/vee-de Blad. BINNENLAND. nsdag 2 Februari 1921 I.. n. p MORGENROOD IN RUSLAND. laaai Rusland denken, idicmken we ceunig aan liot Bodsjewisinc en den jammer en ellende, die door de S ifilen over dit ongoluiklri.se kurbd ge il ds.'Gode zij dank, en zijn ook heer- si jbtgronden in <lit 'Land, benichiten, met. groote blijdschap vervullen, [een vreemdeling is op hot gebied en uitwendige zending, ikenit den vain den Duitschen prediiikaimt E. Deze os de man, dde "telkens g, ingesproken, dat hij de eerstvoslgen- n een (girooite godsdienstige opwek- RusLand verwacht, die vam besJis- invloed voor Noord-Europa zal Hij is zich bewust, dat veden met g i op den loogenblikkedijken toestand opa zulk een verwachting met een eliik hoofdschudden zullen cuunhoo- cell Pastor Lolimainn as zoo zeker it hij verwacht, dat zelfs de schijn- verwiiiKningen van het Bolsjewisme ,n haat tegen allien godsdienst, dat aiiet op een dwaalspoor laat lor en- el ziet het. er in elk opzicht troost- t. in Rusland en schijnbaar triomfec- oord en leugen, maar desoiettegen- je ziet hij het eerste matte Jicht van f feu wen dageraad. ir Lolimainin wijst er nu in „Sonmen- op, dat in Moskou, de stad van in Drot-akn, 'in den afgeloopon zomer nbaire samenkomst heefit plaats ge- Russosche Stundisten en Bap- g Hot. gevolg was, dat een Russische 'mg van Evangelische Chui»temen ten tot stand kwam. Er werden turen .gekozen, een voor St. Pe en een voor Mookou, die ge- ijk de leading hebben. De „Evange- Cludstemen" zijn de „gemeenschap een vrucht zijn van de opwek- weging uit de dagen van Lord en wier leiders Pasclukow, graaf :n andoren waren. Door het samen- ■an de Evaogdlisohe Christenen en ten ds het aiiet uitgesloten, dat een •Russische Evangelische kerk ge wordt. De Sovjebregeering heefit nu ze, eens zoo bloedig vervolgde Sbum- het privilegie gegeven van de itgave, wat tot hiertoe het mono- wis van de orthodoxe Staatskerk, ize Staatskerk schijnt het achteruit Het volk maakt zich om massa's kerken los, moet uit godsdienstige jheid, maar wijl het ernstig do zocht. Zelfs wordt gemold, dat iters te Moskou de kerken ter be- atellen van het Leger des Hei Is. verschillende doelen vam R.usland berichten, die ons zeggen, welk dangen er ds haar hot Evangelie. Iweedsche zCndcllimg Olson schrijft /ladiwoetock„Alles, wat ik hoorde .Ion honger naar Gods Woord in Rus- li is waar. Overal waar dik kwam, heb Jzien, dat er een honger maar het ds, niet alleen bij do onderste i der samenleving, maar ook -in be- fde kringen. Ik za.g hoe dc mensohen ramen dia de oogen kwamen en smeek- lait men voor hen bidden zonzij en er op aan, dat men predikers van ivangoLie zou zenden. Zoowel 's Dior 's avomds .hadden we talrijke toe dag en nacht kwamen de men- tot ons. Wij zagen aangrijpende Jen. De zielen schreien tot God om ernstig het verlangen naar den len God as, bewijst ook de vraag Bijbels. In de provincie betaalt men 12.000 roebels voor een Bijbel, die ''ijk te bekomen is. In een brief uit aietersbung sohrijfit een Russische pre- 2 die daar evamgelisatde-eamenkom- grondt„Het schijnt mij, dat wij thans n tijd leven, die mot geen vroegoren gelijken is." En een Russische zuster fl ft d.d. 20 Juni 1920„Wij hadden on- 16 in Moskou een conferentie en ik den indruk, dat God aam ons arme tand zulk een opwekking schenken Pd als wij miet verwachten durfden. Ge streken wonden tot Christus ge- gï't en het verlamgen