/vee-de Blad.
BINNENLAND.
nsdag 2 Februari 1921
I..
n. p
MORGENROOD IN RUSLAND.
laaai Rusland denken, idicmken we
ceunig aan liot Bodsjewisinc en
den jammer en ellende, die door de
S ifilen over dit ongoluiklri.se kurbd ge
il ds.'Gode zij dank, en zijn ook heer-
si jbtgronden in <lit 'Land, benichiten,
met. groote blijdschap vervullen,
[een vreemdeling is op hot gebied
en uitwendige zending, ikenit den
vain den Duitschen prediiikaimt E.
Deze os de man, dde "telkens
g, ingesproken, dat hij de eerstvoslgen-
n een (girooite godsdienstige opwek-
RusLand verwacht, die vam besJis-
invloed voor Noord-Europa zal
Hij is zich bewust, dat veden met
g i op den loogenblikkedijken toestand
opa zulk een verwachting met een
eliik hoofdschudden zullen cuunhoo-
cell Pastor Lolimainn as zoo zeker
it hij verwacht, dat zelfs de schijn-
verwiiiKningen van het Bolsjewisme
,n haat tegen allien godsdienst, dat
aiiet op een dwaalspoor laat lor en-
el ziet het. er in elk opzicht troost-
t. in Rusland en schijnbaar triomfec-
oord en leugen, maar desoiettegen-
je ziet hij het eerste matte Jicht van
f feu wen dageraad.
ir Lolimainin wijst er nu in „Sonmen-
op, dat in Moskou, de stad van
in Drot-akn, 'in den afgeloopon zomer
nbaire samenkomst heefit plaats ge-
Russosche Stundisten en Bap-
g Hot. gevolg was, dat een Russische
'mg van Evangelische Chui»temen
ten tot stand kwam. Er werden
turen .gekozen, een voor St. Pe
en een voor Mookou, die ge-
ijk de leading hebben. De „Evange-
Cludstemen" zijn de „gemeenschap
een vrucht zijn van de opwek-
weging uit de dagen van Lord
en wier leiders Pasclukow, graaf
:n andoren waren. Door het samen-
■an de Evaogdlisohe Christenen en
ten ds het aiiet uitgesloten, dat een
•Russische Evangelische kerk ge
wordt. De Sovjebregeering heefit nu
ze, eens zoo bloedig vervolgde Sbum-
het privilegie gegeven van de
itgave, wat tot hiertoe het mono-
wis van de orthodoxe Staatskerk,
ize Staatskerk schijnt het achteruit
Het volk maakt zich om massa's
kerken los, moet uit godsdienstige
jheid, maar wijl het ernstig do
zocht. Zelfs wordt gemold, dat
iters te Moskou de kerken ter be-
atellen van het Leger des Hei Is.
verschillende doelen vam R.usland
berichten, die ons zeggen, welk
dangen er ds haar hot Evangelie.
Iweedsche zCndcllimg Olson schrijft
/ladiwoetock„Alles, wat ik hoorde
.Ion honger naar Gods Woord in Rus-
li is waar. Overal waar dik kwam, heb
Jzien, dat er een honger maar het
ds, niet alleen bij do onderste
i der samenleving, maar ook -in be-
fde kringen. Ik za.g hoe dc mensohen
ramen dia de oogen kwamen en smeek-
lait men voor hen bidden zonzij
en er op aan, dat men predikers van
ivangoLie zou zenden. Zoowel 's Dior
's avomds .hadden we talrijke toe
dag en nacht kwamen de men-
tot ons. Wij zagen aangrijpende
Jen. De zielen schreien tot God om
ernstig het verlangen naar den
len God as, bewijst ook de vraag
Bijbels. In de provincie betaalt men
12.000 roebels voor een Bijbel, die
''ijk te bekomen is. In een brief uit
aietersbung sohrijfit een Russische pre-
2 die daar evamgelisatde-eamenkom-
grondt„Het schijnt mij, dat wij thans
n tijd leven, die mot geen vroegoren
gelijken is." En een Russische zuster
fl ft d.d. 20 Juni 1920„Wij hadden on-
16 in Moskou een conferentie en ik
den indruk, dat God aam ons arme
tand zulk een opwekking schenken
Pd als wij miet verwachten durfden. Ge
streken wonden tot Christus ge-
gï't en het verlamgen maar Bijbels en
"%elijke lectuur wordt hoe langer hoe
Er zijn teekemen van een komende
Joking, welke naar mijn meening over
1 Europa komen en hier beginnen
zal. Van silo zijden vinaagt men naar evan
gelisten."
