Dagblad voor Leiden en Omstreken.
IBONKEMEN JSPRiJS
JN LEIDEN EN BUlTEN LEIDEN
IVAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN
(KWARTAAL 12.50
flWEEK10.10
jrco PER POST PER KWARTAAL 12.90
Iste JAARGANG. - Vt/QENSBAG 3 NOVEMBER 1920. - No. 182
BUREAUHOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278
ADVERTENTIE-PRIJS
PER GEWONE KEGEL 0.22 1/3
DES ZATERDAGS 10.30
INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIEF
KLEINE ADVERTENTIES van hoogster j
30 woordrn 50 cent: Zaterdags 75 rent,
bij vooruitbetaling
nummer bestaat uit twee bladen
Minister De Vries.
et zonder leedvermaak werd in de
che pers betoogd dat de zetel van Mi-
r De Vries begint te wankelen,
n zou blijkbaar zoo gaarne zien dat
Minister overboord kon worden gezet
die wijze het rechtsche Kabinet ver-
tt.
aangenaam gestemd wareif versehillen-
ïaden dan ook toen Minister De Vries
..aarde dat hji alvorens een beslissing
yy (omen eerst de politieke gevolgen van
aftredon wilde overwegen en met zijne
ieke vrienden overleg plegen,
ivreesd werd, naar het scheen, dat het
elo kabinet zich achter dezen Minister
plaatsen en diens positie op die wijze
worden gered.
en had nu eenmaal ministersbloed ge-
n en zou o zoo gaarne zien, dat het mi-
crieclo leven van dezen bewindsman,
jde laatste dagen zulke harde aanvallen
erduren had, werd afgesneden.
|e Minister, zoo heette het in den rooden
i, is impotent, hem ontbreekt beleid,
v •tastendheid, inzicht, hij beheerscht de
{I 1S feitelijk niet in slaat leiding
oneven.
pk van andere zijden werd eenigszins in
Tffeclfden geest gespioken en ook uit den
f Itschen hoek werd critiek gehoord,
ff toe hierover te oordeelen?
ff p .Minister De Vries werkelijk een zoo
kwaam man, dat hij in 's lands belang
langer achter de groene tafel kan wor-
geduld?
pdlrkcnd kan worden, dat er in de gedra-
^Igen van dezen bewindsman niet altijd
Ri vaste lijn valt te ontdekken.
Haar behoeft dit, als men rekening houdt
t de bij den dag wisselende omstandighe
id, eigenlijk wel verwondering te baren?
wDo uitgaven stijgen onrustbarend. Er is
3 voor een minister alle reden om pessi-
djfti6ch te zijn en de zaken van den don-
ten kant te bezien.
Maar daar tegenover staat dan telkens
ter een zoo verrassende stijging van de
46jjddelen dat aanvankelijk noodzakelijk
achte maatregelen achterwege kunnen
.ijyen.
^jjToch i6 er ook weer geen grond om nu
S^ar rustig voort te leven en te doen alsof
;aan den goudstroom geen einde zal ko-
I fcet is dus volkomen verklaarbaar dat een
mister van Financien oogenschijnlijk
èt altijd een vaste lijn volgt.
Eet punt dat, thans in geding is heeft be-
Bypkking op de Gemeen tof inanciën.
[IRIVele gemeenten verkeeren in nood en
f^pdat men zelf geen kans' ziet uit do moei-
Ikheden uit te komen, roept men tot de
2£geering om hulp.
4Nu kan niet worden ontkend, dat de hou-
ïg van Minister De Vries ten dezen op-
Ijchte eenigszins wwfelend was en dat de
lliborstellen die hij deed tot regeling on uit
breiding van het belastinggebied der ge
beenten niet altijd bewondering afdwongen.
jToch moet men bij de beoordeling van
In en anüer de noodige nuchterheid be-
Jachten.
jDe zaak zou eenvoudig zijn als de Regee-
Ing de beschikking had over een onuitput
telijke schatkist waarin naar hartelust kon
lorden gegrabbeld.
j Maar zoo staat de zaak toch waarlijk
Bfiet.
