Dagblad voor Leiden en Omstreken.
Vrijwillige Oudenjomsrerzekering.
ABONNEMENTSPRIJS
IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN
WAAR AGENTEN GETESTIGD ZIJN
PER KWARTAAL f2.50
PER WÉÉK fo.19
FRANCO PER POST PER KWARTAAL f2.90
|Ste JAARGANG. - WOENSDAG 29 SEPTEMBER 1920. - No. I53
BUREAUHOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. I278
ADVERTENTIE-PRIJS
PER GEWONE REGEL f 0.221/.
DES ZATERDAGS f0.30
INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIEF
KLEINE ADVERTENTIES van hoogstens
80 woorden 50 cent: Zaterdags 75 cent,
bQ Toornltbetaliug,
Dit nummer, bestaat uit twee bladen
Blijkens het Augustus-nummer van het
maandblad van het Centraal Bureau vooi
de Statistiek bedroeg op 31 Juli van dit
jaar het aantal dergenen, die krachtens de
Invaliditeitswet verzekerd waren 1.877.883.
Ruim 5.000.000 inwoners vallen dus niet
onder den verzekeringsplicht ingevolge de
Invaliditeitswet. Dat er onder dit aantal
groote scharen zijn, wier economische po
sitie stellig niet beter, dikwijls zelfs veel
slechter is, dan die der arbeiders, die wel
verzekerd zijn, is voor geen tegenspraak
vatbaar. Deze duizenden bij duizenden zijn
bij invaliditeit en ouderdom nog altoos
aangewezen op de weldadigheid, hetzij vaD
particuliere instellingen of personen, hetzij
van gemeentewege. Voor zoover deze groep
bet ongeluk krijgt invalide te worden, is
voor het oogenblik althans hierin nog geen
verandering te brengen. Wel is dit geluk
kig het geval ten opzichte van de zorg
.voor den ouden dag. Lo Regeering, over
tuigd, dat de Invaliditeitswet hierin op on
voldoende mate voorzag, heeft door de
iVrijwillige Ouderdomsverzekering in deze
itrachten te voorzien.
Aan belanghebbenden zelf staat het thans
of deze poging der Regeering zal slagen.
Zeker is het, dat de.Vrij willige
ouderdomsverzekering groote
voordeelen biedt tegen lage
premie. Wij zullen in het kort deze uit
eenzetten.
De wet verdeelt degenen, die voor verze
kering in aanmerking komen, in twee groe
pen, n. 1.. die op 3 December 1919 jonger
dan 35 jaar waren en die op dien datum 35
jaar of ouder waren.
Voor de eerste groep, welke dus omvat
allen, die na 3 December 1884 geboren zijn
bestaat de mogelijkheid, zich een weke-
lijksche uitkeering van 3, 4, 5 of 6
gulden bij het bereiken van den 65-jarigep
leeftijd te verzekeren. De premie hiervoor
te betalen bedraagt van 7 cents tot 75 cents
per week, afhankelijk van den leeftijd,
waarop ,en de uitkeering waarvoor men
zich verzekert. Hoe jonger men tot
dozeverzeke ring toe treed t,ho{
lager d e p r e ra le i s.
Waar de wetgever is uitgegaan van de
stelling, dat deze verzekering alleen geldt
voor de economisch minder krachtigen,
kunnen alleen maar tot de verzekering
toetreden zij, die zelf of wier echtgenoot(e)
jiiet naar een inkomen van f 2000 of meer
in de Rijksinkomstenbelasting zijn aange
slagen. Ouders, die wel naar een hoogei
inkomen zijn aangeslagen, kunnen dus niet
zich zelf, maar wel hunne kinderen verze
keren, en zij, die het belang hunner kinde
ren inzien, zullen dit stellig doen, aange
zien later hunne kinderen slechts een gerin
ge premie behoeven te betalen.
Ook zij, die reeds onder de verplichte ver
zekering vallen, kunnen daarnaast deze
.vrijwillige verzekering sluiten. Hunne rech
ten loopen onverkort naast dieper ver
plichte verzekering en zij kunnen dus hunne
ouderdomsrente ingevolge de verplichte ver
zekering, waarvoor de werkgever de pro
mie betaalt, aanmerkelijk verhoogen, door
zelf een betrekkelijk geringe premie te be
talen.
De tweede groep omvat hen, die op 3 De.
cember 1919 den leeftijd van 35 jaar of
ouder hadden bereikt, dus die voor 3 De
cember 1884 zijn geboren. Hierbij ging de
wetgever uit van het standpunt, dat deze
verzekering niet geheel door de premies ge
dekt kan worden, immers, in dit geval
zouden de premies veel te hoog worden.
