Dagblad voor Leiden en Omstreken. IBONKEMEN JSPRiJS JN LEIDEN EN BUlTEN LEIDEN IVAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN (KWARTAAL 12.50 flWEEK10.10 jrco PER POST PER KWARTAAL 12.90 Iste JAARGANG. - Vt/QENSBAG 3 NOVEMBER 1920. - No. 182 BUREAUHOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278 ADVERTENTIE-PRIJS PER GEWONE KEGEL 0.22 1/3 DES ZATERDAGS 10.30 INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIEF KLEINE ADVERTENTIES van hoogster j 30 woordrn 50 cent: Zaterdags 75 rent, bij vooruitbetaling nummer bestaat uit twee bladen Minister De Vries. et zonder leedvermaak werd in de che pers betoogd dat de zetel van Mi- r De Vries begint te wankelen, n zou blijkbaar zoo gaarne zien dat Minister overboord kon worden gezet die wijze het rechtsche Kabinet ver- tt. aangenaam gestemd wareif versehillen- ïaden dan ook toen Minister De Vries ..aarde dat hji alvorens een beslissing yy (omen eerst de politieke gevolgen van aftredon wilde overwegen en met zijne ieke vrienden overleg plegen, ivreesd werd, naar het scheen, dat het elo kabinet zich achter dezen Minister plaatsen en diens positie op die wijze worden gered. en had nu eenmaal ministersbloed ge- n en zou o zoo gaarne zien, dat het mi- crieclo leven van dezen bewindsman, jde laatste dagen zulke harde aanvallen erduren had, werd afgesneden. |e Minister, zoo heette het in den rooden i, is impotent, hem ontbreekt beleid, v •tastendheid, inzicht, hij beheerscht de {I 1S feitelijk niet in slaat leiding oneven. pk van andere zijden werd eenigszins in Tffeclfden geest gespioken en ook uit den f Itschen hoek werd critiek gehoord, ff toe hierover te oordeelen? ff p .Minister De Vries werkelijk een zoo kwaam man, dat hij in 's lands belang langer achter de groene tafel kan wor- geduld? pdlrkcnd kan worden, dat er in de gedra- ^Igen van dezen bewindsman niet altijd Ri vaste lijn valt te ontdekken. Haar behoeft dit, als men rekening houdt t de bij den dag wisselende omstandighe id, eigenlijk wel verwondering te baren? wDo uitgaven stijgen onrustbarend. Er is 3 voor een minister alle reden om pessi- djfti6ch te zijn en de zaken van den don- ten kant te bezien. Maar daar tegenover staat dan telkens ter een zoo verrassende stijging van de 46jjddelen dat aanvankelijk noodzakelijk achte maatregelen achterwege kunnen .ijyen. ^jjToch i6 er ook weer geen grond om nu S^ar rustig voort te leven en te doen alsof ;aan den goudstroom geen einde zal ko- I fcet is dus volkomen verklaarbaar dat een mister van Financien oogenschijnlijk èt altijd een vaste lijn volgt. Eet punt dat, thans in geding is heeft be- Bypkking op de Gemeen tof inanciën. [IRIVele gemeenten verkeeren in nood en f^pdat men zelf geen kans' ziet uit do moei- Ikheden uit te komen, roept men tot de 2£geering om hulp. 4Nu kan niet worden ontkend, dat de hou- ïg van Minister De Vries ten dezen op- Ijchte eenigszins wwfelend was en dat de lliborstellen die hij deed tot regeling on uit breiding van het belastinggebied der ge beenten niet altijd bewondering afdwongen. jToch moet men bij de beoordeling van In en anüer de noodige nuchterheid be- Jachten. jDe zaak zou eenvoudig zijn als de Regee- Ing de beschikking had over een onuitput telijke schatkist waarin naar hartelust kon lorden gegrabbeld. j Maar zoo staat de zaak toch waarlijk Bfiet. Terecht werd er bij de Kamer-debatten op gewezen, dat niet alleen do gemeenten, maar dat ook het Rijk en eveneens do be lastingbetalers in nood verkeeren. Het is heel gemakkelijk nieuwe belas tingbronnen aan te boren en do gemeenten geldelijk te steunen, maar al dat geld moet tenslotte komen uit dezelfde zakken, van dezelfde belastingbetalers, waarvan er ve len zijn die nauwelijks weten hoe ze dc einden aan elkaar moeten knoopen. Door dpn heer Do Wilde werd een