Terecht werd er bij de Kamer-debatten
op gewezen, dat niet alleen do gemeenten,
maar dat ook het Rijk en eveneens do be
lastingbetalers in nood verkeeren.
Het is heel gemakkelijk nieuwe belas
tingbronnen aan te boren en do gemeenten
geldelijk te steunen, maar al dat geld moet
tenslotte komen uit dezelfde zakken, van
dezelfde belastingbetalers, waarvan er ve
len zijn die nauwelijks weten hoe ze dc
einden aan elkaar moeten knoopen.
Door dpn heer Do Wilde werd een staafje
overgelegd, waaruit blijkt dat een Hage
naar met een inkomen van f 10.000 uit ver
mogen 43 pet. belasting betaalt en uit in
komen 33.65 pet.
En nu kunnen Rijk en Provincie en Gq-
incentc ieder op* zijn beurt deze lasten nog
weieens verhoogen, maar het is dan zeer do
vraag, nog niet of de persoonlijko
lasten ook te zwaar worden, maar wel of op
die wijze dc belangon van de maatschappij
wel waarlijk worden behartigd.
Of meent men dat op die wijze de inspan
ning om economische resultaten te verkrij
gen zal worden geprikkeld?
Het behoeft dus waarlijk niet te verwon
deren, dat bij een Minister weieens eenige
aarzeling en weifeling valt te bespeuren.
Men verwijt don Minister impotentie. Hij
is niet bekwaam genoeg; geeft geen leiding.
Maar hoe is 't. vergaan met ^Minister
Trcub die indertijd voor een soort orakel
doorging? Had hij niet dezelfde critiek te
verduren?
Minister. Troub had een zeer vernuftig
en niet minder ingewikkeld plan uitgedacht
om de financieele verhouding van Rijk en
Gemeenten te regelen.
Dit ontwerp is van de baan gegaan niet
alleen, maar er wordt ook zelfs niet meer
van gerept.
Zat \V ibaut maar hier verzuchten de Soc.
Democraten.
Maar heeft do heer Wibaut dan soms als
Wethouder van Amsterdam getoond te kun
nen wat anderen niet kunnen doen?
De onlangs ingediend© bogrooting leert
lipt tegendeel.
Het is gemakkelijk, zeer gemakkelijk
naar een man als Minister de Vries met
stcenen te werpen en hem op hoogen toon
te veroordeelbn, maar laat men dan ook
niet vergeten op de vele moeilijkheden aan
zijn ambt verbonden do aandacht to vestigem
V Dreigt er gevaar?
De bouw van bijzondere scholen, zal
voortaan, volgens de nieuwe wet, uit dc
gemeentekassen bekostigd moeten worden.
Nog voor do wot in werking is getreden
begint men hiertegen echter reeds bezwaren
te maken.
„Do vorige week, zoo melden de bladen,
heeft de heer Teilegen, burgemeester van
Amsterdam, in do vergadering der Veree-
niging voor do Staathuishoudkunde en de
Statistiek, o. a. gesproken over den bouw
van bijzondero scholen, welke door de re
geering aan de gemeenten opgedragen zal
worden. Hij heeft daaromtrent gezegd, dat
de gemeenten deze zonder financieelen steun
van het Rijk niet kun-n en en niet
zullen bouwen. Deze uitlating heeft,
naar wij vernomen, in Haagsche regecrings-
kringen sterk do aandacht getrokken."
Dat de gemeenten en met name dc grooto
gemeenten in financieele moeilijkheden ver
keeren is bekend.
Maar als er openbare scholen gebouwd
moeten worden dan hoort men daarvan
zoo niet.
Dan heet het, dat. op dit gebied in geen
geval mag worden bezuinigd.
Het beste is voor „Het Kind" niet te
Nu echter ook de bijzondere scholen
recht kregen op de voorziening in de be
hoefte aan schoolgebouwen, nu heet het:-
wij kunnen niet bouwen en wij z u 11 e n
het ook niet doen.
