sisss
(Tweede Blad.
dkterdag 22 Januari 1920
Edeler dan die te
Tiiessalonica.
En dezen waren edeler dan die te
Thessalónica waren, als die het Woord
ontvingen met alle toegenegenheid, on
derzoekende dagelijks de Schriften, of
doze dingen alzoo waren. Hand. 17 11.
akend is wat aan Paulus op zijn groote
jngsrei^te Thcssalonica overkomen is
koopmanstad en machtige ha-
(etact had Paulus zijn missionairen ar-
aangevangen, en, doende naar zijn
gewoonte, had hij zich op den Sabbat
de Synagoge begeven, daar de Schrif
des Ouden Testaments geopend, en de
jvuiting van al die ceremoniën, beloften
Tofetiën m den Christus Gods verkon-
«et dit gevolg, dat de Heore sijs arbeid
jfelijk zegende, want velen kwamen tot
Sol en bokeering. Van de godsdienstige
,Jcken een grooto menigte, en van de voor-
vrouwen niet weinigen. Maar dit
«t, gelijk u> begrijpen is, den Joden naar
vleesch lang niet aan, zij worden met
I vervuld en peinzen op middelen
dien gehaton Paulus, wiens prediking
J grool«i opgang maakte, uit ïhessalo-
n verwuderd te krijgen. Lang behoeven
iet over middelen hiertoe na ie denken,
t de stad borgt veel gemeen volk in
-Ta"laag allooï waren
over. Hot besluit is spoedig geno-
ze zullen zich verzekeren van den
at der „marktboeven", dio voor geld en
woorden tot alles in staat zijn
jnarktbocven" verwekken een op-
•J°enpMn, aan™l op hot huis van jl
B cn 7las hun intrek geuo-
hadden, nemen Jason en ecnige broc-
gevangen, brengen hen voor de ovcr-
n de gebruikelijke bcschuldiaum-
IC de wereld in roer hebben gesteld, zijn
v,™ m 8,oedc stad Theasalonica
«men, prediken do revolutie, doen tegen
en Yan den keizer, en zeggen dat er
andere koning, namelijk Jozus is.
fn^feren,Vail.Thcssalo,lica voorz.on
toeleg om hun het leven te benemen
lf §€recT^teI,^n moord, en zorgen er
irn^tP^ÜUV€? SiU ia d« S v.»
bein»1Nk .naar Bcréa kunnen
Ik omen En daar in dat lieflijke Berea
Paulus, w-ien de nood is opgelegd, on-
groten voort het heerlijko Evangolio des
"l j verkondigen. Hij opent de Schril-
I des Ouden Verbonds, predikt, den bo-
Vfdcn Messias m den gekruisigden en f c-
Jiondon Christus. Hier mag hij zijn ar-
«Tiil des Heeren wijngaard vrij en onge
ëerdvernehten. en zeer voel vrucht op
li apostolischon arbeid zien.
van ontvangt een
-4lnff iv 1 getuigenis, dat in de Heilige
djrift «spressolijk is opgoteekond: zij wa-
I odeier dan die te Thessalonita.
-OU getuigenis is karakteristiek, het.
[gevleugeld woord geworden, en het
^dt^ zelfs bij wijze van spreekwoord go
ft'JS'f niet d7 hot eIag teonschen
5 Beréa nobeler was dan in Thessalonita,
l üi Thê l oneotwijfeld waar wi£
El in Thessalónica, maar niet in Berca
rden er beruchte „marktboeven" gevon-
En de broederen zullen er wel goede
lenen voor .gehad hebben om PauC
fc? V°hem ®®f veilige schuilplaats
It W fv niter Berea te zenden. Neen,
t bet volk van Berea wordt tegenover
lifïi. Tan TlKssaIonica gesteld, maar
lel™ fm?cnl?n wordon onderling ver-
wiS' PauI"s. 16 oerst in Thessalónica
f0C8t' en nu 18 hij in Berca, en hij prijst
gemeente van Berea boven die van TW
fefi, J°ü CCnig tegenspreken, de
f8™ had do gemeente van Thessalónica
Lm h--na "ri'rreTon haai' lulree
jj ,tuid« hartelijkste woorden. Lezen
Lt '1 1 Tj*f- 1: 7' 8 dat hii Iteuïte"
»ï7l a£°0 d,at voo'heelden geworden
«kLS w°,nf °Vlgenem hlaoedonië en
Tan u 18 hef' wo°rd des Hee-
ruchtbaar geworden niet alleen in Ma-
_l!lome en Achaje maar ook in alle plaat-
18 nw geloof dat gij op God hebt. uitgo-
zoodat wij niet noodig hebben iets
an te spreken."
