Blad. Densdag 3 November f920 Uit het Suciale Leven. Uit de Pers. dec DE AFSCHEIDING EEN STUK tc L J KL ASSENSTRI J D is en fij lezen in de Rotterdammer: ir'^Fja groote stadsdouiinoes hadden de be- iie jjsiiio is het historisch -mate- il i sme. olgens deze leer is alle geestelijke spikkeling afhankelijk van do s t o f f e- o ontwikkeling. Alle geestelijke ver- jnsolen zijn in laatste instantie een r, 'i 'spiegeling van de stoffelijke verhou- iris en. Wat de mens.hen denken over oet ;dienst, recht, zedelijkheid wordt ten - wo te verklaard door de economische ver- n.'Il dingen, waarin zij leven. ler®' erkwaardige prooven van geschiedver- 15* ing zijn geleverd om langs dozen weg ckes't iervorming, het Calvinisme, het Chrie- Hó lom, het lieilig Avondmaal te ontleden, 'fitit et merkwaardigst echter is wol de so- en istische opvatting van de Afscheiding, ke mevrouw Roland Holst in een harer /tolken geeft, jok do beweging van 1834 heeft oen eco- ird lischen achiergrond, is een stuk klas- fk I strijd. rpakjLoor slechts op wat wijze deze Marxisti- Qü^*je ijveraar deze geestelijke beweging heeft beild en doorschouwd 1 llenlJe groote 6tadsdominées 6peelden de be- at'giurspoBten in de Synode, zij kregen de ftte baantjes, zij vormden een patricische u's pinéeskliek. JS "rf ab was den plattelandspredikanteu niet g1 £®ar den zin. Dat stak de dominéés van Ul- pi, DoeVeren en andere dorpen. Diep Vooflden zij de economische tegenstelling, Keullke hen van hun meer bevoorrechte col- ga's scheidde. 00ljL)at moest allerhande conflicten en wrij- ijjpJigen in het leven roepen, dat moest den r,r fjpssenstrijd toespitsen. eek)Aangezien nu echter in kerkelijke kria- «is m allo tegenstellingen zich onder theolo- z(>n4che vermomming openbaren, werd ook ^.°in dezen strijd een geestelijk tintje gege- in en zoo ontstond in 1834 do Af- urdfoeiding. (Wie aan den ernst van de historisch-ma- 1 zuirialistische geschiedverklaring nog ge- afofde is na dergelijke solutie radicaal ge- êzen. ag LINKSCH KABAAL. ing De felle oppositie die van links tegen den n finister van Financiën wordt gevoerd, nTaarbij elk woord van critiek dat van (jJchts komt, wordt opgeblazen tot een ge- ia reldigen aanval, verloopt, zegt de S t a n- C.Iaard, meer en meer in een gewoon poli- n lick relletje en verliest daardoor gaande weg aan innerlijke beteekems. Met groote en grove felheid durft men ans den Minister van Financiën te lijf an. Natuurlijk is het voornaamste argu- ient zijn onbekwaamheid, om werkelijk >otscbe perspectieven op financieel gebied openen. Men zou thans moeten hebben, zoo wordt de vrijzinnige pers gelegd, een eerste klas an, waarbij natuurlijk stilzwijgend ver ondersteld wordt dat zoo'n eerste klas man alleen tqr linkerzijde is te vinden, f Als men nu ziet hoe alle knappe koppen op economisch en financieel gebied, de ;roote specialiteiten van vrijzinnige zijde net de handen in het haar zitten en geen >plossing weten voor de geweldige proble- nen, dan ten slotte een gemoedelijk woord- e, dan is het niet andere dan lachwek kend om onze vrijzinnigen met eenig ver- ;oon te hooren gewagen van de onbe kwaamheid van onzen Minister van Finan ciën, die niet in 6taat is om alles hier in orde té brengen. Het spreek Ir wel van velf, dat nu zulke critiek in de mode is, f'Jce leeghoofd zrch een air van beteekeirs kan geven uuor te verklaren, dat dio Minister van Financiën