staafje overgelegd, waaruit blijkt dat een Hage naar met een inkomen van f 10.000 uit ver mogen 43 pet. belasting betaalt en uit in komen 33.65 pet. En nu kunnen Rijk en Provincie en Gq- incentc ieder op* zijn beurt deze lasten nog weieens verhoogen, maar het is dan zeer do vraag, nog niet of de persoonlijko lasten ook te zwaar worden, maar wel of op die wijze dc belangon van de maatschappij wel waarlijk worden behartigd. Of meent men dat op die wijze de inspan ning om economische resultaten te verkrij gen zal worden geprikkeld? Het behoeft dus waarlijk niet te verwon deren, dat bij een Minister weieens eenige aarzeling en weifeling valt te bespeuren. Men verwijt don Minister impotentie. Hij is niet bekwaam genoeg; geeft geen leiding. Maar hoe is 't. vergaan met ^Minister Trcub die indertijd voor een soort orakel doorging? Had hij niet dezelfde critiek te verduren? Minister. Troub had een zeer vernuftig en niet minder ingewikkeld plan uitgedacht om de financieele verhouding van Rijk en Gemeenten te regelen. Dit ontwerp is van de baan gegaan niet alleen, maar er wordt ook zelfs niet meer van gerept. Zat \V ibaut maar hier verzuchten de Soc. Democraten. Maar heeft do heer Wibaut dan soms als Wethouder van Amsterdam getoond te kun nen wat anderen niet kunnen doen? De onlangs ingediend© bogrooting leert lipt tegendeel. Het is gemakkelijk, zeer gemakkelijk naar een man als Minister de Vries met stcenen te werpen en hem op hoogen toon te veroordeelbn, maar laat men dan ook niet vergeten op de vele moeilijkheden aan zijn ambt verbonden do aandacht to vestigem V Dreigt er gevaar? De bouw van bijzondere scholen, zal voortaan, volgens de nieuwe wet, uit dc gemeentekassen bekostigd moeten worden. Nog voor do wot in werking is getreden begint men hiertegen echter reeds bezwaren te maken. „Do vorige week, zoo melden de bladen, heeft de heer Teilegen, burgemeester van Amsterdam, in do vergadering der Veree- niging voor do Staathuishoudkunde en de Statistiek, o. a. gesproken over den bouw van bijzondero scholen, welke door de re geering aan de gemeenten opgedragen zal worden. Hij heeft daaromtrent gezegd, dat de gemeenten deze zonder financieelen steun van het Rijk niet kun-n en en niet zullen bouwen. Deze uitlating heeft, naar wij vernomen, in Haagsche regecrings- kringen sterk do aandacht getrokken." Dat de gemeenten en met name dc grooto gemeenten in financieele moeilijkheden ver keeren is bekend. Maar als er openbare scholen gebouwd moeten worden dan hoort men daarvan zoo niet. Dan heet het, dat. op dit gebied in geen geval mag worden bezuinigd. Het beste is voor „Het Kind" niet te Nu echter ook de bijzondere scholen recht kregen op de voorziening in de be hoefte aan schoolgebouwen, nu heet het:- wij kunnen niet bouwen en wij z u 11 e n het ook niet doen. Over de vraag of het niet beter zou zijn de kosten van scholenbouw ten laste van het, Rijk te brengen, valt te praten. Maar een toon als hier beluisterd wordt, doet allerminst weldadig aan. STADSNIEUWS. De Volkenbond. Gisteravond heeft in 't klein auditorium der Leidsche universiteit een openbare bij eenkomst plaats gehad van de vereeniging Volkenbond en Vrede., waarin als sprekers optraden de heeren TI. Ch. G. J. v. d. Man- dele, secretaris van het 'hoofdbestuur, met het onderwerp: De volkenbond, en prof. mr. dr. jhr. W. J. M. van Eysinga, hoog leeraar in het' volkenrecht te Leidc/, met het onderwerp: De "moeilijkheden, w/ilke de Volkenbond 'heeft te overwinnen. De heer Van der Mandele noemde het een opmerkelijk verschijnsel, dat de tegen woordige belangstelling voor en uitlatin gen over den Volkenbond kon doen ver onderstellen, dat het. hier een geheel nieu we instelling gold', terwijl toch aan geen gedachte in den Loop der eeuwen zoo groote aandacht is ten deel