•eetodP,?1 i8.™8® !,0tl En 00k oldors
edit de apostel van de gemeente der
AntSd^fTT mot de grootste ingono-
CnnSii cï1 VJ8®1/30 haar bij al do
Vneenten Gods de lijdzaamheid en het ge-
»?viVS SiD8en eB VCTd"*K»W
.genleente van Thessalónica!
Seloovig, boo geduldig gii ook ziit.
ifcoTfÜf1"® von Berda ontvangt een em'.
nf-"" -11 Z1,t aJkMin9 «H maar
TU Berea zijn e d e I e r en winnen het
f"? geestesadel. Van u o gemeente van
rl CS 1 geroenKl hij al de go-
maar nog m<** wordt ge-
k gooteonte van Beréa, want
1 e.hooi"1'ikheid van M. lev^n
gefoofe, en zij staat het dichtst bij het
Christus kerk op deze aarde
ontvingen, mot allo toegenegenheid. Doch
daariu «ehuilt het geheim inct, want dat
was iu Thessalónica ook zoo. Maar im 4e
tweede plaats wordt van Beréa's gemeente
geschreven: „onderzoekende dagelijks de
Sch rif ton, of deze dingen alzoo waren." Hier
valt het licht op Beréa'6 geestelijken adeL
Paulus was een apostel des Heeren, en
al6 zoodanig kon hij eischen onvoorwaarde
lijk geloof in het woord dat hij predikte.
Maar in Beréa zal dat geen „blind geloof'
zijn. Zij hooren. de predikang van den
groot/en apostel met alle toegenegenheid,
dooh zij slaan daarbij het heilig blad op,
zij onderzoeken de Schriften of die dingen
alzoo waren, zij gaan te rade met het ge
schreven Woord.
Paulus neemt dat allerminst kwalijk.
Hij eischt waarlijk niet dat ze hem zoo
maar op zijn woord zullen gclooven. Inte-
gondeel hij keurt goed wat de gemeente van
Beréa doet, als zij de gehoorde prediking
dagelijks gaat toetsen aan het geschreven
Woord, en hij prijst het ten zeerste in haar.
Hij betuigt zelfs: juist door dat persoonlijk
Schriftonderzoek, is deze gemeente mij te
liever, en prijs ik haai' als edeler.
In dit zeggen ligt onderwijzing voor
ieder dio hut leest. Uok gij moogt u niet
onvoorwaardelijk verlaten op het woord
van een prediker hoe groot in aanzien hij
ook zij, maar hebt te rade te gaan met het
geschrven Woord van uw God, en
daaraan ten allen tijde het gehooide te
toetsen. Daar is nergens eenige macht of
autoriteit die boven het Woord uitgaat.
Voor dat geschreven Woord hebben
zich diep neer te buigen en de prediker die
het uitdraagt en ge gemeente die het ge
sproken Woord aanhoort.
Onderzoekt de Schriften, want die
kunnen u wijs maken tot zaligheid. Ver
trouwen te hebben in het woord van een
godzaligen prediker is een heerlijke zaak,
maar het mag nooit een blind vertrouwen
«ijn! Daarom gaf uw God u de Schrift
reohtstreeks in handen, opdat gij dagelijks
met persoonlijk Schriftonderzoek zoudt be
zig zijn.
Laat uw eenvoudigheid des harten hierin
uitkomen, dat gij met den kamerling be
tuigt: hoe zoude ik de Schrift verstaan al6
ik geen uillegger hadde! Maar laat hierin
uwe geestelijke adel mogen bestaan, dat gij
dagelijks onderzoekt in de Schrift of die
dingen alzoo zijn. K. E.