Vooral voor deze groep legt de Staat jaar
lijks millioenen bij. Daarom kunnen zij
zich slechts verzekeren tegen een uitkee
ring op hun 65ste jaar van f 3,— per week
(indien man en vrouw samen uitkeering
krijgen, bedraagt deze voor ieder f 2,50)
Voor deze verzekering is een eenheidspremie
vastgesteld van 39 cent per week. De toe
treding tot deze verzekering is niet voort
durend opengesteld, doch slechts gedurende
vier jaar, dus tot 3 December 1923, evenwel
met dien verstande, dat, voor wie zich na 3
December 1921 aanmelden, de uitkeering
niet op het 65ste jaar ingaat, maar even
veel weken daarna als zij zich na 3 Decem
ber 1921 aanmelden.
Toch mag dit voor niemand een reden
zijn, de toetreding tot de verzekering uit
te stellen, aangezien de premie steeds van
af 3 December 1919 moet worden betaald
maar bovendien aan uitstel nog een andei
nadeel is verbonden gelijk we aanstonds zul
len zien.
Deze verzekering staat slechts open voor
hen, diezelf of wier echtgenoote(e) niet zijn
aangeslagen in de Vermogensbelasting of
in de Rijksinkomstenbelasting naar een
inkomen van f 2000.— of meer. Ook deze
verzekering staat open voor degenen, die
reeds verplicht verzekerd zijn, ingevolge
de Invaliditeitswet, doch in dit geval be
draagt de uitkeering geen f 3,per week.
doch ondergaat een vermindering, afhan
kelijk van den leeftijd, waarop men is toe
getreden. Behalve de wekelijksche uitkee
ring bij het bereiken van den 65-jarigen
leeltijd, is voor beide groepen nog een an
der groot voordeel verbonden, n. 1. een gra
tis uitkeering van 100 gulden
bij overlijden. Deze uitkeering wordt even
wel alleen uitgekeerd, indien de verzekering
drie jaar heeft geloopen, dus niet, indien
drie jaar premie is betaald, maar, indien
tusschen het overlijden en den dag waarop
men zich aanmeldde een termijn van drie
jaar is gelegen. Ook om deze reden stelle
men de aanmelding niet uit, maar geve zich
aanstonds op. Hoe eerder men toetreedt,
hoe eerder de wachttijd is vervuld.
Een ander zeer gunstige bepaling is, dat.
ingeval de verzekerde invalide wordt (of
invalide was ten tijde der verzekering) ont
heffing der premiebetaling kan worden
aangevraagd. Wordt dit verzoek ingewil
ligd, dan behoeft verder geen premie meer
te worden betaald, en blijft het recht op
uitkeering toch onverkort doorloopen. Ook
hiervoor is echter de eisch gesteld, dat de
verzekering drie jaar heeft geloopen.
Een eveneens zeer milde bepaling is, dat,
indien een vezekerde niet meer bij machte
is de premiebetaling voort te zetten, de
reeds gestorte premie niet verloren is. In
dit geval toch ontvangt de verzekerde een
z. g. pjemievrije polis en bij het bereiken
van den 65-jarigen leeftijd een uitkeering
afhankelijk van het bedrag der gestorte
premie. Echter vervalt in 'dit geval dë uit
keering van f 100,bij overlijden. Komt
de verzekerde later weer in betere omstan
digheden, dan kan op zijn verzoek, tegen
betaling van een matige inkoopsom en een
matig verhoogde premie, de vroege verke
ring worden hersteld.
De premiebetaling is zeer gemakkelijk
geregeld. Zij kan geschieden ten bureele
van den Raad van Arbeid of ten huize van
den verzekerde zelf, naar eigen verkiezing
en in door hem zelf te bepalen termijnen,
echter steeds bij vooruitbetaling. In de ge
vallen, dat bij den aanvang der verzekering
reeds premieschuld bestaat, doordat premie
betaald moet worden vanaf een datum
vroeger dan waarop men zich heeft aange
meld, is bepaald, dat deze schuld kan wor
den afbetaald in termijnen, desverlangd
van 10 cent per week.
Ten slotte is de Staat zonder
oenig voorbehoud en te allen
tijde aansprakelijk voor de be
taling der week rente en uitkee-
ringbijoverlijden.