gevallen. Ongetwijfeld is de Volkenbond, te Parijs op 28 April 1919 gesticht, een andere dan men zich dien in den loop der eeuwen heeft gedacht, maar de voorstelling, die men zich van den aanvang eener statcnorganisatie maakte, heeft voortdurend verandering ondergaan in verhand met de samenleving der staten. In onderdeelen ging spr. de samenstel ling van den Volkenbond1, van 'Parijs na, zich bepalend tot een algemecne uiteenzet ting van wat een Volkenbond is, doet en •kan. Spr. vestigde er de aandacht op, dat naar zijn oordeel kritiek op den Volken bond eerst dan juist kan zijn, wanneer men zich stelt op het standpunt, dat het ont werp van Parijs een eerste, allereerste be gin vormt op den uiterst' moeilijken en doornigen weg, -die «loor de omstandighe den van dit oogen'bliik zeker niet wordt ge. ■effend. Prof. jhr. 'Van (Eysinga wc.es op de moei lijkheden, waarvoor de Volkenbond zich geplaatst ziet. Een der eersten ligt bij de geboorte van den Volkenibond zelf. Het was stellig een practi-sche en goede gedachte, den Volken bond vast 'te klinken aan de vredesverdra gen; anders hadden wij hem nog in geen •jaren gekregen. Maar door deze samen koppeling is de hond noodzakelijkerwijs tweelingbroeder geworden van he^ trac- •taat van Versailles. De grootste moeilijkheden, welke cle sta ten ondervinden 'hij het ndministreeren van den 'Volkenbond, liggen, aldus spr.. bij hen zelf. Het is betrekkelijk gemakkelijk, aangedreven door de macht van het oogen- blik, een dragelijken Volkenbond op papier te zetten, waarin allen in aller belang iets van hun ongebreidelde vrijheid moeten op geven. Maar oneindig moeilijker is het als het er op aankomt., dit grond verdrag van den bond in daden om te zetten, de oude politiek, soms imperialistische neigingen blijvend te ondej'drukkcn. Het eigen ik der staten is de grootste moeilijkheid voor den bond. Terwijl de juristenconferentie dezen zo mer in Den Haag «het nieuw op te richten Hof voor den Volkenbond bevoegd wilde maken om kennis te nemen van alle ge schillen- tussohen- staten, schijnt bij ver schillende staten de geneigdheid, om ïn rechtsgeschiliep de rechtsmacht van den Volkenhond» te erkennen, zoo gering, dat aan het échec van de le vredesconferentie in 1899 ter zake van de verplichte recht spraak en1 dat van de 2e in 1907 nu wel licht een derde échec zou kunnen worden toegevoegd. Terwijl het 'de bedoeling van Smuts geweest is, dat het den Centralen ontnomen» gebied niet zou worden gean nexeerd door de overwinnaars, maar zou worden generaliteitsland van dcni Volkeni bond, die over sommige dier gebieden het" bestuur zou kunnen geven» aan een bepaal den» Staat en het regeeringsreglement zou vaststellen. Men, is er vroeger wel eens bevreesd voor geweest, dat de Volkenbond te slerk en te machtig zou worden voor de stalen, die hem samen opbouwden. Uit het gezeg de blijkt wel, dat bij met deze moeilijikheid heeft te kampen, dat de staten hem de kracht en de autoriteit trachten te onthou den-, die hij niet missen kan, wil hij sla gen. Zal dit anders worden, dan is het noo- dig, dat men lu-istere naar voormannen der volkenbondgedach-te. Maar daarvoor is het noodig-, dat in alle lagen der bevol kingbelangstelling wordt gewekt voor den bond en daarom is, zoo besloot spr. zijn be toog, het zeker een gelukkig verschijnsel, dat ook onder de rfcludenten de beweging spontaan opkomt. Schoolbioscoop. In de volgende week, de eerste na de herfst.va.cant.ie, wordt aangevangen met de lessen van de schoolbioscoop, onder leiding van den heer Bloemink, H. eener O. L. S. De. leerlingen van bijna alle scholen hier ter stede bofén het 4de leerjaar zullen deze lessen volgen. Het programma bevat voor de eerste les drie nummers: Het landbouw bedrijf in de Haarlemmermeer, Oefeningen met de reddingsboot op