IJZEL.
Wit onihuifd slaan alle boomen:
ijzel is er op gekomen.
O, wat is dat wondermooi:
al die ijle ijskristallen,
die zoo keurig samenvallen
tot zoo kostelijk een looil
Toch moest het altoos zóo blijven,
'1 leed en waar' niet te beschrijven!
't Heele mensehdom slaakte oon zucht,
zou zich bitterlijk beklagen,
jammerend om uitkomst vragen:
ijzclboom en draagt geen vrucht 1
Zóo de'ziele die wil streven
om to spinnen, om te weven,
heel heur eigen deugdenlooi
Ja, de menschen die T aanschouwen,
zeggen wel, in blind vertrouwen:
„O, wat is die ziel toch mooi!"
Maar Gij ziet met andere oogenl
Gij, o Hoer, kunt niet gedoogen
tooi die nimmer vrucht en draagt.
Niet dat zélf men spinne, wove,
dat men 't al U overgeve,
dat is 't, Hoe re, wat Gij vraagt.
Eigen tooi toch is verganklijk:
eigen deugd is onontvanklijk
voor 't beslaan dor eeuwigheid.
Wat wij doen, het is gobreklijk,
en Gij wilt ons onbevleklijk,
heilig, 'lijk Gij zelf het zijt.
Heilig kan geen mensch zich maken;
maar als wij onezeli' verzaken
en met U den dood in gaan,
dan stort Gij Uw eigen Leven
in ons, opdat vrucht wij geven,
waardoor wij voor U bestaan.
IJdelheid is al ons streven,
ijdel is al 't spinnen, weven,
aau onz' eigen deugdentooi:
van Uw hemel lacht Uw zon, en
al ons werk, zoo stout begonnen,
smelt als 't ijle ijzelniooi!
Uit „8tamolingeo" door Nelly.
on'TIS IZl hC blad
I
.10 bepaling", mrtsn 17"""°° dd'w"le
;ao=t ra °"*e p=„
bta.
beluLea kan. M voor Wt e"
tMh in
JJat is mconsequent.
Bun tf'®,"8®" 2'ia soi'oformeerd.
tel"kU.nscb«r S""®a "a«'' ohëis-
'Joor hun lijfblad mak.» z„ uifeon.
ol«n dë bladen u hel nieuws op dezelfde
l>e ervaring Inert het w„| and
'l-'rdaT^h;)k[d™e.aTiUaB "^'7'® bla"
ten hoort sproken, dan merkt ge tom™
it,^„e"kbr
nat'leWt"™°n8' Het ™rmt 8teurt
(ofkdTt°^rV,7kl>®rd 23ad uitfP8teooid èn
fcr-'-'»a'<"-i-
IIET STOPZETTEN VAN FABHIEKEN
deh haM°^2r C-
'«Sloot men vöof LWk0mSgaM- RT'8
aanplant tot 50 J®n
Opvoering van productie is het oeni™
OS rtetSSJSS
,SteSiü>!«
la;d7! '"dustei« nog allerminst. Hoeveten
W" zonden wel wat dalen. Do ruwo kafooii
do beslissing over zulke maatregelen niL
|»fdru='-rsaa
Do maatschappij zelve zal bij de Ssafn.
over aangelegenheden als iirinS £5
Uit de Pers.
ig«
Waarin school dat geheim van geestelijke
Jperioriteit? Waaraan had de gemeonte
*Ufin Beréa te danken dat bet loffelijke van
>ar getuigenie boven dat van Thcssalonica
(tgiug?
Tweeërlei wordt in baar attestatie vaet-
^Vevd. VoorAorot dit. da^. zü hAt Woord
ONZE PERS.
Over dit onderworp schrijft Ds. Brouwer
van Oudewetering in de Rqnl. Kerkbode
het volgende:
Onder onze pers verstaan wij de c h r i a-
telijke.
Wij stellen er een eer m christenen te
zijn. Dat is een voorrooht, hetwelk wijniet
hebben gezpcht, maar gekregen.
