Dagblad voor Leiden en Omstreken. ABONNEMENTSPRIJS IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN WAAI? AGENTEN GEVESTIGD ZIJN PER KWARTAAL 12.59 PER WEEK10.19 FRANCO PER POST PER KWARTAAL 12.90 ,ste JAARGANG. WOENSDAG DECEMBER 1920. - No. 206 BUREAU HOOIGRACHT 35 LEIOEN. TELEFOON INT. 1278 ADVERTENTIE-PRIJS PER GEWONE KEGEL [0.221/3 DES ZATERDAGS 10.80 INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIEF KLEINE ADVERTENTIES van hoogstens 80 woorden 50 cent: Zaterdags 75 cent, bij vooruitbetaling 1 Dit nummer bestaat uit twee bladen Een motie. In ons blad van gisteren heeft men kun- nen lezen een motie, aangenomen door de afd. Leiden van de vereoniging van Chr. Onderwijzers en Onderwijzeressen in Nederland en O. I. Bezittingen, en gericht .togen „Nederlander", „Standaard." en „Nieuwe Leidsche Crt." In deze motie werd o. m. g r o o t o te leurstelling en diope veront waardiging uitgesproken over de hou ding van ons blad inzake het salarisvraag- stuk van de onderwijzers, omdat wij met beleedigingen zijn gekomen en met onjuiste c ij Iers hebben gewerkt. Wij gaan op deze zaak thans niet in. Alieen nemen wij de vrijheid aan deze Vereeniging van Christelijke Onderwijzers te vragen wanneer, in welk nummer wij on ze onderwijzers hebben beleodigd en wan neer en in welk nummer wij mot onjuiste cijfers hebben gewerkt. Dozo vraag is meenen wij niet onbillijk. De motie is natuurlijk niet aangenomen, zonder dat daarvoor behoorlijke en steek houdende motieven zijn aangevoerd. Een vonnis wordt niet gestreken zonder overwegingen. Het moet dus voor het bestuur der afd. bovengenoemd, zeer gemakkelijk zijn op deze vragen een antwoord te geven. Wanneer wij ons inderdaad misdra gen hebben als in deze motie is aangege ven, wanneer wij onze christelijke onderwij zers'hebben beleedigd en om hen on aangenaam te zijn en tegen te werken met onjuiste cijfers hebben „gewerkt", dan willen wij volmondig erkennen niet Chris telijk, niet Antirevolutionair te hebben ge handeld en zullen we geen oogenblik aarze len in het openbaar onze verontschuldiging ,gen aan te bieden. Met belangstelling zien wij het antwoord op deze vragen tegemoet. V Samenwerking. Het is een verblijdend verschijnsel dat miet alleen in de landspolitiek maar ook in tal van gemeenteraden tusschen de drie •rechtsche partijen een min of meer innige samenwerking bestaat, zoodat de rechter zijde bij belangrijke principieole geschillen als een eenheid tegenover de partijen van links kan optreden. In Sassenheim heeft men het zoo ver nog niet weton te brengen, wat uit het jongste Raadsverslag nog weer afdoende bleek. Hier geven de R. K. er de voorkeur aan samen te werken niet met de Anti-revolu tionairen en Chr. Historischen maar met de liberalen. Jarenlang heeft hier het protestantsch- christelijke deel van de bevolking gezucht onder het Koomsch-Liberale juk. Per gratie werd één raadszeteltje aan de Anti-revolutionairen afgestaan, maar de overige zes werden broederlijk tusschen Roomschen en Liberalen verdeeld. De evenredige vertegenwoordiging bracht ook hier een groot© verandering. Ook in Sassenheim hadden de liberalen geleefd boven hun kracht. Toen de zetels naar evenredigheid werden verdeeld, bleek, dat de liberalen en dan nog élechts met een overschot niet meer dan één zetel konden bezetten. Wie echter gehoopt mocht hebben dat deze gewijzigde verhoudingen tengevolge .zouden hebben dat nu ook de R. Katholie ken meer aansluiting zouden zoeken met de andere rechtsche partijen, vergist zich. De laatste Raadsvergadering heeft a£» doende geleerd dat voor een rechtsche poli tiek in dezen Raad van do R. K. leden niets to verwachten is. Bij de algemeene beschouwingen naar aanleiding van de begrooting, achtte het liberale lid, de heer Speelman zich geroe pen te constateeren, dat met de A. R. groep niet was samen te werken, dat de liberalen aansluiting hadden gezocht bij de G.