maar Bijbels en "%elijke lectuur wordt hoe langer hoe Er zijn teekemen van een komende Joking, welke naar mijn meening over 1 Europa komen en hier beginnen zal. Van silo zijden vinaagt men naar evan gelisten." Hek is van .belang, dat reeds nu .uit R us land .bericht wordt, van welk een betecke- nifl voor deze geestelijke opwekking de uit Duiilschland teruggekeerde Russische krijgsgevangenen zijn, die in hum gevan genschap (tot beikoering kwamen. Men neemt aam, dat ongeveer 3000 bekeerde Russen uit DuitsehLamd vertrokken zijn, van wie velen siu ovamgelieaa bic werk doen. Ongetwijfeld zal er nog een dijdenstijd komen, een tijd vam bloed en tranen, maar op .dezen weg des kruis-es zal de overwin ning komen. Ook vam. de volken vam Europa os er geen andere weg 'tot redding om uit den vertwijfelden toestand te ko men, dam waarachtige bokoering iboit den 'levenden God. Alle politieke maatregelen zuiden waardeloos zijn, wammeer do volken zich miet tot Christus wenden. Het moet komen tot een vóór of tegen Christuser moet een besliste keuze gedaan worden. („Nedenl.") In art. 2 van het Koninklijk besluit van 31 December 1920, waarin bedoelde voor- vsohiiften worden gegeven, is nu echter be paald, dat het schoolbestuur aan den inspec- /teur een volledige lijst van alle sollicitanten (ook dus van hen, die voor het schoolbe stuur door hun beginselen volstrekt on aannemelijk zijn), moet inzenden. Zou de Minister ook willen mededeelen waarom dit voorschrift zoo algemeen is gemaakt en de kans op meeningsverschil tusschen de inspectie en het schoolbestuur aanzienlijk is vermeerderd? Prof. Dr. H. Bavinck. De toestand van» Professor Bavinck is, volgens de laatste berichten, zeer zorgelijk. Men schrijft aan de Rot t. erdamraer; Wié ontroerde niet bij het laatste veelzeg gende bericht omtrent Prof. Bavinck: „Hoop op beterschap wordt niet moer ge koesterd". Ontroerd staat immers bij zulk oen tijding, ieder die hot voorrecht heeft hem te kennen? Hij, het 6ieraad voor iedcron kring waar van hij deel uitmaakt., de man dio geen vijanden heeft. Niemand wil eigenlijk Ba vinck misson. Hoe schoolden in de Eerste Kamer, ale hij het woord voeren ging, letterlijk allo leden zich om hem heen, opdat geen woord van zijn rede, geen klank van zijn muzikale etern, geen gebaar of oogbeweeg hun ont gaan zou. Hem die man uit één stuk, den geleerde, den deftige, den redenaar, den trouwen oprechten vriend, den Christen bovenal, ieder waardeerde hom, ook in niet- geostverwanto kringen. Het sobere, maar tot zooveel bittore droefheid stemmende be richt, kan niet anders dan ontroeren. Even kort en eenvoudig als het daar tot ons "komt, symbool van den man wien hot geldt 6nijdt. het duizenden door het hart. En zulks wel het allermeest het Gerefor- mewcfo-deel onzes volk6, wiens vertrouwens man Prof. Bavinck is. Daar zijn tranen ge schreid bij het lijden en sterven van Dr. Kuyper; in broeden kring wordt het onher stelbaar verlies gevoeld. Maar zou het bij het „achteruitgaan" van Dr. Bavinck wel Yeel minder wezen? Hoe gevoelen „onze menschen" zich wel te moede? Hadden zij dit wel verwacht? De meest rijpe vruchten zou Dr. Bavinck ons in de komende levensjaren geleverd heb ben, en nu? 0! men moet het lijden zien, als schrij ver dezes die hem bezocht.; dat aftakelen van het lichaam, dat matte oog, die weg slinkende krachten, en anderzijds dat ver langen naar hervatting van den