onbekwaam ,is. Wie onzer zou zich door dit gedoe van streek laten brengen? Men moet onder dit alles bedeuken, dat Minister De Yries geplaatst werd voor een van de moeilijkste problemen, de verhouw ding tusschen de financiën van Rijk en Ge meenten; een probleem ten opzichte waar van aan vrijzinnige zijde toch ook al geen grootsche daden vallen te boeken. Hier ware door een minder consciëntieus staatsman misschien succes te behalen met de eenvoudige politiek der sociaal-democra ten: geef maar uit. Stort'de rijksmillioenen naar in de kas der Gemeenten en stel die in staat grootsche proefnemingen te doen op sociaal gebied. Maar deze eenvoudige politiek is nu juist niet de beste. En de staatsman, die voor deze uiterst moeilijke en lastige zaak geplaatst wordt, rnoct het aandurven de critiek van allen kant, vooral vortspruitend uit teleurstel ling over te geringe tegemoetkomendheid wie zou hier trouwens den honger kun nen bevredigen? tc dragen. Het is op dit gebied aldoor een zoeken cn taston geweest. En dat wellens een ver keerde greep kon worden gedaan, ligt voor de hand. Het eindresultaat echter beslist, en wij gelooven niet, dat tot nu een betere weg is aangewezen als thans wordt inge slagen. Bij ons komt de vraag op, of het linksch kabaal misschien dienen moet om de eigen tekortkomingen en vergissingen te bedek ken. Uit alles is echter wel duidelijk, dat wij hier te doen hebben met, om hot woord van een vrijzinnig pofitiek orgaan te gebruiken, politiek van laag allooi. En daarvoor be hoeft geen anti-revolutionair staatsman te wijken. Z«idhol!andsche Bond „Patrimonium". Alle in Zuid-Holland bestaande afdeelin- gen van „Patrimonium", zoomede de Noord- brabantecho afdeelingen te Andel, Klun- dert en Sprang worden uitgenoodigd tot 'bijwoning der e.k. algemeene vergadering van bovengenoemden Bond te Rotterdam, in 't gebouw „Concordia", Kipstraat 18b, Woensdag 10 November a. s. Er zullen twee zittingen worden gehou den. De eerste van 11—1, de tweede zitting van 2—5 uur. In de eerste zitting zal o. m. behandeld worden een van het Verbondsbeetuur ont vangen schrijven, waarin o. m. aan de ge westelijke organisaties wordt opgedragen haren arbeid te beperken tot: het opzoeken en bearbeiden van geschikte personen in het gewest tot het houden van inleidingen in de afdeelingen; het houden van eenige ver- gaderinge ter bevordering van den bloei der onderscheidene afdeelingen; het door en namens.het bestuur eenmaal per jaar be zoeken van elk der afdeelingen in het go- west, het oprichten van nieuwe afdeelingen in het gewest. In de middagvergadering zal de ambte naar van het Verbond, de heer J. Hermans Jr., van Amsterdam, spreken over: „Ge- zinsloon", desgewonscht gevolgd door on derlinge discussie. De actie der mijnwerkers. Woensdagavond is te Heerlen een gecom bineerde besturenvergadering gehouden door de samenwerkende mijnwerkersbonden, t. w. den Alg. Ned. Mijnwerkersbond, prot. christ. en de neutrale organisatie. In dezo bijeenkomst zijn de te troffen maatregelen voor de verdere actie bespro ken. Beslechting geschillen. Naar de R. K. Vakbeweging verneemt, is een wetsontwerp met wettelijke regelin gen tot beslechting van geschillen in ar- beidsaangelegenheden in een vergevorderd stadium van voorbereiding en kan de indie ning ervan bij de Staten-Generaal spoedig worden verwacht. Staking geproclameerd. Nadat op een ultimatum der arbeiders geen