Dagblad voor Leiden en Omstreken.
ABONNEMENTSPRIJS
IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN
WAAI? AGENTEN GEVESTIGD ZIJN
PER KWARTAAL 12.59
PER WEEK10.19
FRANCO PER POST PER KWARTAAL 12.90
,ste JAARGANG.
WOENSDAG DECEMBER 1920. -
No. 206
BUREAU HOOIGRACHT 35
LEIOEN.
TELEFOON INT. 1278
ADVERTENTIE-PRIJS
PER GEWONE KEGEL [0.221/3
DES ZATERDAGS 10.80
INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIEF
KLEINE ADVERTENTIES van hoogstens
80 woorden 50 cent: Zaterdags 75 cent,
bij vooruitbetaling 1
Dit nummer bestaat uit twee bladen
Een motie.
In ons blad van gisteren heeft men kun-
nen lezen een motie, aangenomen door
de afd. Leiden van de vereoniging van
Chr. Onderwijzers en Onderwijzeressen in
Nederland en O. I. Bezittingen, en gericht
.togen „Nederlander", „Standaard." en
„Nieuwe Leidsche Crt."
In deze motie werd o. m. g r o o t o te
leurstelling en diope veront
waardiging uitgesproken over de hou
ding van ons blad inzake het salarisvraag-
stuk van de onderwijzers, omdat wij met
beleedigingen zijn gekomen en met
onjuiste c ij Iers hebben gewerkt.
Wij gaan op deze zaak thans niet in.
Alieen nemen wij de vrijheid aan deze
Vereeniging van Christelijke Onderwijzers
te vragen wanneer, in welk nummer wij on
ze onderwijzers hebben beleodigd en wan
neer en in welk nummer wij mot onjuiste
cijfers hebben gewerkt.
Dozo vraag is meenen wij niet onbillijk.
De motie is natuurlijk niet aangenomen,
zonder dat daarvoor behoorlijke en steek
houdende motieven zijn aangevoerd.
Een vonnis wordt niet gestreken zonder
overwegingen.
Het moet dus voor het bestuur der afd.
bovengenoemd, zeer gemakkelijk zijn op
deze vragen een antwoord te geven.
Wanneer wij ons inderdaad misdra
gen hebben als in deze motie is aangege
ven, wanneer wij onze christelijke onderwij
zers'hebben beleedigd en om hen on
aangenaam te zijn en tegen te werken met
onjuiste cijfers hebben „gewerkt", dan
willen wij volmondig erkennen niet Chris
telijk, niet Antirevolutionair te hebben ge
handeld en zullen we geen oogenblik aarze
len in het openbaar onze verontschuldiging
,gen aan te bieden.
Met belangstelling zien wij het antwoord
op deze vragen tegemoet.
V Samenwerking.
Het is een verblijdend verschijnsel dat
miet alleen in de landspolitiek maar ook in
tal van gemeenteraden tusschen de drie
•rechtsche partijen een min of meer innige
samenwerking bestaat, zoodat de rechter
zijde bij belangrijke principieole geschillen
als een eenheid tegenover de partijen van
links kan optreden.
In Sassenheim heeft men het zoo
ver nog niet weton te brengen, wat uit het
jongste Raadsverslag nog weer afdoende
bleek.
Hier geven de R. K. er de voorkeur aan
samen te werken niet met de Anti-revolu
tionairen en Chr. Historischen maar met de
liberalen.
Jarenlang heeft hier het protestantsch-
christelijke deel van de bevolking gezucht
onder het Koomsch-Liberale juk.
Per gratie werd één raadszeteltje aan de
Anti-revolutionairen afgestaan, maar de
overige zes werden broederlijk tusschen
Roomschen en Liberalen verdeeld.
De evenredige vertegenwoordiging
bracht ook hier een groot© verandering.
Ook in Sassenheim hadden de liberalen
geleefd boven hun kracht. Toen de zetels
naar evenredigheid werden verdeeld, bleek,
dat de liberalen en dan nog élechts met
een overschot niet meer dan één zetel
konden bezetten.
