Dagblad voor Leiden en Omstreken.
NIEUWE LB
ABONNEMENTSPRIJS
IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN
WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN
PER KWARTAAL 12.50
PER WEEK 10.19
FRANCO PER POST PER KWARTAAL 12.90
Iste JAARGANG. - DONDERDAG 6 JANUARI 1921. - No. 235
BUREAU: HOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278
ADVERTENTIE-PRIJS
PER GEWONE REGEL 10.221/»
DES ZATERDAGS 10.30
INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIEF,
KLEINE ADVERTENTIES vaa boogstal,
30 woorden 50 cent: Zaterdags 75 cent,
t- bij vooruitbetaling
V Een kostelijk woord.
Bij do hegrootiogsdebatten in den Leid-
schen Gemeenteraad is door den heer Meij-
sien, in antwoord ep de rede van den heer
yan Eek oen kostelijk .woord gesproken,
iwaarop wij reeds eerder de aandacht ves
tigden.
Thans, nu het stenografisch verslag is
verschenen, meenen wij goed te doen, de
hoofdinhoud van deze rede hier te laten
yolgen.
Het is een kloek woord, dab waard is in
breeden kring gelezen te worden.
Naar aanleiding van wat aan Soc.-Dem.
fcijde omtrent het omverwerpen van de te
genwoordige maatschappij was opgemerkt,
eeide de heer Meijnen om.
„Daarvoor zullen heel wat maatregelen
tioodig zijn, die eiken dag zullen moeten
iworden toegepast, daarvoor zullen heel
wat hartstochten ontketend moeten wor-
iden, die gemakkelijker te ontketenen dan
op een gegeven oogenblik weer te breide
len zijn.
Er er zal heel wat ontevredenheid moe
ten worden gekweekt en aangezien het nu
iWaar is, dat tevredenheid een kostelijk
goed is en dat het ook betrekking heeft
op dat volksgeluk waar de heer van Eek
yan sprak, is het een heel hachelijk ding,
om die ontevredenheid te kweeken en de
tevredenheid hoe langer hoe imeer te on
dermijnen.
Mij is altijd geleerd, dat liet verstandig
is, om te letten op hetgeen men heeft,
"imeer dan te letten op hetgeen men niet
heeft Nu is het oefenen in het richten van
den blik op hetgeen men niet heeft een
heel leelijk ding en het was heel wat be
ter, dat men den blik oefende in het acht
geven op datgene wat men heeft.
Want het is waar, zooals ook het oude
spreekwoord zegt, dat tevredenheid beter
is dan rijkdom en dat met bet wegvallen
van de tevredenheid een heel stuk volks
geluk verdwijnt. Wanneer men daartoe nu
.van dag tot dag medewerkt en dat met
beleid en volgens systeem doet, dan is,
dunkt, mij, de vraag gewettigd, of men
dan ook, onder al dat werken, wel gerust
ikan zijn en of het niet heilzaam was, dat
men zich daarover ongerust gevoelde.
In de derde en laatste plaats, koon ik op
het woord en op de gedachte, die hier o£
aangeduid, of uitgesproken ia, dat is op
het woord „revolutie" en waar een gedeel
te van deze vergadering mischien in eenigs-
zins langzaam tempo en een ander mis
schien in snel tempo daarheen zou willen,
wil ik wel verklaren, dat onzerzijds van
een revolutie niet het minste heil verwacht
.wordt niet alleen, maar dat er door ons
zelfs onheil van wordt verwacht.
Die revolutie zal niet de weg zijn tot ge-
Huk en achter den chaos, waartoe zij lei
den zal, zal do heilstaat niet liggen.
De weg naar het heil is een andere.
Hier in ons land is in de vorige eeuw
een man geweest, zooals er in een eeuw
maar weinigen worden gezien en die als
levensdevies heeft opgeheven: „Tegen de
revolutie, het Evangelie".
Die man was Mr. Groen van Prins te re#.
