Dagblad voor Leiden en Omstreken. BINNENLAND. ABONNEMENTSPRIJS IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN PER KWARTAAL 12.59 PER WEEK10.19 FRANCO PER POST PER KWARTAAL I 2.90 Iste JAARGANG. - MAANDAG 18 OCTOBER 1920. - No. 168 BUREAUHOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278 ADVERTENTIE-PRIJS PER GEWONE REGEL 10.221/3 DES ZATERDAGS 10.30 INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIEF KLEINE ADVERTENTIES van hoogstens 80 woorden 50 cent: Zaterdags 75 cent, bij vooruitbetaling 17. Uil de Pers. TWEEEKLEI UITING. n( De sociaal-demo er aten, in en buiten Het iV olk, hebben geen woorden genoeg gehad ©m der Regeering te verwijten dat zij „uit verwaten hooghartigheid" niet wilde spie- 4: .ken met de leiders der stakende postman nen. Maar d e '1' ij d herinnert ter snede aan de houding, door den Belgischen minister president aangenomen, toen ook bij onze Zuiderburen en staking van Ötaatsambte- naren was uitgebroken. De minister zeido toen in de kamer (13 Jan. 1920): De Kegeering beseft den ernst van toestand. vVij ondergaan een kolencri- 6is en een broodcrisis. Wij bekommeren er ons zeer om, maar wij kunnen ons geen geweid laten aandoen. In overleg met den minister van spoorwegen hebben wij reke ning gehouden met den staat onzer geld middelen. Geen regeering zou mogelijk zijn, indien zij den druk moest ondergaan van om 'l even welke klas van hare beambten. Ook is de regeering overtuigd, dat de be ambten, die hun werk staakten, in hun om aannemelijke houding niet zuilen volhar- den, nadat de toestand duidelijk bloot ge- de legd werd en dat zij onmiddellijk hun werk an zuilen hernemen. Indien er nochtans beamb- o ten zijn, die hardnekkig weerstand bieden. behoudt de Regeering zich het recht voor. of ze ais ontsiagnemenden te beschouwen, de Deze verklaring werd afgelegd namens er eene Kegeering, waarin vier sociaal-demo- en craten onder wie Em. van der Velde oud-Voorzitter van het Uitvoerend Bureau der Tweede Internationale zitting heb' ben. En toen het onderwijzend personeel ir België met staking en sabotage dreigdé m heett de Minister van Onderwijs, de beken- de Waalsche socialist Jules Destrée, zich et in de kamerzitting van 6 Mei 1920 als volgt uitgelaten: indien de Regeering hare wel wil gelieft te betuigen, zegt zij echter ||heel luid tot de onderwijzers, dat er geen *^6praak van kan zijn, dat zij ooit toegeve aan bedreiging of schrikaanjagingIk i dring er dus op aan, dat de onderwijzers niet zouden voortgaan in hun dreigen met staking noch in hun pogingen tot sabotee- jj ren. Dat zal ik niet dulden. Hoe pijnlijk het mij ook moge wezen, zal ik niet aar zelen de noodigo tuchtmaatregelen te tref- ïiieB" m DE WONINGNOOD. Onder den titel Hoe erg het is de Rotterdammer: Jl Het reeds meermalen door ons besproken boek van Dr. van Beusekom, Beschou wingen o verden woningnood is ook interessant dm de scherpe schildering, die het geeft van de crisis, waarin wij zijn Dlgekomen. jz Merkwaardige voorbeelden worden aan gevoerd. Woningen voor één gezin, zijn in y"tweeèn en drieen gesplitst. Onbewoonbaar etverklaarde en ontruimde woningen zijn we- •itder in gebruik gesteld, kelders en zolders bergen geheele huisgezinnen, terwijl schu ren, tramrijtuigen, ja zelfs brandspuithuisi jes en gevangeniscellen dienst moeten doen ^om gezinnen onder dak te brengen. Daar een bittere woningnood geleden, j(waarvan de diepte niet te peilen is, Het is —ten