Bij ons, christenen, behoort alles een
christelijk stempel te dragen. Onze handel
cn wandel, ons huiselijk en persoonlijk le
ven, ons maatschappelijk en Staalkundig
leven. Wij zijn leden van de christelijke
kerk. Wij vormen oen christelijke staat-
kuudige partij. Ook onze lectuur bestaat
uit christelijke boeken.
Ook onze lectuur!
Het schijnt evenwol, dat daarop één uit
zondering moet worden gemaakt 'in vele
gezinnen.
En wel wat de courant betreft, die in
huis komt.
Hoe inconsequent het ook is, velen ma
ken voor het dagblad of het weekblad een
uitzondering.
De krant, die gelezen wordt, is m al te
veel gozinnen een neutrale of li
ber a 1 e.
LEESTAFEL.
De levensavond van Dr. A. Kuyper,
door H. S. S.-en J. H. Kuyper,
Kampen, J. H. Kok. Prijs 2.25,
geb. ƒ3.40.
Bij het schrijven van dit beek, zegt mej.
J. H. Kuyper in een inleidend woord, heb
ben wij in de eerste plaate gedacht aan
„onze menschen", zooals mijn vader met
een eigenaardig-warme trilling in zijn
stem zijn volgelingen en medestanders
placht te noemen.
Hun trouw, hun liefde, hun gebed hebben
wij zijn er getuigen van geweest tot
de rijkste schatten van mijns vaders leven
behoord.
Hoe dikwijls heeft bij ons dit gezegd in
dagen van strijd en leed: dat hij zioh ge
dragen voelde door het gebed van
volk.
Maar nooit is dat zóo waar geweest als
gedurende de laatste levensmaanden van
mijn vader. Als de bewijzen van het trouwe
en t eed ere medeleven van „oNze men
schen" ons in handen kwamen, afijn wij
dikwijls tot tranen toe bewogen geweest.
Zij hebben recht te welen wat wij in dit
boek vertellen willen. In groote trekken
de geschiedenis van den levensavond van
hun „geliefden leidsman in de wegen des
Heeren", zooals in een dezer brieven staat.
Bij het lezen van dit kostelijk werkje
dal, als wij ons niet vergissen, straks on
der de meest gelezen boekon zal worden
gerangschikt, grepen wij onwillekeurig
naar de toekening die Dr. Kuyper in „Als
gij in uw huis zit", gaf van den ouden dag.
„In de weelde van zijn learte, zoo lezen
wij, daar te bloeien en jong te zijn; als man
of vrouw, gerijpt en gansch volwassen, in
het leven mee te leien, en zoo Ook die
herfstjar-an te doorltwBn, waarin de vrucht
vanzelf loslaat aan «te Lakken; dit alles
bezielt cn bekoort. Maar als de ouderdom
en de gr ijsheid daar is, is er begin van ver
sterving. van vorkoehiig, van inkrimping
dos levens, en bovenal, zoo de noodruftdes
levens niet te mild vloeit, zijn er weinige
dagen zoo geducht en zoo gevreesd als de
oude dag.
En (kvar is reden voor.
„De ouderdom komt met. gebreken," zegt
oen uit hot loven gegrepen spreekwoord,
en het valt niet tegien te spreken, dal, zijn
levenskracht te voelen wegvloeien, en het
licht in het oog te voelen verduisteren en
de fijnheid van gehoor te zion afnemen en
m de vrijheid van beweging belemmerd te
worden, ons hart niet toespreekt, maar in
gaat tegen de zucht van onze natuur.
Vooral op het laatst wordt dit bang en
benauwend, ais het nadert aan wat de Pre
diker reeds voor duizenden jaoeu bezong,
als „de wachters dee huizes (dat zijn de
beenen en armen) zullen beven"; als zijn
gang onvast wordt en de maalsters in ons
gebit zullen stilstaan; als „de twee deuren
naar de straat" (dat zijn onze Ooren) zul
len gesloten worden; als de slahp weg is
en de grijsaard wakker wordt, eer het dag
„met de stem van het volgeltje"; als de
zar.geresse, dj. uw steun, zal neergebogen
worden; als de amandelboom wit op zijn
schedel z»l bloeien; en als hjj bang is op
den weg, en hij tenslotte ineengekrompen
en kromgebogen „als een sprinkhaan op
den weg doolt, en alle lust hem zal ver
gaan."