Over de vraag of het niet beter zou zijn
de kosten van scholenbouw ten laste van
het, Rijk te brengen, valt te praten.
Maar een toon als hier beluisterd wordt,
doet allerminst weldadig aan.
STADSNIEUWS.
De Volkenbond.
Gisteravond heeft in 't klein auditorium
der Leidsche universiteit een openbare bij
eenkomst plaats gehad van de vereeniging
Volkenbond en Vrede., waarin als sprekers
optraden de heeren TI. Ch. G. J. v. d. Man-
dele, secretaris van het 'hoofdbestuur, met
het onderwerp: De volkenbond, en prof.
mr. dr. jhr. W. J. M. van Eysinga, hoog
leeraar in het' volkenrecht te Leidc/, met
het onderwerp: De "moeilijkheden, w/ilke de
Volkenbond 'heeft te overwinnen.
De heer Van der Mandele noemde het
een opmerkelijk verschijnsel, dat de tegen
woordige belangstelling voor en uitlatin
gen over den Volkenbond kon doen ver
onderstellen, dat het. hier een geheel nieu
we instelling gold', terwijl toch aan geen
gedachte in den Loop der eeuwen zoo groote
aandacht is ten deel gevallen. Ongetwijfeld
is de Volkenbond, te Parijs op 28 April 1919
gesticht, een andere dan men zich dien
in den loop der eeuwen heeft gedacht,
maar de voorstelling, die men zich van
den aanvang eener statcnorganisatie
maakte, heeft voortdurend verandering
ondergaan in verhand met de samenleving
der staten.
In onderdeelen ging spr. de samenstel
ling van den Volkenbond1, van 'Parijs na,
zich bepalend tot een algemecne uiteenzet
ting van wat een Volkenbond is, doet en
•kan. Spr. vestigde er de aandacht op, dat
naar zijn oordeel kritiek op den Volken
bond eerst dan juist kan zijn, wanneer men
zich stelt op het standpunt, dat het ont
werp van Parijs een eerste, allereerste be
gin vormt op den uiterst' moeilijken en
doornigen weg, -die «loor de omstandighe
den van dit oogen'bliik zeker niet wordt ge.
■effend.
Prof. jhr. 'Van (Eysinga wc.es op de moei
lijkheden, waarvoor de Volkenbond zich
geplaatst ziet.
Een der eersten ligt bij de geboorte van
den Volkenibond zelf. Het was stellig een
practi-sche en goede gedachte, den Volken
bond vast 'te klinken aan de vredesverdra
gen; anders hadden wij hem nog in geen
•jaren gekregen. Maar door deze samen
koppeling is de hond noodzakelijkerwijs
tweelingbroeder geworden van he^ trac-
•taat van Versailles.
De grootste moeilijkheden, welke cle sta
ten ondervinden 'hij het ndministreeren
van den 'Volkenbond, liggen, aldus spr.. bij
hen zelf. Het is betrekkelijk gemakkelijk,
aangedreven door de macht van het oogen-
blik, een dragelijken Volkenbond op papier
te zetten, waarin allen in aller belang iets
van hun ongebreidelde vrijheid moeten op
geven. Maar oneindig moeilijker is het als
het er op aankomt., dit grond verdrag van
den bond in daden om te zetten, de oude
politiek, soms imperialistische neigingen
blijvend te ondej'drukkcn. Het eigen ik der
staten is de grootste moeilijkheid voor den
bond.
Terwijl de juristenconferentie dezen zo
mer in Den Haag «het nieuw op te richten
Hof voor den Volkenbond bevoegd wilde
maken om kennis te nemen van alle ge
schillen- tussohen- staten, schijnt bij ver
schillende staten de geneigdheid, om ïn
rechtsgeschiliep de rechtsmacht van den
Volkenhond» te erkennen, zoo gering, dat
aan het échec van de le vredesconferentie
in 1899 ter zake van de verplichte recht
spraak en1 dat van de 2e in 1907 nu wel
licht een derde échec zou kunnen worden
toegevoegd. Terwijl het 'de bedoeling van
Smuts geweest is, dat het den Centralen
ontnomen» gebied niet zou worden gean
nexeerd door de overwinnaars, maar zou
worden generaliteitsland van dcni Volkeni
bond, die over sommige dier gebieden het"
bestuur zou kunnen geven» aan een bepaal
den» Staat en het regeeringsreglement zou
vaststellen.