eenenmale uitgesloten, dat wie niet aan Llden lijve voelt al den angst, de zorg, do gjfitoffelijke en geestelijke ellende, die in het woord woningnood is begrepen, maar in de verstaan kan, wat in de harten van tengevolge van dien nood om baat. Begin 1918 woonden in de gemeente in een lijkenhuis 6 gezinnen waar ronder met 6 en 8 kinderen. In Paterswolde een gezin al meer dan een jaar in het brandspuithuisje, eene ruimte van 6a 8 vierk. M., zonder een raam of andere ope ning; alleen als de deur openslaat komt lucht binnen. Uit Barslo (gemeente Aalten) wordt gemeld, dat een gezin van 3 personen zijn intrek heeft genomen in een kippenhok. Een ander gezin moet altijd door het raam Üjn woning binnen gaan, omdat de deur van het huis moet dienst,-doen voor-een an der gezin. In do mijnstreek worden oudo spoorwagens op dood spoor gerangeerd, heele rijen naast elkaar om gezinnen onder dak te brengen. Van Harderwijk vertelde burgemeester Kemkers op het Woningcon gres, „dat 14 gezinnen in één woning wa ren bijeengehoopt, dat de zolders en ver trekken waren verdeeld door wanden van papier of van doek, om althans t,e zorgen, dat. men elkaar niet zag bij het ontkleeden". Telken dage schier wordt de reeks van frappante staaltjes nog uitgebreid. Het nieuwste snufje is wel, dat op een onzer groote dorpen de publieke tribune van de raadszaal tot slaapplaats is ingericht, ter wijl elders een wachtlokaal op een begraaf plaats als woning werd gereed gemaakt. Becijferingen zijn gemaakt om te bereke nen wat zou moeten geschieden om den nood te lenigen. Mr. Moltzer schatte in Februari 1918 de 0ogenblikkelijke behoefte op 100.000 woningen, d. w. z. dat gedurende de eertvolgende vijf jaren ieder jaar 20,000 woningen zouden moeten worden gebouwd om den achterstand in te halen door den oorlog ontstaan om dus weer te komen tot de toestand van matigen woningnood van voor 1914. Daarbij komt dan nog, dat voor de jaarlijksche toeneming der bevolking met ongeveer 100.000 personen, elk jaar ruim 20.000 woningen noodig zijn. Hierbij is niet gerekend met het aantal nieuwe wo ningen, dat elk jaar noodig is ter aanvul ling van het tekort, ontstaan door onbe- woonbaarverklaring, slooping, verbouwing veranderd gebruik, enz. Een andere berekening maakte de inge nieur Faber in Gemeentebelangen van 1 Maart 1918. Hij komt daar tot de conclusie, dat in de eerstvolgende 5 jaren moeten gebouwd worden 245.000 woningen om ongeveer in den toestand van voor den oorlog te komen. Daar sedert dion de aan bouw van nieuwe woningen veel te klein was, om in den woningnood cenigermato te voorzien, is het tekort nog aangegroeid. In het voorjaar van 1919 schatte de heer Fa ber het tekort op 280.000 d. i. pl.m. één vijfde van het geheele aantal aanwezige woningen. Nog erger werd het sinds dien: thanB zullen zeker voor de volgende vijf jaren meer dan 300.000 woningen noodig zijn. Wie aan dezen nood indachtig is, zal ver staan hoe het roeping der Overheid is om te steunen al wat de bouwlust onzer parti culiere ondernemers en vereenigingen op gezonde wijze kan prikkelen. Niet minder 6terk ook zal hij beseffen, dat het thans waarlijk de tijd niet is om de eischen voor de inrichting der woningen op te drijven. Wat in normale verhoudingen kan wor den toegejuicht moet nu eenmaal in eene periode van onafzienbaren noocl worden prijsgegeven." STADSNIEUWS Wij herinneren belanghebbenden aan don Zendingsbidstond welke hedenavond zal worden gehouden in de Oosterkerk alhier, en waarin ds. A. F. P. Pop van Ameide zal spreken over: „De biddon.de Hoogepriester". Het Kiescollege der Ned. Hcrv. Gem. al hier, zal op 29 October bijéénkomen om tot hot beroepingswork van oen predikant over te gaan (vac.