Tessel en Alliga tors, hoe ze gekweekt worden en wat er van de huiden gemaakt wordt. <—-Mct ingang van 1 dezer is aan ^C. Koek, arts alhier, op zijn verzoek eervol ontslag ver- loc-ud als assistent- in het ziekenhuis (afd. verlo- kundc), aan de rijksuniversiteit alhire, en voor het tijdvak van 1 November—31 Decomber 1920 als zoodanig benoemd W. E. Turslner, alhier. Mot ingang van 1 dezer is aan dr. F. Verzar, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als conj servator bij do pharmacologic aan do rijksuniver siteit alhier, en voor het tijdvak van 1 Novem ber31 Decomber 1920 als zoodanig benoemd dr. A. van Szent Györgyi alhier. Te Maart, gem. Aalten. is vanwege prof. Ilolworda, directeur van het Oudheidkundig mu seum alhier, een onderzoek ingesteld naar ver schillende plaatsen waar in vroegere tijden hei denen hebben gewoond. In het voorjaar ztdlaen in die burtschap opgravingen plaats hebben daar over het verblijf van heidenen zekerheid is ver kregen. De reeds gevonden gave urn is naar het Musum alhier overgebracht. 1 Gistor slaagde te Rotterdam voor de akto vrije en ordeoefeningen in de Gymnastiek, ouzo stadgenoot F. de Haan, leerling van den heer C. A. de Bruijn, leeraar alhier. Nog slaagde voor dit oxamen de lieer J. Scho- nevcld en de dames S. D. M. Vroom, H. -Je lieer cn J. W. Hoek, van hier. iDo afd. Leiden van den Centralen Ned. Ambtenaarsbond nam een motie aaa, waarin leed wezen uitgesproken wordt over do niobterugbo- taling van de over 1920 gestorte pensioengelden, die in meerdere plaaisen wel uitbetaald zijn en dringt er dientengevolge bij den minister van Fi nanciën met kracht op aan, onverwijld terugbe taling te willen bewerkstelligen. De Zeudingscommissie in de f" '.Jen der Ned. Horv. Kerk, heeft aan hel Ju Comité te Amsterdam, drie duizend gulden afgedragen. Naar men ons meedeelt wordt door de Or ganisatie dor Anti-Revolutionaire Kicsvoreeniging alhier togen het einde van November cou grooto Propaganga-avond gehouden in de Graajjbours. Aan het Zoeklicht. Leiden, 3 November 1920. Daar kan ik met mijn verstand toch niet bij. In de Tweede Kamer is een zéér belang rijk onderwerp aan cle orde, de uitbreiding van het gemeentelijk belastinggebied en de financieel© verhouding tusschen rijk en gemeenten. Dit laatste is incidenteel door d*»^ 'eer De Geer naar voren gebracht. Belangrijhe punten. In 't bijzonder voor de gemeenten. V. nu gedaan wordt, zal nog lange jaren in werken. Men zou dus mogen verwachten dat. c. van do zijde der Kamerleden voor deze diep ingrijpende zaak veel belangstelling zon zijn. Uit de opkomst bleek dit echter Dinsdag niet. Aanvankelijk waren „slechts" 25 leden afwezig. Naarmate echter de discussicn belangrij ker werden, daalde de belangstelling. Zoodat 's middags, toen een beslissing moest worden genomen, van de 100 leden nog precies 45 waren overgebleven. 't Kan zijn dat ik het mis heb, maar 't wil mij voorkomen, dat een weinig meer belangstelling toch niet kwaad zou zijn. Vooral wanneer zulke belangrijke onder werpen de aandacht vragen. OBSERVATOR. De overwinning bij de Raadsverkiezing dezen zomer is wol des avonds na de verki. mg in den tuin Yan Zomerzorg gevierd, maar een lied v! mg van een en ander door hen die actief aan n-ït. v*r- kfezingswerk hebben deelgenomen, heeft i;»g i)."t plaats gehad. Dezo bijeenkomst zal tevens dienen ter opening van een reeks van werkzaamheden, welko 1? Or ganisatie zich voorstelt in hot belang van onze partij gedurende de wintermaanden ter Land te .nemen. .Wij hopen dc bijzondorheden van den Fropi- ganda-avond nog nader in ons bUd bekend te maken, doch willen reeds nu onzo ingenomen heid betuigen met dezo actie. Do Organisatie beeft er slag van de geestdrift er in te houden cn hoeft o.i. méér to doen dan alleen verkiozings- werkzaamheden te verrichten. Wij vertrouwen dat dezo Propaganda-avond uit nemend zal slagen. De lieeren ea dames die de zen avond organiseeren zijn ten volle voor hun taak berekend. Men meldt van hier aan do „N. Rt. Crt." d.d.