let
zijn recht te doen komen, ook al zal dit
tijdstip niet als het meest geschikte wor
den aangemerkt. We zullen moeten trach
ten dit cadeau met een verheugd gezicht te
accepteeren, al zijn de kosten, naar spr.
becijferde, minstens ƒ17.500 per jaar, waar
bij nog enkele andere W-kosten komen. We
zijn hiermede dus nog niet aan het eind.
JBbvendien is nog noodig een behoorlijk
ameublement voor de zalen, wat ook groote
pnkosten met zich zal brengen. Spr. vraagt
of B. en W. en de Comm. wel den goeden
weg Voor het beheer van het Museum kie
zen. Zij kondigen voorstellen aan waarbij
we zullen krijgen een Directeur (voor wie
dit ambt een nevenbetrekking is) en daar
naast een Adj.-Directeur. Spr. acht dit
niet do juiste weg. Het zal in de toekomst
gewensclit zijn dat hef Museum een zelf
standigen Directeur krijgt, en niet iemand
Voor wien het een nevenbetrekking is. B.en
,W. willen een Adj.-Directeur, in den rang
van adj.-comm. 2e klasse. Het wil er bij
spr, niet in dat het gelukken zal een goeden
Adj.-Dir. to vinden op een begin-salaris
van f2600. Hiervoor wordt verwacht
iemand, met een kunst-historische oplei
ding. Spr. .meent, dat 'fc voor den goeden
gang van zaken veel beter zal zijn als we
krijgen een zelfstandigen Directeur. Wo
moeten dus z.'i. twee dingen doen. Het sa-
lans van den tegenwoordigén Directeur,
tevens Archivaris (totaal ƒ6300) niet ver-
hoogen om daarnaast een goede kracht op
roepen die later zoo noodig jds Directeur
kan optreden, en diens salaris clan bok hóó-
ger stellen.
Spr. dient daartoe twee voorstellen in,
n.l. het. salaris van den Directeur niet
te verhoogen en in het voorstel sub. B. to
laten vervallen de woorden 2e klasse.
Spr. gelooft niet dat dit voor den Direc
teur, wiens verdiensten ook door spr. zeer
gewaardeerd worden, en dis toch het be
lang van de zaak zal stellen boven zijn per
soonlijk belang, onaangenaam behoeft te
zijn.
De heer S ij t s m a acht deze voorstel
den van zooveel belang dat hij voorstelt dit
punt thans van de agenda af te voeren.
De lieer Dubbcldeman zegt dat
voor een nachtwaker f800 is uitgetrokken.
IIij vraagt wat voor een man dat. wel moet
zijn.
Dc heer v. d. L i p, weth., zegt dat dit
voorstel wat laat bij den Raad is ingediend.
B. en W* hebben geen bezwaar tegen aan
houding behalve wat betreft den aanleg van
de Centrale verwarming. Toch wil Spr.
nog even opmerken dat de salarissen
waarover gesproken is, thans, niet aan dc
orde zijn. Alleen wordt voorgesteld een adj-
DirecleuP aan te stellen. Maar de salaris
sen zijn thans niet aan de orde.
Dc heer Eerdmans zou dan willen
wenschen dat dc stukken duidelijker wor
den geredigeerd,,, daar B. en W. toch zeg-
gen dat zij zich met dc voorstellen van de
Comm. kunnen vereenigen.
De heer v. d. Lip, weth., zegt dat dit
alleen betreft, de concrete, door hen ge
dane voorstellen.
De heer Knuttel zegt dat met de voor
stellen van B. en W. wel degelijk over de
verhouding van den Directeur en den Adj.-
directeur wordt gcpraejudiceerd.
De heer-D e Lango is het hiermee eens.
'Spr. ziet hier een onafscheidelijk verband.
Tegen uitstel heeft spr. niet het minste
bezwaar.
De heer O o s t d a m vraagt of het niet
beter'is een parketvloer te maken en geeft
tevens nog enkel o wenken.