arbeid, doch waartoe de kracht ontbreekt. Dan ontroert men niet alleen, maar dan springen de tranen in hot oog, en het ge bed welt naar boven: dat God hem ons toch nog eo'nige jaren late. Wat moet er toch van het schip van Staat en Kerk te recht komen zoo redoneeren wij al6 men schen als de Heere de meest, bekwame en ervaren kapiteins en stuurlieden thuis- haalt? Stellig, Hij kan en zal zorgen. Mtpt aar ons is het.. Hem ernstig, als één man aan te roepen, opdat zoo moge lijk dezo nieuwe slag van ons worde af geweerd. Daartoe op te wekken is het doel van dit schrijven. De God van Hiskia leeft, nog! Uitvoering art. 89 L. 0. Door den heer De Waal Malefijt is aan den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, betreffende de uitvoering van art. 89, 6de lid, der Lager Onderwijs wet, het volgende gevraagd: Bij de beraadslaging over de Lager-on- derwijswet in deze Kamer op 6 October 1920 is er door mij bij den Minister op aan gedrongen, dat Zijn Exoellentie in de uit te vaardigen nadere voorschriften ^pitrent dc uitvoering van art. 89, 6de lid, Lager-on- derwijswet zou willen doen uitkomen, dat het schoolbestuur niet verplicht is opgave te doen van alle sollicitanten, maar alleen ten aanzien van die sollicitanten die voldoen wat het beginsel aangaat, het advies van den inspecteur behoeft te vragen. GEMEENTERAAD LEIDEN. De heer v. Stralen meent verder dat nog gedaan kan worden om werk te verschaf fen. Men zou -b.v. "dc singels kunnen gaan be straten. De heer De Lange heeft met groote be langstelling de beschouwingen gehoord, maar vraagt of we nu niet geheel buiten de orde zijn. We hebben liier een verzoek van den Be- stuurdersbond, on onderwijl geeft de voorzitter, tegen het reglement van orde in, gelegenheid tot het stollen van vragen. Hij stelt voor- het verzoek van den Bestuurdersbond in handen te stellen van B. en W. om advies. Dc voorzitter zegt dat B. en W. van moening. waren dat het beter was, deze urgen te zaken op deze wijze te behandelen. De heer Bots heeft enkele mcdedeelingen gedaan en nu is het voor B. cji W. van veel belang te welen of do Raad hierin kan meegaan. B. en W. hebben aan deze moeilijke zaak zeer-veel aandacht geschonken. Het is heel gemakkelijk hierover in den breéde te spreken, 'raaar hier bij moot terdege worden gerekend met de ge- meentefinanciën. De zaak zou gemakkelijker ziju als men te doen had met workloozen, die rechtschapen menschen zijn, maar dat is niet altijd het geval. - De heer Do Lange hoeft tegen dit alles geen bezwaar, maar hij wenscht behoorlijke behandeling en vraagt daarom prae-advies. "De heer Eerdmans gaat hiermee volko men accoord. Het gaat niet aan over derge lijke belangrijke zaken maar onvoorbereid te handelen. De heer v. d. Lip stelt voor deze zaak spoedeischend të verklaren. Dan is alles in orde. De 'heer De Lange zegt dat dit met andere woorden eenzelfde voorstel is als het zijne. De heer Knuttel zegt dat er reeds een prae-advies is. De voorzitter leest nog eens de voor- stollen van B. en W. voor en brengt dan in stemming de vraag of deze zaak als spoed eischend kan worden beschouwd. De heer Eerdmans zegt dat het spoed eischend verklaren van een voorstel als dit in strijd is met den geest van de Gemeentewet. De heer W i 1 ra o r meent dat het hier za ken betreft, waarmede alle raadsleden op de hoogte zijn, zoodat er tegen directe behande ling geen bezwaar is. Bovendien er is