-H., maar hierin niet waren geslaagd, cn daarom genoodzaakt waren geweest een compromis te treffen niet de Katholieken. Uit de nadere toelichting van den heer Speelman bleek dat het zoeken van aanslui ting bij do C.-H. partij hierin had bestaan, dat men deze verzocht had in 1919 de aftre dende liberalen te steunen. Werd dan de Raad in 1923 uitgebreid dan zoude^ de liberale heeren genadiglijk bereid zijn een van deze nieuwe zetels aan de C.-H. partij te gunnen, een aanbod dat echter door de Christelijk Historischen wijselijk werd af- De heer Bader trachtte nog op de hem eigen handige manier het bestaan van een „compromis" te ontkennen, maar dit bate hem weinig. Uit het slot der vergadering bleek de ware toestand maar al te duidelijk. Behan deld werd het voorstel tot invoering van het gebed in den Raad. Do heer Van Zon neveld wees op de gemeenschappelijke ge loofsbelijdenis, waarin zoowel Katholieken, als Antirevolutionairen en Christelijk His- Éariscben belijden te gelooven in „God den Vader, den Almachtige, Schepper van he mel en aarde." De heer Lekkerkerker be toogde hoe vooral in den gemeenteraad Gods zegen moet worden gevraagd, en de heer Warnaar wees op zooveel overwegend Katholieke gemeonlen waar het gebod werd ingevoerd. [t Mocht niet balen. De verschillende Katholieke heeren zon gen mee in het, oude liberale koor: „De godsdienst behoort* in de binnenkamer". Met de stemmen van den heer Speelman en alle Katholieken werd het voorstel ver worpen. De zaak was blijkbaar reeds vooraf be klonken. Het spreekt vanzelf dat de Katholieke raadsleden vrij zijn om te handelen zooals zij dat wenschen. Wanneer zij meenen dat zij beier de be langen van de gemeente en van hunne be- „compromis" te ontkennen, maar dit baatte ginselen kunnen dienen, door met de libe ralen samen te gaan, dan is dat hun zaak. De reden waarom wij op dit eigenaardig optreden hier de aandacht vestigen is ech ter, dat wij niet kunnen aannemen» dat deze Katholieke raadsleden hebben gehan deld in den geest van de Katholieke kie zers die hen^riaar den Raad afvaardigden, en omdat wij overtuigd zijn dat een nauwe samenwerking van allen die staan op den grondslag van de Christelijke beginselen, in onze dagen ook in de Gemeenteraden, dringend noodzakelijk moet worden geacht. STADSNIEUWS. Het Millioen. Van een onzer abonné's ontvingen wij een gift voor het Millioen-plan van f 10.—, wel ke gift met dankbaarheid werd aanvaard. Het is zeer verblijdend op te merken hoe veel belangstelling voor het Millioen-plan nu reeds openbaar wordt. Een veelbelovend begin. Uittreding Ds. Wisse. Men meldt o. in. aan de N. Rott. Crt. Ds. Wisse heeft Zondag gekerkt in de Chr. Geref. kerk te Zeist; hij hoeft zich ook bij die kerk aangemeld om lid te worden (te Driebergen bestaat geen gemeente van die kerk). Over 't predikantschap van ds. Wisse we ten we nog niets te. zeggen, doch wij ver moeden, dat Z.Eorw. zijn krachten aan die kerk zal gaan wijden, al weten wij niet op welke manier. Of in de gemeente Driebergen uittreding zal plaats hebben is ons niet bekend; wol zijn Zondag vele Gereformeerden te Zeist gaan kerken bij de Oud-GereformeerdeA cn Chr. Gereformeerden. „Pro Rege". Door do Militaire afdeeling van de Na tionale Vereoniging „Pro Rege" was in de Stausgehoorzaal gisterenavond een groote Propaganda-vergadering belegd, om te ko men, tot oprichting van een burgerafdee- ling van „Pro Rege". Ds. H. Thomas opende na 't zingen van Ps. 75 1 de bijeenkomst met gebed waar na hij zijn verwelkomingswoord spreekt. Hij hoopt dat de zeer vele aanwezigen hun tegenwoordigheid in een blijvende daad zul len omzetten, dat de grondslagen van Pro- Rege er vanavond ingestampt zullen wor den. Spreker verwolkomt de Oud-Minister van Marine Mr. H. Bijleveld, de Gep. Luit.