Hek is van .belang, dat reeds nu .uit R us
land .bericht wordt, van welk een betecke-
nifl voor deze geestelijke opwekking de uit
Duiilschland teruggekeerde Russische
krijgsgevangenen zijn, die in hum gevan
genschap (tot beikoering kwamen. Men
neemt aam, dat ongeveer 3000 bekeerde
Russen uit DuitsehLamd vertrokken zijn,
van wie velen siu ovamgelieaa bic werk doen.
Ongetwijfeld zal er nog een dijdenstijd
komen, een tijd vam bloed en tranen, maar
op .dezen weg des kruis-es zal de overwin
ning komen. Ook vam. de volken vam
Europa os er geen andere weg 'tot redding
om uit den vertwijfelden toestand te ko
men, dam waarachtige bokoering iboit den
'levenden God. Alle politieke maatregelen
zuiden waardeloos zijn, wammeer do volken
zich miet tot Christus wenden. Het moet
komen tot een vóór of tegen Christuser
moet een besliste keuze gedaan worden.
(„Nedenl.")
In art. 2 van het Koninklijk besluit van
31 December 1920, waarin bedoelde voor-
vsohiiften worden gegeven, is nu echter be
paald, dat het schoolbestuur aan den inspec-
/teur een volledige lijst van alle sollicitanten
(ook dus van hen, die voor het schoolbe
stuur door hun beginselen volstrekt on
aannemelijk zijn), moet inzenden.
Zou de Minister ook willen mededeelen
waarom dit voorschrift zoo algemeen is
gemaakt en de kans op meeningsverschil
tusschen de inspectie en het schoolbestuur
aanzienlijk is vermeerderd?
Prof. Dr. H. Bavinck.
De toestand van» Professor Bavinck is,
volgens de laatste berichten, zeer zorgelijk.
Men schrijft aan de Rot t. erdamraer;
Wié ontroerde niet bij het laatste veelzeg
gende bericht omtrent Prof. Bavinck:
„Hoop op beterschap wordt niet moer ge
koesterd". Ontroerd staat immers bij zulk
oen tijding, ieder die hot voorrecht heeft
hem te kennen?
Hij, het 6ieraad voor iedcron kring waar
van hij deel uitmaakt., de man dio geen
vijanden heeft. Niemand wil eigenlijk Ba
vinck misson.
Hoe schoolden in de Eerste Kamer, ale
hij het woord voeren ging, letterlijk allo
leden zich om hem heen, opdat geen woord
van zijn rede, geen klank van zijn muzikale
etern, geen gebaar of oogbeweeg hun ont
gaan zou. Hem die man uit één stuk, den
geleerde, den deftige, den redenaar, den
trouwen oprechten vriend, den Christen
bovenal, ieder waardeerde hom, ook in niet-
geostverwanto kringen. Het sobere, maar tot
zooveel bittore droefheid stemmende be
richt, kan niet anders dan ontroeren. Even
kort en eenvoudig als het daar tot ons
"komt, symbool van den man wien hot geldt
6nijdt. het duizenden door het hart.
En zulks wel het allermeest het Gerefor-
mewcfo-deel onzes volk6, wiens vertrouwens
man Prof. Bavinck is. Daar zijn tranen ge
schreid bij het lijden en sterven van Dr.
Kuyper; in broeden kring wordt het onher
stelbaar verlies gevoeld.
Maar zou het bij het „achteruitgaan"
van Dr. Bavinck wel Yeel minder wezen?
Hoe gevoelen „onze menschen" zich wel
te moede? Hadden zij dit wel verwacht? De
meest rijpe vruchten zou Dr. Bavinck ons
in de komende levensjaren geleverd heb
ben, en nu?
0! men moet het lijden zien, als schrij
ver dezes die hem bezocht.; dat aftakelen
van het lichaam, dat matte oog, die weg
slinkende krachten, en anderzijds dat ver
langen naar hervatting van den arbeid,
doch waartoe de kracht ontbreekt.