Wie echter gehoopt mocht hebben dat
deze gewijzigde verhoudingen tengevolge
.zouden hebben dat nu ook de R. Katholie
ken meer aansluiting zouden zoeken met de
andere rechtsche partijen, vergist zich.
De laatste Raadsvergadering heeft a£»
doende geleerd dat voor een rechtsche poli
tiek in dezen Raad van do R. K. leden niets
to verwachten is.
Bij de algemeene beschouwingen naar
aanleiding van de begrooting, achtte het
liberale lid, de heer Speelman zich geroe
pen te constateeren, dat met de A. R.
groep niet was samen te werken, dat de
liberalen aansluiting hadden gezocht bij de
G.-H., maar hierin niet waren geslaagd, cn
daarom genoodzaakt waren geweest een
compromis te treffen niet de Katholieken.
Uit de nadere toelichting van den heer
Speelman bleek dat het zoeken van aanslui
ting bij do C.-H. partij hierin had bestaan,
dat men deze verzocht had in 1919 de aftre
dende liberalen te steunen. Werd dan de
Raad in 1923 uitgebreid dan zoude^ de
liberale heeren genadiglijk bereid zijn een
van deze nieuwe zetels aan de C.-H. partij
te gunnen, een aanbod dat echter door de
Christelijk Historischen wijselijk werd af-
De heer Bader trachtte nog op de hem
eigen handige manier het bestaan van een
„compromis" te ontkennen, maar dit bate
hem weinig.
Uit het slot der vergadering bleek de
ware toestand maar al te duidelijk. Behan
deld werd het voorstel tot invoering van
het gebed in den Raad. Do heer Van Zon
neveld wees op de gemeenschappelijke ge
loofsbelijdenis, waarin zoowel Katholieken,
als Antirevolutionairen en Christelijk His-
Éariscben belijden te gelooven in „God den
Vader, den Almachtige, Schepper van he
mel en aarde." De heer Lekkerkerker be
toogde hoe vooral in den gemeenteraad
Gods zegen moet worden gevraagd, en de
heer Warnaar wees op zooveel overwegend
Katholieke gemeonlen waar het gebod werd
ingevoerd.
[t Mocht niet balen.
De verschillende Katholieke heeren zon
gen mee in het, oude liberale koor: „De
godsdienst behoort* in de binnenkamer".
Met de stemmen van den heer Speelman en
alle Katholieken werd het voorstel ver
worpen.
De zaak was blijkbaar reeds vooraf be
klonken.
Het spreekt vanzelf dat de Katholieke
raadsleden vrij zijn om te handelen zooals
zij dat wenschen.
Wanneer zij meenen dat zij beier de be
langen van de gemeente en van hunne be-
„compromis" te ontkennen, maar dit baatte
ginselen kunnen dienen, door met de libe
ralen samen te gaan, dan is dat hun zaak.
De reden waarom wij op dit eigenaardig
optreden hier de aandacht vestigen is ech
ter, dat wij niet kunnen aannemen» dat
deze Katholieke raadsleden hebben gehan
deld in den geest van de Katholieke kie
zers die hen^riaar den Raad afvaardigden,
en omdat wij overtuigd zijn dat een nauwe
samenwerking van allen die staan op den
grondslag van de Christelijke beginselen,
in onze dagen ook in de Gemeenteraden,
dringend noodzakelijk moet worden geacht.
STADSNIEUWS.
Het Millioen.
Van een onzer abonné's ontvingen wij een
gift voor het Millioen-plan van f 10.—, wel
ke gift met dankbaarheid werd aanvaard.
Het is zeer verblijdend op te merken hoe
veel belangstelling voor het Millioen-plan
nu reeds openbaar wordt.
Een veelbelovend begin.
Uittreding Ds. Wisse.
Men meldt o. in. aan de N. Rott. Crt.