In zijn tijd, toen hij met zijn levensdevies
ikwam, kon hij genoemd worden een veld
heer zonder leger. Dat is veranderd, het
leger is gekomen, zelfs kunnen .wij spreken
van legers, waar niet alleen de CM-istelijk-
Histerischen maar ook de An tic-revolutio
nairen zich weten geesteskinderen te zijn
van Groen van Prinsterer en tegen die re
volutie, die aangekondigd is, hetzij in on
bewimpelde woorden, hetzij eenigszins
vaag, heffen ook wij nog steeds het devies
van het Evangelie en dat doen wij, omdat
in het centrum van dat Evangelie staat
de figuur van Jezus Christus, die gekomen
as om te zoeken het verlorene en de verlo
renen, en Die gezegd heeft: „Komt her
waarts tot Mij, allen, die vermoeid en be
last zyt-, en Ik zal u rust geven".
Van deze zijde wordt geconstateerd, dat
de weg naar het heil èn voor de indivi
duen, èn voor de gezinnen, èn voor de
groepen, èn voor de volken, uitsluitend
ligt in de figuur van Jezus Christus en
daarom heffen wij welbewust tegenover
het woord „revolutie" het devies van
Groen van Prinsterer weer op: „Tegen
de revolutie, het Evangelie."
STADSNIEUWS.
Week der gebeden.
De belangstelling groeit.
Woensdagavond was do Ooslerkerk tot in
allo hoeken gevuld en om alle belangstellenden
een plaats te geven, moest een groot aantal
vouwstoeltjes in de gangen worden geplaatst.
Als spreker trad op dir. J. Riemens alhier.
Gelezen werd Deut. 4 3940, Psalm 82 en
1 Tim. 2:1—4.
Na het laten zingen van Psalm 97 1 en 7 en
67 2 en gebed, begon Dr. Riemens met te
wijzen op den grooten zegen die wij hebben
doordat wij mogen wonen in een christelijk
land, bestuurd door een christelijke overheid.
Er zijn ongetwijfeld veel zonden, en wonden,
maar er is toch een groot verschil met andere
volken waar geen christelijke overheid meer
is, maar een overheid die het christendom haat
en verfoeit al6 b.v. in West-Rusland, waar
omtrent spr. enkele treffende mededeelingen
deed.
De Godsdienst werd daar bij de komst der
Bolsjewiki beschouwd als privaatzaak; de god
deloosheid als partijzaak. Alle openlijk -belij
den werd verboden.
In de scholen mocht niet meer worden ge
beden en ook in de kerken mochten de kin
deren tot dat doel niet worden verattaeld.
De kerken weTden gebruikt als vergaderza
len voor de Bolsjewiki, dio lasterden, vloekten,
spotten en die zich niet ontzagen vanaf den
kansel satan te verheerlijken en God te laste
ren.
In 5 maanden lijds werden alleen te Riga
3654 doodvonnissen uitgesproken en voltrok
ken. De christenen werden bij honderden tege
lijk neergeschoten en voorts op alle mogelijke
wijzen vervolgd.
Dit alles speelde zich af in dezen tijd, be
trekkelijk dicht in onze nabijheid.
't Is wel goed elkaar aan deze dingen te her
inneren opdat we meer waardeeren het
groote voorrecht dat wij in ons land een chris
telijke overheid hebben.
Dit wordt wel eons over het hoofd gezien.
Wij zijn vaak te weindg gezind dio overheid
in haar moeilijke taak te steunen. Laten wij
ons soms zelfs niet door geldelijk voordeel
verleiden om mee te gaan met de revolutio
naire partijen?
Er gebeuren in onzon tijd ontzettende din
gen.
Maar waar wij in betrekkelijk gunstige om
standigheden leven bestaat het gevaar dat wij
rustig inslapen en denken: 't komt alles wel
terecht.
Dikwijls ontbreekt de heilige ijver om den
Heere openlijk te belijden in werkplaats en
kantoor, achter de toonbank en in de fabriek.
We -zijn vaak zoo bang in botsing te komen
met andersdenkenden. Vergeten zoo vaak de
<groote voorrechten die wij bezitten.
Dezelfde beginselen van bet Evangelie,
waardoor het kerkelijk leven wordt geleid, moe
ten ook bij het besturen van den Staat en bij
het leven dn de maatschappij in toepassing
worden gebracht.