- Generaal Th. J. Weber en Kapitein C. Le- gemaat. die als 6prekers zullen optreden. Bericht is ingekomen, dat .ZEx. Minister van Oorlog tot zijn spijt de vergadering niet kan bijwonen. Spreker hoopte dat de burgerafdeeling van „Pro Rege" hedenavond de warme sympathie van alle aanwezigen, ja van ge heel de burgerbevolking mag verkrijgen, opdat dio zal ten goede komen aan onze ge- heele weermacht, te land en ter zee. Wij moeten een weermacht hebben, die zich voor God buigt, daardoor zal ook het volk één worden met het leger in nood en dood. Het is de zaak van onzen Kouing hot gaat om Gods glorie. Laten wij het dus vorstaan, dat er hier voor ons een ernstige Christenplicht ligt. Ook de zangverceniging L. E. D. A. G, O. H. wordt verwelkomd.- Spreker hoopt dat alle leden der vereeniging zich ook als lid van de burgerafd. van „Pro Rege" zul len laten inschrijven, dan zul die afdeeling tegelijkertijd in 't bezit van een eigen zangvereeniging zijn. Afzonderlijk wordt nog aan de „jongens" van de zeevaartschool, die ook zuilen me dewerken, een woord gericht. Gij zijt ke rels van de zee, de ruime zee, waar alle idee van bekrompenheid wordt weggevaagd. Spreker waarschuwt hen dat zij straks als onderofficieren der vloot niet zullen mede- gaan met enkele drijvers die zeggen: „we smijten de boel neer", maar dat zij zullen staan als onversaagde Hollanders op het dek on wat er ook kome moge steeds ge reed zijn om hun plicht te vervullen gelijk eens een De Ruijtor en Tromp voor Hol land hebben gedaan. Spreker besluit: Een hoezee, hoezee yoor de zee! Houd het roer recht! Jongens van Holland roept mee! Hier is 't veld, is 't veld voor den held, Houd het roer recht! Hier toont de man waar hij geldt Onder 't zeemansbuis, daar is moed nog thuis, In zijn vuist ligt heel zijn lot Niemand vreest hij dan God. Wij vechten Pro Rege, voor onzen Ko ning, Pro Patria voor ons vaderland, wat er ook is en wat ei' ook gebeuren mag, bij ons blijft het Oranje boven! (applaus). Op schitterende \^jze wordt nu door de zangvereeniging L. E. D. A. G. O. H. ten gehoore gebracht het: „Zij zullen het niet hebben", in muziektoon gezet door den di recteur, de heer H. Snel, waarna de solo „Bij Moeders graf" gezongen wordt (zange res, mej. Snel) die een daverend applaus oogst. De Gep. Luitenant-Generaal, de heer Th. J. Weber, verkrijgt thans het woord om eenige ervaringen van hem te verhalen uit de Mobilisatie. Spreker acht het een groot voorrecht voor hem te zijn geweest, dat hij zoo lange jaren in alle rangen den militairen diensr heeft medegemaakt. Hij heeft in die jaren heel wat ondervonden en doorgemaakt en heeft gezien het gevolg van goede invloe den en van kwade invloeden in dienst. De beste soldaten zijn zij, die in vaste levensovertuiging de Cbr. beginselen zijn toegedaan en het in de praktijk trachten toe te passen om God lief te hebben boven al en den naaste al zichzelven. Zoodra dit beginsel uit de samenleving wprdt wegge vaagd, gaat de wereld ten gronde. Daarom is het spreker hoogst aange naam hedenavond te spreken voor de op richting van een burgerafdeeling van „Pro Rege". Nadat 't doel van „Pro Rege", door Ds. Hngon oud-veldprediker van de Ilde divisie opgericht, nader is uiteengezet (de vereeni ging staat op algemeen Chr. standpunt en stolt zich voor om den band tusschen de soldaten en het volk te versterken, de lief de voor ons Koningshuis en voor Neder land op te wekken), wijst 6preker op de groote bctcekenis die defe vereeniging voor ons volk zal hebben en onze nationale kracht inwendig kan verhoogen. Het Nederlandscho volk, het leven van ons volk, en den militairen dienst kent spr. dooi" on door. Hij weet van de deugden te spreken, maar ook van de gebreken, voor namelijk slapheid, Jan Saliegeest, die al leen als de nood aan don man komt actief raakt. Er is in ons leger veel veranderd. v\ as er vroeger een muur als het ware om ons leger heen, waar men niet kon door komen, en was het cr echt ruw, nu is het er anders, het is een glazenhuis geworden waar mei\ van alle kanten kan in zien. En dat mag wel ook, want het werk daar verricht mag heusch wel het daglicht zien. Do oude militaire wetten waren góed. De Chr. Godsdienst werd voorgeschreven als de eenige bron waaruit troost en kracht is te putten. Maar de praktijk was zoo geheel anders. Spreker is zelf in dienst te grondo ge- gaan door de ruwheid. 