Ingezonden. GEMEENTERAAD LEIDEN. (Vervolg.) 27. Praeadvies op hot voorstel van den heer Knuttel om een Commissie te benoemen, tot het Instellen van een onderzoek naar do toestanden in de Stedelijke Werkinrichting en het beleid Han den Directeur. De lieer Kii-uttel had een dergelijk prae-advies wel verwacht, claar aanneming- van zijn voorstel voor'de Comm. nie't aange naam is. Van die Comm. is echter nooit «enigen invloetot verbetering uitgegaan. .Zij neemt haar laak buitengewoon licht op, en daarom meent spr. dat een speciaal on derzoek wol noodig is. De heer Bisschop zegt dat als de lieer •Knuttel klachten heeft, hij moest beginnen met de Comm. daarop attent te maken. Bo vendien, het voorstel dateert van 3 Sept., maar op 7 Sept. heeft de heer Knuttel geen enkele poging gedaan om de'samenstelling van die Comm. te verbeteren. Zelfs heeft hij voor een plaats in die Comm. bedankt. Als de zaak. van die menschen hem dus ter harte gaat had hij niet moeten bedan ken. Hij beheert echter liever niet,maar geeft er de voorkeur aan te c r i t i s e e- ven. Er is dan ook» geen enkele reden het voorslel-Kniittöl aan te nemen. Do heer Sylsma onderschrijft dit be toog. Hij geeft toe: de toestand is daar niet ideaal, maar hij vertrouwt dat de heen "Knuttel daarin niet veel verandering zal brengen. Hij geeft er echter de voorkeur aan hier te criliseèren. De heer v. Stralen meent dat er wel degelijk redèn is een Comm. te benoemen. Spr. is lid van het Bestuur, en. als men nu weet, dat. de gewone Comm. slechts een paar maal per jaar vergadert, dan zal men begrijpen dat die Comm. al bitter weinig invloed uitoefent. Hij heeft tegen het in stellen van een Comm. van onderzoek niet het mmste bezwaar. De lieer Oost dam vindt dat de heer v. Stralen zijn taak niet ernstig opvat. Hij zegt dat zoo weinig vergaderd wordt, hij heeft gehoord van de klachten van dr. Knuttel, maar hij heeft het nooit de moeite waard geacht er de aandacht op te vesti gen. Nu echter dit voorstel komt, denkt hij: wacht, daar kan ik ook nog wel eens- iets van zeggen. Uit alles blijkt dat de klachten van weinig beteekenis zijn. De heer Knuttel zegt dat het hier geen klachten betreft van ondergeschikten aard. Het gcheele systeem deugt niet. Er moot wórden ingegrepen. En als men nu zijn critiek wil smoren door hem als lid van een Comm. mee verantwoordelijk te stellen voor de misstanden, dan bedankt hij daarvoor. Zijn partijgenooten hebben nooit geaarzeld, zelfs onder zeer moeilijke omstandigheden als in Rusland (gelach), in te grijpen, maar onder het kapitalistische stelsel wil hij zich niet op deze wijze aan handen laten leggen. Dc heer Bots, weth., zegt, dat, zooals uit het advies blijkt, deze zaak bij B. en W. in onderzoek is, en dat zij zich binnenkort ook over eventueele opheffing of hervor ming zullen uitspreken. In de gegeven om standigheden is er dus reden dit voorstel aan te nemen. Het advies van B. en W. wordt aangeno men met 18 tegen 7 stemmen. 28. Verordening, betreffende bet bedrijf van den Reiniginge- en Ontemettingdienst, De heer Botsfweth., zegt dat B. en W. voorstellen den naam van het bedrijf te veranderen iff Gemeentelijke Reinigings- en Onlsmcttingsdienst. Aldus besloten. Den lieer Eerdmans is het niet duide lijk hoe de ontsmetting met de Reinigings dienst in verband komt. De heer v. d. Lip, wetli., zegt dat de di recteur tevens adviseur is van den Reini gingsdienst- De verordening wordt hierna z. h. s. aan genomen. 29. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten'-be- boeve van do kosten van verbouwing en herstel ling van het Stedelijk Museuni „do Lakenhal"; b. tot het verbinden van een adjunct-Directeur aan dat museum; c. tot verhooging van de jaarlijksche toelago aan het museum; d. tot. wijziging van de begrooting, dienst 1921, in verband met de verhooging van do sub c be doelde toelage; e. tot onderhandsche opdracht van deni aan leg eenier centrale verwarming in eem gedeelte van het- museum aan Gebr. Mickeleit te Kculen- Zollstock. De heer De Lange is het met B. en W. eens, dat het noodzakelijk is, dat gedaan wordt wat noodig is om het Museum let zijn recht te doen komen, ook al zal dit tijdstip niet als het meest geschikte wor den aangemerkt. We zullen moeten trach ten dit cadeau met een verheugd gezicht te accepteeren, al zijn de kosten, naar spr. becijferde, minstens ƒ17.500 per jaar, waar bij nog enkele andere W-kosten komen. We zijn hiermede dus nog niet aan het eind. JBbvendien is nog noodig een behoorlijk ameublement voor de zalen, wat ook groote pnkosten met zich zal brengen. Spr. vraagt of B. en W. en de Comm. wel den goeden weg Voor het beheer van het Museum kie zen. Zij kondigen voorstellen aan waarbij we zullen krijgen een Directeur (voor wie dit ambt een nevenbetrekking is) en daar naast een Adj.-Directeur. Spr. acht dit niet do juiste weg. Het zal in de toekomst gewensclit zijn dat hef Museum een zelf standigen Directeur krijgt, en niet iemand Voor wien het een nevenbetrekking is. B.en ,W. willen een Adj.-Directeur, in den rang van adj.-comm. 2e klasse. Het wil er bij spr, niet in dat het gelukken zal een goeden Adj.-Dir. to vinden op een begin-salaris van f2600. Hiervoor wordt verwacht iemand, met een kunst-historische oplei ding. Spr. .meent, dat 'fc voor den goeden gang van zaken veel beter zal zijn als we krijgen een zelfstandigen Directeur. Wo moeten dus z.'i. twee dingen doen. Het sa- lans van den tegenwoordigén Directeur, tevens Archivaris (totaal ƒ6300) niet ver- hoogen om daarnaast een goede kracht op roepen die later zoo noodig jds Directeur kan optreden, en diens salaris clan bok hóó- ger stellen. Spr. dient daartoe twee voorstellen in, n.l. het. salaris van den Directeur niet te verhoogen en in het voorstel sub. B. to laten vervallen de woorden 2e klasse. Spr. gelooft niet dat dit voor den Direc teur, wiens verdiensten ook door spr. zeer gewaardeerd worden, en dis toch het be lang van de zaak zal stellen boven zijn per soonlijk belang, onaangenaam behoeft te zijn. De heer S ij t s m a acht deze voorstel den van zooveel belang dat hij voorstelt dit punt thans van de agenda af te voeren. De lieer Dubbcldeman zegt dat voor een nachtwaker f800 is uitgetrokken. IIij vraagt wat voor een man dat. wel moet zijn. Dc heer v. d. L i p, weth., zegt dat dit voorstel wat laat bij den Raad is ingediend. B. en W* hebben geen bezwaar tegen aan houding behalve wat betreft den aanleg van de Centrale verwarming. Toch wil Spr. nog even opmerken dat de salarissen waarover gesproken is, thans, niet aan dc orde zijn. Alleen wordt voorgesteld een adj- DirecleuP aan te stellen. Maar de salaris sen zijn thans niet aan de orde. Dc heer Eerdmans zou dan willen wenschen dat dc stukken duidelijker wor den geredigeerd,,, daar B. en W. toch zeg- gen dat zij zich met dc voorstellen van de Comm. kunnen vereenigen. De heer v. d. Lip, weth., zegt dat dit alleen betreft, de concrete, door hen ge dane voorstellen. De heer Knuttel zegt dat met de voor stellen van B. en W. wel degelijk over de verhouding van den Directeur en den Adj.- directeur wordt gcpraejudiceerd. De heer-D e Lango is het hiermee eens. 