Te veel wordt de genezing van de kwalen cn
nooden der wereld van stoffelijke middelen
verwacht; gerechtigheid en trouw maken plaats
voor zelfzucht en beginselloosheid.
Eindelijk wijst spr. nogmaals op de nood
zakelijkheid ons te verootmoedigen en voor de
overheden te bidden, maar om ook niet te
vergeten dat wy die wonen in een rijk geze
gend land, zooveel reden hebben om God daar
voor te danken.
Nadat spr. in dankzegging enl gebed was
voorgegaan, werd ten slotte nog gozongen Ge-
zang 264 2 en 50 4.
Amen! Jezus Christus! Amen
Ja, Gij zult in 't groot heelal
't Rijk der duisternis beschamen
Tot het niet meer wezen zal
Als onderwerp voor hedenavond is aangege
ven: Uilwendinge zending en zcndüng onder
Israël.
Congres Oostersch Genootschap.
Het Congres had gisteren een buitengewoon
lange agenda af te werken, maar toch zijn alle
secties gereed gekomen.
Over gebrek aan belangstelling viel niet te
klagen.
De Oost-Aziatlische sectie vergaderde onder
voorzitterschap van prof. mr. J. E. Heeres te
's-GraVenhage.
Prof. dr. G. A. J. Hazeu, hoogleeraar in de
JaVaansche taal- en letterkunde alhier, hield
een voordTacht over de kobongau in het Ja-
vaansche huis;
Prof. dr. M .W .de pisser, hoogleeraar in
het Japansch alhier, gaf een verhandeling
over Oud-Japansche wonderverhalen;
de heer J. J. L. Duyvemlak. lector in het
Chineesch aan de universi'c-it alhier, hield een
voordracht over wisseltalen ui het Chineesch;
de heer H. Kraemer, doctorandus in de In
dische letteren te Voorschoten, deelde eenige
bijzonderheden mede aangaande Hamzah
Fansuri, een der belangrijkste figuren in de
geschiedenis van den Ihdinesisciien Islam.
De Hellenistisch-Byzanlynsehe sectie verga
derde onder voorzitterschap van prof. dr. H.
P.h Boisseraan te Amsterdam
Prof. dir. D. C. Hesseting, hoogleeraar in het
Nieuw-Grieksch aan de universiteit alhier,
hield in deze bijeenkomst een referaat oveT
Byzantijnsche volksvoorstellingen; prof. mr.
R. Fruin, te 's-Gravenhago, leverde oen bijdra
ge met bet-rekking tot de jaartelling, voorko
mende op de munten van de Romeins:he stad
houders van Bithynië, Carbo en Piusa.
Een voordracht van dr. D. C. 'hen, conrector
van hot Nederlandsch Lyceum te 's-Graveu-
hage, over de hestuursihdeeling in het rijk der
Seleuciden, werd wegens ongesteldheid van
den spreker voorgelezen door dr. A. W.
Byvanck.
Na afloop van de sectievergaderingen had
de sluitingsbijeehkomst van hel congres plaats.
De voorzitter, -prof. dr. C. Snouck Hurgronje,
sprak zijn groote voldoening uit over het wel
slagen van het congres en dankte allen die
daartoe het hunne bijdroegen.
Na afloop brachten vele congressisten een
bezoek aan de tentoonstelling van Oostersclie
handschriften in hot permanent tentoonstel
lingslokaal inde nieuwe universiteitsbiblio
theek, door de heeren dr. G. van Arensdonk
en dr. V. F. Buchner aangerdekt. Een viertal
groote vitrines was gevuld met een keur van
handschriften en boekwerken uit de rijke ver
zameling der Leidsche Universiteit saam ge
leverd.
De dag werd 'besloten met oen wajongspel
in de Stadsgehoorzaal.
De officieele anih 1$aauivaard ing van prof.
dT. G. A. J. Hazeu, hoogleeraar in de Javaan-
sclie taal- letter- en volkenkunde, vroeger
vastgesteld op Zaterdag 15 Januari 1921, is
nader bepaald op Woensdag 12 Januari a.s.