Hierin is een lijden, een zieltogen van de
lampe des levens tot ze wordt uif.gcbluscht.
Een langzaam sterven, nog eer de ure van
het sterven slaat.
Een afleggen van de laatste schrede op
den pelgrimsweg".
Van dit afleggen van de laatste schreden
op tien pelgrimsweg van Dr. Kuyper ver
haalt dit met liefelijke teerheid geschreven
boekske.
In den lèveneavond van Dr. Kuyper, is
zijn publieke levensarbeid meer cn meer
schuil gegaan. „De toenemende donkerheid
van dien -avond hoeft niet alleen zijn ar
beid, maar ook zijn persoon meer en meer
aan 't oog van het publiek, dus ook aan 't
oog der zijnen onttrokken".
Aan het liefdevol verlangen van de dui
zenden in den lande die met Dr. Kupyer
streden en baden en leden, om een blik te
mogen slaan op zijn leveusavond, dankt
dit boekje zijn ontstaan.
In sobere, ontroerende taal, worden hier
de laatste levensjaren van Dr. Kuyper, zijn
langzaam achteruitgaan, zijn ziekbed en
zijn heerlijk afsterven geleakend.
Aangrijpend is gesche-tst de smartelijke
strijd die dezen kampvechter voor de eere
Gods met zichzelf had te strijden eer hij er
toe kon komen de wapenen af te leggen
en er in te berusten dat hij niet meer zich
zelf kon gorden.
Hij had door Gods genade zulk een schit
terende wapenrusting, zulke machtige ta
lenten ontvangen.
Het viel hem zoo zwaar dat allee te moe
ten loslaten.
„En toen het wordt zoo ontroerend
schoon gezegd toen is God gekomen en
heeft mijn vader en ons allen willen lee-
ren, dat heel die schitterende wapenrus
ting ten slotte niets anders was dan een
Goddelijk instrument, dat Hij mijn vader
had verleend om er zijn werk mee te doen.
En dat, toen die Goddelijke opdracht, vol
voerd was, ook die prachtige toerusting
niet meer noodig was.
En toen heeft God mijn vader, éen voor
éen, de machtige strijdwapenen doen inle
veren, tot er van heel die geweldige wa
penrusting niets meer over was".
Eerst moest hot werken in het publiek,
straks ook het schrijven worden opgege
ven.
Daarna moest ook het wondere stemge
luid, waarvan zulk oen machtige bekoring
was uitgegaan, worden „ingeleverd".
Eindelijk lag daar de machtige machte
loos, do onafhankelijke afhankelijk, de
schitterende redenaar stemmeloos, de ko
ning was een kindeke geworden.
Wij geven van dit kostelijke werk, waar
mee aan het Antirevolutionaire volk zulk
■een grooten dienst is bewezen, geen „be
oordeel mg".
Wij vestigen er alleen de aandacht op
om tot koopen. en lezen te prikkelen.
Een portret op 17 November 1917 ver
vaardigd, toen de eersbo straalbreking
was begonnen, werd in dit boek opgeno
men. Hot. is, naar moj. Kuyper zegt, verre
weg het beste dat in Dr. K.'s levensavond
gemaakt is.
Maar een veel duidelijker, oen veelschoo
ner portret gepft dit werk, waarin wij on
zen grooten leider op het laatste gedeelte
van zijn levensweg als van stap tot stap
mogen volgen.
Behalve dit portret wordt een afbeelding
gegeven van Dr. Kuyper op zijn dagelijk-
sche wandeling en een foto van het fami
liegraf.
De Uitgever, de heer Kok te Kampen,
zorgde voor oen onberispelijke uitvoering,
en voor een bij uitstek passend gewaad.
i. iJundie personen, dat bjj de toupee".-r' •>-
keu tiet-rokken is geweest l. droeg U4 t i.
in elk dor jaren 1911 ijm 1913, zoodot ruzev»!
kan worden, dat de eigenJijke inspectiéarbrtt
m _1919 weer nagenoeg het normale peil hoort
bereikt.