'Spr. ziet hier een onafscheidelijk verband. Tegen uitstel heeft spr. niet het minste bezwaar. De heer O o s t d a m vraagt of het niet beter'is een parketvloer te maken en geeft tevens nog enkel o wenken. De hoer v. Hamel steunt het voorstel tot uitstel. De punten a lot en met d worden thans van de agenda afgevoerd. Punt .e wordt z. li. s. goeddgekeurd. 30. Bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting, dienst 1919—1920 en dienst 1920—1921. De heer Heemskerk wil in verband hiermede vragen of andere bezwaarschrif ten nu ook spoedig aan de orde zullen ko men. De heer v. Stralen zegt dat het moei lijk is na te zien wat deze voorstellen eigen lijk beteekenen. De heer v. d. Pol, wolh., zegt dat maat regelen zullen worden genomen om het na zien te vergemakkelijken. De heer W i 1 nl e r, voorz. van de recla- lïie-cömmissie, zegt dat met. de moest mo- gelijken spoed wordt gewerkt. De heer Dubbelde man vraagt of iemand, die vraagt om gehoord be worden, ook werkelijk gehoord wordt. De lieer W i 1 m er antwoordt bevestigend. 31. Voorstel tot aankoop, ten behoeve van de Volkshuisvesting, van eenige peveeekn weiland benoorden den Maresitigo] in den Stadepolder 'en beschikbaarstelling vari de voor dien. aankoop benoodigde gelden. Dc heer v. d. Pot, weth., zegt dat een klein abuis geslopen is in de verordening op de heffing van opeenten op de Pers. •Belasting. Aan het bezwaar van Ged. St. in deze wordt tegemoet gekomen. Rondvraag. De lieer Van Eek stelt.de volgende vragen Is het den burgemeester bekend, dat, volgens order van den commissaris van politie, wel plaatselijke politieke bladen op dc politieposthuizen ter lezing mogen lig gen, doch.niet de algemeene politieke bla den? Is do burgemeester bereid te bevorderen dat deze politieórder worde ingetrokken en dus ook de agenten, welke aifdere. poli tieke bladen gewoon zijn te lezen als-mie plaatselijke, daarin niet langer worden be lemmerd? De heer Van Eek merkt hierbij op dat tot voor kort de agenten niet alleen hunne bladen mochten lezen, maar ze ook in de wachthuizen achter mochten laten. Daarin is echter verandering gekomen, zoodal nu alleen de plaatselijke bladen ter lezing ge legd mogen worden. De Commissaris was niet geneigd daarin verandering te bren gen, dg-ar het neerleggen van .a'lg. politieke bladen aanleiding kon geven toit wrijving. Spr. heeft daartegen bezwaar, daar nu wel de Leidsche- en do Nieuwe Leidsche Cou rant gelezen mogen worden, maar niet b.v. Het Volk, zoodat zij, die dit blad wenschen, achtergesteld worden, en de wrijving die men niet wenscht, juist ontstaat. Spr. vraagt of hel. mogelijk is, dat deze order wordt ingetrokken en do toestand van vroeger hersteld. - De Voorz. .mérkt op dal deze zaak ligt buiten verantwoordelijkheid van den Raad. Dit is het terrein van den Burgemeester. We kunnen hierover lang redeneeren,maar we zullen liet 'tóch niet eens kunnen wor den. Er is hier een groot verschil, in- den aard der bladen. Hier kan niet alle lectuur geduld worden. Het is echter een zaak, die alleen den .burgemeester aangaat. De heer v. E e k is dit laatste met den voorzitter niet. eens, waarbij hij zich be roept op Prof. Oppenheinn Do. gronrlcn door den voorzitter aangevoerd, acht spr. zeer zwak. De Leidsche- en de Nieuwe Leidsche Courant dragen niet alleen een plaatselijk, maar ook een politiek karakter. Het Leidsch Dagblad ook wel, maar het treedt niet zoo op den voorgrond. Een Ideel der agenten laat men ongehin derd in hun vrijheid, -maar een ander deel niet. De Voorz, zegt dat niet kan worden tegengesproken dat in „Het Volk" een geest gekweekt wordt, die niet in het belang is "voor de goede orde." De