Dan ontroert men niet alleen, maar dan
springen de tranen in hot oog, en het ge
bed welt naar boven: dat God hem ons
toch nog eo'nige jaren late. Wat moet er
toch van het schip van Staat en Kerk te
recht komen zoo redoneeren wij al6 men
schen als de Heere de meest, bekwame en
ervaren kapiteins en stuurlieden thuis-
haalt? Stellig, Hij kan en zal zorgen.
Mtpt aar ons is het.. Hem ernstig, als
één man aan te roepen, opdat zoo moge
lijk dezo nieuwe slag van ons worde af
geweerd. Daartoe op te wekken is het doel
van dit schrijven. De God van Hiskia
leeft, nog!
Uitvoering art. 89 L. 0.
Door den heer De Waal Malefijt is aan
den Minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen, betreffende de uitvoering
van art. 89, 6de lid, der Lager Onderwijs
wet, het volgende gevraagd:
Bij de beraadslaging over de Lager-on-
derwijswet in deze Kamer op 6 October
1920 is er door mij bij den Minister op aan
gedrongen, dat Zijn Exoellentie in de uit te
vaardigen nadere voorschriften ^pitrent dc
uitvoering van art. 89, 6de lid, Lager-on-
derwijswet zou willen doen uitkomen, dat
het schoolbestuur niet verplicht is opgave
te doen van alle sollicitanten, maar alleen
ten aanzien van die sollicitanten die voldoen
wat het beginsel aangaat, het advies van
den inspecteur behoeft te vragen.
GEMEENTERAAD LEIDEN.
De heer v. Stralen meent verder dat nog
gedaan kan worden om werk te verschaf
fen. Men zou -b.v. "dc singels kunnen gaan be
straten.
De heer De Lange heeft met groote be
langstelling de beschouwingen gehoord, maar
vraagt of we nu niet geheel buiten de orde
zijn. We hebben liier een verzoek van den Be-
stuurdersbond, on onderwijl geeft de voorzitter,
tegen het reglement van orde in, gelegenheid
tot het stollen van vragen. Hij stelt voor- het
verzoek van den Bestuurdersbond in handen
te stellen van B. en W. om advies.
Dc voorzitter zegt dat B. en W. van
moening. waren dat het beter was, deze urgen
te zaken op deze wijze te behandelen. De heer
Bots heeft enkele mcdedeelingen gedaan en
nu is het voor B. cji W. van veel belang te
welen of do Raad hierin kan meegaan. B. en
W. hebben aan deze moeilijke zaak zeer-veel
aandacht geschonken. Het is heel gemakkelijk
hierover in den breéde te spreken, 'raaar hier
bij moot terdege worden gerekend met de ge-
meentefinanciën. De zaak zou gemakkelijker
ziju als men te doen had met workloozen, die
rechtschapen menschen zijn, maar dat is niet
altijd het geval. -
De heer Do Lange hoeft tegen dit alles
geen bezwaar, maar hij wenscht behoorlijke
behandeling en vraagt daarom prae-advies.
"De heer Eerdmans gaat hiermee volko
men accoord. Het gaat niet aan over derge
lijke belangrijke zaken maar onvoorbereid te
handelen.
De heer v. d. Lip stelt voor deze zaak
spoedeischend të verklaren. Dan is alles in
orde.
De 'heer De Lange zegt dat dit met andere
woorden eenzelfde voorstel is als het zijne.
De heer Knuttel zegt dat er reeds een
prae-advies is.
De voorzitter leest nog eens de voor-
stollen van B. en W. voor en brengt dan in
stemming de vraag of deze zaak als spoed
eischend kan worden beschouwd.
De heer Eerdmans zegt dat het spoed
eischend verklaren van een voorstel als dit in
strijd is met den geest van de Gemeentewet.
De heer W i 1 ra o r meent dat het hier za
ken betreft, waarmede alle raadsleden op de
hoogte zijn, zoodat er tegen directe behande
ling geen bezwaar is. Bovendien er is inder
daad haast bij deze zaak.