antwoord was ingekomen, is Maandag morgen door den Centralen Bond de sta king geproclameerd voor de Litiumfabrie- ken te Rotterdam. Aan de arbeiders, die te Terschelling, Lo- bith en Vlissingen werken der firma uitvoe ren, is telegrafisch kennis gegeven van deze beslissing en order gegeven het werk ook daar te stoppen. Wederom scheiding. Gelijk men weet is de Chr. Zeeliodenbond het vorig jaar samengesmolten met de Ned. Bond van Chr. Fabr. Haven- en Transportarbeiders. Naaste aanloiding tot deze fusie was, dat als dan een niet te hooge eenheidscontributie voor de workloozenkas mogelijk zou zijn. De bijdrage werd vastgesteld op 8 cent per lid en per week. In den loop van het jaar bloek echter, hoewel terdege rekening gehouden moot worden met do abnormale tijdsomstandigheden, dat deze contri butie te laag was. De Minister van Arbeid eischte daarom een verhoogde eeuhcidscontributic van 18 ct. per weck of een g splitste van 13 en 23 et. yesp voor do vaste en losse trasportarbeiders, onder welke laatste groep do zeelieden vallen. In de moderne en syndicalistische organisaties werd do eenheidscontribulie aanvaard. De buiten gewone algemeene vergadering van genoomenden bond besloot echter de gesplitste contributie in te voeren. Tegelijkertijd werd de bondscontri- butie verhoogd. De vertrouwensmannen der zeelieden onthiel den zich van stemming over do laatste vorhoo- ging, omdat zij de loden niet hadden kunnen raadplegen en zij vorklaardcn zich tegen gesplit- ste contributie, omdat dezo h. i. ingaat tegen één der grondslagen van de fusie. Op grond van dezo en minder belangrijke over wegingen heeft, naar wij vernomen, de vakgroep zeelieden aan het hoofdbestuur van den bond meegedeeld, dat zij onder do tegenwoordige om standigheden de zelfstandigheid boven de fusie verkiest, hoewol een samengaan van zoolieden, ha venarbeiders en allen die direct bij koopvaardij of visscherij betrokken zijn, haar principieel ge boden schijnt. Naar aanleiding van hot bovenstaande oordeeït liet dagelijksch bestuur van den bond, dat een vreedzame scheiding zoo spoedig mogelijk moet plats hébben, liefst met ingang van 1 Nov. en althans voorloopig met inachtneming van do oude grenzen. Het totaal aantal leden bedraagt thans onge veer 13.000, waarvan ruim 4000 zullen afgaan. OORLOG OP WALDESFRIEDEN. In Duitschland bestaat ook een communistische partij. Eu natuurlijk heeft die partij een leider. Do bekende heer Adolf Hoffmann. Een collega van „onze" David Wijnkoop dos. Proletariër is dat heer editor niet hcelemoal. Zelfs heoft neen, had dat hoer een fraaie villa, die den poethi6chen naam Waldesfrieden W.oudvrode gr aagt. Diernaam is wel niet gehoel in overeenstemming met het communistisch beginsel, dat de bloedige dictatuur van het proletariaat predikt, maar dat is nu nog tot daar aan toe. Erger is 't, dat het bezit van een landgoed strijdt togen den ei6ch van afschaffing van allo privaat-bezit, die de communisten zoo luids pre diken. Dat voelde de heer Hoffmann ook. En daarom borg hij zijn villa weg. Niet, door als in de fboversprookjes, op een geheime veer te drukken. Zelfs niet door de een of audoro nieuwe vinding der vergevorderde techniek. Neen, de heer Hoffmann wist eenvoudiger mid del. Hij liet de villa overschrijven op naam van zijn vrouw. Dat zijn oga nog zoo ouderwetsch en bekrom pen was, er een villa op na lo houden, kon bij toch niet helpen? En