heer v. Eek neemt hiervan nota. De heer Knuttel: „De Politiebode" is toch" precies eender als „Hel Volk". De beer GroenevelU zegt dat de bladen wel eens stukken uit Het Volk overnemen. Moeten dergelijke stukken dan uitgeknipt worden? De heer Sytsma is niet tevreden met de verklaring van den voorz. Als rnen geen politieke bladen wil dan zou men alleen een neutraal blad, als het L. Dagbl., moeten hebben. (Stemmen: dait is toch ook een po litiek blad!). De heer S.: Nu dan dat blad ook niet. Hij zou willen öf geen bladen öf geen politieke bladen. Hoe moet het dan als de socialisten hier een eigen blad gaan uit geven? Do heer Knuttel betwijfelt of de Comm. van Politic wel erg dankbaar zal zijn voor de toelichting. Het gaat nu niet meer over de o.neenigheid, maar over de vraag wat men al of niet mag lezen. Dat is spi'. toch al te middeleeuwsch. (Stemmen: Ru s 1 a n d) heei^ v. d. Lip, weth., zegt dat bet hier alleen gaat om het p f a a t se 1 ij k karakter. Andere bladen mogen wel gele zen worden, jnaar ze worden op de leesta fel niet geduld, 't Gaat hier dus niet tegen een bepaalde richting. Zóo is, voorzoover hij weet, altijd deze zaak behandeld. De heer v. Stra'len zegt dat in andere plaatsen door het optreden van het Gem. Bestuur de broodprijzen belangrijk zijn ge daald. Kunnen. B.. en W. in déze richting iets doen? Verder bespreekt spr. de ondersteuning- van de uitgetrokken werkloozen. Daar van hebben alleen de metaalbewerkers ge profiteerd, en nu heeft spr. vernomen dat deze uitkeeringen deze week belangrijk zul len worden verlaagd. Spr. zou gaarne hier omtrent nadere inlichtingen ontvangen, en_ Ihoopt dat de uitkeeringen niet verlaagtf zullen worden. De heer Bots, weth., zal deze zaak na der onderzoeken. De heer De Lange acht de vragen van den heer v. Stralen zeer belangrijk. Hij ver trouwt. echter dat als de prijzen lager ge- steld kunnen worden, de coöperatie „Vooruit" hierin wel zou voorgaan. De heer Knuttel zegt dat ook de prij zen der brandstoffen hier zeer hoog zijn. Daar thans niemand meer hét woord verlangt, wordt de vergadering gesloten. (Buiten verantwoordelijkheid der Mijnheer de Redacteur. Met deze verzoek ik u beleefd, mij nogmaals, en dan voor het laatst eenige plaatsruimte af te staan, en hiervoor bij voorbaat, mijn welgemeen de dank. In uw blad van Woensdag 23 Februari 1921, komt do heer Muis one nog weer eens vergas ten, met een verweer, zoo als hij dat. noemt. Hij begint weer met een verwondering, en dat nu' niet meer van hem zeiven alleen, ma-ar ook van anderen. Nu, die anderen zijn bij mij ook al ge weest, mot de woorden „Smeer nu toch geen bo ter aan de galg.' Maar ik wil het nog eens doen, en clan voor het laatst. Bo heer Muis zegt, dat ik n^et een broederlijke terechtwijzing aankom. Er is hier geen sprake van terechtwijzen. Ik deed hem dc vraag, en die vraag werpt liij van zioJi af, en komt daarop neer, niet ik, maar de heer Riet- tb jk. En even later, is liet weer: Wij konden niet anders handelen. Dus kan dk dan toch zeggen ..Rietdijk en Co." En dan komt de heer Muis niet een gezichtspunt „Zie naar Alkemade". En dat is nu iets, waar ik niet anders op antwoorden kan, „Zie op Ge-: meenten die van den anderen kant overwegend zijn, en oordeel, dan niet dat ik goed zou wallen praten wat niet good ie." Maar ik wil toch dit zeggen: dat iedere partij waar hij dc macht hoeft zich doet gelden. Verder komt de heer Muis om eens een kijkje op zich zeiven te geven, wat hij al niet gedaan heeft, eu wat al raad en daad hij gegeven heeft., en daar zal ik den heer Muds in prijzen, dat hij zijn grootegave niet in een zweetdoek ligt. Doch als de heer Muis de woorden bezigt dat ik do A.