Men, is er vroeger wel eens bevreesd
voor geweest, dat de Volkenbond te slerk
en te machtig zou worden voor de stalen,
die hem samen opbouwden. Uit het gezeg
de blijkt wel, dat bij met deze moeilijikheid
heeft te kampen, dat de staten hem de
kracht en de autoriteit trachten te onthou
den-, die hij niet missen kan, wil hij sla
gen. Zal dit anders worden, dan is het noo-
dig, dat men lu-istere naar voormannen
der volkenbondgedach-te. Maar daarvoor is
het noodig-, dat in alle lagen der bevol
kingbelangstelling wordt gewekt voor den
bond en daarom is, zoo besloot spr. zijn be
toog, het zeker een gelukkig verschijnsel,
dat ook onder de rfcludenten de beweging
spontaan opkomt.
Schoolbioscoop.
In de volgende week, de eerste na de
herfst.va.cant.ie, wordt aangevangen met de
lessen van de schoolbioscoop, onder leiding
van den heer Bloemink, H. eener O. L. S.
De. leerlingen van bijna alle scholen hier
ter stede bofén het 4de leerjaar zullen deze
lessen volgen. Het programma bevat voor
de eerste les drie nummers: Het landbouw
bedrijf in de Haarlemmermeer, Oefeningen
met de reddingsboot op Tessel en Alliga
tors, hoe ze gekweekt worden en wat er
van de huiden gemaakt wordt.
<—-Mct ingang van 1 dezer is aan ^C. Koek,
arts alhier, op zijn verzoek eervol ontslag ver-
loc-ud als assistent- in het ziekenhuis (afd. verlo-
kundc), aan de rijksuniversiteit alhire, en voor
het tijdvak van 1 November—31 Decomber 1920
als zoodanig benoemd W. E. Turslner, alhier.
Mot ingang van 1 dezer is aan dr. F. Verzar,
op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als conj
servator bij do pharmacologic aan do rijksuniver
siteit alhier, en voor het tijdvak van 1 Novem
ber31 Decomber 1920 als zoodanig benoemd
dr. A. van Szent Györgyi alhier.
Te Maart, gem. Aalten. is vanwege prof.
Ilolworda, directeur van het Oudheidkundig mu
seum alhier, een onderzoek ingesteld naar ver
schillende plaatsen waar in vroegere tijden hei
denen hebben gewoond. In het voorjaar ztdlaen
in die burtschap opgravingen plaats hebben daar
over het verblijf van heidenen zekerheid is ver
kregen. De reeds gevonden gave urn is naar het
Musum alhier overgebracht.
1 Gistor slaagde te Rotterdam voor de akto
vrije en ordeoefeningen in de Gymnastiek, ouzo
stadgenoot F. de Haan, leerling van den heer C.
A. de Bruijn, leeraar alhier.
Nog slaagde voor dit oxamen de lieer J. Scho-
nevcld en de dames S. D. M. Vroom, H. -Je lieer
cn J. W. Hoek, van hier.
iDo afd. Leiden van den Centralen Ned.
Ambtenaarsbond nam een motie aaa, waarin leed
wezen uitgesproken wordt over do niobterugbo-
taling van de over 1920 gestorte pensioengelden,
die in meerdere plaaisen wel uitbetaald zijn en
dringt er dientengevolge bij den minister van Fi
nanciën met kracht op aan, onverwijld terugbe
taling te willen bewerkstelligen.
De Zeudingscommissie in de f" '.Jen
der Ned. Horv. Kerk, heeft aan hel Ju Comité
te Amsterdam, drie duizend gulden afgedragen.