hij kon er het goede racnsch toch ook niet alléén laten wonen Edoch, niets is bestendig, hier op dit onder in aansche. Zelfs niet. altijd de trouw toaaehea den man en zijn echtgenoote. Tenminste, de heer en mevrouw Hoffmann kre gen mot <t Liep zoo erg, dat 't oen proces werd. Mevrouw Hoffmann toonde do papieren en zei: Ziedaar hot bowijs. dat Waldesfrieden aan mij behoort. Zoo had de heer Hoffmann het niet bedoeld. En hij verklaarde voor den roclitor„Die op- naamstelling was alleen maar een politieke nood zakelijkheid, daar hij, leider van het „bowuste" proletariaat, toch niet als bezitter van een bui- tenvorblijf bekend kon 6laau." Maar 't was te laat. Do papioren waren wettig. En de slimme communist zit vorward in eigen garen. Hij is nu inderdaad zijn villa kwijt en behoeft :een trucjes meer te gebruiken, om leider der ,bcwustcn" te kunnen zijn. Maar op Waldesfrieden is 't geon vrede meer. ELECTRIFICATIE DER SPOORWEGEN. Dezer dagen heeft de commissie, die tot taak had, te onderzoeken welk systeem bij de electrificatie van spoorwegen hier te lan de zal moeten worden toegepast, haar bui- tenlandsche studiereizen beëindigd. De heer Barnet. Lyon heeft zich over deze reis o. m. als volgt uitgelaten: Wat op de eerste plaats heeft geleid tot het plan om eenige spoorwegen in ons land te elect rificeeren, is^Ëe overtuiging, dat men er met de gewoDe stoomtractie niet meer kon komen. De gestadige toeneming van het vervoer maakt, zoo men hij stoomtrac tie blijft, een belangrijke en weinig produc tieve uitbreiding van de stations noodzake lijk, doch de tijden zijn er nu niet i^ar daartoe" over te gaan. Door toepassing van electrische tractie zou deze uitbreiding kun nen worden voorkomen door de groote ver eenvoudiging in het rangeeren. Het om slachtige manoeuvreeren en andersom ran geeren der machines zou komen te verval len. Dit eenvoudiger rangeeren maakt bij behoud van de bestaande stationsinrichtin gen en de beveiliging een meer frequenten en dus beteren dienst mogelijk. Daarbij komt, dat het steenkolen vraag stuk nog steeds nijpend is en electrificatie een belangrijke kolenbesparing zal brengen. Dit spreekt van zelf. Bij het stoken van een locomotief houdt men met, de noodzakelijk heid van een geregelden dienst op de eerste plaats rekening; de trein moet. op tijd aan komen. De zuinigheid komt pas op de tweede plaats. Op electrische spoorwegen evenwel, waarbij de electriciteit in fabrie ken wordt opgewekt, waarbij men de meest economisch werkende stoomketels en stoomwerktuigen kan toepassen^ kan de meeste zuinigheid betracht worden; men kan met goedkoopere soorten kolen stoken, die voor locomotieven ongeschikt zijn enz, Bovendien moet een locomotief, ook wan neer zij stilstaat, onder stoom gehouden worden, hetgeen een onproductief gebruik van kolen tengevolge heeft., terwijl een stil staande electrische trein geen stroom ver bruikt. Voor haar studie bezocht, de commissie Zwitserland, Engeland, Duitschland, Zwe den en ten slotte ook Amerika. Over deze studiereis deelde de hoer Barnet het volgen de mede: In verschillende landen 6tclt, het vraag stuk der electrificatie zich anders dan bij ons. Zwitserland bijvoorbeeld heeft de be schikking over groote waterkrachten, wel ke wij niet bezitten. Ook de toestand van don bodem is er geheel andere. Het is een klein complex met groote hellingen en moeilijke trace's. Zweden is zeer lan£ van vorm; ook daar kan men over waterkracht beschikken, welke echter vrij noordelijk ligt. Daar moet men op lange electrische lijnen rekenen. In Engeland, waar de spoorwegen reeds zeer lang bestaan, vindt men geen overwegen „a niveau", maar zijn overal verhoogde kruisingen gebouwd, wier hoog te verband houdt met, die van het aldaar gebruikte spoorwegmaterieel. In Zweden heeft men* aanvankelijk het wisselstroomstelsel gekozen met het oog op de groote afstanden en aan de spoorwe gen een afzonderlijk distributienet gegeven. De directie der waterkracht werken wil nu den eleetrischen stroom niet alleen voor licht on kracht, maar ook voor de spoorwe gen beschikbaar stellen. In Amerika vindt men voorstanders zoo wel van het wisselstroom- als van het ge lijkstroom-systeem. In het laatste jaar heeft de toepassing van het gelijkstroom- systeem, dat men aanvankelijk alleen ge schikt had geacht voor tram- en intercom munale verbindingen en ook toepaste voor het binnendringen der hoofdspoorwegen in de groote steden, een grootere vlucht ge nomen door de toepassing van hoogere spanningen. In Amerika, en trouwens ook in Eng©; land, streeft men er naar om op cén distri? butie alles aan te sluiten, licht, kracht 09 spoorwegen. Wat moeten wij hier in Hol land doen? Dit is een zeer moeilijke vraag^ omdat naast het zuiver technische vraag stuk, namelijk of men het gelijkstroom- of eén-phase-wisselstroomsysteem zal toepas; sen, tal van economische vraagpunten op doemen. Met beide systemen zijn zeer goede resul taten verkregen. Misschien is in den aanleg de wisselstroomactie goedkoopcr dan de gelijk6troomactie, maar in het onderhoud is zeer zeker de gelijkstroomactie goed- kooper. Wat hier moet gedaan worden, zal wellicht meer berusten op economische dan op uitsluitend technische-gronden; men zal ■namelijk moeten vragen, welk systeem past het best in de omstandigheden, dio wij hier" hebben. Zoowel gelijkstroom al6 wissel stroom zouden de spoorwegen van het lijk kunnen betrekken, alleen zal de vraag moe ten worden beantwoord, wolk systeemhet voordeeligste is. Beide systemen hebben voor- en nadeelen, die dienen overwogen te worden en voor zoover mogelijk in cijfers moeten worden uitgedrukt. Bij vlugge levering van rollend mate rieel en van de benoodigde materialen zul len, ruw geraamd met de electrificatie van de lijnen AmsterdamRotterdam en Am sterdamAmersfoort, eenige jaren ge moeid zijn. Men moet wel in 't oog houden, dat men in dezen tijd weinig op een vlugge levering kan rekenen. In Duitschland zijn de in dustrieën nog niet normaal en in Amerika is vermoedelijk een zeer belangrijke bouw van electrische spoorwegen ophanden, Zwit serland en Engeland zullen de handen vol hebben voor eigen bouw. De fabrieken, wel ke voor electrische spoorwegen werken, zul len veel bestellingen, en bovendien nog veel in ontwerp krijgen, zoodat men zich, wat vlotte levering betreft geen al te groote illusie moet maken. Wat de uitvoering der 6poorwegelectrifi- catie betreft, spreekt het wel van zelf, dat deze zonder storing in de bestaande stoom- exploitatie zal geschieden. Ook al zullen geen groote kunstwerken zijn uit te voeren en de bestaande bovenbouw en spoorweg- dammen behouden blijven, toch zal de voor waarde eener ongestoorde exploitatie, naast eene voortreffelijke voorbereiding van heb werk eene niet minder beleidvolle uitvoe ring eischen. Het