-R. partij aan Rome overgeleverd heb, dan zijn mij de woorden al genoeg, want als ik iemand overlever, dan kan het nooit anders zijn, dan aan een vijand, en dat is geen verdachtmaking, maar waarheid, dat het zoo gezegd is. Verder komt do lieer Muis op mijn uitdrukking, dat er achter do schennen gewerkt werd. Als den heer Muis wil weten wat ik daar mede bedoel, dan kan ik hem dit zeggen, als u meer wilt weten, kom mij dan op een avond maar ecn6 bezoeken, dan zal ik u feiten aantoonen, die in dc courant niet. op zijn plaats zijn, en dan feiten van verschillenden aard en dan komt de hoer Muis- met dat gezichtspunt, of Loimuiden niet even zoo goed als Woubruggc kpn besluiten. En" lricr moet ik op antwoorden: Dat hadden wij kunnen doen, maar, dan was volgens ons, do put gedempt als liet. kalf verdronken was. En dan M. do R. komt de heer Muis met gedachten, dat dc zaak dieper zit, en dan gaat -hij zeggen, dat lipt persoonlijke haat ie, en die woorden komen voort uit een brfln, ons allen zoo wel bekend, dot is ons dooi" yrien-deri van die familie al zm; dik wijls gezegd. Maar hot is toch niet waardat is de grootste verdachtmaking, dio te bedenken is. Haat en wraak hebben wo als Raadsleden en Wethouders, niet een van ons College uitgezon derd; wij strijden niet tegen oen persoon, doch we-1 in de practijken. En daar hob ik als A.-R. aan meegeholpen, om die practijken tegen-te wer ken, Maar de heer Muis schijnt wel van gedach ten te zijn, dat dio 7 hecren dio daar in don Raad zitten ook allen Revolutionair zijn; van iemand als de hoor Muis had ik c'it allerminst verwacht. Verder komt u, mijnheer Muis weer net verdacht caking, als u Zfigt dat in de heer Riet dijk en. uw persoon, toen u bij mij kwam, de schijn gaf, dat en Rietdijk eu uw perecon mij nan zonden gezet'hebben, oppositie. Die schijn ligt- in mijn woorden niet, tenminste voor iemand als de lieer Muis, die toch even zoo goed weet als ik, dat, in den tijd dat wij deze Burgemeester heb ben, steeds gevraagd werd naar mannen, die paal on® perk zouden stellen en wijsheidshalvo laat di-> hoer Muis maar weg, wat ik verder toen gezegd heb en ook later op eeu vergadering van do Kies- vexeenigriig. Is dat nu geen verdachtmaking en met opzet de. waarheid verzvijgen"? dat is clan volgens den heor Muis Christelijk. En wat waar heid is, wat de motie aangaat, noemt de heer Muis onzin. Maar tegenspreken kan Hij niet wat BJ tegen eon' medelid gozogcl Heeft;. En 'don komt do hoer Muis mij vertellen, dat het hem spijt dat ik toch altijd een oppositieman geweest hen; al weer verdachtmaking. Ik heb nooit oppositie gevoerd in dien zin, als er iets ter tafel gebracht word, dat volgens mijn ooi-deel goed was, dan heb ik mij nooit door personen la/ten beinvloeden. Dat het. er de laat ste jaren in don Raad niet zoo plezierig naar toe ging, was heusch geen wonder, als men daar mot z'n zevenen zit om de belangen van de gemeente te behartigen en inen wordt dan van verschil lende kanten bestookt, dan is het ook geen won der dat wij steeds de bakens verzetten moestem en. dat is niet zoo als de heer Muis zegt vier maal, maar dat zal wel 4 maal 4 maal geweest, zijn. Want het gaat don pet zoo Is in oen strijd, dn eens voorwaarts, en dan eens achterwaarts. Eén ding spijt mij, dat ik het voorwerp geweest bon', waarvoor en dien hoor Muis en de heer Riet dijk hun nachtrust voor mij opgeofferd hebben. Ik geloof toch niet dat. ik hun or toe aanzezet heb want toen ik voor het eerst candidaat was, kwam op de stemdag de heer Rietdijk