inder daad haast bij deze zaak. De heer De Lange critiseert het beleid van B. en W. Het verzoek is gedateerd 6 Ja nuari, zoodat er alle gelegenheid was geweest dit punt op de agenda te plaatsen. De voorzitter brengt thans zijn voorstel in stemming. Het wordt aangenomen met 23 tegen 5 stemmen. Tegen de heeren Sijlsma, De Lange, Rotteveel, Mulder en Eerdmans. De heer Eerdmans zal aan deze beraad slaging geen deel nemen. Hij verwijdert zich. Mevr. Dubb eldeman: Hé hél Do heer D ubbol d em ah: Daar zullen de arbeiders niet veel aan missen. Do heer Knuttel: Deed-ie, dat maar al tijd. De heer Heemskerk juicht liet optreden van B. on W. in het algemeen toe. Hij wenscht enkele opmerkingen te maken over wat de heer v. Stralen heeft gezegd. Deze heeft gezegd, dat metaalbowerlceTS in de bouwvakken ook wol als grondwerkers kunnen werken, terwijl nog vele geschoolde grondwerkers zondor werk zijn. Wat betreft de ^iorloopige uitkeeringen, zou hij 't toejuichen indien dit plaats vond door middel van de organisatiën. Verder vraagt hij of het gevraagde bedrag niet te klein is. Wat, betreft do beweerde achteruitstelling van niet-katholieke arbeiders, zegt spr. dat hem do klacht bereikte dat katholieke arbeiders stelselmatig werden geweerd. Hij heeft zich toen in verbinding gesteld met den aannemer, die verklaarde dat hij tegen die arbeiders geen bezwaar had. In verband daarmee heeft spr. den uitvoerder van het werk een lijst Yan ka tholieke arbeiders ter hand gesteld. De heer Knuttel spreekt er zijn teleur stelling over uit, dat deze zaak eerst nu aan de orde komt. Hij meent dat de eisch gesteld moet worden: het volle loon voor productief of niet- produclicf werk; hij kan dit te gemakkelijker doen omdat zijn partijgenoot-en in Rusland niet anders handelen. De heer S ij t s m a: laat Rusland er maar buiten. Do heer Knuttel zeer heftig, zegt dat het hier een te ernstige zaak betroft om duarop laffe grapjes te maken. (Gelach). Spr. wekt de arbeiders op, te zorgen dat zij krijgen j waarop zij recht hebben. Verder critiseert spr. de voorstellen van B. en W. waarmee geen genoegen kan worden genomen. De heer Bots, woth., licht de voorstellen van B. en W. nog nader toe. Het aantal werk- loozen schommelt tusschen de 5 en 600. De heer S ij t s m a tol de heer v. Stra len: hoo kom jij dan tot 1000? De lieer v. Stralen zegt dat er nog velen zijn die er geen belang bij hebben zich to laten inschrijven. Hij zegt nadere" voorstellen van de Soc. Dein. raadsfractie toe. inzake de wering van niet-katholieke arbeiders houdt hij zijne lezing slaande. De heer Mulder zegt, dat de heer v. Stra len #van verschillende dingen beter had kunnen zwijgen. Hij sprak b.v. yan werkioozo grond werkers, maar we hebben hier geen grondwer kers. Dan wil hij dc 6ingels bestraten, maar hier zijn geen stratenmakers. Will u het door schilders laten doen? Timmerlieden en metselaars zijn hier niet werkloos: die cr zyn, zijn dezelfden die het gehcele jaar over de bruggen hangen. Schilders en behangers we ten vooruit dat ze 's winters zonder werk zijn. Buitenwerk laten verrichten door deze men schen zalgeen verstandig meusch doen. De heer Knuttel moest nu maar eens uitschei den Rusland cr bij te halen. Er is daar geen wcric en als er werk is, dan dwingt men ze met de zweep of de kogel. De 'heer Knuttel: Niels dan kletspraatjes. Het voorstel van B. en W. in stemming ge bracht wordt aangenomen