De heer De Lange critiseert het beleid
van B. en W. Het verzoek is gedateerd 6 Ja
nuari, zoodat er alle gelegenheid was geweest
dit punt op de agenda te plaatsen.
De voorzitter brengt thans zijn voorstel
in stemming. Het wordt aangenomen met 23
tegen 5 stemmen. Tegen de heeren Sijlsma, De
Lange, Rotteveel, Mulder en Eerdmans.
De heer Eerdmans zal aan deze beraad
slaging geen deel nemen. Hij verwijdert zich.
Mevr. Dubb eldeman: Hé hél
Do heer D ubbol d em ah: Daar zullen de
arbeiders niet veel aan missen.
Do heer Knuttel: Deed-ie, dat maar al
tijd.
De heer Heemskerk juicht liet optreden
van B. on W. in het algemeen toe. Hij wenscht
enkele opmerkingen te maken over wat de heer
v. Stralen heeft gezegd. Deze heeft gezegd, dat
metaalbowerlceTS in de bouwvakken ook wol
als grondwerkers kunnen werken, terwijl nog
vele geschoolde grondwerkers zondor werk zijn.
Wat betreft de ^iorloopige uitkeeringen, zou hij
't toejuichen indien dit plaats vond door middel
van de organisatiën. Verder vraagt hij of het
gevraagde bedrag niet te klein is.
Wat, betreft do beweerde achteruitstelling
van niet-katholieke arbeiders, zegt spr. dat
hem do klacht bereikte dat katholieke arbeiders
stelselmatig werden geweerd. Hij heeft zich
toen in verbinding gesteld met den aannemer,
die verklaarde dat hij tegen die arbeiders geen
bezwaar had. In verband daarmee heeft spr.
den uitvoerder van het werk een lijst Yan ka
tholieke arbeiders ter hand gesteld.
De heer Knuttel spreekt er zijn teleur
stelling over uit, dat deze zaak eerst nu
aan de orde komt.
Hij meent dat de eisch gesteld moet worden:
het volle loon voor productief of niet-
produclicf werk; hij kan dit te gemakkelijker
doen omdat zijn partijgenoot-en in Rusland
niet anders handelen.
De heer S ij t s m a: laat Rusland er maar
buiten.
Do heer Knuttel zeer heftig, zegt dat
het hier een te ernstige zaak betroft om duarop
laffe grapjes te maken. (Gelach). Spr. wekt
de arbeiders op, te zorgen dat zij krijgen j
waarop zij recht hebben. Verder critiseert spr.
de voorstellen van B. en W. waarmee geen
genoegen kan worden genomen.
De heer Bots, woth., licht de voorstellen
van B. en W. nog nader toe. Het aantal werk-
loozen schommelt tusschen de 5 en 600.
De heer S ij t s m a tol de heer v. Stra
len: hoo kom jij dan tot 1000?
De lieer v. Stralen zegt dat er nog
velen zijn die er geen belang bij hebben zich
to laten inschrijven. Hij zegt nadere" voorstellen
van de Soc. Dein. raadsfractie toe. inzake de
wering van niet-katholieke arbeiders houdt hij
zijne lezing slaande.
De heer Mulder zegt, dat de heer v. Stra
len #van verschillende dingen beter had kunnen
zwijgen. Hij sprak b.v. yan werkioozo grond
werkers, maar we hebben hier geen grondwer
kers. Dan wil hij dc 6ingels bestraten,
maar hier zijn geen stratenmakers. Will u het
door schilders laten doen? Timmerlieden en
metselaars zijn hier niet werkloos: die cr zyn,
zijn dezelfden die het gehcele jaar over de
bruggen hangen. Schilders en behangers we
ten vooruit dat ze 's winters zonder werk zijn.
Buitenwerk laten verrichten door deze men
schen zalgeen verstandig meusch doen.
De heer Knuttel moest nu maar eens uitschei
den Rusland cr bij te halen. Er is daar geen
wcric en als er werk is, dan dwingt men ze
met de zweep of de kogel.
De 'heer Knuttel: Niels dan kletspraatjes.
Het voorstel van B. en W. in stemming ge
bracht wordt aangenomen mot (25) algemte-
ne stemmen.
De heeren De Lange, Rotteveel, Mulder cu
Eeidmans hebben tijdelijk de vergadering
verlaten.