Ds. Wisse heeft Zondag gekerkt in de
Chr. Geref. kerk te Zeist; hij hoeft zich ook
bij die kerk aangemeld om lid te worden (te
Driebergen bestaat geen gemeente van die
kerk).
Over 't predikantschap van ds. Wisse we
ten we nog niets te. zeggen, doch wij ver
moeden, dat Z.Eorw. zijn krachten aan die
kerk zal gaan wijden, al weten wij niet op
welke manier.
Of in de gemeente Driebergen uittreding
zal plaats hebben is ons niet bekend; wol zijn
Zondag vele Gereformeerden te Zeist gaan
kerken bij de Oud-GereformeerdeA cn Chr.
Gereformeerden.
„Pro Rege".
Door do Militaire afdeeling van de Na
tionale Vereoniging „Pro Rege" was in de
Stausgehoorzaal gisterenavond een groote
Propaganda-vergadering belegd, om te ko
men, tot oprichting van een burgerafdee-
ling van „Pro Rege".
Ds. H. Thomas opende na 't zingen van
Ps. 75 1 de bijeenkomst met gebed waar
na hij zijn verwelkomingswoord spreekt.
Hij hoopt dat de zeer vele aanwezigen hun
tegenwoordigheid in een blijvende daad zul
len omzetten, dat de grondslagen van Pro-
Rege er vanavond ingestampt zullen wor
den.
Spreker verwolkomt de Oud-Minister van
Marine Mr. H. Bijleveld, de Gep. Luit.-
Generaal Th. J. Weber en Kapitein C. Le-
gemaat. die als 6prekers zullen optreden.
Bericht is ingekomen, dat .ZEx. Minister
van Oorlog tot zijn spijt de vergadering
niet kan bijwonen.
Spreker hoopte dat de burgerafdeeling
van „Pro Rege" hedenavond de warme
sympathie van alle aanwezigen, ja van ge
heel de burgerbevolking mag verkrijgen,
opdat dio zal ten goede komen aan onze ge-
heele weermacht, te land en ter zee. Wij
moeten een weermacht hebben, die zich voor
God buigt, daardoor zal ook het volk één
worden met het leger in nood en dood.
Het is de zaak van onzen Kouing hot
gaat om Gods glorie. Laten wij het dus
vorstaan, dat er hier voor ons een ernstige
Christenplicht ligt.
Ook de zangverceniging L. E. D. A. G,
O. H. wordt verwelkomd.- Spreker hoopt
dat alle leden der vereeniging zich ook als
lid van de burgerafd. van „Pro Rege" zul
len laten inschrijven, dan zul die afdeeling
tegelijkertijd in 't bezit van een eigen
zangvereeniging zijn.
Afzonderlijk wordt nog aan de „jongens"
van de zeevaartschool, die ook zuilen me
dewerken, een woord gericht. Gij zijt ke
rels van de zee, de ruime zee, waar alle idee
van bekrompenheid wordt weggevaagd.
Spreker waarschuwt hen dat zij straks als
onderofficieren der vloot niet zullen mede-
gaan met enkele drijvers die zeggen: „we
smijten de boel neer", maar dat zij zullen
staan als onversaagde Hollanders op het
dek on wat er ook kome moge steeds ge
reed zijn om hun plicht te vervullen gelijk
eens een De Ruijtor en Tromp voor Hol
land hebben gedaan.
Spreker besluit:
Een hoezee, hoezee yoor de zee!
Houd het roer recht!
Jongens van Holland roept mee!
Hier is 't veld, is 't veld voor den held,
Houd het roer recht!
Hier toont de man waar hij geldt
Onder 't zeemansbuis, daar is moed
nog thuis,
In zijn vuist ligt heel zijn lot
Niemand vreest hij dan God.
Wij vechten Pro Rege, voor onzen Ko
ning, Pro Patria voor ons vaderland, wat
er ook is en wat ei' ook gebeuren mag, bij
ons blijft het Oranje boven! (applaus).