mot (25) algemte- ne stemmen. De heeren De Lange, Rotteveel, Mulder cu Eeidmans hebben tijdelijk de vergadering verlaten. Verder ia ingekomen een motie op de on langs gehouden vergadering van de S.D.A.P. aangenomen. Wordt voor kennisgeving aan genomen. Voorstel van den heer v. Eek inzake het oninbaar verklaren van de aanslagen tot f2000. De heer Van Eek licht dit voorstel toe, dat overeenkomt met een indertijd in Enschedé aangenomen maar later weer ingetrokken voorstel. Spr. acht het noodzakelijk duidelijk te zeg gen hoe men cr toe gekomen is dit voorstel nog te doen. Het was voor ons politiek nood zakelijk(de heer Oostdam: reclame te maken) met dit voorstel te komen, omdat er in de gemeente algomeeue verontwaardiging heerschte. Er is hier ook een economische noodzakelijkheid, n.l. het verder voortwoekeren vaji de demoralisatie tegen te gaan. Dan is er aiog een moreele reden; bet strijdt tegen de ze delijke wetten het geld te halen waar het niet is. Zeer heftig: Van de verwijten van de over zijde zullen we ons nieta aantrekken. Ons standpunt is dit, dat degenen die slacht offers zijn van het kapitalisme, niet mogen bij dragen om bet kapitalisme jn stand te houden. De „Leidsche Courant" heeft gewezen o. a. op Zaandam. Spreker wil daarop verder ingaan, omdat wat daar ge beurde ook hier kan plaats vinden, n.L dat de regeering haar vuile wasch door anderen laat opknappen. De Voorzitter vaR den apr. in de rede en vraagt of we nu zoo moeten doorgaan. Er is gelegeniieid gegeven dit voorstel toe te lich ten. Wat in Zaandam gebeurt slaat hier hee- lcmaal builen. De lieer v. Eek kan aan dezen wensch geen gevolg geven. De voorzitter vraagt of het voorstel ge steund wordt en stelt daarna voor dit punt dadelijk te behandelen. De heer Van Eek geeft dan ecu overzicht van den loop der zaken in Zaandam, waar men voor de hoogere autoriteiten gezwicht is. Dat wil spr. hier niet doen, omdat de toestand dan voortdurend erger wordt. Het is de taak van den Raad een andere opinie ingang te doen vinden. Dit voorstel wil niet anders, dan uitspreken wat werkelijkheid is. Dit geld i 3 oninbaar. Spr. schat het bedrag op 4K ton. Hoe-in dit tekort te voorzien? Deze vraag laat spr. onbeantwoord. Er zal niets anders over schieten dan dit bedrag over te brengen naar de begrooting van het volgend jaar. Men heeft gezegd dat het een reclame-voor- stel is. Daarvan trekken we ons echter niets aan. Als de Raad de moed heeft door te gaan, dan is dit voorstel toch een waarschuwing voor do bevolking. Laat men de vraag beantwoor den of het moet en als het moet, dan kan het ook. De heer De Lange zal den moed hebben dit voorstel te bestrijden, omdat hij 'liet acht onpractisch en onwettig. De heer Van Eek heeft bijzonder luid gesproken, waarschijnlijk om daarmede te vergoelijken het gebrek aan argumenten. De heer v. d. P o t: Volkomen juist! De heer De Lange: Iet voo:-u! n- praotisch. Allen mot oen inkomen van inind«■- •dan f 2000 krijgen een met f409 wrhoogdoni afErek. Spr. heeft oeu inwonende dochter die is aaugeslagen naar een inkomen van f 1600. Zij kun gemakkelijk haar aanslag betelen, maar de lieer Van Eek wil haar per sé vrij stellen. Wie dan voor haar betalen mooi weet spr. niet. Uit dit voorbeeld blijkt het onpractischo van het voorstel. Maar het is ^ok in strijd met de wet, met een wet die wij niet kunnen verzetten. De heer v. Eek: Nood breekt wet. De heer De Lange