's middags te 2 uur in liet Grootauditorium
van het Universiteitsgebouw.
Do directie van fle gasfabriek zet hare
pogingen om het gébruik van gas en oleclrici-
teit aan te moedigen onvermoeid voort.
Zooals uit een adverlenlie in dit nummer
blijkt, zullen op 11, 12 en 13 Januari a.s. In
do kleine zaal der Stadsgehoorzaal lezingen
en demonstraties worden gehouden, waar de
voordeelen van deze verhcjitings- en verwar-
mingsdoeleinden in het licht zullen worden
gesteld.
Het betreft hier natuurlijk in de eerste plaats
het belang van de lichtfabrieken, maar de
belangen van de verbruikers zijn hierbij toch
eveneons betrokken.
Zooals men zich herinneren zal is de direc
tie van oordeel dat verhooging van do tarie
ven kan uitblijven mits ,de afname van het
product voldoende is.
Nu spreekt het wel vanzelf dat wij niemand
van onze lezers of lezeressen zonder meer
zullen aanraden gas of eloctriciteit ie gaan
gebruiken.
i nummers van a.s
Maar wel geven wij in overweging, bezoekt
deze demonstraties, stelt u op de hoogte, en
tracht zoo door vergelijking te komen tot een
antwoord op do vraag op welke wijze gij uw
belangen te dezen opzichte het best kunt be
hartigen.
Voor nadere bijzonderheden verwijzen wij
naar de advertentiën L
Zaterdag én Maandag.
Naar wij vernamen zal de vereeniging
„Schoolhul'p", het suppletiefonds, uitgaande
van de Gereformeerde iSchoolvereeniging al
hier, op Woensdag 9 Februari a.s. een open
bare samenkomst houden in de Stadsgehoor
zaal.
Het onderwerp d'at zal worden behandeld
luidt: „Nederland.... bet geweld onttogen of
hot Belgische oorlogsfront in woord en beeld".
Vertoond zal daarbij worden een schitterend
lichtspel, waarbij het gekeele Belgische oor
logsfront op doek wordt vertoond met alle ver
woestingen in België aangebracht.
De Zangvereeniging L. e. d. a. g. o. h. zal
daarbij uitvoeren) het stuk „De laatste eer",
met medewerking van het Strijkorkest van
den lieer Plu.
Nadere bijzonderheden zullen binnenkort
worden bekend gemaakt.
BINNENLAND.
De Koningin hersteld.
De Koningin, hersteld van hare lichte
ongesteldheid, heeft gistermiddag met de
Prinses weder een rijtoer gemaakt, en
bracht tegen den avond een bezoek aan de
Koningin-Moeder,
Tweede Kamer.
De Voorzitter der Tweede Kamer hoeft
medegedeeld, dat liet zijn voornemen is de
Kamer bijeen te roepen tegen Dinsdag 8
Februari, tenzij bijzondere omstandigheden
vroeger bijeenkomen noodig maken.
Het ligt in het voornemen van den Voor
zitter, een voorstel te doen tot behandeling
van de volgende wetsontwerpen, welke in
staat, van wijzen zijn:
Heffing van een tabaksaccijns; Gedeelte
lijke herziening van de Leerplichtwet; Hef
fing van recht voor het afgeven van zee
brieven; Herziening van het invoerrecht
op tabak en papier; Herziening van de On
gevallenwet 1901; Wijziging der Successie
wet; Nadere aanvulling van de Onteige
ningswet.
Minister De Visser en de onderwijzers...
In „De Nederlander" komt de volgende
advertentie voor van Minister De Visser:
Niet bij machte om de tallooze brieven
van onderwijzers, die mij hun dank betuig
den voor de salarisregeling en tegelijk mij
hun Nieuwjaarswenschen toezonden, per
soonlijk te beantwoorden, breng ik hun
langs dezen weg mijn hartelijken dank.
God zegene hen allen in den nieuwen
tijdkring en stelle hen voor de kinderen
van ons volk tot een rijken zegen.
Opheffing der brandstoffencommissies.
