Blad.
Densdag 3 November f920
Uit het Suciale Leven.
Uit de Pers.
dec DE AFSCHEIDING EEN STUK
tc L J KL ASSENSTRI J D
is en fij lezen in de Rotterdammer:
ir'^Fja groote stadsdouiinoes hadden de be-
iie jjsiiio is het historisch -mate-
il i sme.
olgens deze leer is alle geestelijke
spikkeling afhankelijk van do s t o f f e-
o ontwikkeling. Alle geestelijke ver-
jnsolen zijn in laatste instantie een
r, 'i 'spiegeling van de stoffelijke verhou-
iris en. Wat de mens.hen denken over
oet ;dienst, recht, zedelijkheid wordt ten
- wo te verklaard door de economische ver-
n.'Il dingen, waarin zij leven.
ler®' erkwaardige prooven van geschiedver-
15* ing zijn geleverd om langs dozen weg
ckes't iervorming, het Calvinisme, het Chrie-
Hó lom, het lieilig Avondmaal te ontleden,
'fitit et merkwaardigst echter is wol de so-
en istische opvatting van de Afscheiding,
ke mevrouw Roland Holst in een harer
/tolken geeft,
jok do beweging van 1834 heeft oen eco-
ird lischen achiergrond, is een stuk klas-
fk I strijd.
rpakjLoor slechts op wat wijze deze Marxisti-
Qü^*je ijveraar deze geestelijke beweging heeft
beild en doorschouwd 1
llenlJe groote 6tadsdominées 6peelden de be-
at'giurspoBten in de Synode, zij kregen de
ftte baantjes, zij vormden een patricische
u's pinéeskliek.
JS "rf ab was den plattelandspredikanteu niet
g1 £®ar den zin. Dat stak de dominéés van Ul-
pi, DoeVeren en andere dorpen. Diep
Vooflden zij de economische tegenstelling,
Keullke hen van hun meer bevoorrechte col-
ga's scheidde.
00ljL)at moest allerhande conflicten en wrij-
ijjpJigen in het leven roepen, dat moest den
r,r fjpssenstrijd toespitsen.
eek)Aangezien nu echter in kerkelijke kria-
«is m allo tegenstellingen zich onder theolo-
z(>n4che vermomming openbaren, werd ook
^.°in dezen strijd een geestelijk tintje gege-
in en zoo ontstond in 1834 do Af-
urdfoeiding.
(Wie aan den ernst van de historisch-ma-
1 zuirialistische geschiedverklaring nog ge-
afofde is na dergelijke solutie radicaal ge-
êzen.
ag
LINKSCH KABAAL.
ing
De felle oppositie die van links tegen den
n finister van Financiën wordt gevoerd,
nTaarbij elk woord van critiek dat van
(jJchts komt, wordt opgeblazen tot een ge-
ia reldigen aanval, verloopt, zegt de S t a n-
C.Iaard, meer en meer in een gewoon poli-
n lick relletje en verliest daardoor gaande
weg aan innerlijke beteekems.
Met groote en grove felheid durft men
ans den Minister van Financiën te lijf
an. Natuurlijk is het voornaamste argu-
ient zijn onbekwaamheid, om werkelijk
>otscbe perspectieven op financieel gebied
openen.
Men zou thans moeten hebben, zoo wordt
de vrijzinnige pers gelegd, een eerste klas
an, waarbij natuurlijk stilzwijgend ver
ondersteld wordt dat zoo'n eerste klas man
alleen tqr linkerzijde is te vinden,
f Als men nu ziet hoe alle knappe koppen
op economisch en financieel gebied, de
;roote specialiteiten van vrijzinnige zijde
net de handen in het haar zitten en geen
>plossing weten voor de geweldige proble-
nen, dan ten slotte een gemoedelijk woord-
e, dan is het niet andere dan lachwek
kend om onze vrijzinnigen met eenig ver-
;oon te hooren gewagen van de onbe
kwaamheid van onzen Minister van Finan
ciën, die niet in 6taat is om alles hier in
orde té brengen.