Verder ia ingekomen een motie op de on
langs gehouden vergadering van de S.D.A.P.
aangenomen. Wordt voor kennisgeving aan
genomen.
Voorstel van den heer v. Eek inzake het
oninbaar verklaren van de aanslagen tot f2000.
De heer Van Eek licht dit voorstel toe,
dat overeenkomt met een indertijd in Enschedé
aangenomen maar later weer ingetrokken
voorstel.
Spr. acht het noodzakelijk duidelijk te zeg
gen hoe men cr toe gekomen is dit voorstel
nog te doen. Het was voor ons politiek nood
zakelijk(de heer Oostdam: reclame te
maken) met dit voorstel te komen, omdat er
in de gemeente algomeeue verontwaardiging
heerschte. Er is hier ook een economische
noodzakelijkheid, n.l. het verder voortwoekeren
vaji de demoralisatie tegen te gaan. Dan is er
aiog een moreele reden; bet strijdt tegen de ze
delijke wetten het geld te halen waar het niet
is. Zeer heftig: Van de verwijten van de over
zijde zullen we ons nieta aantrekken.
Ons standpunt is dit, dat degenen die slacht
offers zijn van het kapitalisme, niet mogen bij
dragen om bet kapitalisme jn stand te houden.
De „Leidsche Courant" heeft gewezen o.
a. op Zaandam. Spreker wil daarop
verder ingaan, omdat wat daar ge
beurde ook hier kan plaats vinden, n.L dat de
regeering haar vuile wasch door anderen laat
opknappen.
De Voorzitter vaR den apr. in de rede
en vraagt of we nu zoo moeten doorgaan. Er
is gelegeniieid gegeven dit voorstel toe te lich
ten. Wat in Zaandam gebeurt slaat hier hee-
lcmaal builen.
De lieer v. Eek kan aan dezen wensch geen
gevolg geven.
De voorzitter vraagt of het voorstel ge
steund wordt en stelt daarna voor dit punt
dadelijk te behandelen.
De heer Van Eek geeft dan ecu overzicht
van den loop der zaken in Zaandam, waar
men voor de hoogere autoriteiten gezwicht is.
Dat wil spr. hier niet doen, omdat de toestand
dan voortdurend erger wordt. Het is de taak
van den Raad een andere opinie ingang te
doen vinden. Dit voorstel wil niet anders, dan
uitspreken wat werkelijkheid is. Dit geld i 3
oninbaar. Spr. schat het bedrag op 4K ton.
Hoe-in dit tekort te voorzien? Deze vraag laat
spr. onbeantwoord. Er zal niets anders over
schieten dan dit bedrag over te brengen naar
de begrooting van het volgend jaar.
Men heeft gezegd dat het een reclame-voor-
stel is. Daarvan trekken we ons echter niets
aan. Als de Raad de moed heeft door te gaan,
dan is dit voorstel toch een waarschuwing voor
do bevolking. Laat men de vraag beantwoor
den of het moet en als het moet, dan kan
het ook.
De heer De Lange zal den moed hebben
dit voorstel te bestrijden, omdat hij 'liet acht
onpractisch en onwettig. De heer
Van Eek heeft bijzonder luid gesproken,
waarschijnlijk om daarmede te vergoelijken
het gebrek aan argumenten.
De heer v. d. P o t: Volkomen juist!
De heer De Lange: Iet voo:-u! n-
praotisch. Allen mot oen inkomen van inind«■-
•dan f 2000 krijgen een met f409 wrhoogdoni
afErek. Spr. heeft oeu inwonende dochter die
is aaugeslagen naar een inkomen van f 1600.
Zij kun gemakkelijk haar aanslag betelen,
maar de lieer Van Eek wil haar per sé vrij
stellen.
Wie dan voor haar betalen mooi weet spr.
niet. Uit dit voorbeeld blijkt het onpractischo
van het voorstel.
Maar het is ^ok in strijd met de wet, met
een wet die wij niet kunnen verzetten.
De heer v. Eek: Nood breekt wet.
De heer De Lange wijst verder cp wat
de heer v. Eek »gezegd heeft van Enschedé,
waar men, naar hij «elf zegt, hot voorstel heeft
ingetrokken.