Kon. Ned. Meteor. Instituut, in do Bilt, publiceert De gang der temperatuur in October vertoonde groote tegenstellingen. In de eerste dekade was het dagelijksche maximum gemiddeld 3 gr., het- minimum 2 gr. boven normaal; daarna weken do maxima weinig van de normaal af on waren de minima 2 tot 6 gr. te laag. De dagelijksche schom melingen bodroegen dan ook in het binnenland on-» gevcer 11 gr. tegen bijna 8 gr. normaal, langs do ku6t 8 gr. tegen nagenoeg 5 gr. normaal. Van den negentienden af kwam nachts da gelijks vorst voor. De neerelag was uiterst gering en beperkte zich hoofdzakelijk tot den eersten, tweeden en 15den. Het totaal aantal uren met zonneschijn to do Bilt bedroeg 189 tegen 98 uren totaal normaal in October en was aldus zelfs veel grooter dan het normaal aantal van Augustus. Gedurende de geheelc maand waren winden uit Oostelijke richting overheerschend. VOORBIJ. ■Zacht zweefden de accoorden van het voorspel «f Weg in de hoogo, wijde kerkruimte. De nforgendienst liep ten einde. De gemeente was opgerezen. Vanaf haarplaats in de officieele, overluifelde kerkbank staarde a van Tovlen over de vele hoofden heen voor haar. 't Was weer vol van morgen, stampvol. En onbewust gevoel van tegvu/in, ecu stemming die haar zelf hinderde, deed haar zien naar den kansel, waar haar broer 6tond. Rustig stond hij daar nu als gekalmeerd na zijn meesleopende, hartstochtelijk uitgesproken preek. Zijn mooie, welverzorgde blanke handen die zij zoo goed ken de, rustend bij het koperen slot van den ouden Tenger was hij toch, in die deft'go, in statige plooien neerhangende toga met stijve bef. Zo begreep hem zoo. Begreep, hoe moe hij was. Een wazige lichtbundel van stuivend goud viel uit het hoogo gothische venster op zijn even voor overgebogen figuur. En weer viel 't haar op, hoe bleek hij was. En toen met een machtige juich toon, als een jubel van het stralende licht, do ge meente inviel: „Gods vriendelijk aangezicht heeft vroolijkheid en lichttoen was het haar of evende harde lijnen langs den mond zich ver zachtten. Maar onmiddelijk daarop wist zij weer, A hoe alleen hij moest zijn, juist in die volte. En 3 wer hinderde het haar hoe die velen, die nu den I psalm van vertrouwen en gelooven uitzongen 9 die velen, die gekomen waren, cn misschien ge- 4 noten hadden van zijn vlijmscherp, maar bezie lend woord hoe die allen toch vreemd aaa hem waren. Vreemd aan zijn donkere dagen, waarin hij eenzaam werkte in de stilheid van zijn kdmer. IWaarin hij bad on vocht. En weer hinderde bet haar, hoe de massa wel luistert naar de ze geningen, de resultaten van den strijd maar boe zij niet wilde aan den strijd zalf, den strijd om het le.ven, om hot licht, om God. Alleen zij, Greta, wi6t waarom de jonge dominéo telkens, als er regenachtige dagen waren, vol van sombere, dreigende wolken, waarom hij naar zijn raam liep en tuurde naar boven, of hol licht nog niet doorbrak.Zij wist waarom Henk er op gestaan had, toen zij van hel kleine dorp naar de groote 6tad gekomen waren, zijn raam te hebben naar het Zuiden. 't Was immers do richting waar het dorp lag 't Gezang was uit. Hooge, uitjubelende orgel- accoorden rezen en daalden langs do oude kathe drale gewelven. Daarna ademlooze stilte, 'i Schui ven van een paar stoelen, 't bcdokto kuchen uit de verte Do zegen werd uitgesproken. De olan'v. stille handen waren plechtig opgeheven in do wijd", flu- weelomzoomdo mouwen. Bij den laat sten zin rustte do klankvolle stom even toen, bohoerscht, sterk, als een van voort durend gebeden geve U vrede, amen". 