Op schitterende \^jze wordt nu door de
zangvereeniging L. E. D. A. G. O. H. ten
gehoore gebracht het: „Zij zullen het niet
hebben", in muziektoon gezet door den di
recteur, de heer H. Snel, waarna de solo
„Bij Moeders graf" gezongen wordt (zange
res, mej. Snel) die een daverend applaus
oogst.
De Gep. Luitenant-Generaal, de heer Th.
J. Weber, verkrijgt thans het woord om
eenige ervaringen van hem te verhalen uit
de Mobilisatie.
Spreker acht het een groot voorrecht
voor hem te zijn geweest, dat hij zoo lange
jaren in alle rangen den militairen diensr
heeft medegemaakt. Hij heeft in die jaren
heel wat ondervonden en doorgemaakt en
heeft gezien het gevolg van goede invloe
den en van kwade invloeden in dienst.
De beste soldaten zijn zij, die in vaste
levensovertuiging de Cbr. beginselen zijn
toegedaan en het in de praktijk trachten
toe te passen om God lief te hebben boven
al en den naaste al zichzelven. Zoodra dit
beginsel uit de samenleving wprdt wegge
vaagd, gaat de wereld ten gronde.
Daarom is het spreker hoogst aange
naam hedenavond te spreken voor de op
richting van een burgerafdeeling van „Pro
Rege".
Nadat 't doel van „Pro Rege", door Ds.
Hngon oud-veldprediker van de Ilde divisie
opgericht, nader is uiteengezet (de vereeni
ging staat op algemeen Chr. standpunt en
stolt zich voor om den band tusschen de
soldaten en het volk te versterken, de lief
de voor ons Koningshuis en voor Neder
land op te wekken), wijst 6preker op de
groote bctcekenis die defe vereeniging voor
ons volk zal hebben en onze nationale
kracht inwendig kan verhoogen.
Het Nederlandscho volk, het leven van
ons volk, en den militairen dienst kent spr.
dooi" on door. Hij weet van de deugden te
spreken, maar ook van de gebreken, voor
namelijk slapheid, Jan Saliegeest, die al
leen als de nood aan don man komt actief
raakt.
Er is in ons leger veel veranderd. v\ as
er vroeger een muur als het ware om ons
leger heen, waar men niet kon door komen,
en was het cr echt ruw, nu is het er anders,
het is een glazenhuis geworden waar mei\
van alle kanten kan in zien. En dat mag
wel ook, want het werk daar verricht mag
heusch wel het daglicht zien.
Do oude militaire wetten waren góed. De
Chr. Godsdienst werd voorgeschreven als
de eenige bron waaruit troost en kracht is
te putten. Maar de praktijk was zoo geheel
anders.
Spreker is zelf in dienst te grondo ge-
gaan door de ruwheid. 35 jaar later is hij
bij het afkondigen van de mobilisatie in
1914, toen hij zich geplaatst zag als ver
antwoordelijk chef over 15,000-man, woer
voor 't. eorst op de kniecn gezonken voor
God. Toen gevoelde hij het gewicht van
het leven.
Daarom roept hij do jongens toe: „Laat
nooit los het gebed dat gij van uw ouders
lecrdet. Houdt uw geloof vast!"
Nog is 't gevaar voor ons land niet ge
weken. Aan alle zijden worden de militaire
legermachten opgevoerd, Wij zijn vrijgeko
men van den oorlog, ook vrij Godo zij
dank van de revolutie. Maar laten wij wa
ken! In de toekomst worden wij niet meer
gewaarschuwd! Daar is niets vreeselijker
éan do burgeroorlog, want dan zal er bloed
vallen!
Hoe staat het volk nu tegenover onze
weermacht? Schandelijk! Onverschillig!
Zal men het eerst inzien als straks het
leger noodig is?
Men beschuldigt heUteger.'Maar wij die
nen to verstaan cn te begrijpen waarvoor
wij een leger noodig hebben, het is om
kwade machten" tegen te houden.
De Chr. jongeman heeft het t meest te
kwaad door spotters en lachers, en kwade
verleiders.