Het spreek Ir wel van velf, dat nu zulke
critiek in de mode is, f'Jce leeghoofd zrch
een air van beteekeirs kan geven uuor te
verklaren, dat dio Minister van Financiën
onbekwaam ,is.
Wie onzer zou zich door dit gedoe van
streek laten brengen?
Men moet onder dit alles bedeuken, dat
Minister De Yries geplaatst werd voor een
van de moeilijkste problemen, de verhouw
ding tusschen de financiën van Rijk en Ge
meenten; een probleem ten opzichte waar
van aan vrijzinnige zijde toch ook al geen
grootsche daden vallen te boeken.
Hier ware door een minder consciëntieus
staatsman misschien succes te behalen met
de eenvoudige politiek der sociaal-democra
ten: geef maar uit. Stort'de rijksmillioenen
naar in de kas der Gemeenten en stel die in
staat grootsche proefnemingen te doen op
sociaal gebied.
Maar deze eenvoudige politiek is nu juist
niet de beste.
En de staatsman, die voor deze uiterst
moeilijke en lastige zaak geplaatst wordt,
rnoct het aandurven de critiek van allen
kant, vooral vortspruitend uit teleurstel
ling over te geringe tegemoetkomendheid
wie zou hier trouwens den honger kun
nen bevredigen? tc dragen.
Het is op dit gebied aldoor een zoeken
cn taston geweest. En dat wellens een ver
keerde greep kon worden gedaan, ligt voor
de hand. Het eindresultaat echter beslist,
en wij gelooven niet, dat tot nu een betere
weg is aangewezen als thans wordt inge
slagen.
Bij ons komt de vraag op, of het linksch
kabaal misschien dienen moet om de eigen
tekortkomingen en vergissingen te bedek
ken.
Uit alles is echter wel duidelijk, dat wij
hier te doen hebben met, om hot woord van
een vrijzinnig pofitiek orgaan te gebruiken,
politiek van laag allooi. En daarvoor be
hoeft geen anti-revolutionair staatsman te
wijken.
Z«idhol!andsche Bond „Patrimonium".
Alle in Zuid-Holland bestaande afdeelin-
gen van „Patrimonium", zoomede de Noord-
brabantecho afdeelingen te Andel, Klun-
dert en Sprang worden uitgenoodigd tot
'bijwoning der e.k. algemeene vergadering
van bovengenoemden Bond te Rotterdam,
in 't gebouw „Concordia", Kipstraat 18b,
Woensdag 10 November a. s.
Er zullen twee zittingen worden gehou
den. De eerste van 11—1, de tweede zitting
van 2—5 uur.
In de eerste zitting zal o. m. behandeld
worden een van het Verbondsbeetuur ont
vangen schrijven, waarin o. m. aan de ge
westelijke organisaties wordt opgedragen
haren arbeid te beperken tot: het opzoeken
en bearbeiden van geschikte personen in het
gewest tot het houden van inleidingen in
de afdeelingen; het houden van eenige ver-
gaderinge ter bevordering van den bloei
der onderscheidene afdeelingen; het door en
namens.het bestuur eenmaal per jaar be
zoeken van elk der afdeelingen in het go-
west, het oprichten van nieuwe afdeelingen
in het gewest.
In de middagvergadering zal de ambte
naar van het Verbond, de heer J. Hermans
Jr., van Amsterdam, spreken over: „Ge-
zinsloon", desgewonscht gevolgd door on
derlinge discussie.
De actie der mijnwerkers.
Woensdagavond is te Heerlen een gecom
bineerde besturenvergadering gehouden
door de samenwerkende mijnwerkersbonden,
t. w. den Alg. Ned. Mijnwerkersbond, prot.
christ. en de neutrale organisatie.
In dezo bijeenkomst zijn de te troffen
maatregelen voor de verdere actie bespro
ken.
Beslechting geschillen.
Naar de R. K. Vakbeweging verneemt,
is een wetsontwerp met wettelijke regelin
gen tot beslechting van geschillen in ar-
beidsaangelegenheden in een vergevorderd
stadium van voorbereiding en kan de indie
ning ervan bij de Staten-Generaal spoedig
worden verwacht.
Staking geproclameerd.