De hoer v. Hamel steunt het voorstel
tot uitstel.
De punten a lot en met d worden thans
van de agenda afgevoerd.
Punt .e wordt z. li. s. goeddgekeurd.
30. Bezwaarschriften tegen aanslagen in de
plaatselijke directe belasting, dienst 1919—1920
en dienst 1920—1921.
De heer Heemskerk wil in verband
hiermede vragen of andere bezwaarschrif
ten nu ook spoedig aan de orde zullen ko
men.
De heer v. Stralen zegt dat het moei
lijk is na te zien wat deze voorstellen eigen
lijk beteekenen.
De heer v. d. Pol, wolh., zegt dat maat
regelen zullen worden genomen om het na
zien te vergemakkelijken.
De heer W i 1 nl e r, voorz. van de recla-
lïie-cömmissie, zegt dat met. de moest mo-
gelijken spoed wordt gewerkt.
De heer Dubbelde man vraagt of
iemand, die vraagt om gehoord be worden,
ook werkelijk gehoord wordt. De lieer
W i 1 m er antwoordt bevestigend.
31. Voorstel tot aankoop, ten behoeve van de
Volkshuisvesting, van eenige peveeekn weiland
benoorden den Maresitigo] in den Stadepolder 'en
beschikbaarstelling vari de voor dien. aankoop
benoodigde gelden.
Dc heer v. d. Pot, weth., zegt dat een
klein abuis geslopen is in de verordening
op de heffing van opeenten op de Pers.
•Belasting. Aan het bezwaar van Ged. St.
in deze wordt tegemoet gekomen.
Rondvraag.
De lieer Van Eek stelt.de volgende
vragen
Is het den burgemeester bekend, dat,
volgens order van den commissaris van
politie, wel plaatselijke politieke bladen op
dc politieposthuizen ter lezing mogen lig
gen, doch.niet de algemeene politieke bla
den?
Is do burgemeester bereid te bevorderen
dat deze politieórder worde ingetrokken
en dus ook de agenten, welke aifdere. poli
tieke bladen gewoon zijn te lezen als-mie
plaatselijke, daarin niet langer worden be
lemmerd?
De heer Van Eek merkt hierbij op dat
tot voor kort de agenten niet alleen hunne
bladen mochten lezen, maar ze ook in de
wachthuizen achter mochten laten. Daarin
is echter verandering gekomen, zoodal nu
alleen de plaatselijke bladen ter lezing ge
legd mogen worden. De Commissaris was
niet geneigd daarin verandering te bren
gen, dg-ar het neerleggen van .a'lg. politieke
bladen aanleiding kon geven toit wrijving.
Spr. heeft daartegen bezwaar, daar nu wel
de Leidsche- en do Nieuwe Leidsche Cou
rant gelezen mogen worden, maar niet b.v.
Het Volk, zoodat zij, die dit blad wenschen,
achtergesteld worden, en de wrijving die
men niet wenscht, juist ontstaat.
Spr. vraagt of hel. mogelijk is, dat deze
order wordt ingetrokken en do toestand
van vroeger hersteld.
- De Voorz. .mérkt op dal deze zaak ligt
buiten verantwoordelijkheid van den Raad.
Dit is het terrein van den Burgemeester.
We kunnen hierover lang redeneeren,maar
we zullen liet 'tóch niet eens kunnen wor
den. Er is hier een groot verschil, in- den
aard der bladen. Hier kan niet alle lectuur
geduld worden. Het is echter een zaak, die
alleen den .burgemeester aangaat.
De heer v. E e k is dit laatste met den
voorzitter niet. eens, waarbij hij zich be
roept op Prof. Oppenheinn Do. gronrlcn
door den voorzitter aangevoerd, acht spr.
zeer zwak. De Leidsche- en de Nieuwe
Leidsche Courant dragen niet alleen een
plaatselijk, maar ook een politiek karakter.