-ds. Schokkig), voortdurende door het bedan ken van ds. Fortgens, te Lage-Zwaluwo. i— De Zaterdagavondmarkt, die sinds eenigen lijd op do Vischmarkt gohouden wordt, mag zich in. toenemcuden bloei verheugen, hoewel de in deze omgeving wonende winkeliers, in verband mot hunne zaken, de markt graag naar een andere plaats zagen overgebracht. Do markt zal echter te beginnon op a.s. Za terdag ook met de Hoogstraat worden uitgebreid. De Centrale A.-R. Kiesvereeniging in don Statenjkieekring Leiden vergaderde Zaterdagmid dag in „Zomerzorg", in hoofdzaak ter bespreking van de a.s. wintercampagne. Bij de te voeren actie zullen de werkzaamheden voor onze pers een eerste plaats hebben in te ne men. In verband met een en ander zullen de Kies» vereenigingen nadere medodeelingon ontvangen. Do Christelijke Jongelingsvoreeniging „Uw Bewaarder zal niet sluimeren" alhier bestond op 16 September jj. 25 jaar. Vrijdag 22 October a.s.. zal dit feit in de Pie terskerk in een wijdingssamenkoinst worden her dacht. Ds. Hoogenraad van Leiden en ds. H. T. Oberman van Rotterdam zullen als sprekers optreden. Een en ander zal worden af gewisseld door zang cn muziek. Het is te verwachten dat velen onzer stadge- nooten dezen avond zullen bijwonen. De heer M. J. ten Raa, alhier tot arts be vorderd, is bestemd tot reserve-officier van ge zondheid bij het leger hier te lande. Ons dagelijksch brood. De Utrechteche ging heeft een adres gezonden aan den mi- nisler^van L., N. en H., waarin zij profil steerd tegen de verdachtmakende mededee- lingen, dat de kwaliteit van het regeeringr, bruinbroód door slechto behandeling der bakkers wordt verknoeid. De kwaliteit toch van de door de regee ring geleverde grondstoffen is dikwijls vaD dien aard dat door het station voor maalde» rij en bakkerij te Wageningen, deze grond stoffen meermalen zijn afgekeurd voor men- schelijk voedsel. De verdachtmakingen van don heer Staal man, Kamerlid, mi66en dan ook allen grond Ook is thans bij de Utr. bakkerij weer meel voorradig, waarvan geen behoorlijk brood is te bakken. Gevaarlijke Hollandschc Kaas? Eenigen tijd geleden verschenen berichten in de pers als zouden een aantal kinderen te Weenen ziek zijn geworden door het nutti gen van Hollandsche kaas. Het Hoofdbestuur van het Nederlandsche Roode Kruis heeft zich tot hot „Niederlan- sches Hilfskomitee fur die Wiener Kinder" dat de algemeeno zendingen uit Neder land distrubueert gewend om inlichtin gen en vernam daarvan, dat al deze sensa- tieberichten onjuist zijn- Verder deelt het Comité mede: „Bij het door de overheden ingestelde onderzoek is gebleken, dat de door ons Comité aan do bewaarscholen verstrekte kaas hoewel oud toch volkomen goed was en dat de ongesteldheden der kinderen do combinatie van het slechte brood met de kaas, waar aan de Weensche magen niet algemeen ge wend zijn niet heeft verdragen. 