De Vereeniging van Brandstoffencom
missies in Zuid-Holland vergaderde giste
ren te Rotterdam onder voorzitterschap
van mr. P. E. B r i t, uit Leiden, die in
zijn openingswoord de laatste vergadering
der vereeniging aankondigde tegen einde
Maart en die een overzicht gaf van de
maatregelen, die achtereenvolgens zijn ge
nomen om te komen tot de algeheelc op
heffing van de brandstoffendistribulie.
Op een vraag, of het bestuur der Ver
eeniging in de opheffing der distributie ge
kend was, antwoordde de voorzitter dat hij
als vertegenwoordiger van den Bond van
Provinciale Vereenigingen van Brandstof
fencommissies was geraadpleegd, tegelijk
met vertegenwoordigers der groote steden.
Do secretaris was van meening dat om
trent de voorraden anthraciet, op 1 April
bij de handelaars aanwezig, niets is beslist.
De voorzitter meende, dat in steden als
Rotterdam en Den Haag de distributie van
anthraciet niet rechtvaardig is geschied;
Andere plaatsen hebben gewacht met an
thraciet distribueeren, tot ze de noodige
voorraden hadden. Hij drong er op aan,
vast te houden aan den eisch, dat de han
delaar f2.— per eenheid anthraciet bij
betaalt.
Aangenomen werd een motie, waarin de
wenschelijkheid whrdt uitgesproken, «dab
de brandstoffenhandelaren, als gevolg van
de opheffing der distributie, door over
neming der aanwezige voorraden geen
schade lijden of vooi'deelen genieten.
De nadruk werd erop gelegd, dat, men
door zich te gedragen naar de wenschen
van het R.K. D. en slechts de voorraden,
die men strikt noodig heeft, te accepteeren,
de schade zoo gering mogelijk houden kan.
Verworpen werd een motie, waarin werd
gezegd, dat de Vereeniging, gezien de cir
culaire van het R.K. D., aangaande het niet
meer beschikbaar stellen van anthraciet'
op bons, van oordeel is, dat door deze han
delingen zij, die door geldelijke omstandig
heden niet in staat waren het gehcelc rant
soen in anthraciet aan te schaffen, worden
gedupeerd en achtergesteld bij do we'.ge-
stelden. Aan het R. K. D. werd verzocht
het besluit in dien zin te wijzigen, dat do
tor mijn binnen welken op de bons anthra-
c-et verkrijgbaar zal zijp, zal worden ver
lengd.
Daarna kwam in behandeling de circu
laire, aan de burgemeesters verzonden en
ook aan het bestuur der veroeniging be
treffende opheffing, waarmee men zich
ten slotte vereenigde.
Nederlandsche Spoorwegen.
Met ingang van 1 Januari is ingesteld-
het bouwbureau der electrische tractie bij
den dienst van materieel en werkplaatsen,
aan Cgb. en de chef der electrische exploit
talie ir. H. J. v. Lessen te Leidschendam
geplaatst aan 'het hoofd van dat bureaUj
met benoeming tot chef van het bouwbu
reau der electrische tractie de ingenieui
le kl. H. Goedhart, te Leidscliendam, be.
noemd tot ingenieur der electrische tractie*
en als zoodanig belast met het beheer va*
het electrisch bedrijf aldaar.
Het Groene Kruis.
Het Hoofdbestuur der Zuid-Hollandscho
Vereeniging „Het Groene Kruis" heeft tob
directeur-geneeskundig leider van den pro
vincialen ontsmettingsdienst met ingang
van 1 Januari benoemd Dr. tH. Koppe-
Bchaar te Wassenaar.
Klachtenboek bij de Spoorwegen.
De Nederlandsche Spoorwegen hebben
ten aanzien van de administratieve behan
deling van in de klachtenboeken ingeschre
ven «klachten nieuwe voorschriften gege
ven waarin o.a. bepaald wordt, dat heb
klachtenboek op eerste aanvrage aan hen,
die een klacht -willen inschrijven, anoet
worden voorgelegd, behalve aan hen, die
zich zoodanig gedragen, dat zij van het
station moeten worden verwijderd. Het
personeel mag geen pogingen doen om
iemand van het schrijven van een klacht
te doen afzien.