35 jaar later is hij bij het afkondigen van de mobilisatie in 1914, toen hij zich geplaatst zag als ver antwoordelijk chef over 15,000-man, woer voor 't. eorst op de kniecn gezonken voor God. Toen gevoelde hij het gewicht van het leven. Daarom roept hij do jongens toe: „Laat nooit los het gebed dat gij van uw ouders lecrdet. Houdt uw geloof vast!" Nog is 't gevaar voor ons land niet ge weken. Aan alle zijden worden de militaire legermachten opgevoerd, Wij zijn vrijgeko men van den oorlog, ook vrij Godo zij dank van de revolutie. Maar laten wij wa ken! In de toekomst worden wij niet meer gewaarschuwd! Daar is niets vreeselijker éan do burgeroorlog, want dan zal er bloed vallen! Hoe staat het volk nu tegenover onze weermacht? Schandelijk! Onverschillig! Zal men het eerst inzien als straks het leger noodig is? Men beschuldigt heUteger.'Maar wij die nen to verstaan cn te begrijpen waarvoor wij een leger noodig hebben, het is om kwade machten" tegen te houden. De Chr. jongeman heeft het t meest te kwaad door spotters en lachers, en kwade verleiders. Maar gelukkig zij die weten, dat er thuis ouders zijn die voor hem bidden. Spreker roept allen tec „Waakt „voor komen is beter dan genezen". Laten wij zien naar onze Vorstin die ons m plichts getrouwheid voorgaat. Tenslotte verhaalt spr. nog enkele van zijn ontmoetingen met H. M. de Koningin in den oorlogstijd. Onze vorstin ging steeds vooraan. Toen er in Brabant ©en ponton brug was gelegd, wilde zij er het eerst over. Later bij een andcro ontmoeting trokken 12000 Friesche soldaten door het water, al len om onze vorstin te oeren. IT. M. riep toen uit: „Leve het Vaüer- land!" Laat alzoo onze liefde toenemen, onze geestdrift worden vergroot, en verkrijgen wij bezieling om op te komen in het leven voor God, Noderland en Oranje (applaus). Gezongen werden twee coupletten van 't Wilhelmus. Door do leerling-onderofficieren van de Kweekschool voor Zeevaart werden nu on der leiding van hun gymnastiekleeraar eeni ge algemeene lichaamsoefeningen uitge voerd. Alle gymnasten bleken uitstekend te zijn getraind waardoor de gelijkmatigheid van de bewegingen ten zeerste opviel. De oefe ningen vielen bij de aanwezigen zeer in den smaak. Mr. H. Bijleveld Jr., oud-Minister van Marine, verkrijgt het woord. Hij verhaalt drie droomen, die hij droomde.. In de eerste dftom zag hij, dat hem een groot Koning ontmoette, die 'kinderen had, die hij wilde doen opvoeden. En de vorst zocht naar iemand dhi hen zou kunnen ver zorgen. „Draag mij die zorg op", Koning zeide hij, „want ik zal mij niet gelukkiger achten, dan Konings kinderen te mogen op voeden. De Koning waarschuwde en zeide dat het hier niet op woorden aankwam, maar op het doen. Al spoedig dan ook gingen de levensbe- sloihmeringen over deze zaak heen en ver geten werden Koning en kinderen. En later kwam de Vorst terug met de vraag: W a t d e e d g ij? De tweedo droom gaf spreker twee ge zinnen te zien. Uit beide gezinnen was een zoon in dienst. De ouders waren geloovig en baden voor het behoud van hun zonen uit de groote gevaren. Hoewel een hunnor bijna zich had laten meeslepen door zijn kameraden, mochten zij beiden behouden cn staande in' htm Chr. gelooi in het ouderlijke tehuis terugkeeren. In de derde droom werd spreker gebracht in een groote schitterende zaal, vol men- schen die allen vol aandacht luisterden naar 't geen