Naar men ons meedeelt wordt door de Or
ganisatie dor Anti-Revolutionaire Kicsvoreeniging
alhier togen het einde van November cou grooto
Propaganga-avond gehouden in de Graajjbours.
Aan het Zoeklicht.
Leiden, 3 November 1920.
Daar kan ik met mijn verstand toch niet
bij.
In de Tweede Kamer is een zéér belang
rijk onderwerp aan cle orde, de uitbreiding
van het gemeentelijk belastinggebied en
de financieel© verhouding tusschen rijk en
gemeenten.
Dit laatste is incidenteel door d*»^ 'eer
De Geer naar voren gebracht.
Belangrijhe punten.
In 't bijzonder voor de gemeenten. V.
nu gedaan wordt, zal nog lange jaren in
werken.
Men zou dus mogen verwachten dat. c.
van do zijde der Kamerleden voor deze diep
ingrijpende zaak veel belangstelling zon
zijn.
Uit de opkomst bleek dit echter Dinsdag
niet.
Aanvankelijk waren „slechts" 25 leden
afwezig.
Naarmate echter de discussicn belangrij
ker werden, daalde de belangstelling.
Zoodat 's middags, toen een beslissing
moest worden genomen, van de 100 leden
nog precies 45 waren overgebleven.
't Kan zijn dat ik het mis heb, maar 't
wil mij voorkomen, dat een weinig meer
belangstelling toch niet kwaad zou zijn.
Vooral wanneer zulke belangrijke onder
werpen de aandacht vragen.
OBSERVATOR.
De overwinning bij de Raadsverkiezing dezen
zomer is wol des avonds na de verki. mg in den
tuin Yan Zomerzorg gevierd, maar een lied v! mg
van een en ander door hen die actief aan n-ït. v*r-
kfezingswerk hebben deelgenomen, heeft i;»g i)."t
plaats gehad.
Dezo bijeenkomst zal tevens dienen ter opening
van een reeks van werkzaamheden, welko 1? Or
ganisatie zich voorstelt in hot belang van onze
partij gedurende de wintermaanden ter Land te
.nemen.
.Wij hopen dc bijzondorheden van den Fropi-
ganda-avond nog nader in ons bUd bekend te
maken, doch willen reeds nu onzo ingenomen
heid betuigen met dezo actie. Do Organisatie
beeft er slag van de geestdrift er in te houden cn
hoeft o.i. méér to doen dan alleen verkiozings-
werkzaamheden te verrichten.
Wij vertrouwen dat dezo Propaganda-avond uit
nemend zal slagen. De lieeren ea dames die de
zen avond organiseeren zijn ten volle voor hun
taak berekend.
Men meldt van hier aan do „N. Rt. Crt." d.d.-
{gisteren
Zooals wij do vorige week hebben gemeld, ver
toeven te Leiden prof. Woiss uit Straatsburg en
prof. Laugovin uit Parijs, om als leden van de
Internationale Commissie voor Natuurkunde enz.
\an dc vroegere Association Internationale
Froid, thans het Institut International du Froid,
deel to nomen aan besprekingen met prof. Ka-<
merlingh Onnes en prof. Einstein, rosp. voorzit
ter cn lid dezer commissie, over de verschijnse
len van hot paramagnetisme bij lago tempera li»
ren cn do eigenaardigheden der supragelcidors.
Van het verblijf dezer hoogloorarcn to Leiden
is het to danken, dat prof. Weiss gistermiddag in
het Cryogoen Laboratorium voor genoodigden »en
voordracht licoft gehouden over zijn werk op
netiseh gebied in de laatste jaren.
Onder zijn gehoor bevonden zich o.a. do hoog-t
leeraren Lorentz, Kamerlingh Onnes en Einstein,
alsmede verscheidene andere hoogleeraren uit Lei
den, Utrecht on Delft.