't Orgel viol in, het groote gewelf villend met een 6troom van daverende klanken. Langzaam deindo de ma6sa door de portalen naar- buiten. Nu en dan even terug groetend, eenvoudig cn vriendelijk, voor de haar herkonneudo kerkgan gers, ging ook Greta langzaam dr richting van de nieuwe stadswijk, waar do dominee w •■mg vas. Zo was nog maar pas hier. Nog niet gewend. Vreemd, als meisje had ze haar jeugd toch sri.jd in Amsterdam doorgebracht. WJat kon men toch gauw aan het dorpsleven wennen. Toch had Henk er maar kort gestaan. ,Twee jaar pas. 't Had wel bevreemding gewokl, dat hij zoo gauw vertrok. Gró stak do handen diepor in de mof. Koud, die wind om den kerkhoek. Huiverend drukte ze even de innen tegen zich aan. Voelde opeens,, hoe eenige kerkgangore haar nakeken. Wist, dat er iemand „de zuster van de dominé" zei. Had neiging door te loopon. Maar plot6 haar belofte aan Henk herinnerend, dat zij wachten zou, ver traagde zij haar etap woor. Voelde, wat ze wis: „zijn zustor". Ju ze wi6l het: 't whs vreemd, een ongetrouwde dominé in een stad. Ze wist, dat men er over praatte, wat toch de oorzaak was. Ze wist. hoo in conventioneelo kringetjes go- gist werd naar Henk'a geheim. En piet. een heusch gebaar veerde ze op. Strekte kaar rank lichaam. Voelde zich opeens zelfbewust, Hink in haai nauw'sluitend, groen mantelpak, met zwarte bontkraag. Voelde zich vrij en fier als jong meisje maar toch: geen kfnd meer. Meisje, dat iets van het leven kende. Meisje, dat liefhad hem, Henk, haar broer. „Zus", zei hij immers altijd weemoedig liei- koozend. Ja, zus die zijn gclicim wist. Zijn smart, die ze mgpdroeg, altijd als een heilig ge schenk. Zij, de zuster van den dominé" „De dominé" Gré lachtte weer fijntjes. 'tWas toch zoo anders gegaan, dan Pa gowenscht had. Goeie, ouwo papa, altijd even druk, altijd in beweging. Fijn raenschcnkcnnor door zijn ja renlange dokterspractijk in de grooto stad. 't.War zoo tegengevallen, dat zijn eenige jongen „do mino" wilde worden. Enfin Henk had toch doorgezet met die tame volharding, die het ken merk der van Teylen's was. Wat had die jongen gewerkt. Die lange avonden bij zijn groen verkapte werklamp. Hij kon innners zoo toornen op die „ouwe collega's", die volgend hom niet genoeg „cultureel gevormd" waren. Och ja, was het zijn ongeluk niet geworden? Dat hij zooveel méér wilde? O ja. do jongen had alles mee. Zijn scherpen levendigen geest, zijn onbetaalbare humor, die fijnheid van je-op-je-nummer to zetten. En dan dio gemakkelijkheid van uitdrukken, waarnaar je luisteren moést. Die edele woordenkeus, die hij zoo geheel, zelfs als hij in vuur raakte, be- heerschteheelemaaL En danwat ling riet iedereen wist: die ondergrond van ernst. Deed hij niet zooveel meer. dan anderen? Hij niet zijn conscientieuso natuur? Met zijn van moeder geërfde zelfcriLiek? Net weer iets voor hein, om naar dal dorp te gaan. Eigenlijk toch niets voor hem. Te preekeu in een kerk, waar alleen de notaris hem misschien kon volgenHij was toch teveel stadsjongea gebleven Was dat misschien Het fijne gezichtje van het jonge meisje ver toonde opeens dezelfde stroeve trek om den mond dio de jonge predikant ook had. Dat hadden ze gemeen, aU er wat te vechten viel. Och ja, hij moest, immers wel indruk ma ken op