Het Leidsch Dagblad ook wel, maar het
treedt niet zoo op den voorgrond. Een
Ideel der agenten laat men ongehin
derd in hun vrijheid, -maar een ander deel
niet.
De Voorz, zegt dat niet kan worden
tegengesproken dat in „Het Volk" een geest
gekweekt wordt, die niet in het belang is
"voor de goede orde."
De heer v. Eek neemt hiervan nota.
De heer Knuttel: „De Politiebode" is
toch" precies eender als „Hel Volk".
De beer GroenevelU zegt dat de
bladen wel eens stukken uit Het Volk
overnemen. Moeten dergelijke stukken dan
uitgeknipt worden?
De heer Sytsma is niet tevreden met
de verklaring van den voorz. Als rnen geen
politieke bladen wil dan zou men alleen
een neutraal blad, als het L. Dagbl., moeten
hebben. (Stemmen: dait is toch ook een po
litiek blad!). De heer S.: Nu dan dat blad
ook niet. Hij zou willen öf geen bladen öf
geen politieke bladen. Hoe moet het dan als
de socialisten hier een eigen blad gaan uit
geven?
Do heer Knuttel betwijfelt of de
Comm. van Politic wel erg dankbaar zal
zijn voor de toelichting. Het gaat nu niet
meer over de o.neenigheid, maar over de
vraag wat men al of niet mag lezen. Dat is
spi'. toch al te middeleeuwsch. (Stemmen:
Ru s 1 a n d)
heei^ v. d. Lip, weth., zegt dat bet
hier alleen gaat om het p f a a t se 1 ij k
karakter. Andere bladen mogen wel gele
zen worden, jnaar ze worden op de leesta
fel niet geduld, 't Gaat hier dus niet tegen
een bepaalde richting. Zóo is, voorzoover
hij weet, altijd deze zaak behandeld.
De heer v. Stra'len zegt dat in andere
plaatsen door het optreden van het Gem.
Bestuur de broodprijzen belangrijk zijn ge
daald. Kunnen. B.. en W. in déze richting
iets doen?
Verder bespreekt spr. de ondersteuning-
van de uitgetrokken werkloozen. Daar
van hebben alleen de metaalbewerkers ge
profiteerd, en nu heeft spr. vernomen dat
deze uitkeeringen deze week belangrijk zul
len worden verlaagd. Spr. zou gaarne hier
omtrent nadere inlichtingen ontvangen, en_
Ihoopt dat de uitkeeringen niet verlaagtf
zullen worden.
De heer Bots, weth., zal deze zaak na
der onderzoeken.
De heer De Lange acht de vragen van
den heer v. Stralen zeer belangrijk. Hij ver
trouwt. echter dat als de prijzen lager ge-
steld kunnen worden, de coöperatie
„Vooruit" hierin wel zou voorgaan.
De heer Knuttel zegt dat ook de prij
zen der brandstoffen hier zeer hoog zijn.
Daar thans niemand meer hét woord
verlangt, wordt de vergadering gesloten.
(Buiten verantwoordelijkheid der
Mijnheer de Redacteur.
Met deze verzoek ik u beleefd, mij nogmaals,
en dan voor het laatst eenige plaatsruimte af te
staan, en hiervoor bij voorbaat, mijn welgemeen
de dank.
In uw blad van Woensdag 23 Februari 1921,
komt do heer Muis one nog weer eens vergas
ten, met een verweer, zoo als hij dat. noemt. Hij
begint weer met een verwondering, en dat nu'
niet meer van hem zeiven alleen, ma-ar ook van
anderen. Nu, die anderen zijn bij mij ook al ge
weest, mot de woorden „Smeer nu toch geen bo
ter aan de galg.' Maar ik wil het nog eens doen,
en clan voor het laatst. Bo heer Muis zegt, dat
ik n^et een broederlijke terechtwijzing aankom.