Nadat op een ultimatum der arbeiders
geen antwoord was ingekomen, is Maandag
morgen door den Centralen Bond de sta
king geproclameerd voor de Litiumfabrie-
ken te Rotterdam.
Aan de arbeiders, die te Terschelling, Lo-
bith en Vlissingen werken der firma uitvoe
ren, is telegrafisch kennis gegeven van deze
beslissing en order gegeven het werk ook
daar te stoppen.
Wederom scheiding.
Gelijk men weet is de Chr. Zeeliodenbond het
vorig jaar samengesmolten met de Ned. Bond
van Chr. Fabr. Haven- en Transportarbeiders.
Naaste aanloiding tot deze fusie was, dat als
dan een niet te hooge eenheidscontributie voor
de workloozenkas mogelijk zou zijn.
De bijdrage werd vastgesteld op 8 cent per lid
en per week.
In den loop van het jaar bloek echter, hoewel
terdege rekening gehouden moot worden met do
abnormale tijdsomstandigheden, dat deze contri
butie te laag was. De Minister van Arbeid eischte
daarom een verhoogde eeuhcidscontributic van 18
ct. per weck of een g splitste van 13 en 23 et.
yesp voor do vaste en losse trasportarbeiders,
onder welke laatste groep do zeelieden vallen.
In de moderne en syndicalistische organisaties
werd do eenheidscontribulie aanvaard. De buiten
gewone algemeene vergadering van genoomenden
bond besloot echter de gesplitste contributie in
te voeren. Tegelijkertijd werd de bondscontri-
butie verhoogd.
De vertrouwensmannen der zeelieden onthiel
den zich van stemming over do laatste vorhoo-
ging, omdat zij de loden niet hadden kunnen
raadplegen en zij vorklaardcn zich tegen gesplit-
ste contributie, omdat dezo h. i. ingaat tegen één
der grondslagen van de fusie.
Op grond van dezo en minder belangrijke over
wegingen heeft, naar wij vernomen, de vakgroep
zeelieden aan het hoofdbestuur van den bond
meegedeeld, dat zij onder do tegenwoordige om
standigheden de zelfstandigheid boven de fusie
verkiest, hoewol een samengaan van zoolieden, ha
venarbeiders en allen die direct bij koopvaardij
of visscherij betrokken zijn, haar principieel ge
boden schijnt.
Naar aanleiding van hot bovenstaande oordeeït
liet dagelijksch bestuur van den bond, dat een
vreedzame scheiding zoo spoedig mogelijk moet
plats hébben, liefst met ingang van 1 Nov. en
althans voorloopig met inachtneming van do
oude grenzen.
Het totaal aantal leden bedraagt thans onge
veer 13.000, waarvan ruim 4000 zullen afgaan.
OORLOG OP WALDESFRIEDEN.
In Duitschland bestaat ook een communistische
partij.
Eu natuurlijk heeft die partij een leider. Do
bekende heer Adolf Hoffmann.
Een collega van „onze" David Wijnkoop dos.
Proletariër is dat heer editor niet hcelemoal.
Zelfs heoft neen, had dat hoer een fraaie
villa, die den poethi6chen naam Waldesfrieden
W.oudvrode gr aagt.
Diernaam is wel niet gehoel in overeenstemming
met het communistisch beginsel, dat de bloedige
dictatuur van het proletariaat predikt, maar dat
is nu nog tot daar aan toe.
Erger is 't, dat het bezit van een landgoed
strijdt togen den ei6ch van afschaffing van allo
privaat-bezit, die de communisten zoo luids pre
diken.
Dat voelde de heer Hoffmann ook.
En daarom borg hij zijn villa weg.
Niet, door als in de fboversprookjes, op een
geheime veer te drukken.
Zelfs niet door de een of audoro nieuwe vinding
der vergevorderde techniek.
Neen, de heer Hoffmann wist eenvoudiger mid
del.
Hij liet de villa overschrijven op naam van zijn
vrouw.
Dat zijn oga nog zoo ouderwetsch en bekrom
pen was, er een villa op na lo houden, kon bij
toch niet helpen? En hij kon er het goede racnsch
toch ook niet alléén laten wonen
Edoch, niets is bestendig, hier op dit onder
in aansche.