- {gisteren Zooals wij do vorige week hebben gemeld, ver toeven te Leiden prof. Woiss uit Straatsburg en prof. Laugovin uit Parijs, om als leden van de Internationale Commissie voor Natuurkunde enz. \an dc vroegere Association Internationale Froid, thans het Institut International du Froid, deel to nomen aan besprekingen met prof. Ka-< merlingh Onnes en prof. Einstein, rosp. voorzit ter cn lid dezer commissie, over de verschijnse len van hot paramagnetisme bij lago tempera li» ren cn do eigenaardigheden der supragelcidors. Van het verblijf dezer hoogloorarcn to Leiden is het to danken, dat prof. Weiss gistermiddag in het Cryogoen Laboratorium voor genoodigden »en voordracht licoft gehouden over zijn werk op netiseh gebied in de laatste jaren. Onder zijn gehoor bevonden zich o.a. do hoog-t leeraren Lorentz, Kamerlingh Onnes en Einstein, alsmede verscheidene andere hoogleeraren uit Lei den, Utrecht on Delft. Na een korte openingsrede van prof.Kamcrlingh 0nne9, die den apreker namens de aanwezigen wolkom heette, kreeg prof. Weiss hot woord. Ter verduidolijking van hetgeen prof. Weiss op deze bijeenkomst mededeelde ga hot volgende vooraf. Nadat in 1905 prof. Langevin in een boroemdo theorie geloond had, lioo zich uit do warmtobewe- ging der moleculen de paramagnctischc verschijn selen laten verklaren, gelukto hot prof. Weiss rtUiLLETON .angs donkere wegen. „Ik wil met vrij zijn!" zeide zij plotseling .n 'houding veranderd, en sloeg haar ar- ien om zijn hals. „Gjj moet mij nemen, r-ey, en al 'het gel-d bovendien»"; en toen I .elite zij cn» streek over zijn mouwen. Treur maar niet over het huisje. Mis- chien was liet wel vochtig -geweest, en ilk cn er zeker van, dat ik imuiiv.cn- achter het »ehang hoorde. Wij zullen hier even g-e- ukkig zijn." f Hoe kon hij -haar wegzenden, nu zij zich legen, hem aandrong en in zijn oor kirde pis een gelukkig duifje? en da-ar ston fiaar moeder, die hem met welgevallen ,Als i'k u dan nemen moet, -dan zal, 'het [vel moeten", zeide hij. „O, Dollie, mijn lieveling, wat hebt ge mij gelukkig ge naakt!" voegde hij er eenige ©ogenblikken later bij. Gelukkig! hij was bespottelijk, 'inderachtiig gelukkig. Dollie Éet hem taar vergiffenis vragen, daar hij aan zoo'n wreedheid gedacht had, om haar op te ge ven, en toen speet het (haar zeer, dat zij 'hoos op hem geweest was, en zij zeide zooveel lieve dingen tegen hem en Tiij had [wederkeerig zooveel te zeggen, dat het ibiina koffietijd was, toen de verzoening geheel tot stand' was geikomen. Later, als Grey haar wilde plagen, verklaarde hij al tijd, dat Dollie hem gevraagd had. „Niets van dat al", antwoordde Dollie dan met een knikje, „maar ik wi'l'de mij maar niet zoo op kijfle laten zetten"; -doch. zij voegde er altijd aan toe: „Maar ik had- u geen lafaard moeten noemen, Grey." HOOFDSTUK XLVI. Zoo was dus de gouden, bal aan de voe ten- van Dorothy Maynard gerold. De kleine Asschepoester uit Abercrom- bie Road was veranderd in een jonge prin ses. Natuurlijk was Princes Dorothy eerst verblind; maar niet al te zeer, want daar voor had zij een veel te liefhebbend hartje en was zij te verstandig. T-ocn de eerste schrik voorbij was, bleök het hoe weinig zij om dat alles gaf. Grey was haar eenige gedachte. Als Grey tevre den was, vond zij alles goed. Wat Grey betrof, toen- zijn- korte zwaar moedigheid verdwenen was, gesmolten door de vriendelijkheid van Dollie, zag hij weldra, dat hij meester van alles zou zijn. 