Het voorstel is iti de eerste plaats in strijd
met art. 175 van de Grondwet, dat zegt dat op
het stuk van belastingen geen privilegiën mo
gen worden gegeven.
Bovendien is het z. i. ook in strijd met art,
243 (3) van de Gemeentewet dat zegt, dat de
aftrek voor alle aanslagen op gelijken voet
moet worden berekend.
Spr. zal tegen dit voorstel stemmen.
De heer Wi lm e r zal ook den durf .heb
ben niet mest dit voorstel mee te gaan. Spr.
heeft ook relaties met de arbeiders, maar hij
zal die relaties gebruiken om hen te zeggen:
de belasting is hoog, is t e hoog, maar als ge
hot voorrecht hadt te wonen in een gemeente
als Zaandam, waar -de socialisten do meerder
heid hebben, dan zoudt ge nog veel meer moe
ten betalen. In de Stadsgehoorzaal is gezegd
dat men 't moet halen waar hot te halen is.
Welnu, dat heeft men hier gedaan. De pro
gressie is hier zoover mogelijk doorgevoerd,
maar in Zaandam heeft men geheel zelfstan
dig, zonder druk van de regeering, den moed
gehad de anbeiders veel zwaarder, en de
groote inkomens veel lager te belasten dan
hier in Leiden.
De heer Van Eek hebbe den moed dit to
erkennen.
In Zaandam betaak iemand met een inko
men van f 1100 f 15.75 tegen hier f7.83, terwijl
iemand met f 100,000 bikomen hier f 15797.07
betaalt en in Zaandam slechts f 12238.42.
Spr. meent hiermede voldoende te hebben
aangetoond dal wc hier te doen hebben mot
een reclame-voorstel.
De heer Knuttel geeft toe dat er iets go-
daan moet worden in den geest als hier wordt
voorgesteld. Alleen, vindt hij, dat hel indienen
van dergelijke voorstellen niet iets is. waar de
arbeiders beter van worden. Spr. heeft ook wel
eens iets dergelijks voorgesteld, maar als hij
dal doet. -dan is dat om den arbeiders een
andoren weg te wijzen, «terwijl de 6oe.-de-
moer at en de arbeiders met mooie belofter
paaien, wat afdoende blijkt uit het socialisatie»
rapport dat alles op de lange baan schuift.
De beer v. d. P o t, wethouder, had niet zulk
een uitvoering en politiek debat verwacht. Hij
kan ziel» in hoofdzaak aansluiten bij de hee
ren de Lange en Wihner. In de toelichting van
den heer v. Eek is geen enkel argument aan
gevoerde.
Spr. meende eerst dat de 'heer v. Eek twee
begrippen: oninbaar en onbelastbaar bedrag
verwarde. Uit de toelichting blijkt echter dat
hij onder een anderen naam het laatste wil,
wat in absoluten strijd is met de wei. Onin
baarverklaringen geschieden nioi ten gunsto
van den belastingbetaler maar lor decharge
voor den ontvanger.
Spr. kan de partij niet compliinunteeren die
uit politieke noodzakelijkheid dergelijke voor
stellen moet doen.
De heer v. Eek geeft toe dal dit voorstel
onregelmatig, onbeholpen en onwettig is.
Maar er is geen andere uilwog.
De bedoeling van dit voorstel i6 mede do
arbeiders er op tewijzen dat alleen de onder
gang van het kapitalisme redding kan bren
gen. Wat Zaandam betreft, spr. verdedigt geen
partijgenooten die niet te verdedigen zijn, al
moet met de andere omstandigheden rekening
worden gehouden.
De heer Pera zegt dat B. en W. adviscercn
dit voorstel niet aan te nemen.
In stemming gebracht wordt het verwor-
p e n met 21 tegen 7 stemmen. Voor de soc.-
dein. en do heer Knuttel.
Dan is o. a. nog ingekomen oen verzoek ora
premie-vrij pensioen voor gemeente-ambtena
ren.
De voorzitter zegt dat het advies in
voorbereiding is.
De heer v. Stralen dringt op spoed aan.