Er is hier geen sprake van terechtwijzen. Ik deed
hem dc vraag, en die vraag werpt liij van zioJi af,
en komt daarop neer, niet ik, maar de heer Riet-
tb jk. En even later, is liet weer: Wij konden niet
anders handelen.
Dus kan dk dan toch zeggen ..Rietdijk en Co."
En dan komt de heer Muis niet een gezichtspunt
„Zie naar Alkemade". En dat is nu iets, waar
ik niet anders op antwoorden kan, „Zie op Ge-:
meenten die van den anderen kant overwegend
zijn, en oordeel, dan niet dat ik goed zou wallen
praten wat niet good ie." Maar ik wil toch dit
zeggen: dat iedere partij waar hij dc macht
hoeft zich doet gelden. Verder komt de heer
Muis om eens een kijkje op zich zeiven te geven,
wat hij al niet gedaan heeft, eu wat al raad en
daad hij gegeven heeft., en daar zal ik den heer
Muds in prijzen, dat hij zijn grootegave niet
in een zweetdoek ligt. Doch als de heer Muis de
woorden bezigt dat ik do A.-R. partij aan Rome
overgeleverd heb, dan zijn mij de woorden al
genoeg, want als ik iemand overlever, dan kan
het nooit anders zijn, dan aan een vijand, en dat
is geen verdachtmaking, maar waarheid, dat het
zoo gezegd is. Verder komt do lieer Muis op mijn
uitdrukking, dat er achter do schennen gewerkt
werd. Als den heer Muis wil weten wat ik daar
mede bedoel, dan kan ik hem dit zeggen, als u
meer wilt weten, kom mij dan op een avond maar
ecn6 bezoeken, dan zal ik u feiten aantoonen, die
in dc courant niet. op zijn plaats zijn, en dan
feiten van verschillenden aard en dan komt de
hoer Muis- met dat gezichtspunt, of Loimuiden
niet even zoo goed als Woubruggc kpn besluiten.
En" lricr moet ik op antwoorden: Dat hadden wij
kunnen doen, maar, dan was volgens ons, do put
gedempt als liet. kalf verdronken was. En dan
M. do R. komt de heer Muis met gedachten, dat
dc zaak dieper zit, en dan gaat -hij zeggen, dat
lipt persoonlijke haat ie, en die woorden komen
voort uit een brfln, ons allen zoo wel bekend, dot
is ons dooi" yrien-deri van die familie al zm; dik
wijls gezegd. Maar hot is toch niet waardat
is de grootste verdachtmaking, dio te bedenken
is. Haat en wraak hebben wo als Raadsleden en
Wethouders, niet een van ons College uitgezon
derd; wij strijden niet tegen oen persoon, doch
we-1 in de practijken. En daar hob ik als A.-R.
aan meegeholpen, om die practijken tegen-te wer
ken, Maar de heer Muis schijnt wel van gedach
ten te zijn, dat dio 7 hecren dio daar in don
Raad zitten ook allen Revolutionair zijn; van
iemand als de hoor Muis had ik c'it allerminst
verwacht. Verder komt u, mijnheer Muis weer net
verdacht caking, als u Zfigt dat in de heer Riet
dijk en. uw persoon, toen u bij mij kwam, de
schijn gaf, dat en Rietdijk eu uw perecon mij nan
zonden gezet'hebben, oppositie. Die schijn ligt- in
mijn woorden niet, tenminste voor iemand als de
lieer Muis, die toch even zoo goed weet als ik,
dat, in den tijd dat wij deze Burgemeester heb
ben, steeds gevraagd werd naar mannen, die paal
on® perk zouden stellen en wijsheidshalvo laat di->
hoer Muis maar weg, wat ik verder toen gezegd
heb en ook later op eeu vergadering van do Kies-
vexeenigriig. Is dat nu geen verdachtmaking en
met opzet de. waarheid verzvijgen"? dat is clan
volgens den heor Muis Christelijk. En wat waar
heid is, wat de motie aangaat, noemt de heer
Muis onzin. Maar tegenspreken kan Hij niet wat
BJ tegen eon' medelid gozogcl Heeft;. En 'don komt
do hoer Muis mij vertellen, dat het hem spijt dat
ik toch altijd een oppositieman geweest hen; al
weer verdachtmaking.