Enny Verzuilen, de tweede dochter van den notaris. Zij, zoo kinderlijk-ijdol, zoo lollig- overmacdig'n kind om altijd voor do piano alle mogelijke balladen uit te jubelen cn hij gunst, zoo ironisch, 't kleine ding mot de blauwo oogen en blonde vlokkrullctjes onbewust tartend. Hij moest immers door haar vereerd worden als pen. En instinctief had ze de oorzaak, waarom jongen met zijn impulsief karakter Ja cn nu twee maanden geleden Gró tuurde voor zich uit in de fel door zon be schenen straat. Een tram gonsde luid ting-t-angend voorbij, 'n Krantenjongen in eea uitgescheurde jekkor bood haar ,,'t Zondagochtendblad" aan. Toca was ie op een avond thuisgekomen. Zoo vreemd. Naar zijn kamer gegaan en den heelen nacht had ze gehoord, hoe hij vochtop en neer liepEn zc had vermoed Den vol- gondon morgen was ic aan tafel gekomen. Heel gewoon. Uiterlijk kalm. Maar zehad die donkere schaduwen onder zijn oogen immers wel bcgre- houden, was m hem toegcloopen: „Poor boy hij er zoo ake' -bleek cn afgemat uitzag, wel ge weten. Maar ij zei niets. Bedwong zich. Hij was teveel gent man, om zijn aandoeningen niet to behcerschr.t. Totdat hij zou voorlezen uit den (Bijbel. Toen had Gré het niet meer uit kunnen houden, was naar hem toegcloopen: „Pour boy —is het Emmy?" En o zoo vermoeid, zoo hope loos ellendig had hij gekeken en z'n donker hoold tegen d'r arm gedrukt. Twee weken daarna kwam hot beroep Hier naar toe. Nee, nooit meor noo'n tijd. 't Was niet aan te zien, hoe do jóngen vechten moest. En ze had hem immers begrepen? Ging zijn 6trijd niet om de vraag: of hij toch zijn hart mocht geve» aan Emmy of iif,de eerste plaats aan God. Hij snet zijn aanhankelijke natuur kon zoo moeilijk baar opgeven. n Toch won hij. En toen op dien laten sche meravond, was hij de serre binnengekomen. Hij was ouder geworden, 't Jongensachtige vas weg. En met trillende stem had ie gezegd: „Gré wa gaan" Zelf had hij besloten: zichzelf te lecrea overwinnen. En eerst een paar weken later, toen zij hem nareisde, en voor 't laatst in de kleine wachtka mer van het dorpsstationnetje stond, had ze alles begrepen. Einmv Verzuilen kwam haar alleen nog vaarwel zeggen. Henk was immers toch al vooruit? En toen hot locaaltje al ge-- signaleord was, wa6 Emmy haar schreiend om de hals gevallen: „Ik kin niet met jo mee. Voor mij is hij tc streng, te hard" en met een bit» toro klank (zo kon 't niet helpen) was het uit Gré's hart gebroken: „ja, je bent te zwak om zoo iemand als hij is lief te hebben" En nu nu was alles zoo anders. O ja, hij was nog dc gevierde jongo dominé. Maar die zware tijd had zijn stempel op hem gezot. Zelf» in zijn precken vocht hij nog om berusting, om kracht, om stilheid. Vocht hij, ook voor Emmy. „Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde", was zijn tekst vanmorgen geweest. Had hij niet gestreden om die waarheid Gré stond stil. In do verte verwaasdeei de hoo rnen van het park, in het glorend wazig mor* gen zonnelicht. In de verte achter haar kwam hij al aan Henk. Klein loek hij. zooals hij daar liep in zijn pfficieele „geklcede". Ze wachtte. „Morgen zus, vindt je 't weor niet prachtig?" Er kropte iets in haar keel. Ze antwoordde trekkend. Maar zijn armen beiden door de hare trekkend, wandeldeu zij vordor, in het besef van sanieu gdragen leed - op dieu stralen den Zon* dagmorgen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1920 | | pagina 5