Na een korte openingsrede van prof.Kamcrlingh
0nne9, die den apreker namens de aanwezigen
wolkom heette, kreeg prof. Weiss hot woord. Ter
verduidolijking van hetgeen prof. Weiss op deze
bijeenkomst mededeelde ga hot volgende vooraf.
Nadat in 1905 prof. Langevin in een boroemdo
theorie geloond had, lioo zich uit do warmtobewe-
ging der moleculen de paramagnctischc verschijn
selen laten verklaren, gelukto hot prof. Weiss
rtUiLLETON
.angs donkere wegen.
„Ik wil met vrij zijn!" zeide zij plotseling
.n 'houding veranderd, en sloeg haar ar-
ien om zijn hals. „Gjj moet mij nemen,
r-ey, en al 'het gel-d bovendien»"; en toen
I .elite zij cn» streek over zijn mouwen.
Treur maar niet over het huisje. Mis-
chien was liet wel vochtig -geweest, en ilk
cn er zeker van, dat ik imuiiv.cn- achter het
»ehang hoorde. Wij zullen hier even g-e-
ukkig zijn."
f Hoe kon hij -haar wegzenden, nu zij zich
legen, hem aandrong en in zijn oor kirde
pis een gelukkig duifje? en da-ar ston
fiaar moeder, die hem met welgevallen
,Als i'k u dan nemen moet, -dan zal, 'het
[vel moeten", zeide hij. „O, Dollie, mijn
lieveling, wat hebt ge mij gelukkig ge
naakt!" voegde hij er eenige ©ogenblikken
later bij. Gelukkig! hij was bespottelijk,
'inderachtiig gelukkig. Dollie Éet hem
taar vergiffenis vragen, daar hij aan zoo'n
wreedheid gedacht had, om haar op te ge
ven, en toen speet het (haar zeer, dat zij
'hoos op hem geweest was, en zij zeide
zooveel lieve dingen tegen hem en Tiij had
[wederkeerig zooveel te zeggen, dat het
ibiina koffietijd was, toen de verzoening
geheel tot stand' was geikomen. Later, als
Grey haar wilde plagen, verklaarde hij al
tijd, dat Dollie hem gevraagd had. „Niets
van dat al", antwoordde Dollie dan met
een knikje, „maar ik wi'l'de mij maar niet
zoo op kijfle laten zetten"; -doch. zij voegde
er altijd aan toe: „Maar ik had- u geen
lafaard moeten noemen, Grey."
HOOFDSTUK XLVI.
Zoo was dus de gouden, bal aan de voe
ten- van Dorothy Maynard gerold.
De kleine Asschepoester uit Abercrom-
bie Road was veranderd in een jonge prin
ses. Natuurlijk was Princes Dorothy eerst
verblind; maar niet al te zeer, want daar
voor had zij een veel te liefhebbend hartje
en was zij te verstandig.
T-ocn de eerste schrik voorbij was, bleök
het hoe weinig zij om dat alles gaf. Grey
was haar eenige gedachte. Als Grey tevre
den was, vond zij alles goed.
Wat Grey betrof, toen- zijn- korte zwaar
moedigheid verdwenen was, gesmolten
door de vriendelijkheid van Dollie, zag hij
weldra, dat hij meester van alles zou zijn.
'Moeder en dochter steunden geheel op
hem. Dollie scheen zelf geen enkel denk
beeld te hebben, maar onderwierp alles
aan de goedkeuring van Grey.
„Ik denk, dat wij zoo en zoo moeten
doen. Ik denk, dat wij die en die richting
moeten volgen", zeido jGrey sums. Dollie
stemdo steeds met hem in, a'lsof het van
zelf sprak. Grey was heer van Crome reeds
lang voordat ihij Dollie trouwde. Zijn hand
drukte op de geheime veer, die de gelieele
huishouding in -beweging bracht. Wat Ma
ry betrof, zij werd' ondeugend en plaagziek
van het eerste oogenblik af. „Waarom
vraagt gij het aan mij? Ga naar Miss May
nard, zij is hier*meesteres", zeide aij soms
tot de verbaasde bedienden; en dan zoch
ten haar lachende ooggn Bertie. Niemand
wilde een bevel geven. Dollie was er veel
te verstrooid voor. Eindelijk kwam Pratt
met zijne klachten tot Grey, en vond daar
denmeesen troost.