Of "-hoon in hef toezicht van Rijk6- Gemeen
tepolitie op de na lering der Arbeidswet in bet
algen- :i jononien verbetering wordt gecon
stateerd, beval het verslag daaromtrent moj;
klacht op klachl. Latti men de gunstige tnt-
zondcringen waartoe o. a. de groot ere ste
den (uitgenomen Leeuwarden) be hooien
buiten beschouwing, d-an Wijkt uit de etatüAi-
scho gegevens, dat de medewerking der ge
meentepolitie heel gering is. Hierijb komt nog,
dat daar, waar het politietoezicht goed' is, dit
zich toch te veel bepaalt tot het coairolecreu
dor bepalingen omtrent arbeidskaarten enz. en
te weinig controle op den arbeidsduur uitge
oefend wordt. Een en ander wordt in Hoofd
stuk III met cijfers gesitaafd.
Ook de medewerking van Rijkareldwacht en
Kon. Marechaussee was 'in 1919 nog lang uict
wat zij vóór den oorlog was, al viel or in en
kele districten vooruitgang te bespeuren. Be
langrijk maiteriaal voor de beoordeeling van
het ArboidswcMoezicht: van Rijks- en Gemeen
tepolitie levert een ditmaal voor het eeret ia
hot verslag opgenomen staat, waariu voor
elke gemeenio des Rijks cijfers omtrent dal
toezicht worden gegeven.
Hoofdstuk IV is gevrijd aan de naleving «Ier
Arbeidswet. Uit een staatje van afgegeven ar
beidskaarten blijkt, dat de kinderarbeid in
fabrieken en werkplaatsen weer ccusgszins is
toegenomen. Verboden kinderarbeid komt
hoofdzakelijk vota: buiten fabrieken en werk
plaatsen, bij het venten en verrichten van loop
werk. Een aantal karakteristieke voorbeelden
van deze en andere overtredingen der Arbeids
wet worden in dit hoofdstuk gegeven. Het
aantal overwerkvergunningen is met de hor-
leving der industrie in 1919 eenigeruiato toe
genomen.
Hoofdstuk IX, „De Werktijden", bevat we
der in volledigen vorm de statistische gegevens
omtrent personeel en wjrktijden in de Twent-
sche textielindustrie, welke de laatste jaren
niet of onvolledig verschenen. Verder vindt
men er overzichtelijke tabelion van den nor
malen arbeidsduur in de fabrieken met 25 en
meer personen en een staat van den arbeids
duur, die werd overeengekomen in de in den
loop van 1919 afgesloten collectieve arbeids-
ereenkomsten. Zeer lezenswaard is eindelijk
hetgeen vermeld wordt omtrent de uitkomsten
van een door het districtshoofd dor Arbeids
inspectie te Dordrecht ingesteld onderzoek
naar de gevolgen van de invoering van den 8-
urigen arbeidsdag in verschillende bedrijven.
Besproken worden daarbij o. a. de invloed op
productie, de invloed op den arbeidahist
der werklieden, de waardeerlng van deu 8-
urigen arbeidsdag door den werkman, de be
steding van den vrijen tijd door den arbeider.
De resultaten van den arbeid der medische
ambtenaren bij de Arbeidsinspectie zijn vervat
in Hoofdstuk X. Men vindt hier den uitslag
van de verschillende wetielijko voorgeschreven
geneeskundige keuringen, als dio dor haring-
speetstere, steeBfabrieksarbei detors, druk-
kersleerlingon, steenhouwers «na.
Voorts den uitslag van het onderzoek van
een aantal jeugdige personen en vrouwen
werkzaam in de textielindustrie en van oon
aantal jeugdig© personen werkzaam in siga
renfabrieken.
Het getal aangiften van beroepsziekten door
practiseerendo gedeelten blijft wat zeer te
notreuren valt steeds dalende. Het bedroeg
dit jaar slechte 105. Uit tal van industrieel be
langrijke gedeelten des lands werd geen en
kele aangifte ontvangen.