Maar gelukkig zij die weten, dat er thuis
ouders zijn die voor hem bidden.
Spreker roept allen tec „Waakt „voor
komen is beter dan genezen". Laten wij
zien naar onze Vorstin die ons m plichts
getrouwheid voorgaat.
Tenslotte verhaalt spr. nog enkele van
zijn ontmoetingen met H. M. de Koningin
in den oorlogstijd. Onze vorstin ging steeds
vooraan. Toen er in Brabant ©en ponton
brug was gelegd, wilde zij er het eerst over.
Later bij een andcro ontmoeting trokken
12000 Friesche soldaten door het water, al
len om onze vorstin te oeren.
IT. M. riep toen uit: „Leve het Vaüer-
land!"
Laat alzoo onze liefde toenemen, onze
geestdrift worden vergroot, en verkrijgen
wij bezieling om op te komen in het leven
voor God, Noderland en Oranje (applaus).
Gezongen werden twee coupletten van
't Wilhelmus.
Door do leerling-onderofficieren van de
Kweekschool voor Zeevaart werden nu on
der leiding van hun gymnastiekleeraar eeni
ge algemeene lichaamsoefeningen uitge
voerd.
Alle gymnasten bleken uitstekend te zijn
getraind waardoor de gelijkmatigheid van
de bewegingen ten zeerste opviel. De oefe
ningen vielen bij de aanwezigen zeer in den
smaak.
Mr. H. Bijleveld Jr., oud-Minister van
Marine, verkrijgt het woord. Hij verhaalt
drie droomen, die hij droomde..
In de eerste dftom zag hij, dat hem een
groot Koning ontmoette, die 'kinderen had,
die hij wilde doen opvoeden. En de vorst
zocht naar iemand dhi hen zou kunnen ver
zorgen. „Draag mij die zorg op", Koning
zeide hij, „want ik zal mij niet gelukkiger
achten, dan Konings kinderen te mogen op
voeden.
De Koning waarschuwde en zeide dat
het hier niet op woorden aankwam, maar
op het doen.
Al spoedig dan ook gingen de levensbe-
sloihmeringen over deze zaak heen en ver
geten werden Koning en kinderen.
En later kwam de Vorst terug met de
vraag: W a t d e e d g ij?
De tweedo droom gaf spreker twee ge
zinnen te zien. Uit beide gezinnen was een
zoon in dienst. De ouders waren geloovig
en baden voor het behoud van hun zonen
uit de groote gevaren.
Hoewel een hunnor bijna zich had laten
meeslepen door zijn kameraden, mochten
zij beiden behouden cn staande in' htm Chr.
gelooi in het ouderlijke tehuis terugkeeren.
In de derde droom werd spreker gebracht
in een groote schitterende zaal, vol men-
schen die allen vol aandacht luisterden
naar 't geen gesproken .en gezongen werd.
Langs de gelederen zag hij gaan twee
geesten. De een© was een engel des lichts,
de andere een geest der duisternis. Beiden
waren, zoekend naar harten om die te win-
n.
De geest der duisternis verrichtte zijn op-
ruiingswerk. De andere geest zocht rond
en scheen geen rust te vinden, tot ja, ein-
gelijk in een verscholen hoekje, bij een der
eenvoudigsten onder de menschen. Het hart
werd met blijdschap vervuld en deze een
voudige vroeg: Wat kan ik voor u doen?
En later zag spreker in zijn droom hst
gericht van den Koning der Koningen.
Eenerzijds werden zij afgewezen die in hun
leven naar den geest der duisternis hadden
geluisterd en anderzijds zr:g hij de zielen
in de vreugde ingaan die in hun eenvoudig
heid hadaen geholpen Gods Koninkrijk te
doen komen.
Uit deze drie droomen kwam steeds die
zelfde stem op den voorgrond, die spreker
ter harte nam: „Wat doet Gij?" (Op
deze rede volgde een groote bijval).
In de Pauze, die nu volgde meldden zich
157 loden voor de burgorverecniging van
„Pro Rege" aan.