Uit het voorgaande is duidelijk gebleken
van hoe groot belang het voor velen is
tot deze verzekering toe te treden, waarbij
men vooral bedenke, dat ieder, die op 3 De
cember 1919 nog geen 65 jaar was en niet
verplicht verzekerd, geen ouderdomsrente
ontvangt, tenzij hij een vrijwillige verzeke
ring sluit. Men stelle daarom niet
uit zich aan te melden.
Wenscht men ten slotte nog nadere in
lichtingen, dan wende men zich tot de Ra
den van Arbeid. (Ingez.).
V Verblijdende verschijnselen.
Van verblijdende verschijnselen kunnen
we melding maken.
Uit verschillende plaatsen komen berich
ten die er op wijzen dat er in onze gelede
ren nieuw leven komt.
De propagandaclub te Sassenheim
komt dezer dagen in actie.
Die te K a t w ij k is reeds haar arbeid
begonnen.
In Leiden en Leiderdorp wordt
de stichting van een dergelijke club voor
bereid.
Zoo gaat het goed!
Laten nii ook de andere dorpen in dezen
omtrek niet achterwege blijven.
Er is voor de propaganda van onze be
ginselen nog zooveel te doen.
In eigen kring en daarbuiten.
Aanpakken, blijft daarom de boodschap
Nu we door geen verkiezingsdrukte wor
den gestoord is het de meest gunstige gele
genheid om met vrucht de propaganda-ar-
beid aan te vatten.
STADSNIEUWS.
Centrale Bazaar voor Wijkarbeid.
Gisteren hadden wij geen gelegenheid
meer, om het gesprokene bij de opening van
den Centrale Bazaar voor Wijkarbeid, weei
te geven.
Thans willen wij daar nog op terugko
men.
De burgemeester, zoo als werd gemeld
opende den bazaar al6 Eere-Voorzitter.
Hij zeide, dat het hem zeer veel genoegen
deed en den bazaar, die voor een zoo uitne
mend doel gehouden wordt, te mogen ope
ned.
Spreker is, van het groote nut van der
wijkarbeid overtuigd.
Het is een groot voorrecht, dat in een tijd
waarop steeds weer het materieele naar vo
ren wordt geschoven, er ook menschen zijn.
die zich op den geestelijken arbeid toeleg
gen. Zoo is de wijkverpleging een kweek
plaats voor velen om het oog op dn geeste
lijke zaken te houden.
•Welk nuttig werk wordt niet verricht met
de verzorging van de jeugd! Van welk een
beteekenis mag de Zondagsarbeid niet wor
den genoemd.
Een ieder, al zullen er het niet eens zijn
met de richting waarin het werk wordt ver
richt, zal van het practische nut van de
wijkarbeid in 't algemeen overtuigd zijn.
Alè burgemeester waardeer ik zeer alle
zorgen die de wijkverpleging op zich geno
men heeft. Deze ziekenverpleging zal zekei
haar vruchten afwerpen.
De wijkverpleging, dat kan ik gerust
zeggen, staat bij het gemeentebestuur hoog
aangeschreven.
Ook de drie wijkgebouwen worden van
zeer groot nut geacht.
Spreker wil eindigen met nogmaals de
vereeniging aan allen voor steun en sym
pathie aan te bevelen.
Een hamerslagde bazaar was g»
opend.
Ds. M. J. Punselie verkreeg het woord,
toen het zangkoor, onder leiding van Dr
Riemens PS. 100 1, 3 en 4 gezongen had.
Het deed Ds. Punselie een waar genoe
gen, dat er zooveel personen aanwezig wa
ren, en die dus blijk van belangstelling ge
ven. j
Het gaat hier om een zeer beteekenende
zaak. e
Er was veel arbeid voor noodig.
Maar het Comité had niet vermoed, dat
het antwoord op do rondgezonden circulaire
zoo hartelijk zoude zijn. De voorwerpen
kwamen van alle zijden toegestroomd.
Men toonde hierdoor dat men wat over
had voor den nood en de vele moeilijkheden
in tal van gezinen, dat men ook iets voel
de om troost te brengen aan hen die in den
tegenwoordigen tijd van zoovele kanten
door demoraliseerende machten worden aan-
Zeer velen zullen bij hun geven ongetwij
feld de gelijkenis van den barmhartigen
Samaritaan in dichtig zijn geweest.
De blijdschap van het Comité uit zich
dan ook in zeer grooten dank aan allen,
die door hun hulp en steun het werk zoo
makkelijk maakten.