Zelfs niet. altijd de trouw toaaehea den man en
zijn echtgenoote.
Tenminste, de heer en mevrouw Hoffmann kre
gen mot
<t Liep zoo erg, dat 't oen proces werd.
Mevrouw Hoffmann toonde do papieren en
zei: Ziedaar hot bowijs. dat Waldesfrieden aan
mij behoort.
Zoo had de heer Hoffmann het niet bedoeld.
En hij verklaarde voor den roclitor„Die op-
naamstelling was alleen maar een politieke nood
zakelijkheid, daar hij, leider van het „bowuste"
proletariaat, toch niet als bezitter van een bui-
tenvorblijf bekend kon 6laau."
Maar 't was te laat.
Do papioren waren wettig.
En de slimme communist zit vorward in eigen
garen.
Hij is nu inderdaad zijn villa kwijt en behoeft
:een trucjes meer te gebruiken, om leider der
,bcwustcn" te kunnen zijn.
Maar op Waldesfrieden is 't geon vrede meer.
ELECTRIFICATIE DER
SPOORWEGEN.
Dezer dagen heeft de commissie, die tot
taak had, te onderzoeken welk systeem bij
de electrificatie van spoorwegen hier te lan
de zal moeten worden toegepast, haar bui-
tenlandsche studiereizen beëindigd.
De heer Barnet. Lyon heeft zich over deze
reis o. m. als volgt uitgelaten:
Wat op de eerste plaats heeft geleid tot
het plan om eenige spoorwegen in ons land
te elect rificeeren, is^Ëe overtuiging, dat men
er met de gewoDe stoomtractie niet meer
kon komen. De gestadige toeneming van
het vervoer maakt, zoo men hij stoomtrac
tie blijft, een belangrijke en weinig produc
tieve uitbreiding van de stations noodzake
lijk, doch de tijden zijn er nu niet i^ar
daartoe" over te gaan. Door toepassing van
electrische tractie zou deze uitbreiding kun
nen worden voorkomen door de groote ver
eenvoudiging in het rangeeren. Het om
slachtige manoeuvreeren en andersom ran
geeren der machines zou komen te verval
len. Dit eenvoudiger rangeeren maakt bij
behoud van de bestaande stationsinrichtin
gen en de beveiliging een meer frequenten
en dus beteren dienst mogelijk.
Daarbij komt, dat het steenkolen vraag
stuk nog steeds nijpend is en electrificatie
een belangrijke kolenbesparing zal brengen.
Dit spreekt van zelf. Bij het stoken van een
locomotief houdt men met, de noodzakelijk
heid van een geregelden dienst op de eerste
plaats rekening; de trein moet. op tijd aan
komen. De zuinigheid komt pas op de
tweede plaats. Op electrische spoorwegen
evenwel, waarbij de electriciteit in fabrie
ken wordt opgewekt, waarbij men de
meest economisch werkende stoomketels en
stoomwerktuigen kan toepassen^ kan de
meeste zuinigheid betracht worden; men
kan met goedkoopere soorten kolen stoken,
die voor locomotieven ongeschikt zijn enz,
Bovendien moet een locomotief, ook wan
neer zij stilstaat, onder stoom gehouden
worden, hetgeen een onproductief gebruik
van kolen tengevolge heeft., terwijl een stil
staande electrische trein geen stroom ver
bruikt.
Voor haar studie bezocht, de commissie
Zwitserland, Engeland, Duitschland, Zwe
den en ten slotte ook Amerika. Over deze
studiereis deelde de hoer Barnet het volgen
de mede:
In verschillende landen 6tclt, het vraag
stuk der electrificatie zich anders dan bij
ons. Zwitserland bijvoorbeeld heeft de be
schikking over groote waterkrachten, wel
ke wij niet bezitten. Ook de toestand van
don bodem is er geheel andere. Het is een
klein complex met groote hellingen en
moeilijke trace's. Zweden is zeer lan£ van
vorm; ook daar kan men over waterkracht
beschikken, welke echter vrij noordelijk ligt.