Hierna gaven de leerlingen der Kweek
school een grappig nummer, gymnastische
oefeningen, volgens het Zwoedsche stelsel.
Er werd hartelijk om gelachen en flink ge-
applaudiseerd.
Kapitein C. L e g e m a a t 6preekt nu
over het onderwerp „Geeft acht".
Hij wijst inzonderheid op de beteekenis
van het Pro-Rege werk voor het militaire
leven. De zaak die deze nieuwe vereeniging
tracht te bevorderen, is altijd verwaar
loosd, en dit moet zich wreken. Het leger
heeft God los gelaten, en daarom zijn legex
en volk ook van elkander gescheiden ge
raakt. Daarom moet dc zaak nu krachtig'
worden aangepakt. Het is te laat ingezien.
Spreker gaat na hoe reeds aanvankelijk
met deze arbeid is begonnen. De Militaire
bond, de Onderofficieren Vereeniging, de
Legerpredikanten en nu ook Pro Rege heb
ben meer leiding aan het werk gegeven.
Wij verkrijgen door de burgerarbeid een
machtige steun achter den rug.
Laten wij allen daarom onze plicht ver
staan, n zien hoe reeds onze Vorstin ons in
al deze dingen voorgaat.
Het gaat er niet om of we het in dienst
lichamelijk uitmuntend goed hebben, het is
slechts de vraag hoe het met onze geestes
toestand er voor staat,
Het menschel ij ke heeft de laatste
jaren te veel op den voorgrond gestaan en
we weten het: het menschenwcrk faalt. Wij
moeten het gezag en de tucht hoog houden
en naleven de regelen die God in de samen
leving heeft geschapen.
De vaderlander, die een vaderland hier
boven heeft, die kan zijn vaderland beneden
het best kennen.
Onze Minister van Oorlog heeft onlangs
openlijk de verklaring afgelegd, dat
van de burgerafdeeling van Pro Rege de
kracht moet komen, waardoor het leger
weer de plaats in de harten van de burgerij
zal verkrijgen, die het waardig is.
Onze jongens die reeds in den dienst heb
ben vertoefd zullen weten van welke betee
kenis het is als men 'in dienst van burgerzij
de steun verkrijgt, als men bijv. een goed
Chr. Militair tehuis kan bezoeken.
Leiden staat er voor bekend een goed
tehuis te bezitten, laat dat 90k zoo worden
Aan het Zoeklicht.
Leiden, 1 December 1920.
In hoofdartikelen las ik meermalen: zio naar
Duitschland of Rusland.
Maar ik zou nu eens de aandacht willen vesti-»
gen, op wat in Amsterdam gebeurde.
De Raad is daar bezig met het bespreken van
de begrooting of beier gezegd: te spreken naar
aanleiding van de begrooting.
Daarbij bleek dat voor de G. E. W. voor 1921
een winst was geraamd van ruim vijf millioen.
Dat mocht niot van de Communisten, wos-
halve zij voorstelden deze post te schrappen en
het tarief te verlagen, in elk goval voor dc ar-
boiders.
Zij bleven kiermodo geheel in de oude Soc.*
Dom. lijn dio ook in Leiden door de Socialisten
wordt verdedigd.
Dit voorstel werd bestreden.
Bestreden, door den heer Vliegen, voorzit-»
ter van de S.D.A.P.directeur van het Soc.-»
Dem. propaganda-bureau; vraagbaak voorde Soc.
Dcm. Raadsleden.
TV aaruit alweer blijkt dat de Socialisten in
gomoenten waar zij in do minderheid zijn ocu
goheel andere lijn volgen dan daar waar zij mee
de verantwoordelijkheid hebben te dragen.
OBSERVATOR.
met de nieuw-opgerichte burgerafdeeling!
Tot slot wijst spreker op de eenheid die
er in den militairen dienst moet zijn, en ver
gelijkt dit met het organisme van een boom
met wortels, stam en veelvoudige vertak
kingen, met daarbij^de vrucht aan de fijn
ste takken.