De heer v. d. Pot, wethouder, zegt dat het
hier een ver van gemakkelijke zaa'k betreft,
daar hiermede een" bedrag van pl.m. f80.000
gemoeid is. De vraag is waar dit bedrag to
vinden. Men kan het wel eenvoudig op do
begrooting leggen, maar dan moet do belasting
ook "voor de arbeiders alweer ver
hoogd worden.
Eindelijk is nog ontvangen een voorstel van
deu lieer Knuttel om in verhand met do da
ling van de kolenprijzen het vaste recht van
Voor de Jeugd.
wensch te ook in zijn gezin te leven
s de Rabbijnen in de Synagogen dat
p en. Hierin werd hij echter telkens
Gpnderd door Sara's moeder, die in haar
erg vijandig stond tegenover al wat
f lienst heette en daarom telkens als
begon te bidden of te lezen ruzie be-
c maken met een van de kinderen of
wel met Vader zelf.
nu te laten merken, hoo valsch deze
mkv was, gaan we even om het hoekje
i' n op het oogenblik dat de voordeur
icter Saartje gesloten werd en de jongens
der liepen, nadat ze het meisje hadden
[gebracht.
>u vlerk van een meid," zoo begon ze
tje aan -te spreken, „waarom ben je
bij die jongens gaan staan, 't Is cigen-
jouw schuld, dat je er zoo uitziet en
loeren zoo vuil zijn geworden. Gauw
je bed!"
te liefelijke toespraak ging vergezeld
verscheidene oorvegen e-n stompen, die
verschillende plaatsen het lichaampje
liet kleine schaap troffen,
rdrietig trok ze naar haar kamertje,
r ze haar tranen den vrjjen loop' liet,
1de zich uit en lag weldra onder de
Ins. Hoe lang ze daar snikkend en hui
gelegen had, wist ze den volgenden
^(gen niet meer. Wel voelde ze overal
en hevige ^kloppingen in het hoofd.
Ook Wim' en Gorrit waren bij hunne
moeder in huis gekomen. Hier was het
echter heel anders toegegaan. Moeder had
ze eerst mee naar de keuken genomen om
te wassclien.toen moesten beiden zich gaan
uitkleeden en de hansopjes aandoen. Wim
moest zijn broek, die stuk was, mee naar
beneden brengen had Moeder gezegd.
„En vertel me nu eens eerlijk wat er ge
beurd is jongens!" Zoo begon Moeder en
koek haar beide kinderen zóo ernstig en
doordringend aan, dat Wim, die de klcinsto
was, reeds de tranen in de oogen sprongen.
„Neen, nu geen waterlanders". „Wil ik het
maar vertellen, Moe?" „Goed, Gerrit".
„Wim wou in eens achter een boom van
daan loopen en toen liep hij per ongeluk
togen Saartje Lelieveld aan. Toen we het
kind thuisbrachten, hoeft dal wijf, die lee-
lijke .oude Jodin„Stil Gerrit, niet
scheiden. Je weet dat Moe dat nooit wil
hebben en vast niet op Joden of Jodinnen.
Immers onze lieve Heiland was zelf een
Jood en zonder Hem zouden we toch allen
ongelukkig zijn". „Nou, Ja Moe, dat's waar!
Maar ze heeft Wim toen ook zoo gemeen
geslagen en gestompt.". Dat is erg leelijk
van haar, dat is zoo. Maar hoe komt Wim
nu aan die scheur in zijn broek?" „O, hij
is eerst ook al gevallen over een steen."
„Wim, Wim, 'k geloof toch vast dat je veel
te wild ben. Je moet wat bedaarder wor
den, dan val je niet zoo gauw. Ga samen
nu maar gauw naar bed. "t Is onderhand
al negen uur geworden. Ga maar gauw
slapen". Wim viel Moe om 'naar hals en
kustte haar goeden nacht. Gerrit gaf Moe
ook een nachtzoen en spoedig lagen beiden
onder den wol.
O,. school.
Den dag, volgende op dien, waarop het
verhaal in de vorige hoofdstukken gege
ven, plaats vond, zien wc het zestal weer
op school. Gerrit zit reeds in de hoogste
klasse en Wim in de vierde, 'tls negen
uur. Voor de klas, waar Wim zit, staat
Mijnheer van Leeuwen, do pudste broer
van Willem en Gerrit.