Ik heb nooit oppositie gevoerd in dien zin, als
er iets ter tafel gebracht word, dat volgens mijn
ooi-deel goed was, dan heb ik mij nooit door
personen la/ten beinvloeden. Dat het. er de laat
ste jaren in don Raad niet zoo plezierig naar toe
ging, was heusch geen wonder, als men daar mot
z'n zevenen zit om de belangen van de gemeente
te behartigen en inen wordt dan van verschil
lende kanten bestookt, dan is het ook geen won
der dat wij steeds de bakens verzetten moestem
en. dat is niet zoo als de heer Muis zegt vier
maal, maar dat zal wel 4 maal 4 maal geweest,
zijn. Want het gaat don pet zoo Is in oen strijd,
dn eens voorwaarts, en dan eens achterwaarts.
Eén ding spijt mij, dat ik het voorwerp geweest
bon', waarvoor en dien hoor Muis en de heer Riet
dijk hun nachtrust voor mij opgeofferd hebben.
Ik geloof toch niet dat. ik hun or toe aanzezet
heb want toen ik voor het eerst candidaat was,
kwam op de stemdag de heer Rietdijk bij mój dat
ik moest komen stemmen, en daar het toen! dien
tijd vrij was, stuito mij dat zeer tegen de borst,
maar dat heeft men van karaktorlooze menschen
zoo als ik bon te verwachten volgens don heer
Muis. Vorder komt de heer Muis dat hij het al
wist, dat ik niot bedanken zou, en dat op mijn
verklaring in den Raad. Maar M. de R. weet u
wat ik ook zoo een treurige verdachtmaking
vindt? Dat iemand z'n woorden niet overgebracht
worden, zooals zij gezegd zijn. Daar ik in den
Raad ook gezegd heb dat mij door de hoeren
niet bewezen is dat ik tegen ons beginsel gehan
deld heb, en zoodoende, ook niet tegen onze partij
gezondigd heb. Maar dat wordt en in het verslag
van dio Raadsvergadering en ook door den heer
Muis verzwegen, maar als die heemi nu van .mij
oen -goede raad willen hebben, dan schrijven zij
een vergadering uit, van de A.-R. Kieevereeni-
ging en doen het voorstel om den heer J. van
Dam te royeeren als lid aan de Kiesvereenaging,
op grond dat hij tegen onze beginselen
gehandelt heeft, en dan, zou u mijnheer Muis be
ier kans van slagen hebben., dat uw illusies nog
eens tot werkelijkheid komen.
En wat u verder van do hoeren Bouthoorn cn
van den Akker zegt., dat noem ik nu toch ook
eens onzin. Als ónze mannen op onze partij ge
stemd hadden, dan had u er zeker geweest, en
had ik mij kunnen verheugen in een wapenbroe
der, die dan nu nog wijzer zou zijn, als hij reeds
is, en had dan nog meer advies kunnen geven.
En op van den Akker neer te komen, die heeft,
zeker van u advies gehad, en nu spijt hot mij
tijch niet, dat ik u niet voor adviseur benoemd
heb, want, dan had ik wellicht ook een donker
oogenblik gehad. Maar toch kan ik mij niet in
denken, dat de heer van den Akker dat gezegd
zal hebben. Doch ik zal het maar gelooven,
want, de heer Muis zegt het. En M. de R. nu ik
op hot. eind van het Ingezonden Stuk van den heer
Muis kom, moet ik toch zeggen, erg ontwikkeld
is hij toch niet. Ik dacht al zoo, -hij kon wel
eens een ledige ton gelijk zijn, hoe meer m<-n
daarop slaat, des te meer leven hij maakt.
iWiant waarlijk daar komt den heer Muis ver
tellen, dat ik begin te schelden, en lees ru dat
schelden eens. Als ik tegen mijn kindei cn zegt,
als zij druk zijn en bewegelijk zijn, jelui zijn
net jonge paarden,, clan zouden mijn kinderen
kunnen zoggen: „Wat scheldt vader ons nu toch
uit!"