't Lijkt baast een sprookje. In een prae-advies aan de Vereen, voor de Staathuishoudkunde en de statistiek geeft de heer Wibaut een interessante histo rische herinnering als hij meedeelt, dat, „Den Haag in 1853 het laatste deel afloste van een in 1825 aangegane geldleening, waarmede de geheele gemeenteschuld zou zijn gekweten met uitzondering alleen van de lijfrenten". Die lijfrenten bedroegen des tijds nog ruim f 6000 en dagtcekenden uit den Franschen tijd; in de jaren 1804 en 1810 had men n. 1. lijfrenten verkocht tot bedra gen van resp. f 100.000 en f 46.200 om in de kas-behoeften te voorzien en tegen een rentevoet van 10 en 8,5 pet. Dit was de reeds in de middeleeuwen gebruikelijke eu blijkbaar in de 19de eeuw nog toegepaste methode van geld leenen voor de gemeen ten. Tegenover deze lijfrenten tot het luttele bedrag van f 6000 per jaar had dan de ge meente nog een kapitaalbezit van f 720.000 op het Grootboek en nog andero kapitalen tot ene bedrag van f 180.000. De schuld toch van deze niet meer zoo nette als vroeger, maar toch nog wel zeac nette gemeente bedroeg einde 1914 reed6 f 62.485.000 en einde 1918 f 89.890.000". Een groote Hollandsche stad geen schul den het lijkt wel haast een sprookje! Het Engelsche uitvoerverbod van steenkolen. Naar aanleiding van het bericht, dat ds Engelsche Regeering den uitvoer van steen kool in verband met de mijnwerkersstaking heeft verboden en het bunkeren van steen kolen is stopgezet, wordt gemeld, dat de vaart op Ned.-Indië daardoor geen hinder zal ondervinden. Men heeft met en uitbreken van een mijnwerkersstaking rekening ge houden en daarom de verschillende kolen stations ruim van kolen voorzien. Ook de vaart naar andere werelddeeleD zal niet gestagneerd worden. Wat de scheepvaart op Groot-Brittannië en Ierland betreft, ook deze meencn de maatschappijen te kimnen blijven voortzet ten. Kan men niet in Engeland bunkeron. dan zal men dat in ons land of elders doen. Hoewel moeilijkheden niet zullen uitblij ven, hoopt men toch .de verbindingen in stand te kunnen houden. Men ontveinsde zich evenwel niet, dal een langdurige mijnwerkersstaking zijn invloed over de geheele wereld zal doen gevoelen. Electrotechniek. Men meldt uit Den Briel: Nu vermoedelijk weldra de Zuid-Holland- sche eilanden alle voordeelen van de electri- sche verlichting en beweegkracht zullen go- nieten, heeft de vakschool in Den Briel-met groote energie deze zaak aangevat, en, om tot in de kleinste gemeenten dezer streken de totstandkoming voor to bereiden en mo gelijk, een cursus geopend in de electro- techniek, waarvoor zich 180 deelnemers van allerlei leeftijd hebben aangemeld. Deze cursus is dezer dagen, in tegenwoor digheid van vele plaatselijke autoriteiten en het Statenlid L. P. van den Blink, ge opend door mr. L. Trouw, voorzitter van het bestuur der vakschool. Jaarvergadering „De Middaghoogte". Dezer dagen werd te Amsterdam do zes de jaarvergadering gehouden van den Bond van Vereenigingen „De Middaghoogte". De bondsvoorzitter, dr. A. H. de Hartog, herinnerde in zijn openingswoord aan de groote verdiensten van den secretaris, den heer Rustige, die zich genoodzaakt zag het secretariaat neer te leggen en herdacht het verlies, dat „de Middaghoogte" trof door het overlijden van dr. H. W. Ph. van den Bergh van Eijsinga. De aftredende bestuursleden J. Eigenhuis -en Jac. Rustige werden bil acclamatie her kozen. Bij enkele candidaatstelling werden gekozen de heeren G. H. N. van den Bos te Leiden, A. Elffers te Leiden, mr. P. W. H, G. van den Helm te Den Hoog en dr. C. E. Hooykaas te Rotterdam. Op voorstel van den heer Rustige werd besloten de vereeniging „De Dageraad" tot een schriftelijke polemiek aangaande de verhouding tusschen Godsdienst en Weten schap uit te noodigon, aangezien