bij mój dat ik moest komen stemmen, en daar het toen! dien tijd vrij was, stuito mij dat zeer tegen de borst, maar dat heeft men van karaktorlooze menschen zoo als ik bon te verwachten volgens don heer Muis. Vorder komt de heer Muis dat hij het al wist, dat ik niot bedanken zou, en dat op mijn verklaring in den Raad. Maar M. de R. weet u wat ik ook zoo een treurige verdachtmaking vindt? Dat iemand z'n woorden niet overgebracht worden, zooals zij gezegd zijn. Daar ik in den Raad ook gezegd heb dat mij door de hoeren niet bewezen is dat ik tegen ons beginsel gehan deld heb, en zoodoende, ook niet tegen onze partij gezondigd heb. Maar dat wordt en in het verslag van dio Raadsvergadering en ook door den heer Muis verzwegen, maar als die heemi nu van .mij oen -goede raad willen hebben, dan schrijven zij een vergadering uit, van de A.-R. Kieevereeni- ging en doen het voorstel om den heer J. van Dam te royeeren als lid aan de Kiesvereenaging, op grond dat hij tegen onze beginselen gehandelt heeft, en dan, zou u mijnheer Muis be ier kans van slagen hebben., dat uw illusies nog eens tot werkelijkheid komen. En wat u verder van do hoeren Bouthoorn cn van den Akker zegt., dat noem ik nu toch ook eens onzin. Als ónze mannen op onze partij ge stemd hadden, dan had u er zeker geweest, en had ik mij kunnen verheugen in een wapenbroe der, die dan nu nog wijzer zou zijn, als hij reeds is, en had dan nog meer advies kunnen geven. En op van den Akker neer te komen, die heeft, zeker van u advies gehad, en nu spijt hot mij tijch niet, dat ik u niet voor adviseur benoemd heb, want, dan had ik wellicht ook een donker oogenblik gehad. Maar toch kan ik mij niet in denken, dat de heer van den Akker dat gezegd zal hebben. Doch ik zal het maar gelooven, want, de heer Muis zegt het. En M. de R. nu ik op hot. eind van het Ingezonden Stuk van den heer Muis kom, moet ik toch zeggen, erg ontwikkeld is hij toch niet. Ik dacht al zoo, -hij kon wel eens een ledige ton gelijk zijn, hoe meer m<-n daarop slaat, des te meer leven hij maakt. iWiant waarlijk daar komt den heer Muis ver tellen, dat ik begin te schelden, en lees ru dat schelden eens. Als ik tegen mijn kindei cn zegt, als zij druk zijn en bewegelijk zijn, jelui zijn net jonge paarden,, clan zouden mijn kinderen kunnen zoggen: „Wat scheldt vader ons nu toch uit!" De heer Muis heeft, in zin jeugd al geleerd dat hij gebrek aan argumenten heeft, zoo versta ik dat. En dan wenscht de heer Muis mg dat ik namen zal noemen, enfin hij begrijpt het al zegt hij. Nu, dan behoef ik het ook niet ie doen, en verder M. de R. héb nogmaals mijn dank v<or het geplaatste stuk, en tevens zog ik u dat ik op verder geschrijf van de hoeren Muis en Rierdjjk niot één woord meer hoopt le zcggcu over dezo zaak, daar ik nu dan maar gevolg zal geven, om niet meer boter aan de galg te smeren. Met de meeste hoogachting) J. VAN DAM. „Burgt&r Pt» Hegje" én de. „Jong. .Ycjr. qp Gcr. Grondslag." „Het i;s aiu eenmaal voor vele menschén hOodig dezelfde dingen meermalen, te zeg- gjefo", schreef eene- Plof. Bieetenveld in een brochure handelende over 'heit do-el van. bo vengenoemde J om gelin gs-v ereen'gm gen, A-an deze woorden. M. de R„ dacht ik opnieuw "toen ik het verelag lais van, .de vergadelihg van „Burger Pro. Rege" 'in uw bla'd van Zaterdaig jl. en ik dacht er nog biij: hetzelfde mjeérmalèn, te. moeten zéggen is nog zoo, erg "niet maiah dat die menschen het d'an ino.g niet weten, dat ite erger. Ook Vrijdagavond bleek 'dit weer. Mje)fc verwondering, zoo niet meit verbazing, las ik, wat dq heer van* O os ter om meende te •moetien zeggen e.ver het advies vain dén Borid van-bovengenoemde dong. Ver. iiza- ke hiet al of maet mecidoiqn aria den arbeid van „Pro Rege". Tot mijn spijt wals iik niet in de gelegen heid dezei vergadering bifl te wonen. Ik weet dus niet of er in de vergadering zelvo misschien al reed's geprotesteerd is tegen het protest van dén heer v. O. Uit uw ver slag blijkt mij 'dit echte!' ni'&t én dus vér- moieid ik dat 'dit protest niet gehooid is. Daarom mijn vriendelijk verzoek mij door uw blad in de gelegenheid te willen stellen dit .advies, èn voor lezers vain Uw blad die 'het mogelijk ook nag niet weten, èn voor den heer v. O. nader 'te verklaren, opdat 'de dóór dein heer v. O. gevestigde, geheel ver keerde iiidVuk, wo'rde weggenomen. WaaMijk de Redacteur van -het Jong. blad heeft toch wel wat anders verdiend d'an zijn gegeven advies o 'p d e z :e w ij z e té hooreii beetVijdenEn a,ls ér iemand weet wat onze, Ger. -long. Ver. wél ön wat zij niet. moeten doen dan gelóóf ik tóch dat do uitkomst van het w,erken van dezen adviseur wel afdoende bewezen heeft dut .hij die iemand it: De heer v. 'O. fs al lichtvaardig met zin critiek en zijn liefde, voor „Pro Re'ge" legt hem helaas woorden in Iclc-n mond die niet to verdedigen ziijh. „Het standpunt van dén Bond wordt als zeer bekrompen gekwalificeerd." Waarom -noemt nu do Bond 'dit „zéér bekrompen standpunt," ih? Is dit- omdat hij geen liefde zou hiobbeh. voor het wer ken vdh „Pro Rege"? Omdat h'om 'de jon gens die do kazerne binnen gaan „koud" Men, én hïj .er zich nidt Voor interesseert of dfeze jon'gemis 'al 'dam hM arin Euto Ttyfl wonden ove.rgelateh? Deze Vragen stellen is zo beantwoorden. Gedurende de oorlogsjaren heeft do Bond afdoende 'bewezen da't do belangen vain do Jongehs in 'dienst, 'én dus hot wérken vafr „Pro- Rege", hem zéér -tér harte gaan. Détfe dus de oorzaak n i e t. Maar waan om dan het advies iaan die Veroem'gingGo! om aan don 'arbeid van „Pro, Reige" n i"et mee té d'oen? Mag ik, mijnheer v. O. 'deze vraag met vragen beantwoorden? Waarom vraagt ge deze medewerking aan do Kd-ee ver een i'gingm niot? En waarom' njet a aai de Vakveneenïgangdn? En waar om niet aon d^ vereemigihgon met liefdaV di;ge 'doirieihdon? En waarom niet aan 'dé Zemidin gB-voroanigihgén? En zïoo, zo-u ik door kuhnrn gaan! Waarom hM? Ge zult antwoordenomdat dezq vereenagingan; eda geheel ander doel on een geheel ahd-er fkh> rein vala werken hebben. Preaüefe! Nu kan dk 'ook nog -anders vragen. Waar, om doet „Pro Rego" niot daadwerkelijk mee «'an den aVbeid vian de Ger. Jong. Ven? En waarom niet aan dat der Iviee- vereeuögihig? Eln waarom niot aan dat der, Vak- of Zendm'gs-vereeniging? Uw anü- Woodd zal aijki: „Omdat dit niet 'op ons tcjTöin ligt en „Pro Rege" oen ander doej heeft. Juist! En daarom, mijnheer y. deen ook' onze Ger. J'ong. Vbi*. inliet meei ajan den ar- .beid van „Pro Rege". Ook deze hebben: een eigen deel en een eigen taak. Hiervoor hebben zij al hun krachten noo dig. Onze' Jom'g. Ver. op Gcr. Grondslag bcd'oelten, voorzoover id!it -met hun karakter, ite overeen te bréngen, welrkzaa'm te zijn tot hot doen kennen en belijden dér Gere formeerde beginselen voor Kerk, Staat en Manjtschappih Let wel! De gerefor meerd o beginselen do-en kennen. Zij werken dus allééu voo.r on onder jon- geJns, die de 'gereformeerde beginselen zijn' toegedaan en deze nu veider willen bestu-, 'domen om ze daard'oor krachtiger to kun nen hellijden. Is idlit ook h'et (foei van „Pro Rege"? Wei-neen toch! „Pro Re'ge" stelt zich niet op zuiver gereformeerd standpunt eh veel minder hèdoelt „Pro Rege" uitsluitend