gesproken .en gezongen werd. Langs de gelederen zag hij gaan twee geesten. De een© was een engel des lichts, de andere een geest der duisternis. Beiden waren, zoekend naar harten om die te win- n. De geest der duisternis verrichtte zijn op- ruiingswerk. De andere geest zocht rond en scheen geen rust te vinden, tot ja, ein- gelijk in een verscholen hoekje, bij een der eenvoudigsten onder de menschen. Het hart werd met blijdschap vervuld en deze een voudige vroeg: Wat kan ik voor u doen? En later zag spreker in zijn droom hst gericht van den Koning der Koningen. Eenerzijds werden zij afgewezen die in hun leven naar den geest der duisternis hadden geluisterd en anderzijds zr:g hij de zielen in de vreugde ingaan die in hun eenvoudig heid hadaen geholpen Gods Koninkrijk te doen komen. Uit deze drie droomen kwam steeds die zelfde stem op den voorgrond, die spreker ter harte nam: „Wat doet Gij?" (Op deze rede volgde een groote bijval). In de Pauze, die nu volgde meldden zich 157 loden voor de burgorverecniging van „Pro Rege" aan. Hierna gaven de leerlingen der Kweek school een grappig nummer, gymnastische oefeningen, volgens het Zwoedsche stelsel. Er werd hartelijk om gelachen en flink ge- applaudiseerd. Kapitein C. L e g e m a a t 6preekt nu over het onderwerp „Geeft acht". Hij wijst inzonderheid op de beteekenis van het Pro-Rege werk voor het militaire leven. De zaak die deze nieuwe vereeniging tracht te bevorderen, is altijd verwaar loosd, en dit moet zich wreken. Het leger heeft God los gelaten, en daarom zijn legex en volk ook van elkander gescheiden ge raakt. Daarom moet dc zaak nu krachtig' worden aangepakt. Het is te laat ingezien. Spreker gaat na hoe reeds aanvankelijk met deze arbeid is begonnen. De Militaire bond, de Onderofficieren Vereeniging, de Legerpredikanten en nu ook Pro Rege heb ben meer leiding aan het werk gegeven. Wij verkrijgen door de burgerarbeid een machtige steun achter den rug. Laten wij allen daarom onze plicht ver staan, n zien hoe reeds onze Vorstin ons in al deze dingen voorgaat. Het gaat er niet om of we het in dienst lichamelijk uitmuntend goed hebben, het is slechts de vraag hoe het met onze geestes toestand er voor staat, Het menschel ij ke heeft de laatste jaren te veel op den voorgrond gestaan en we weten het: het menschenwcrk faalt. Wij moeten het gezag en de tucht hoog houden en naleven de regelen die God in de samen leving heeft geschapen. De vaderlander, die een vaderland hier boven heeft, die kan zijn vaderland beneden het best kennen. Onze Minister van Oorlog heeft onlangs openlijk de verklaring afgelegd, dat van de burgerafdeeling van Pro Rege de kracht moet komen, waardoor het leger weer de plaats in de harten van de burgerij zal verkrijgen, die het waardig is. Onze jongens die reeds in den dienst heb ben vertoefd zullen weten van welke betee kenis het is als men 'in dienst van burgerzij de steun verkrijgt, als men bijv. een goed Chr. Militair tehuis kan bezoeken. Leiden staat er voor bekend een goed tehuis te bezitten, laat dat 90k zoo worden Aan het Zoeklicht. Leiden, 1 December 1920. In hoofdartikelen las ik meermalen: zio naar Duitschland of Rusland. Maar ik zou nu eens de aandacht willen vesti-» gen, op wat in Amsterdam gebeurde. De Raad is daar bezig met het bespreken van de begrooting of beier gezegd: te spreken naar aanleiding van de begrooting. Daarbij bleek dat voor de G. E. W. voor 1921 een winst was geraamd van ruim vijf millioen. Dat mocht niot van de Communisten, wos- halve zij voorstelden deze post te schrappen en het tarief te verlagen, in elk goval voor dc ar- boiders. Zij bleven kiermodo geheel in de oude Soc.* Dom. lijn dio ook in Leiden door de Socialisten wordt verdedigd. Dit voorstel werd bestreden. Bestreden, door den heer Vliegen, voorzit-» ter van de S.D.A.P.directeur van het Soc.