de pogin gen om „De Dageraad" sprekende tot debat te krijgen tot zoo sobere resultaten hebben geleid. „De Middaghoogte" wil zich niet be palen tot 'n defensief optreden, maar wil opkomen voor hare stelling, dat de Gods dienst door de Wetenschap gehandhaafd wordt. Het bestuur zal stappen doen om met „De Dageraad" nader te overleggen aangaande een pro- en contra-polemiek. Voor de volgende jaarvergadering werd Leiden als plaats van bijeenkomst aange wezen. Het plan „Het Millioen". In het gebouw voor „Kunsten en Wetenschap-» pen" te Utrecht is Zaterdag door het Centraal Comité van Antirevolutionaire Kiesvereenigingen met partijgenooten uit onderscheiden deelen dei lands eene vergadering gehouden, waarin nador besproken is het plan van den Partijvoorzitter, den heer H. Coiijn, in de Deputatenyergadering van April j.l. aan de orde gesteld, om door een stevige actie in den lande gelden bijeen te bren-» gen voor den noodzakelijken uitbouw der organw eatie en de voortdurende propaganda- der begin» selen van de antirevolutionaire partij. In de morgenvergadoring, aangevangen met het zingen van Ps. 68 10, gebed en lezing van Eze» chiël 47 1—12 en Openbaring 22 1 en 2 (han« delende over het gezicht van de heilige wateren, die uit den nieuwen tempel vloeiden), word door den heer H. Coiijn de beteekenis en de noodzak o» lijkheid van het krachtig optreden in dezen in een bezielende rede toegelicht. Onze partijorganisatie heelt zeker tot dusver voortreffelijk gefunction-» neerd, maar om haar te doen beantwoorden aan de veel zwaardere eischen die de toekomst stellen zal, dienen wij op haar uitbouw en versterking bedacht te zijn. Het weerstaan van hot toenemen» de revolutionaire streven met zijn verwerping van allo Goddelijk gezag, zal in do eerste plaats van ons als Antirevolutionairen groote krachtsinspau» nicg vragen, maar daarnevens hebben we met minder krachtige actie naar binnen te ontwik kelen, te waken tegen het indringen van verkeerde denkbeelden, op te komen voor het zuivor houden onzer beginselen, en te streven naar onderlinge eenheid. Het feit valt niet te loochenen dat se dert Dr. Kuyper zich geleidelijk uit de orgauisai i<> en het politieke leven heeft teruggetrokken, »wul van do bezieling en geestdrift gedoofd is. Do ver schillende oorzaken, die daarbij van invloed wa ren, werden besproken. De matheid moot uit do gelederen verdwijnen, wil de partij hare roeping kunnen vervullen en daarvoor is het beste mid» dol, dat we beginnen met bezieling een offer te brengen, een groot offer, en dat aanwenden om met kracht den toestand van moedelooshetd en matheid te bestrijden. Als spr. goed ziet, is er inzonderheid in vier leemten te voorzien: le. is er behoefte aan ver dere uiteenzetting van de diepere beginselen der Antirevolutionaire staatkunde; 2e. moet de stel selmatige populaire verbreiding dier beginselen: worden bevorderd; 3e. is er onvoldoende voor lichting van onze mannen in raden en 6taten en 4e. bestaat er gemis aan eenheid van actie in pers cn propaganda. Wanneer wc nu door hot bij eenbrengen van kapitaal ons de beschikking kun» ncn verzekeren over een goed geoutilleerd Cen» traal Bureau van Actie eri van Advies en over de middelen om in de toekomst de wetenschappelijks cn populaire propaganda der Antirevolutionair® beginselen krachtiger tr voeren, dan verrichten we een werk, dat voor het leven van onze artij van allesoverheerschend belang is, aan de tot