be- studeeidu'g van deze beginselen. Dat zou zi'j makuifrlijk niet kunnen doen. Dat ri haar doel niet! „PrO Rege" bedoelt 'bewa<- rend en evangeliseerend werkzaam te zijn: o rider do militairen. Voorzeker ook een prachtig doel. Maar, dapi toch een heel ahder dan dat der J. V. op G. G. .Zij kunnen dan ook al-s Véreéni- ging niet mee» doen. Hunner de eén geheel andere, taak op het breede leWensten-edh. Welke vereeni'girig gaat nu werken aan een ander wérk idam züj als hét halre 'heeft gesteld? Zij zou dit niet kunnen doen dan ten kOste van dat eigen werk. En dat doet ook „PVo Rege" niet! Als dO heer v. O. dam ook zegt dat hij den Borid eemi goed hart toedraagt dan moest juist deze liefde voor den Bond hem de medewerking der Jong. Ver. doen wei geren als deze aangeboden wordt -op grojid van het feit dat zij daarmede boven haar, krachten werken zou en dus zichzelf scha den. Welke vader, die z'n kinderen liefheeft, zal da't kilnd werk opdragen dat boven z'n k'ra^hten gaat? Als dus do heer v. O. óns bondslied voor draagt en 'dam ziegt: „Zoo zingt men; Bondsliederen en adviseert tegelijk de vér- eenigin'gen aan den arbeid van „Pro Rege" geen deel tej nemen" dan bon ak zoo vrij op te merken: 'juist mijnheer v. O. o m cl a t wi'j zoo zingen, 'd a k r o in werken wij niet mee. „Als ver-een i g in g" wel te verstaan. Persoonlijk werken wij wel mee,, nu reeds, al zijn wij oiog lid der Jong. Ve'r. Onze ver e o n i g i n g e n heipalen zich echter tót die vorming Vaai de mannen die nu en later -ook „Pro Rege" voor haar, wen'k zal noodig hebben. Tot deze p e r- 's o o n 1 ij k e medewerking w-ekt'e dan oolc tegelijk onze Bo-ndsdirecteur op toen- hij het adVies aan de, V e r e e n i g i n g e n gaf om niet mee te doen. Dit hebt U ook ih liet Jong. blad geler zen mijnheeir v. O. en waarom nu dat ook niet gezegd? .U begrijpt dd't misschien niet. maar dan komt dat omdat U ons ver eert i- girigs'doel niet. kent en onze Bondteidee vreemd is. Dan blijkt daa/ini't dat U het Verschil niet weet tusschein -andere Jong. Ver. en de Jong. Ver. o-p Ger. Grondslag. Eri toch bestaat dli't verschil heusch! Reeds meer d'an 30 jaar! Gélukkig! Want juist dóór zich dat andere do él te stéllen is onze Bond geworden wat hij thans ie. Als -orize kaders d-an oolc -dit advies ge ven dafn d'oen zij dat en uit liefde voor onze Jong. "Ver. èn uit liefde, voor „Plro Rege" en uiiit liefde voo'r de Naam 'en dc Zaak' des Hcet en. Gc'duronde dc, oorlogsjaren eis elite dó buitengewone tijd, buitengewone middelen én leverde de. B'ond d'an ook buitdngo'wooh werk. Deze buitengewone tijd is nu geluk kig weer voorbij <en zóo bekrompen is de Bond nu wel dat zi'j weer terug durft gaan naar de oude, beproefde paden, van welke. l>owezen is dat zij de eenig juiste zijn. Dfè.zo pad-en zal -de. Bond, dóór Gods genui- de, blijven bewandelen mede ih het belarfg vaui „Pro. Rege". Uw protest tegen -het gegeven advies, zó o als U miifjnhcer v. O., dit Vrijdagavond liet 'hoorem. is dan ook ongemotiveerd eri' geheel onjuist. Al-s U póotesteeren wü larifj dan uw protest uitgaan tegen 'hlet doel vah den Bond watardoor zij aan. het wodc van „Pro Rege" niet. meewerken loan. Manffl bedenk d'an 'tegelijk dat alle andseo e vereo- nigiingem ,in -den lande aan ditzelfde onvol lijden, behalve dan die vemenilgirigön wirfc doel zooals ook van „Pro ïtegn" evringelisa'tiie is. Ein spaar z-p dah öf alletu öf geen eaketd U, Redactie, dankend, te-eken ik, G. RIETKERK, oud-voorizdtter dór J. V. op G. Gj Leiden, 28 Eebruari 1921.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1921 | | pagina 6