Daar moet men op lange electrische lijnen
rekenen. In Engeland, waar de spoorwegen
reeds zeer lang bestaan, vindt men geen
overwegen „a niveau", maar zijn overal
verhoogde kruisingen gebouwd, wier hoog
te verband houdt met, die van het aldaar
gebruikte spoorwegmaterieel.
In Zweden heeft men* aanvankelijk het
wisselstroomstelsel gekozen met het oog
op de groote afstanden en aan de spoorwe
gen een afzonderlijk distributienet gegeven.
De directie der waterkracht werken wil nu
den eleetrischen stroom niet alleen voor
licht on kracht, maar ook voor de spoorwe
gen beschikbaar stellen.
In Amerika vindt men voorstanders zoo
wel van het wisselstroom- als van het ge
lijkstroom-systeem. In het laatste jaar
heeft de toepassing van het gelijkstroom-
systeem, dat men aanvankelijk alleen ge
schikt had geacht voor tram- en intercom
munale verbindingen en ook toepaste voor
het binnendringen der hoofdspoorwegen in
de groote steden, een grootere vlucht ge
nomen door de toepassing van hoogere
spanningen.
In Amerika, en trouwens ook in Eng©;
land, streeft men er naar om op cén distri?
butie alles aan te sluiten, licht, kracht 09
spoorwegen. Wat moeten wij hier in Hol
land doen? Dit is een zeer moeilijke vraag^
omdat naast het zuiver technische vraag
stuk, namelijk of men het gelijkstroom- of
eén-phase-wisselstroomsysteem zal toepas;
sen, tal van economische vraagpunten op
doemen.
Met beide systemen zijn zeer goede resul
taten verkregen. Misschien is in den aanleg
de wisselstroomactie goedkoopcr dan de
gelijk6troomactie, maar in het onderhoud
is zeer zeker de gelijkstroomactie goed-
kooper. Wat hier moet gedaan worden, zal
wellicht meer berusten op economische dan
op uitsluitend technische-gronden; men zal
■namelijk moeten vragen, welk systeem past
het best in de omstandigheden, dio wij hier"
hebben. Zoowel gelijkstroom al6 wissel
stroom zouden de spoorwegen van het lijk
kunnen betrekken, alleen zal de vraag moe
ten worden beantwoord, wolk systeemhet
voordeeligste is.
Beide systemen hebben voor- en nadeelen,
die dienen overwogen te worden en voor
zoover mogelijk in cijfers moeten worden
uitgedrukt.
Bij vlugge levering van rollend mate
rieel en van de benoodigde materialen zul
len, ruw geraamd met de electrificatie van
de lijnen AmsterdamRotterdam en Am
sterdamAmersfoort, eenige jaren ge
moeid zijn.
Men moet wel in 't oog houden, dat men
in dezen tijd weinig op een vlugge levering
kan rekenen. In Duitschland zijn de in
dustrieën nog niet normaal en in Amerika
is vermoedelijk een zeer belangrijke bouw
van electrische spoorwegen ophanden, Zwit
serland en Engeland zullen de handen vol
hebben voor eigen bouw. De fabrieken, wel
ke voor electrische spoorwegen werken, zul
len veel bestellingen, en bovendien nog veel
in ontwerp krijgen, zoodat men zich, wat
vlotte levering betreft geen al te groote
illusie moet maken.
Wat de uitvoering der 6poorwegelectrifi-
catie betreft, spreekt het wel van zelf, dat
deze zonder storing in de bestaande stoom-
exploitatie zal geschieden. Ook al zullen
geen groote kunstwerken zijn uit te voeren
en de bestaande bovenbouw en spoorweg-
dammen behouden blijven, toch zal de voor
waarde eener ongestoorde exploitatie, naast
eene voortreffelijke voorbereiding van heb
werk eene niet minder beleidvolle uitvoe
ring eischen.