-» Dem. propaganda-bureau; vraagbaak voorde Soc. Dcm. Raadsleden. TV aaruit alweer blijkt dat de Socialisten in gomoenten waar zij in do minderheid zijn ocu goheel andere lijn volgen dan daar waar zij mee de verantwoordelijkheid hebben te dragen. OBSERVATOR. met de nieuw-opgerichte burgerafdeeling! Tot slot wijst spreker op de eenheid die er in den militairen dienst moet zijn, en ver gelijkt dit met het organisme van een boom met wortels, stam en veelvoudige vertak kingen, met daarbij^de vrucht aan de fijn ste takken. Wij moeten zoo de eenheid voor ons in God zoeken en hebben ons werk te zien als in Zijnen dienst (applaus). Nadat de Chr. Zangvereeniging L. E. D. A. G. O. H. luisterrijk en vol gloed eenige zangliederen had ten gehoore gebracht sprak D s. P u n s e 1 i e het. slotwoord. Spreker bracht dank aan allen die tot het welslagen van den avond hadden bijgedra- gen. j Onze tijd zegt dat ons volk weerbaar moet zijn. En de krachtigste wapenen ver mogen niets; ook het volk God niet erkent en de soldaat zijn God heeft vergeten. Wij moeten als burgers onze plichten te genover de soldaten niet vergeten, die wij in naam\an God te vervullen hebben te genóver onze Koningin en ons Vaderland. In tijd van gevaar zal het leger dan we ten dat de burgerij achter do soldaten staat. Spreker beval dc collecte aan den uitgang tot dekking der kosten ten zeerste aan. Deze welgeslaagde samenkomst werd ge sloten met gebed door Ds. Punselie. 0»zc Burgemeester. Omtrent de ongesteldheid van onzen bur gemeester vernemen wij nog, dat de toe stand zich gelukkig niet ongunstiger laat aanzien. Zaterdagavond vergaderde de afdee ling Leiden der Vereeniging van Chr. On derwijzers en Onderwijzeressen in Ned. en de Oost-Ind. Bezittingen in het gebouw Na- thanael. In zijn inleidingswoord sprak de voorzit ter de hoop uit, dat men in alle omstandig heden mocht wandelen, waardiglijk der roe ping Gods en dat dat ook mocht blijken bij dc besprekingen op dezen avond. De heer Holtrust van Katwijk aan Zee sprak woor den van gelukwensch tot den voorzitter, die als directeur der Chr. Kweekschool met deze inrichting gelijktijdig jubileerde. Voor do Oostenrijksche onderwijzers was door het comité daarvoor aangewezen, reeds f 187.50 verzonden, terwijl daarna nog f 21 ontvangen werd. De heer Holtrust gaf eeno inleiding over het ambulantisme. De stellingen, waarin hij zijn betoog samen vatte, waren in 't kort deze: le. Het ambu lantisme is ontstaan uit den drang der om standigheden. 2e. 't Is gewenscht voor scho len met 36 leerkrachten. 3e. 't Is noodza kelijk voor scholen van 7 en meer leer krachten. 4e. De strijd ertegen spruit voort uit haat tegen olk gezag en richtte zich in 't bijzonder tegen misbruiken eruit voort vloeiende. 5e. De positie van eón ambulant hoofd is niet benijdbaar. 6e. De aanstelling van een ambulanten klasse-onderwijzer ver dient overweging. 7e. Voor do O. L. School heeft de instelling bij de nieuwe wet afge daan, niet alzoo voor de bijzondere scholen. Er ontspon zich cene breede discussie over dit onderwerp. Bezwaren tegen deze instelling werden door de verschillende sprekers aangevoerd. De een bracht herinneringen bij, de ander achtte het onmogelijk ooit ietnand te vin den. die geschikt was om als ambulant hoofd op te treden. Terwille van do pas ge slaagde onderwijzers diende echter 't hoofd over enkele uren per week to kunnen be schikken om hen in de eigenaardigheden van het vak in te leiden. Het denkbeeld van ambulante onderwijzers vond bcstrijdingfl iemand bepleitte do noodzakelijkheid, dal het hoofd eene groote M. U. L. O. school flink wat uren vrij -had tot het geven van de noodige leiding. De inleider beantwoord- do de verschillende sprekers uitvoerig. Na de pauze ktfarn de nieuwe salariaro- geling aan de orde. Na eene korte inleiding

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1920 | | pagina 1