Een rare Schoolmeester.
Het hoofd der openbare school te Val-
•tlhermonid, de heer D. Brandon, is wegens
plichtsverzuim en ergerlijk brutaal optre
den tegen den Arrondissemonts-schoolop-
ziener (hy heeft dezen het lokaal uitge
jaagd) op voordracht van den Districts
schoolopziener door B. en W. van Odoorn
geschorst. Genoemd schoolhoofd is, zoo
meldt de „Pxov. Cr. Crt" reeds als klasse-
ondenwijzer, door het gemeentebestuur van.
Odoorn 2 maanden geschorst, wegens
dreiging van den destijds fimgeerendon.
burgemeester van Odoorn, den heer J. G.
Borgesius.
FEUILLETON.
Hebt elkander lief.
ii)
„Wel, vader, ik zat op mijn bankje hier
onder den boom voor de deur ©n daar
kwam de boerin van. Woudhoeve en Ma-
rietje droog haar pop op den arm en die
had deze juric aan. Zie, juist roso katoen,
sooals ik hot mij gewenseht had!" en
Kaatje streelde het mooie stofje.
„Nu, en verder?"
„Ik trok juist mijn pop de oude, vuile
"^urk uit. Ik had mijn kleine wasohtobbe vol
water gegoten en wilde ze gaan uitwas-
jchen. Toen ging de boerin van Woudhoeve
onder den notenboom zitten, precies, waar
u nu zit, vader, want ze wilde moeder spre
ien, en die was naar 't dorp gegaan om
boodschappen te doen en ik zei, dat moeder
£auw terugkwam. En ze zag toe, hoe Ma-
rietje en ik heel prettig met onze poppen
«peelden.
En juist, teen ik Marietje de geschiedenis
van de verregende jurk verteld had en hoe
;jk zeer stellig wi6t, dat ik een andere kreeg,
omdat ik het den Heere gezegd had teen
^ing de boerin ook meespelen en zij was
de grootmoeder. Toen zei ze ons, dat. we de
Jurkjes moesten ruilen, ©n zien, of de nieu-
yve van Anna ook voor mijn Dora paste.
Dat deden we, en zie, vader, ze paste
haar. Wonderlijk, niet waar?"
„Ja, maar Kaatje, ge hebt toch niet om
het jurkje gevraagd
„Vader," riep het meisje met schrik en
een heftige blos bedekte haar gezichtje.
„Alleen'den Heere, en Dien mogen we het
vragen, zegt de meester. Maar van dc
boerin van Woudhoevo heb ik niets ge
vraagd en ik heb het ook oerst niet willen
nemen. Maar ze heeft juist gezegd, dat ze
de grootmoeder in :t spel was en het mij
kon bevelen; en ze had ook nog een stuk
goed over, en daarvan kon ze nog wel zulk
een jurkje voor Marictjes pop maken. Zo
zou 't vandaag nog naaien."
Dus heeft de boerin van Woudhoeve je
het jurkje gegeven, en niet de Heere,
merkte de boer ernstig op.
„Maar, vader!" berispte zijn dochtertje
hem weer, ten hoogste verontrust. „De
boerin heeft er toch niets van geweten,
dat ik zulk een jurkje had gewenseht en
precies zoo een, rose katoen met een strik
je van voren?
De Heere heeft het echter geweten, want
ik had het Hem gezegd!"
En alsof het vanzelf sprak, dat de vader
het eens was met haar kinderlogica, be
kommerde de kleine zich niet meer om
hem, maar hield zich ijverig bezig met
Dora en het rose jurkje. En zachtjes zong
ze hel kindje in slaap.
„Mijn Jezus is mijn beste vriend."
Toen de avondschemering gekomen was
en zich lapgzaam over de bergen, de wei
den in het dal en over het dorpje uitbreid
de, bracht Mesow zijn Maurits, den goeden
ouden schimmel, naar beneden in het dal.