wijst verder cp wat de heer v. Eek »gezegd heeft van Enschedé, waar men, naar hij «elf zegt, hot voorstel heeft ingetrokken. Het voorstel is iti de eerste plaats in strijd met art. 175 van de Grondwet, dat zegt dat op het stuk van belastingen geen privilegiën mo gen worden gegeven. Bovendien is het z. i. ook in strijd met art, 243 (3) van de Gemeentewet dat zegt, dat de aftrek voor alle aanslagen op gelijken voet moet worden berekend. Spr. zal tegen dit voorstel stemmen. De heer Wi lm e r zal ook den durf .heb ben niet mest dit voorstel mee te gaan. Spr. heeft ook relaties met de arbeiders, maar hij zal die relaties gebruiken om hen te zeggen: de belasting is hoog, is t e hoog, maar als ge hot voorrecht hadt te wonen in een gemeente als Zaandam, waar -de socialisten do meerder heid hebben, dan zoudt ge nog veel meer moe ten betalen. In de Stadsgehoorzaal is gezegd dat men 't moet halen waar hot te halen is. Welnu, dat heeft men hier gedaan. De pro gressie is hier zoover mogelijk doorgevoerd, maar in Zaandam heeft men geheel zelfstan dig, zonder druk van de regeering, den moed gehad de anbeiders veel zwaarder, en de groote inkomens veel lager te belasten dan hier in Leiden. De heer Van Eek hebbe den moed dit to erkennen. In Zaandam betaak iemand met een inko men van f 1100 f 15.75 tegen hier f7.83, terwijl iemand met f 100,000 bikomen hier f 15797.07 betaalt en in Zaandam slechts f 12238.42. Spr. meent hiermede voldoende te hebben aangetoond dal wc hier te doen hebben mot een reclame-voorstel. De heer Knuttel geeft toe dat er iets go- daan moet worden in den geest als hier wordt voorgesteld. Alleen, vindt hij, dat hel indienen van dergelijke voorstellen niet iets is. waar de arbeiders beter van worden. Spr. heeft ook wel eens iets dergelijks voorgesteld, maar als hij dal doet. -dan is dat om den arbeiders een andoren weg te wijzen, «terwijl de 6oe.-de- moer at en de arbeiders met mooie belofter paaien, wat afdoende blijkt uit het socialisatie» rapport dat alles op de lange baan schuift. De beer v. d. P o t, wethouder, had niet zulk een uitvoering en politiek debat verwacht. Hij kan ziel» in hoofdzaak aansluiten bij de hee ren de Lange en Wihner. In de toelichting van den heer v. Eek is geen enkel argument aan gevoerde. Spr. meende eerst dat de 'heer v. Eek twee begrippen: oninbaar en onbelastbaar bedrag verwarde. Uit de toelichting blijkt echter dat hij onder een anderen naam het laatste wil, wat in absoluten strijd is met de wei. Onin baarverklaringen geschieden nioi ten gunsto van den belastingbetaler maar lor decharge voor den ontvanger. Spr. kan de partij niet compliinunteeren die uit politieke noodzakelijkheid dergelijke voor stellen moet doen. De heer v. Eek geeft toe dal dit voorstel onregelmatig, onbeholpen en onwettig is. Maar er is geen andere uilwog. De bedoeling van dit voorstel i6 mede do arbeiders er op tewijzen dat alleen de onder gang van het kapitalisme redding kan bren gen. Wat Zaandam betreft, spr. verdedigt geen partijgenooten die niet te verdedigen zijn, al moet met de andere omstandigheden rekening worden gehouden. De heer Pera zegt dat B. en W. adviscercn dit voorstel niet aan te nemen. In stemming gebracht wordt het verwor- p e n met 21 tegen 7 stemmen. Voor de soc.