Na gezang en gebed begint de onder
wijzer:
„Zeg Arthur van Straten, weet jij nog
waarvan ik gisteren vertelde bij de Bijb.
Geschiedenis?"
„Van den Heere Jezus!" „Ja, maar daar
van spreekt het heele Nieuwe Testament.
Weet je het niet een beetje nader?" „Van
van„Dan jij maar Dirk!"
(De Bolle weel het ook niet, fluistert Ar
thur, die naast Wim zit, dezen in het oor).
Van de wonderbare genezing te Bethesda,
zegt Dirk hardop, en krijgt een kleur zoo
rood als vuur. „Juist zoo Dirk Nieuwen-
huis. En wat zei de Heiland tegen dien
man?" „Sta op, neem uw bed op, en wan
del!" Maar die man kon niet loopen, hoe
kon de Heere dan tegen hem zeggen: Sta
op en wandel?" „Wel, de Heere gaf hem
ook de kracht om zijn bevel to volbrengen".
„Goed zo®! En nu jij Hendrik v.d. Linde,
weet jij nog welke dag het was, toen dit
gebeurde?" (Op Maandag, fluistert Arthur
hem in). Maandag, zegt Henk hardop, want
hij Rad stilletjes in zijn zak do knikkers
zitten tellen, die hij voor schooltijd gewon
nen had en daardoor niet goed geluisterd
naar de vraag hem gedaan.
„Hoe kom je nu aan zoo'n dom ant
woord? Jij Wim, zeg jij het isT "Op Zater
dag, want het was Sabbath." Dat 's ge
meen! roept Henk plotseling hardop! Je
zegt togen mij Maandag!
„Stil jongens, nu hoor ik hel meteen.
Dus je hebt voorgezegd, Wim, en je weet
dat daar straf op staat. Om twaalf uur
moet je bij mij komen."
„Ik heb het niet gedaan, dat is niet
waar!" .„Henk, heb jij het goed gehoord?"
„Ja mijnheer". „Nu dan is het uit. Wim
heeft straf'.
Arthur hield zich onder dat alles dood
kalm en zat in stille te lachen, dat hij er
zoo fijn af kwam en dal Henk en Wim er
zoo ingeloopen waren! 'k Wil geen verrader
zijn, bromt Wim tegen Arthur, maar om
twaalf uur zal ik het jo wel betaald zeLlen,
wacht maar! 'lc Ben voor jou niks bang
Bobbertjc bloedworst, zegt Arthur spot
tend, nog voor geen twee, zooals jij.
De rest van den ochtend gaal zonder
bijzondere voorvallen voorbij, 't Is twaalf
uur. Wim krijgt eene strafsom op cn allen
verlaten de school.
Nauwelijks zijn ze op het schoolplein ge
komen of Wim stuift op Arthur af cn geeft
dezen een fermen slomp. Daar „Spille
been 1", dat is voor je lafheid! En hier nog
wat! Dp tweede en derde werden echter op
gevangen op Arthur's arm, die zich op zijn
beurt ook niet onbetuigd liet. Weldra had
cr een formeele vechtpartij plaats tusschen
Wim en Arthur. De andere jongens ston
den er om". i en vuurden de beide strij
ders aan met allerlei uitdrukkingen als:
toe maar; die is raak; nog zoo een paar;
mis Bobbertje; zoo gaat ie goed, enz.
Eindelijk werd Bobbertje op den grond
geworpen en zette Spillebeen 'hem de knie
op de borst, waarna hij mot zijn vuisten
het gozic.ht van zijn vijand wou gaan be
werken. Nu werd het den andoren jongens
toch te machtig. „Dat 's gomeen", riepen
ze, „nou is het genoeg". En in een oogenblik
grepen twee, drie rappe jongens den laf—
fen overwinnaar beet en trokken hom vam
Wim af.
"Wat is er toch gebeurd?" vroegen «u
enkele meisjes, die eenigszins bang voor
de ruwe vechtpartij, op een afstandje had
den staan kijken. Niemand van do jongens
wist. een antwoord te geven. Alleen Wim om
Arthur kondon er op antwoorden, ma&Q
heiden waren reeds huns weegs gegaan.
(Wordt vorvolgdjü