Dilt hoofdstuk bovat verder nog belangrijk©
mededeelingen omtrent do uitkomsten van
speciale geneeskundige onderzoekingen naar do
schadelijke gevolgen van verschillende in fa
brieken of werkplaatsen gebezigde of bereid
wordende giftige Moffen.
Arbeidsinspectie.
Verschenen ia hot Centraal Verslag dier Ar
beidsinspectie over 1919, dat weder vele be
langrijke gegevens bovat en waaraan hei vol
gende is ontleend:
De criais-werkzaamheden, welke de Arbeids
inspectie zoovele jaren in beslag genomen heb
ben, waren in 1910 van veel minder bet eeke
nis, zoodaü in het verslag daaraan geen af
zonderlijk hoofdstuk meer ie gewijd. Een korte
opsomming van betgeen te dien aanzien nog
wordt verricht, vindt men in hert begin van
Hoofdstuk III.
Door de inkrimping der crisiswerkzaamhe
den kan belangrijk moor tijd aan het inspec-
toeren van fabrieken en werkplaatsen wor
den besteed, hetgeen blijkt uil de sedert 1914
achterwege gelaten, doch thans weder opgeno
men statistiek van do intensiteit van het ge
houden toezicht. Het totaal aantal inspectie-
bezoeken bedroeg 40.073 (35,217 in 1918 en
38,495 in 1917). Hot totaal aantal per 100 ar-
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Zestallen. Te Delft (vac. v. Grieken), N.
C. Bakker te Aalburg^ J. G. Dokking te Putton;
J. Keller te St. Maartensdijk; T. Lekkorkorkor
to IJsselmuidenJ. Lanunorink to Jaarsveld; J.
Ronge te Hoog Blokland. (Vac. v. d. Wal):.
J. Bus to Ouddorp; J. A. v. Boven te Edo; J.
G. Dekking te Putten; D. J. v. d. Graaf te Raam»
donk; J. H. Koster te Wouterswoudo en S. Ron-
ner te Oene.
Drietal. Te Kampen: P. Kruyt to Stap
horst; J. J. Timmer te Montfoort en P. Zandt
te Delft
GEREF. KERKEN.
Beroepen: To Echten ((Fr.), C. van dor
Woude, cand. te Snede.
CHR. GEREF. KERK.
Beroepen: To Hoogeveen, G. Wiaae to
Driebergen.
GEREF. GEMEENTEN.
Beroepen: To Meliskcrke, H. Roolofsen te
Zeist.
Ds. A. Klein.
Woensdag ie te ZaLk in den ouderdom van 72
jaar overleden Ds. A. Klein, sodert Jan. 1882
predikant der Nod. Herv. Gom. aldaar, voordien
te Gietervoen, Aduard, Woubrugge, Niouw-Stada-
kanaal. In 1872 werd hij predikant De overloden©
behoordo tot do Evangelisch© richting.
De aanklacht tegen Ds. d. Mculen.
Naar wij vernemen, heeft do classis Hallam der
Geref. Kerken in hare vergadering van gistere*
de bohandoling van do aanklacht van Ds. J. CL
Bruasaard en Dr. J. G. Geelkerken tegen Ds. D.
v. d. Meulen, te Reitaum, tot 24 Febr. verdaagd
en een commiesie van vijf predikanten benoemd
om do behandeling der zaak voor te bereiden.
Groote tekorten.
In de vergadering van den algemeenen kerk©*
raad der Ned. Herv. Gem. to 'a-Graveahagek böt*
kens mededeoling in de 's-Oravenh&agaehe Kerk
bode ter sprake gekomen een brief van d© dm»
oonie, waarin dringend steun wordt gevraag^
Het tekort ovor 1920 zal niet minder dan f 50jOOÉ
bedragen. Dat van 1919 was meer dan f 40.00ÖL
Alvorera tot het vermoord or en van de collecte©
voor dé diaeonalo fondsen over te gaan, beriool
de korkeraad een ernstig beroep op de gemeente
te doen, opdat het tekort worde gwfcAt m d»
ir.komsten dor diaconie blijvend werdsn xwnacm
derd- -•