De heer Muis heeft, in zin jeugd al geleerd
dat hij gebrek aan argumenten heeft, zoo versta
ik dat. En dan wenscht de heer Muis mg dat ik
namen zal noemen, enfin hij begrijpt het al zegt
hij. Nu, dan behoef ik het ook niet ie doen, en
verder M. de R. héb nogmaals mijn dank v<or
het geplaatste stuk, en tevens zog ik u dat ik op
verder geschrijf van de hoeren Muis en Rierdjjk
niot één woord meer hoopt le zcggcu over dezo
zaak, daar ik nu dan maar gevolg zal geven, om
niet meer boter aan de galg te smeren.
Met de meeste hoogachting)
J. VAN DAM.
„Burgt&r Pt» Hegje" én de. „Jong. .Ycjr. qp
Gcr. Grondslag."
„Het i;s aiu eenmaal voor vele menschén
hOodig dezelfde dingen meermalen, te zeg-
gjefo", schreef eene- Plof. Bieetenveld in een
brochure handelende over 'heit do-el van. bo
vengenoemde J om gelin gs-v ereen'gm gen,
A-an deze woorden. M. de R„ dacht ik
opnieuw "toen ik het verelag lais van, .de
vergadelihg van „Burger Pro. Rege" 'in uw
bla'd van Zaterdaig jl. en ik dacht er nog
biij: hetzelfde mjeérmalèn, te. moeten zéggen
is nog zoo, erg "niet maiah dat die menschen
het d'an ino.g niet weten, dat ite erger.
Ook Vrijdagavond bleek 'dit weer. Mje)fc
verwondering, zoo niet meit verbazing, las
ik, wat dq heer van* O os ter om meende te
•moetien zeggen e.ver het advies vain dén
Borid van-bovengenoemde dong. Ver. iiza-
ke hiet al of maet mecidoiqn aria den arbeid
van „Pro Rege".
Tot mijn spijt wals iik niet in de gelegen
heid dezei vergadering bifl te wonen. Ik
weet dus niet of er in de vergadering zelvo
misschien al reed's geprotesteerd is tegen
het protest van dén heer v. O. Uit uw ver
slag blijkt mij 'dit echte!' ni'&t én dus vér-
moieid ik dat 'dit protest niet gehooid is.
Daarom mijn vriendelijk verzoek mij door
uw blad in de gelegenheid te willen stellen
dit .advies, èn voor lezers vain Uw blad die
'het mogelijk ook nag niet weten, èn voor
den heer v. O. nader 'te verklaren, opdat 'de
dóór dein heer v. O. gevestigde, geheel ver
keerde iiidVuk, wo'rde weggenomen.
WaaMijk de Redacteur van -het Jong.
blad heeft toch wel wat anders verdiend
d'an zijn gegeven advies o 'p d e z :e w ij z e
té hooreii beetVijdenEn a,ls ér iemand
weet wat onze, Ger. -long. Ver. wél ön wat
zij niet. moeten doen dan gelóóf ik tóch
dat do uitkomst van het w,erken van dezen
adviseur wel afdoende bewezen heeft dut
.hij die iemand it:
De heer v. 'O. fs al lichtvaardig met
zin critiek en zijn liefde, voor „Pro Re'ge"
legt hem helaas woorden in Iclc-n mond die
niet to verdedigen ziijh.
„Het standpunt van dén Bond wordt als
zeer bekrompen gekwalificeerd."