Het Kon. Ned. Meteor. Instituut, in do Bilt,
publiceert
De gang der temperatuur in October vertoonde
groote tegenstellingen. In de eerste dekade was
het dagelijksche maximum gemiddeld 3 gr., het-
minimum 2 gr. boven normaal; daarna weken do
maxima weinig van de normaal af on waren de
minima 2 tot 6 gr. te laag. De dagelijksche schom
melingen bodroegen dan ook in het binnenland on-»
gevcer 11 gr. tegen bijna 8 gr. normaal, langs do
ku6t 8 gr. tegen nagenoeg 5 gr. normaal.
Van den negentienden af kwam nachts da
gelijks vorst voor.
De neerelag was uiterst gering en beperkte
zich hoofdzakelijk tot den eersten, tweeden en
15den.
Het totaal aantal uren met zonneschijn to do
Bilt bedroeg 189 tegen 98 uren totaal normaal
in October en was aldus zelfs veel grooter dan
het normaal aantal van Augustus.
Gedurende de geheelc maand waren winden uit
Oostelijke richting overheerschend.
VOORBIJ.
■Zacht zweefden de accoorden van het voorspel
«f Weg in de hoogo, wijde kerkruimte.
De nforgendienst liep ten einde.
De gemeente was opgerezen. Vanaf haarplaats
in de officieele, overluifelde kerkbank staarde
a van Tovlen over de vele hoofden heen voor
haar. 't Was weer vol van morgen, stampvol. En
onbewust gevoel van tegvu/in, ecu stemming
die haar zelf hinderde, deed haar zien naar den
kansel, waar haar broer 6tond. Rustig stond hij
daar nu als gekalmeerd na zijn meesleopende,
hartstochtelijk uitgesproken preek. Zijn mooie,
welverzorgde blanke handen die zij zoo goed ken
de, rustend bij het koperen slot van den ouden
Tenger was hij toch, in die deft'go, in statige
plooien neerhangende toga met stijve bef.
Zo begreep hem zoo. Begreep, hoe moe hij was.
Een wazige lichtbundel van stuivend goud viel uit
het hoogo gothische venster op zijn even voor
overgebogen figuur. En weer viel 't haar op, hoe
bleek hij was. En toen met een machtige juich
toon, als een jubel van het stralende licht, do ge
meente inviel: „Gods vriendelijk aangezicht heeft
vroolijkheid en lichttoen was het haar of
evende harde lijnen langs den mond zich ver
zachtten. Maar onmiddelijk daarop wist zij weer,
A hoe alleen hij moest zijn, juist in die volte. En
3 wer hinderde het haar hoe die velen, die nu den
I psalm van vertrouwen en gelooven uitzongen
9 die velen, die gekomen waren, cn misschien ge-
4 noten hadden van zijn vlijmscherp, maar bezie
lend woord hoe die allen toch vreemd aaa
hem waren.
Vreemd aan zijn donkere dagen, waarin hij
eenzaam werkte in de stilheid van zijn kdmer.
IWaarin hij bad on vocht. En weer hinderde
bet haar, hoe de massa wel luistert naar de ze
geningen, de resultaten van den strijd maar
boe zij niet wilde aan den strijd zalf, den strijd
om het le.ven, om hot licht, om God. Alleen zij,
Greta, wi6t waarom de jonge dominéo telkens,
als er regenachtige dagen waren, vol van sombere,
dreigende wolken, waarom hij naar zijn raam
liep en tuurde naar boven, of hol licht nog niet
doorbrak.Zij wist waarom Henk er op gestaan
had, toen zij van hel kleine dorp naar de groote
6tad gekomen waren, zijn raam te hebben naar
het Zuiden.
't Was immers do richting waar het dorp lag
't Gezang was uit. Hooge, uitjubelende orgel-
accoorden rezen en daalden langs do oude kathe
drale gewelven. Daarna ademlooze stilte, 'i Schui
ven van een paar stoelen, 't bcdokto kuchen uit
de verte
Do zegen werd uitgesproken. De olan'v. stille
handen waren plechtig opgeheven in do wijd", flu-
weelomzoomdo mouwen.
Bij den laat sten zin rustte do klankvolle stom
even toen, bohoerscht, sterk, als een van voort
durend gebeden geve U vrede, amen".
't Orgel viol in, het groote gewelf villend met
een 6troom van daverende klanken.