'Moeder en dochter steunden geheel op hem. Dollie scheen zelf geen enkel denk beeld te hebben, maar onderwierp alles aan de goedkeuring van Grey. „Ik denk, dat wij zoo en zoo moeten doen. Ik denk, dat wij die en die richting moeten volgen", zeido jGrey sums. Dollie stemdo steeds met hem in, a'lsof het van zelf sprak. Grey was heer van Crome reeds lang voordat ihij Dollie trouwde. Zijn hand drukte op de geheime veer, die de gelieele huishouding in -beweging bracht. Wat Ma ry betrof, zij werd' ondeugend en plaagziek van het eerste oogenblik af. „Waarom vraagt gij het aan mij? Ga naar Miss May nard, zij is hier*meesteres", zeide aij soms tot de verbaasde bedienden; en dan zoch ten haar lachende ooggn Bertie. Niemand wilde een bevel geven. Dollie was er veel te verstrooid voor. Eindelijk kwam Pratt met zijne klachten tot Grey, en vond daar denmeesen troost. „Na October zal alles beter gaan", zeide Grey dan, terwijl hij rus'ig aan zijn knevel draaide. „Op ihet- oo<penibliik is alles een wei nig in de war, tmaar het za'l langzamer hand" wel terecht komen. „Wij zullen het wiet minder hebben, als wij zoowel een meester als ecne meesteres krijgen", zeide Pratt tot zijn vrouw, want hij had grootew eerbied voor het oordeel van Mr. Lyndhureit. „En wat kunnen wij andei's verwachten van meisjes, dan vrien delijke woorden en vreemde daden?" zeide hij meermalen. Mr. St. John was ook ingenomen met de stille tact van Grey. Ilij beaat een» deftig heid en ernst, die goed bij zijn positie pasten. Eens op een avond wits Grey naar de pastorie gegaan, en Bertie was bij (hem. Maurice had over de voorwaarden van het testaiment gesproken. „Denkt ge, dat Mrs. Rekl er eewig ver moeden van had, dat gij van Miss Maynard hield?" vroeg hij piet een vragenden blik op den jongen; man. Grey bloosde, maar antwoordde ronduit: „Ik geloof, dat zij het van den beginne af al gemerkt heeft. Zij was zeer slim en merkte alles op vei'bazend soms. Ik zag eens, hoe hare oogew op ons gevestigd wa ren, toen, ik naar Dollie keek. Het was liefde op het eerste gezicht, weet u", ging Grey voort, met een. vetelbeteekenend lachje. „In zulke omstandigheden is een man niet altijd meester over zijne blik ken." „Zeker niet, antwoordde Maurice glim lachend, „en ik ben het met u eens, dat zij precies hee»ft voorzien, hoe 'de zaken- zou den loopen. Als zij de meestere®, die zij voor Crome wenschte, niet kon krijgen, dan wilde zij zich vergewissen van den meester volgens haar smaak. Ten slotte is alles nog ten beste gekeerd. Miss Maynard zal er veel meer van genieten dan Mary, die niet gesohikt is voor ecne groote dame. „Ik ben 'blij, dat gij er z.rio over denkt", merkte Grey op. Hierin was hij het geheel met Mr. St.* John eens. Rcrtie keek op, maar zeide niet®. Hij schreef onzichtbaar Mary's naam op het tafelkleed ca scheen niet veel op het gesprek te letten. „Het ergste lijkt mij", ging Maurice voort, „dat gij lèwe betrekking moet opge ven; diat is altijd onaangenaam voor een man." „Dat von'd; ik eerst ook", antwoordde Grey. Om tl» waarheid te zeggen, kwam in hel eerst alles in mij in opstand bij de ge dachte dat ik leven zou van-het geld mij ner Vrouw, maar Dollie on ik hebben da zaak van alle kanten bekeken. Want zie, het testament stelt tot voorwaard-e, dat zij het grootste gedeelte van het jaar op Crome moet wonen. Ik zou toch moeilijk te Lon- 'den kunnen wonen en mijn vrouw op Crome dat zou al te bespottelijk 2ijn: en de afstand is te groot dan dat ik dag^liike eenige uren naar de sad zou kunnen gaan." „O, natuurlijk, daaraan kan niet gedacht worden." „Ik "denk, dat ik mij op de boerdorij zal (moeten toeleggen. Mary vertelde mij een tijdje geleden, dat er twee boerenplaatsen leeg staan." „Twee? Ik wist allerni van Higklandew Mary heeft hnar best gedaan er een huur der voor te vinden,-reeds zoo lang'als wi| -hier zijn." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1920 | | pagina 1