Waarom -noemt nu do Bond 'dit „zéér
bekrompen standpunt," ih? Is dit- omdat
hij geen liefde zou hiobbeh. voor het wer
ken vdh „Pro Rege"? Omdat h'om 'de jon
gens die do kazerne binnen gaan „koud"
Men, én hïj .er zich nidt Voor interesseert
of dfeze jon'gemis 'al 'dam hM arin Euto Ttyfl
wonden ove.rgelateh?
Deze Vragen stellen is zo beantwoorden.
Gedurende de oorlogsjaren heeft do Bond
afdoende 'bewezen da't do belangen vain do
Jongehs in 'dienst, 'én dus hot wérken vafr
„Pro- Rege", hem zéér -tér harte gaan.
Détfe dus de oorzaak n i e t. Maar waan
om dan het advies iaan die Veroem'gingGo!
om aan don 'arbeid van „Pro, Reige" n i"et
mee té d'oen?
Mag ik, mijnheer v. O. 'deze vraag met
vragen beantwoorden?
Waarom vraagt ge deze medewerking
aan do Kd-ee ver een i'gingm niot? En waarom'
njet a aai de Vakveneenïgangdn? En waar
om niet aon d^ vereemigihgon met liefdaV
di;ge 'doirieihdon? En waarom niet aan 'dé
Zemidin gB-voroanigihgén? En zïoo, zo-u ik
door kuhnrn gaan! Waarom hM? Ge zult
antwoordenomdat dezq vereenagingan; eda
geheel ander doel on een geheel ahd-er fkh>
rein vala werken hebben.
Preaüefe!
Nu kan dk 'ook nog -anders vragen. Waar,
om doet „Pro Rego" niot daadwerkelijk
mee «'an den aVbeid vian de Ger. Jong.
Ven? En waarom niet aan dat der Iviee-
vereeuögihig? Eln waarom niot aan dat der,
Vak- of Zendm'gs-vereeniging? Uw anü-
Woodd zal aijki: „Omdat dit niet 'op ons
tcjTöin ligt en „Pro Rege" oen ander doej
heeft.
Juist!
En daarom, mijnheer y. deen ook'
onze Ger. J'ong. Vbi*. inliet meei ajan den ar-
.beid van „Pro Rege". Ook deze hebben:
een eigen deel en een eigen taak.
Hiervoor hebben zij al hun krachten noo
dig. Onze' Jom'g. Ver. op Gcr. Grondslag
bcd'oelten, voorzoover id!it -met hun karakter,
ite overeen te bréngen, welrkzaa'm te zijn
tot hot doen kennen en belijden dér Gere
formeerde beginselen voor Kerk, Staat en
Manjtschappih Let wel! De gerefor
meerd o beginselen do-en kennen.
Zij werken dus allééu voo.r on onder jon-
geJns, die de 'gereformeerde beginselen zijn'
toegedaan en deze nu veider willen bestu-,
'domen om ze daard'oor krachtiger to kun
nen hellijden.
Is idlit ook h'et (foei van „Pro Rege"?
Wei-neen toch! „Pro Re'ge" stelt zich niet
op zuiver gereformeerd standpunt eh veel
minder hèdoelt „Pro Rege" uitsluitend be-
studeeidu'g van deze beginselen. Dat zou
zi'j makuifrlijk niet kunnen doen. Dat ri
haar doel niet! „PrO Rege" bedoelt 'bewa<-
rend en evangeliseerend werkzaam te zijn:
o rider do militairen.
Voorzeker ook een prachtig doel. Maar,
dapi toch een heel ahder dan dat der J. V.
op G. G. .Zij kunnen dan ook al-s Véreéni-
ging niet mee» doen. Hunner de eén geheel
andere, taak op het breede leWensten-edh.
Welke vereeni'girig gaat nu werken aan
een ander wérk idam züj als hét halre 'heeft
gesteld? Zij zou dit niet kunnen doen dan
ten kOste van dat eigen werk. En dat doet
ook „PVo Rege" niet!