Langzaam deindo de ma6sa door de portalen
naar- buiten.
Nu en dan even terug groetend, eenvoudig cn
vriendelijk, voor de haar herkonneudo kerkgan
gers, ging ook Greta langzaam dr richting van de
nieuwe stadswijk, waar do dominee w •■mg vas.
Zo was nog maar pas hier. Nog niet gewend.
Vreemd, als meisje had ze haar jeugd toch sri.jd
in Amsterdam doorgebracht.
WJat kon men toch gauw aan het dorpsleven
wennen. Toch had Henk er maar kort gestaan.
,Twee jaar pas. 't Had wel bevreemding gewokl,
dat hij zoo gauw vertrok.
Gró stak do handen diepor in de mof. Koud,
die wind om den kerkhoek. Huiverend drukte ze
even de innen tegen zich aan. Voelde opeens,,
hoe eenige kerkgangore haar nakeken. Wist, dat
er iemand „de zuster van de dominé" zei. Had
neiging door te loopon. Maar plot6 haar belofte
aan Henk herinnerend, dat zij wachten zou, ver
traagde zij haar etap woor. Voelde, wat ze wis:
„zijn zustor". Ju ze wi6l het: 't whs vreemd, een
ongetrouwde dominé in een stad. Ze wist, dat
men er over praatte, wat toch de oorzaak was.
Ze wist. hoo in conventioneelo kringetjes go-
gist werd naar Henk'a geheim.
En piet. een heusch gebaar veerde ze op. Strekte
kaar rank lichaam. Voelde zich opeens zelfbewust,
Hink in haai nauw'sluitend, groen mantelpak, met
zwarte bontkraag. Voelde zich vrij en fier als
jong meisje maar toch: geen kfnd meer.
Meisje, dat iets van het leven kende. Meisje, dat
liefhad hem, Henk, haar broer.
„Zus", zei hij immers altijd weemoedig liei-
koozend. Ja, zus die zijn gclicim wist. Zijn
smart, die ze mgpdroeg, altijd als een heilig ge
schenk. Zij, de zuster van den dominé"
„De dominé" Gré lachtte weer fijntjes.
'tWas toch zoo anders gegaan, dan Pa gowenscht
had. Goeie, ouwo papa, altijd even druk, altijd
in beweging. Fijn raenschcnkcnnor door zijn ja
renlange dokterspractijk in de grooto stad. 't.War
zoo tegengevallen, dat zijn eenige jongen „do
mino" wilde worden. Enfin Henk had toch
doorgezet met die tame volharding, die het ken
merk der van Teylen's was.
Wat had die jongen gewerkt.
Die lange avonden bij zijn groen verkapte
werklamp. Hij kon innners zoo toornen op die
„ouwe collega's", die volgend hom niet genoeg
„cultureel gevormd" waren. Och ja, was het zijn
ongeluk niet geworden?
Dat hij zooveel méér wilde?
O ja. do jongen had alles mee. Zijn scherpen
levendigen geest, zijn onbetaalbare humor, die
fijnheid van je-op-je-nummer to zetten. En dan
dio gemakkelijkheid van uitdrukken, waarnaar je
luisteren moést. Die edele woordenkeus, die hij
zoo geheel, zelfs als hij in vuur raakte, be-
heerschteheelemaaL En danwat ling
riet iedereen wist: die ondergrond van ernst.
Deed hij niet zooveel meer. dan anderen? Hij niet
zijn conscientieuso natuur? Met zijn van moeder
geërfde zelfcriLiek?
Net weer iets voor hein, om naar dal dorp te
gaan. Eigenlijk toch niets voor hem. Te preekeu
in een kerk, waar alleen de notaris hem misschien
kon volgenHij was toch teveel stadsjongea
gebleven
Was dat misschien
Het fijne gezichtje van het jonge meisje ver
toonde opeens dezelfde stroeve trek om den mond
dio de jonge predikant ook had. Dat hadden ze
gemeen, aU er wat te vechten viel.