Wij moeten zoo de eenheid voor ons in
God zoeken en hebben ons werk te zien als
in Zijnen dienst (applaus).
Nadat de Chr. Zangvereeniging L. E. D.
A. G. O. H. luisterrijk en vol gloed eenige
zangliederen had ten gehoore gebracht
sprak D s. P u n s e 1 i e het. slotwoord.
Spreker bracht dank aan allen die tot het
welslagen van den avond hadden bijgedra-
gen. j
Onze tijd zegt dat ons volk weerbaar
moet zijn. En de krachtigste wapenen ver
mogen niets; ook het volk God niet erkent
en de soldaat zijn God heeft vergeten.
Wij moeten als burgers onze plichten te
genover de soldaten niet vergeten, die wij
in naam\an God te vervullen hebben te
genóver onze Koningin en ons Vaderland.
In tijd van gevaar zal het leger dan we
ten dat de burgerij achter do soldaten staat.
Spreker beval dc collecte aan den uitgang
tot dekking der kosten ten zeerste aan.
Deze welgeslaagde samenkomst werd ge
sloten met gebed door Ds. Punselie.
0»zc Burgemeester.
Omtrent de ongesteldheid van onzen bur
gemeester vernemen wij nog, dat de toe
stand zich gelukkig niet ongunstiger laat
aanzien.
Zaterdagavond vergaderde de afdee
ling Leiden der Vereeniging van Chr. On
derwijzers en Onderwijzeressen in Ned. en
de Oost-Ind. Bezittingen in het gebouw Na-
thanael.
In zijn inleidingswoord sprak de voorzit
ter de hoop uit, dat men in alle omstandig
heden mocht wandelen, waardiglijk der roe
ping Gods en dat dat ook mocht blijken bij
dc besprekingen op dezen avond. De heer
Holtrust van Katwijk aan Zee sprak woor
den van gelukwensch tot den voorzitter, die
als directeur der Chr. Kweekschool met
deze inrichting gelijktijdig jubileerde.
Voor do Oostenrijksche onderwijzers was
door het comité daarvoor aangewezen,
reeds f 187.50 verzonden, terwijl daarna
nog f 21 ontvangen werd. De heer Holtrust
gaf eeno inleiding over het ambulantisme.
De stellingen, waarin hij zijn betoog samen
vatte, waren in 't kort deze: le. Het ambu
lantisme is ontstaan uit den drang der om
standigheden. 2e. 't Is gewenscht voor scho
len met 36 leerkrachten. 3e. 't Is noodza
kelijk voor scholen van 7 en meer leer
krachten. 4e. De strijd ertegen spruit voort
uit haat tegen olk gezag en richtte zich in
't bijzonder tegen misbruiken eruit voort
vloeiende. 5e. De positie van eón ambulant
hoofd is niet benijdbaar. 6e. De aanstelling
van een ambulanten klasse-onderwijzer ver
dient overweging. 7e. Voor do O. L. School
heeft de instelling bij de nieuwe wet afge
daan, niet alzoo voor de bijzondere scholen.
Er ontspon zich cene breede discussie over
dit onderwerp.
Bezwaren tegen deze instelling werden
door de verschillende sprekers aangevoerd.
De een bracht herinneringen bij, de ander
achtte het onmogelijk ooit ietnand te vin
den. die geschikt was om als ambulant
hoofd op te treden. Terwille van do pas ge
slaagde onderwijzers diende echter 't hoofd
over enkele uren per week to kunnen be
schikken om hen in de eigenaardigheden van
het vak in te leiden. Het denkbeeld van
ambulante onderwijzers vond bcstrijdingfl
iemand bepleitte do noodzakelijkheid, dal
het hoofd eene groote M. U. L. O. school
flink wat uren vrij -had tot het geven van
de noodige leiding. De inleider beantwoord-
do de verschillende sprekers uitvoerig.
Na de pauze ktfarn de nieuwe salariaro-
geling aan de orde. Na eene korte inleiding