- dein. en do heer Knuttel. Dan is o. a. nog ingekomen oen verzoek ora premie-vrij pensioen voor gemeente-ambtena ren. De voorzitter zegt dat het advies in voorbereiding is. De heer v. Stralen dringt op spoed aan. De heer v. d. Pot, wethouder, zegt dat het hier een ver van gemakkelijke zaa'k betreft, daar hiermede een" bedrag van pl.m. f80.000 gemoeid is. De vraag is waar dit bedrag to vinden. Men kan het wel eenvoudig op do begrooting leggen, maar dan moet do belasting ook "voor de arbeiders alweer ver hoogd worden. Eindelijk is nog ontvangen een voorstel van deu lieer Knuttel om in verhand met do da ling van de kolenprijzen het vaste recht van Voor de Jeugd. wensch te ook in zijn gezin te leven s de Rabbijnen in de Synagogen dat p en. Hierin werd hij echter telkens Gpnderd door Sara's moeder, die in haar erg vijandig stond tegenover al wat f lienst heette en daarom telkens als begon te bidden of te lezen ruzie be- c maken met een van de kinderen of wel met Vader zelf. nu te laten merken, hoo valsch deze mkv was, gaan we even om het hoekje i' n op het oogenblik dat de voordeur icter Saartje gesloten werd en de jongens der liepen, nadat ze het meisje hadden [gebracht. >u vlerk van een meid," zoo begon ze tje aan -te spreken, „waarom ben je bij die jongens gaan staan, 't Is cigen- jouw schuld, dat je er zoo uitziet en loeren zoo vuil zijn geworden. Gauw je bed!" te liefelijke toespraak ging vergezeld verscheidene oorvegen e-n stompen, die verschillende plaatsen het lichaampje liet kleine schaap troffen, rdrietig trok ze naar haar kamertje, r ze haar tranen den vrjjen loop' liet, 1de zich uit en lag weldra onder de Ins. Hoe lang ze daar snikkend en hui gelegen had, wist ze den volgenden ^(gen niet meer. Wel voelde ze overal en hevige ^kloppingen in het hoofd. Ook Wim' en Gorrit waren bij hunne moeder in huis gekomen. Hier was het echter heel anders toegegaan. Moeder had ze eerst mee naar de keuken genomen om te wassclien.toen moesten beiden zich gaan uitkleeden en de hansopjes aandoen. Wim moest zijn broek, die stuk was, mee naar beneden brengen had Moeder gezegd. „En vertel me nu eens eerlijk wat er ge beurd is jongens!" Zoo begon Moeder en koek haar beide kinderen zóo ernstig en doordringend aan, dat Wim, die de klcinsto was, reeds de tranen in de oogen sprongen. „Neen, nu geen waterlanders". „Wil ik het maar vertellen, Moe?" „Goed, Gerrit". „Wim wou in eens achter een boom van daan loopen en toen liep hij per ongeluk togen Saartje Lelieveld aan. Toen we het kind thuisbrachten, hoeft dal wijf, die lee- lijke .oude Jodin„Stil Gerrit, niet scheiden. Je weet dat Moe dat nooit wil hebben en vast niet op Joden of Jodinnen. Immers onze lieve Heiland was zelf een Jood en zonder Hem zouden we toch allen ongelukkig zijn". „Nou, Ja Moe, dat's waar! Maar ze heeft Wim toen ook zoo gemeen geslagen en gestompt.". Dat is erg leelijk van haar, dat is zoo. Maar hoe komt Wim nu aan die scheur in zijn broek?" „O, hij is eerst ook al gevallen over een steen." „Wim, Wim, 'k geloof toch vast dat je veel te wild ben. Je moet wat bedaarder wor den, dan val je niet zoo gauw. Ga samen nu maar gauw naar bed. "t Is onderhand al negen uur geworden. Ga maar gauw slapen". Wim viel Moe om 'naar hals en kustte haar goeden nacht. Gerrit gaf Moe ook een nachtzoen en spoedig lagen beiden onder den wol. O,. school. Den dag, volgende op dien, waarop het verhaal in de vorige hoofdstukken gege ven, plaats vond, zien wc het zestal weer op school. Gerrit zit reeds in de hoogste klasse en Wim in de vierde, 