standkoming waarvan mannen, en vrouwen, jongo- lingen, jongedochlers en knapen uit onze gelede ren moeten medewerken en waarvoor groote gif ten noodig zijn, maar ook bijdragen tot 1 cent to® die zeker niet de onbelangrijkste zijn. Door zulk cen algchcelo medewerking kunnen we zeer zeker met het „Millioencnplan" slagen, niet in een paar maanden, maar dat is ook niet noodig. Laat 1922 ons de vervulling moge brengen van onze weit- schen. Dan is het vijftig jaar geleden, dat Dr. Kuyper mot zijn „Standaard" begon to arbeiden, waaruit geboren is die krachtige actio die in-d® voorbije periode de partij een hochte positie heeft doen innemen, en dan kunnen we met nieuwen mood oen 2e periode aanvangen. Wanneer we wil len, dan bohoeft geen oogeublik getwijfeld t® worden aan hot slagen van het plan. Vooruit zioa in de toekomst kunnen we niet. Maar we hebben ir FEUILLETON "Langs donkere wegen. JIS6) „Dus vindt ge, da.t ik Lettice zóó goed be. handel?" vroeg zij, cm keerde toen terug itot het voorwerp harer zorgen, dat al hare .^gedachten im beslag .nam. Hosie was ge storven, haar lieve, kleine Rosie; maar dit ®ikind moest zij redden- Ier wille van Mau- In tusschen, waakte deze. bij zijn stervend „Dezen nacht zal de crisis komen", bad dokter Morton .bot bem gezegd; „geef haar als zij het nemen kan; maak haar Kakker, als bet noodig1 is, maar ik. vrees, fat wij weinig kunnen doen." Arm, klein meisje! Zij lag daar met zwakke pols en droge lippen, en beproefde gehoorzaam te nemen, wat men baar gaf, fcaaar zij was bijna te zwak om te praten. „Kent mijn lieveling haar vader?" vroeg eens, cn hare zware oogleden grilden. „Lieve vader", fluisterde zij en een oogenblik later voegde zij er hij, „lieve ma ma ookl" „Ga haar halen", fluisterde Maurice. Hat- ty was altijd een gedu'dig kind, dat zelden 'ucht gaf aan haar gevoel, maar toch voel. de zij sterk en diep, en hij kon niet ver dragen, dat zij den troost zou derven van heit bijzijn harer moeder. Mary stond noode op. Zij bleef enkele minuten weg, maar kwam zonder Janet terug. „Zij wil bet maar niet begrijpen", zeide zij met gefronste wenkbrauwen. Zij zingt Lettice in slaap, zegt zij, en wil niet eens even wachten om te luisteren. Ik wensebte dat gij wildet gaan, Maurice; bet lijkt mij zoo vreeselijk toe, dat zij het niet zx>u we en!" en Mary boog zich over Hatty heen en bevochtigde hare lippen, want zij kon niet meer slikken. Maurice aarzelde, hij wildé niet gaarne •heengaan cn 'toch moest de moeder er bij zijn. „Zeer goed, ik zal haar halen", zeide hij ten laatste. „Stil Maurice, zij slaapt", fluisterde Janet zich naar de deur begevend, toen zij zijn voetstap hoorde. „Zijt ge gekomen om mij bij Hatty le ha1eni? Is zij erger? Wacht even." „Neen, geen oogenblik!" zeide hij haar arm vattend; want deze vreemde koppig heid, zooals hij dacht, was hem te veel. „Weet ge Janet, ons kind is stervende! onze arme kleine Hatty; zij kan niet meer slik ken en gaat snel achteruit!" Janet staarde hem half wezenloos aan en wierp toen een blik op Lettice. die rustig sliep. Maar haar man hield haar stevig vast en zij liet zich halt uit de kamer trekken. Toen zij Hatty zag, veranderde haar stemming. „O, waarom hebt gij bet mij niet gezegdzeide zij, Mary verwijlend aanziende, toen deze plaats voor haar maakte. Daarna ging zij op onuitsprekelijk teeden toon voort: „Mijn kleine Ilatty, hier is mama!" maar helaas, zelfs geen trilling der oogleden antwoordde