Och ja, hij moest, immers wel indruk ma
ken op Enny Verzuilen, de tweede dochter van
den notaris. Zij, zoo kinderlijk-ijdol, zoo lollig-
overmacdig'n kind om altijd voor do piano
alle mogelijke balladen uit te jubelen cn hij
gunst, zoo ironisch, 't kleine ding mot de blauwo
oogen en blonde vlokkrullctjes onbewust tartend.
Hij moest immers door haar vereerd worden als
pen. En instinctief had ze de oorzaak, waarom
jongen met zijn impulsief karakter
Ja cn nu twee maanden geleden
Gró tuurde voor zich uit in de fel door zon be
schenen straat. Een tram gonsde luid ting-t-angend
voorbij, 'n Krantenjongen in eea uitgescheurde
jekkor bood haar ,,'t Zondagochtendblad" aan.
Toca was ie op een avond thuisgekomen. Zoo
vreemd. Naar zijn kamer gegaan en den heelen
nacht had ze gehoord, hoe hij vochtop en
neer liepEn zc had vermoed Den vol-
gondon morgen was ic aan tafel gekomen. Heel
gewoon. Uiterlijk kalm. Maar zehad die donkere
schaduwen onder zijn oogen immers wel bcgre-
houden, was m hem toegcloopen: „Poor boy
hij er zoo ake' -bleek cn afgemat uitzag, wel ge
weten. Maar ij zei niets. Bedwong zich. Hij was
teveel gent man, om zijn aandoeningen niet to
behcerschr.t. Totdat hij zou voorlezen uit den
(Bijbel. Toen had Gré het niet meer uit kunnen
houden, was naar hem toegcloopen: „Pour boy
—is het Emmy?" En o zoo vermoeid, zoo hope
loos ellendig had hij gekeken en z'n donker hoold
tegen d'r arm gedrukt.
Twee weken daarna kwam hot beroep Hier
naar toe. Nee, nooit meor noo'n tijd. 't Was niet
aan te zien, hoe do jóngen vechten moest. En ze
had hem immers begrepen? Ging zijn 6trijd niet
om de vraag: of hij toch zijn hart mocht geve»
aan Emmy of iif,de eerste plaats aan God. Hij
snet zijn aanhankelijke natuur kon zoo moeilijk
baar opgeven. n
Toch won hij. En toen op dien laten sche
meravond, was hij de serre binnengekomen. Hij
was ouder geworden, 't Jongensachtige vas weg.
En met trillende stem had ie gezegd: „Gré wa
gaan" Zelf had hij besloten: zichzelf te lecrea
overwinnen.
En eerst een paar weken later, toen zij hem
nareisde, en voor 't laatst in de kleine wachtka
mer van het dorpsstationnetje stond, had ze
alles begrepen. Einmv Verzuilen kwam haar
alleen nog vaarwel zeggen. Henk was immers
toch al vooruit? En toen hot locaaltje al ge--
signaleord was, wa6 Emmy haar schreiend om de
hals gevallen: „Ik kin niet met jo mee. Voor
mij is hij tc streng, te hard" en met een bit»
toro klank (zo kon 't niet helpen) was het uit
Gré's hart gebroken: „ja, je bent te zwak om zoo
iemand als hij is lief te hebben"
En nu nu was alles zoo anders. O ja, hij
was nog dc gevierde jongo dominé. Maar die
zware tijd had zijn stempel op hem gezot. Zelf»
in zijn precken vocht hij nog om berusting, om
kracht, om stilheid. Vocht hij, ook voor Emmy.
„Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde",
was zijn tekst vanmorgen geweest. Had hij niet
gestreden om die waarheid
Gré stond stil. In do verte verwaasdeei de hoo
rnen van het park, in het glorend wazig mor*
gen zonnelicht. In de verte achter haar kwam hij
al aan Henk. Klein loek hij. zooals hij daar
liep in zijn pfficieele „geklcede".
Ze wachtte.
„Morgen zus, vindt je 't weor niet prachtig?"
Er kropte iets in haar keel. Ze antwoordde
trekkend. Maar zijn armen beiden door de hare
trekkend, wandeldeu zij vordor, in het besef van
sanieu gdragen leed - op dieu stralen den Zon*
dagmorgen.