„Na October zal alles beter gaan", zeide
Grey dan, terwijl hij rus'ig aan zijn knevel
draaide. „Op ihet- oo<penibliik is alles een wei
nig in de war, tmaar het za'l langzamer
hand" wel terecht komen.
„Wij zullen het wiet minder hebben, als
wij zoowel een meester als ecne meesteres
krijgen", zeide Pratt tot zijn vrouw, want
hij had grootew eerbied voor het oordeel
van Mr. Lyndhureit. „En wat kunnen wij
andei's verwachten van meisjes, dan vrien
delijke woorden en vreemde daden?" zeide
hij meermalen.
Mr. St. John was ook ingenomen met de
stille tact van Grey. Ilij beaat een» deftig
heid en ernst, die goed bij zijn positie
pasten.
Eens op een avond wits Grey naar de
pastorie gegaan, en Bertie was bij (hem.
Maurice had over de voorwaarden van
het testaiment gesproken.
„Denkt ge, dat Mrs. Rekl er eewig ver
moeden van had, dat gij van Miss Maynard
hield?" vroeg hij piet een vragenden blik
op den jongen; man.
Grey bloosde, maar antwoordde ronduit:
„Ik geloof, dat zij het van den beginne af
al gemerkt heeft. Zij was zeer slim en
merkte alles op vei'bazend soms. Ik zag
eens, hoe hare oogew op ons gevestigd wa
ren, toen, ik naar Dollie keek. Het was
liefde op het eerste gezicht, weet u", ging
Grey voort, met een. vetelbeteekenend
lachje. „In zulke omstandigheden is een
man niet altijd meester over zijne blik
ken."
„Zeker niet, antwoordde Maurice glim
lachend, „en ik ben het met u eens, dat zij
precies hee»ft voorzien, hoe 'de zaken- zou
den loopen. Als zij de meestere®, die zij
voor Crome wenschte, niet kon krijgen,
dan wilde zij zich vergewissen van den
meester volgens haar smaak. Ten slotte is
alles nog ten beste gekeerd. Miss Maynard
zal er veel meer van genieten dan Mary,
die niet gesohikt is voor ecne groote dame.
„Ik ben 'blij, dat gij er z.rio over denkt",
merkte Grey op. Hierin was hij het geheel
met Mr. St.* John eens. Rcrtie keek op,
maar zeide niet®. Hij schreef onzichtbaar
Mary's naam op het tafelkleed ca scheen
niet veel op het gesprek te letten.
„Het ergste lijkt mij", ging Maurice
voort, „dat gij lèwe betrekking moet opge
ven; diat is altijd onaangenaam voor een
man."
„Dat von'd; ik eerst ook", antwoordde
Grey. Om tl» waarheid te zeggen, kwam in
hel eerst alles in mij in opstand bij de ge
dachte dat ik leven zou van-het geld mij
ner Vrouw, maar Dollie on ik hebben da
zaak van alle kanten bekeken. Want zie,
het testament stelt tot voorwaard-e, dat zij
het grootste gedeelte van het jaar op Crome
moet wonen. Ik zou toch moeilijk te Lon-
'den kunnen wonen en mijn vrouw op
Crome dat zou al te bespottelijk 2ijn: en
de afstand is te groot dan dat ik dag^liike
eenige uren naar de sad zou kunnen
gaan."
„O, natuurlijk, daaraan kan niet gedacht
worden."
„Ik "denk, dat ik mij op de boerdorij zal
(moeten toeleggen. Mary vertelde mij een
tijdje geleden, dat er twee boerenplaatsen
leeg staan."
„Twee? Ik wist allerni van Higklandew
Mary heeft hnar best gedaan er een huur
der voor te vinden,-reeds zoo lang'als wi|
-hier zijn."
(Wordt vervolgd).