Hij moest het heele dorp door, want de
zaagmolen lag aan den Ebersbach, waar de
tegenovergestelde helling van den berg
reeds begon. Op dien weg gevoelde hij iets
als dankbaarheid voer de kieschheid van
den zaagmolenaar, die hem een uur in den
avond aangegeven had. In de donkerheid
zag niemand, hoe zwaar hem dc weg werd
en hoe moeilijk hem de scheiding van den
trouwen piakkcr viel, die zoo menig werk
met hem gedeeld had. Och, zoo lang was
vandaag de weg, zoo eindeloos ver! En
langzamer werden de schreden.
Ook bij den zaagmolen was niemand, al
les als uitgestorven, geen meid, geen
knecht. Alleen de Ebersbacher zelf kwam
met een klein lantaarntje uit den stal- en
bracht zwijgend den schimmel naar bin
nen. Zwijgend voorzagen de beide mannen
hem voor den nacht van 't noodige. „Het
beest zal 't goed hebben bij me. daar kunt
ge op rekenen!" zeide de Ebersbacher,
Leen hij de staldeur sloot en ze de poort van
het erf doorgingen.
„Dank U," worgde Mesow pit de keel,
de zaagmolenaar vei stond hec nauwelijks,
zoo gedrukt klonk de toon, maar de stevige
handdruk van den ander zei her, hem, wat
in diens hart omging.
„En buurman, lieve vriend, ik be
taal altijd vooruit, en ik kan niet tegen
mijn gewoonte ingaan. Alzoo, hier is- de
huur voor een week."
Mesow voelde den druk van een in papier
gewikkeld pakje in zijn hand en de boer
van den Ebersbach was verdwenen, eer
hij er over denken kon, wat het was. Maar
toen het hem duidelijk werd, doorstroomde
een heftige vreugde zijn hart en naar oude
gewoonte blikte hij ojnhoog naar den ster
renhemel. Deze fonkelde helder en schitte
rend, maar de vermaning, die in het
homelsche licht lag, die kon hij nog niet
verdragen; van zijn hart was nog geen en
kele band afgevallen.
Zijn weg voerde langs de ruischende
beeli. Aan de grens van de Wcidehocve ont
moette hij Ranke, die hem groette en zich
omkeerde om een eindje mee te loopen.
„Een ongewoone eer," dacht Mesow bij
zichzelf, want hij hield niet veel van Ran
ke. omdat deze zijn spotlust op allen en
alles uitoefende 't hinderde niet, of hij
anderen daardoor krenkte of beleedigde.
Daarom was Mesow in zijn oogenblikkc-
lijke stemming niet geneigd, den strijd met
hem ann te binden en liep onwillekeurig
wat sneller.
„Hebt ge veel werk op 't oogenblik, boer
Mesow?" vroeg Ranke, met even snellen
stap naast hem loopend, terwijl hij korUv
blauwe rookwolkjes uit zijn pijp de koele-
avondlucht in blies.
„Waar wil die naar toe?" dacht Mesow'.
onrustig. „Neen," antwoordde hij kortaf^
„mijne velden liggen woest. Ik heb heele-
maal niets te doen en kan op de kanapeei
liggen en uitrusten, als ik er lust in licb.''
„Des te beter voor mij," zei Ranke op
goedmoedigen toon, zonder zich aan de bit
terheid van den ander te storen. „Ik za|
het je maar dadelijk zeggen, Mesow; ik liebj
een verzoek aan je, een zeer groot verzoek,
Mijn knecht, die toezicht houdt op mijaj
sluizen en de besproeiing van mijn lande»
rijen, is ziek; hij ligt al weken lang in hcH
hospitaal te Braunsbcrg aan Knokkelrhe-
matiek en 't gaat zeer slecht met hem.
Tot dusver heb ik zijn werk bij het mijaej
gedaan, maar nu de hooibouw begint, kan£
ik niet voor en achter tegelijk zijn cn nu
heb ik een flinken man noodig, die de zaak
verstaat en waarop ik me verlaten kan".
Wilt ge me uit den nood helpen en bij ma
komen als sluismeestcr? Ik betaal u hefl
loon, dat ik den tegenwoordigen gegeven
hebt, vrijen kost en bovendien drie kaïi
melk daatfs. Zijt ge daarmee te vreden? J
^TYordt vervolgd.). J