'tls negen uur. Voor de klas, waar Wim zit, staat Mijnheer van Leeuwen, do pudste broer van Willem en Gerrit. Na gezang en gebed begint de onder wijzer: „Zeg Arthur van Straten, weet jij nog waarvan ik gisteren vertelde bij de Bijb. Geschiedenis?" „Van den Heere Jezus!" „Ja, maar daar van spreekt het heele Nieuwe Testament. Weet je het niet een beetje nader?" „Van van„Dan jij maar Dirk!" (De Bolle weel het ook niet, fluistert Ar thur, die naast Wim zit, dezen in het oor). Van de wonderbare genezing te Bethesda, zegt Dirk hardop, en krijgt een kleur zoo rood als vuur. „Juist zoo Dirk Nieuwen- huis. En wat zei de Heiland tegen dien man?" „Sta op, neem uw bed op, en wan del!" Maar die man kon niet loopen, hoe kon de Heere dan tegen hem zeggen: Sta op en wandel?" „Wel, de Heere gaf hem ook de kracht om zijn bevel to volbrengen". „Goed zo®! En nu jij Hendrik v.d. Linde, weet jij nog welke dag het was, toen dit gebeurde?" (Op Maandag, fluistert Arthur hem in). Maandag, zegt Henk hardop, want hij Rad stilletjes in zijn zak do knikkers zitten tellen, die hij voor schooltijd gewon nen had en daardoor niet goed geluisterd naar de vraag hem gedaan. „Hoe kom je nu aan zoo'n dom ant woord? Jij Wim, zeg jij het isT "Op Zater dag, want het was Sabbath." Dat 's ge meen! roept Henk plotseling hardop! Je zegt togen mij Maandag! „Stil jongens, nu hoor ik hel meteen. Dus je hebt voorgezegd, Wim, en je weet dat daar straf op staat. Om twaalf uur moet je bij mij komen." „Ik heb het niet gedaan, dat is niet waar!" .„Henk, heb jij het goed gehoord?" „Ja mijnheer". „Nu dan is het uit. Wim heeft straf'. Arthur hield zich onder dat alles dood kalm en zat in stille te lachen, dat hij er zoo fijn af kwam en dal Henk en Wim er zoo ingeloopen waren! 'k Wil geen verrader zijn, bromt Wim tegen Arthur, maar om twaalf uur zal ik het jo wel betaald zeLlen, wacht maar! 'lc Ben voor jou niks bang Bobbertjc bloedworst, zegt Arthur spot tend, nog voor geen twee, zooals jij. De rest van den ochtend gaal zonder bijzondere voorvallen voorbij, 't Is twaalf uur. Wim krijgt eene strafsom op cn allen verlaten de school. Nauwelijks zijn ze op het schoolplein ge komen of Wim stuift op Arthur af cn geeft dezen een fermen slomp. Daar „Spille been 1", dat is voor je lafheid! En hier nog wat! Dp tweede en derde werden echter op gevangen op Arthur's arm, die zich op zijn beurt ook niet onbetuigd liet. Weldra had cr een formeele vechtpartij plaats tusschen Wim en Arthur. De andere jongens ston den er om". i en vuurden de beide strij ders aan met allerlei uitdrukkingen als: toe maar; die is raak; nog zoo een paar; mis Bobbertje; zoo gaat ie goed, enz. Eindelijk werd Bobbertje op den grond geworpen en zette Spillebeen 'hem de knie op de borst, waarna hij mot zijn vuisten het gozic.ht van zijn vijand wou gaan be werken. Nu werd het den andoren jongens toch te machtig. „Dat 's gomeen", riepen ze, „nou is het genoeg". En in een oogenblik grepen twee, drie rappe jongens den laf— fen overwinnaar beet en trokken hom vam Wim af. "Wat is er toch gebeurd?" vroegen «u enkele meisjes, die eenigszins bang voor de ruwe vechtpartij, op een afstandje had den staan kijken. Niemand van do jongens wist. een antwoord te geven. Alleen Wim om Arthur kondon er op antwoorden, ma&Q heiden waren reeds huns weegs gegaan. (Wordt vorvolgdjü

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1921 | | pagina 5