haar. „Zij sterft!" fluisterde Mary en Maurice knielde voor de t.w«ede maal in één etmaal neer en beval Gode zijn kind. Elf jaar ge leden had hij Ilatty als cen zwak kindje in de armen gehouden en haar me«t het toe ken des kruises gemerkt en haar op plech tige wijze aan dien Hemelschen Vader op gedragen. Nu was zij door de smarten van dit moeilijk leven heem en ontving zij de zegeningen des hemels; nu was het lamme, itje gedragen in de armen van den Goeden Herder en Maurice kon ondanks zijm smart nog zeggen dat het wèl was met hel kind." Wat Janet betrof, zij raakte het koude voorhoofd even aan met lippen, die bijna even kil en bleek waren. Het schemerde haar, toen zij opstond cn met moeite naar de kamer van Lettice terugging. Maurice kon bidden. Zijn ziel, die zelfs in dezen vreesclljkcn strijd met vleesch on bloed zegepraalde, kon zich nog buigen on der de slagen, die haar schenen) te verplet teren; haar ziel was donker, bedekt door een wolk van volslagen duisternis. Sloeg God haar zóó vanwege hare zonden? Leed haar onschuldige, teerbeminde echtgenoot door haar schuld? Waren deze kinderen de slachtoffers van de zonde harer moeder? Zij onderzocht zich zonder het zelf te we ten. Hoe hard, hoe ontevreden, hoe bittor was zij geweest! hoe had zij zich tegen het werk van haar man gekant, tegen het werk van God", hoe jaloorsch had zij voor hare voorrechten gewaakt! hoe hardnekkig had zij geweigerd zichzelve of hare kinde ren ook maar in het minst op te offeren! Zij had God bestolen, en nu nam Hij haar schat van haar weg. De onmeedoogende d-oodsengel nam ze één voor één uit hare bevende armen. „Wat is dan mijn schuld geweest?" scheen zij bijna overluid- te roe pen, toen zij in het schemerdonker weer stil bij het bed van Lettice ging zitten. „Ik heb te vurig bemind. Ik heb niets voor mijzelve gevraagd, dan alleen hem gezond en ge lukkig te zien." En. een stem scheen haar te antwoorden: „Gij hebt hen liefgehad met de liefde eener heidensche moeder; toe wijding is verafgoding geweest; gij hebt hun uw geheele hart gegeven en hebt de armen van Christus den geringslen dienst misgund; nu is de ure der vergelding ge komen en gevoelt gij den toorn van een jaloorsch God." Onderwijl bad Maurice wecncnd, „niet mijn wil: help mij dat te zeggen. Gij die uit genade kastijdt, die zegent en vervloekt tevens, zijn wij niet allen in Uwe hand ik en d'e kinderen, die Gij mij gegeven hebti?" 'En toen hij- -dit gebeden luid, ging hij Janet zoeken. Hij vond1 haar druk bezig Lettice was wakker geworden en kreunde nu onrustig; Janet, poogde haar tot bedaren le brengen. „Ik wilde, dat ik geduldig kon zijn", zuchtte zij, toen haar moeder haar liet drinken en hare warme kussens omkeerde. „Lieve mama, wat bezorg ik u loch een last, en gij ziet er zoo vermoeid uit en uw gelaat is zoo bleek! „Ga wat rusten." „Straks, lieveling." „Is Hatty beter, mama? Vader scheen zeer ongerust over haar ite zijn." „Ja, lieveling, zij is beter", antwoordde Janet bedaard en zag haar man aan. Mau rice sloeg haar met een beklemd hart gade. Van waar kreeg zij die zedelijke kracht? waarom wa-ren hare oogen zoo zwaar en kon zij toch niet sclireien? hoe kon zij zoo natuurlijk spreken en hande len, terwijl z5i onder de kastanje een graf voor Rosie groeven cn Hatty haar !aat- sten slaap sliep met hare bleeke handjes op haar boezem gevouwen? (Wordt vervolgd). 1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1920 | | pagina 1