Als dO heer v. O. dam ook zegt dat hij
den Borid eemi goed hart toedraagt dan
moest juist deze liefde voor den Bond hem
de medewerking der Jong. Ver. doen wei
geren als deze aangeboden wordt -op grojid
van het feit dat zij daarmede boven haar,
krachten werken zou en dus zichzelf scha
den.
Welke vader, die z'n kinderen liefheeft,
zal da't kilnd werk opdragen dat boven z'n
k'ra^hten gaat?
Als dus do heer v. O. óns bondslied voor
draagt en 'dam ziegt: „Zoo zingt men;
Bondsliederen en adviseert tegelijk de vér-
eenigin'gen aan den arbeid van „Pro Rege"
geen deel tej nemen" dan bon ak zoo vrij op
te merken: 'juist mijnheer v. O. o m cl a t
wi'j zoo zingen, 'd a k r o in werken wij
niet mee. „Als ver-een i g in g" wel
te verstaan. Persoonlijk werken wij wel
mee,, nu reeds, al zijn wij oiog lid der Jong.
Ve'r. Onze ver e o n i g i n g e n heipalen
zich echter tót die vorming Vaai de mannen
die nu en later -ook „Pro Rege" voor haar,
wen'k zal noodig hebben. Tot deze p e r-
's o o n 1 ij k e medewerking w-ekt'e dan oolc
tegelijk onze Bo-ndsdirecteur op toen- hij
het adVies aan de, V e r e e n i g i n g e n
gaf om niet mee te doen.
Dit hebt U ook ih liet Jong. blad geler
zen mijnheeir v. O. en waarom nu dat ook
niet gezegd? .U begrijpt dd't misschien niet.
maar dan komt dat omdat U ons ver eert i-
girigs'doel niet. kent en onze Bondteidee
vreemd is. Dan blijkt daa/ini't dat U het
Verschil niet weet tusschein -andere Jong.
Ver. en de Jong. Ver. o-p Ger. Grondslag.
Eri toch bestaat dli't verschil heusch! Reeds
meer d'an 30 jaar! Gélukkig! Want juist
dóór zich dat andere do él te stéllen is
onze Bond geworden wat hij thans ie.
Als -orize kaders d-an oolc -dit advies ge
ven dafn d'oen zij dat en uit liefde voor onze
Jong. "Ver. èn uit liefde, voor „Plro Rege"
en uiiit liefde voo'r de Naam 'en dc Zaak'
des Hcet en.
Gc'duronde dc, oorlogsjaren eis elite dó
buitengewone tijd, buitengewone middelen
én leverde de. B'ond d'an ook buitdngo'wooh
werk. Deze buitengewone tijd is nu geluk
kig weer voorbij <en zóo bekrompen is de
Bond nu wel dat zi'j weer terug durft gaan
naar de oude, beproefde paden, van welke.
l>owezen is dat zij de eenig juiste zijn.
Dfè.zo pad-en zal -de. Bond, dóór Gods genui-
de, blijven bewandelen mede ih het belarfg
vaui „Pro. Rege".
Uw protest tegen -het gegeven advies,
zó o als U miifjnhcer v. O., dit Vrijdagavond
liet 'hoorem. is dan ook ongemotiveerd eri'
geheel onjuist. Al-s U póotesteeren wü larifj
dan uw protest uitgaan tegen 'hlet doel
vah den Bond watardoor zij aan. het wodc
van „Pro Rege" niet. meewerken loan. Manffl
bedenk d'an 'tegelijk dat alle andseo e vereo-
nigiingem ,in -den lande aan ditzelfde onvol
lijden, behalve dan die vemenilgirigön wirfc
doel zooals ook van „Pro ïtegn"
evringelisa'tiie is.
Ein spaar z-p dah öf alletu öf geen eaketd
U, Redactie, dankend, te-eken ik,
G. RIETKERK,
oud-voorizdtter dór J. V. op G. Gj
Leiden, 28 Eebruari 1921.