In de eerste plaats zeide Spr. dank dca
burgemeester Jhr. Mr. Dr N. C. de Gijse-
laar voor zijn bereidwilligheid om niet
alleen als eene-voorzitter te fungeeren.maar
ook als zoodanig op te treden, waardoor
hij een stempel heeft gezet op den bazaar.
Spr. hoopt dat God hem nog jaren lang
mag sparen voor onze gemeente en niet het
minst ook voor de wijkarbeid, en dat de
Heere hem sterken zal en kracht verleencn
in de moeilijke en omvangrijke werkzaam
heden, die hem dagelijks roepen. (Applaus.)
Spr. kan geen namen noemen van allen
die gaven en giften verleenden. Hij zegt
allen dank.
In het bijzonder echter wil hij de kran-
kon dank betuigen voor de werkstukken en&
die zij van hunne ziekbedden naar den ba
zaar toezonden.
Dank aan het dames-Comité dat de ba
zaar in elkander zette en in de Foyer uit
een chaos van voorwerpen een sierlijk kos
mos hebben te voorschijn gebracht. Dank
ook aan Mevr. Spaargaren die hierin de
leiding had.
Vooral brengt Spr. dank aan den ijveri.
gen secretaris de heer J. B. Meynen die in
alle stilte enorm veel heeft, gedaan. Hij was
de stuwkracht voor het geheele organisatie-
werk.
Dank aan de firma Sirag.en de Jongh.
die de zaal feestelijk versierden.
Dank aan do dames die zich voor den
verkoop beschikbaar stelden.
Dank aan de dames en heeren muzikan
ten die voor de noodige afwisseling zullen
zorgen in het eentonige bazaarleveu.
Dank aan de firma Mens die voor deze
muziek een pianino afstond.
En nu hoopt Spr. dat thans zal komen
in groote en ruime mate het edele metaal
het zuivere goud van mededogen en warme
sympathie en steun voor het werk van de
wijkvereeuiging.
Dat God zijn zegen moge leggen op al
wat gedaan is en nog gedaan'zal worden
opdat het einde zal zijn de blijde dank aan
God jegens zijn goedertierenheid.
De heer J. B. Meijnen wees er op dat de
lof die hij van den voorzitter had ontvan
gen geheel op den voorzitter wil terugkaat
sen, want vooral ook door den arbeid van
Ds. Punselie is de bazaar tot stand ge
bracht.
Het koor zong hierna „Jesu mijnen Freu-
de" van Bach, waarop Ds. Riemens in dank
gebed voorging.
Zooals gemeld, brachten daarop aÜcn
aanwezigen een bezoek aan den bazaar cn
de verkoop die tot a. s. Vrijdag zal voort
duren, ving aan.
De bazaar is geopend van 1012 uur
's morgens, van 2—5 uur 's namiddags en
van 7—10 uur 's avonds.
De Commissie voor de Winkelweek
Aan het Zoeklicht.
Leiden, 29 September 1920.
Dat was wel een groote tegenstelling
gisteravond.
Rond de voor het meerendeel nog geheim
zinnig gesloten winkels een vroolijke cn ge
zellige bedrijvigheid van het wandelend
publiek.
En een eindje verder in eon ongezellig lo
kaaltje, achter loketjes de menschea
wachtende op de suikerbonnen.
Een toekomstbeeld van wat gebeuren zal
al6 veler socialisatie-idealen in vervulling
gaan?
Volstrekt niet onmogelijk.
Of denkt ge dat in de gesocialiseerde win
kels de ambtenaren zich zullen uitsloven tot
diep in den nacht, om een mooie en aantrek
kelijke etalage te maken?
Kunt ge begrijpen!
Alles gaat dan precies op de klok met
bonnetjes en vooral niet te vergeten, ach
ter loketjes.
'k Wil aannemen dat 't cenige hesparing
geeft al moet ik het eerst nog zien.
Maar 't keurige en 't fleurige van onze
mooie winkelstraten is toch ook nog wel
een kleine opoffering waard.
Hulde aan onze wakkere en nijvere win
kelstand!
Van harte: veel belangstelling in deza
winkelweek en goede zaken!
OBSERVATOR.
werd heden nog verblijd met een fraaio
schenking van de Leidsche Vereeniging van
Industrieelen, bestaande in 2 zilveren me
dailles. De diverse schenkingen zijn in het
sigarenmagazijn van don heer Arold go-
exposeerd.
Te 's-Gravenhage is voor het examen
hoofdacte geslaagd de heer G. A. Ch. vaü
Uithoven van hier.
De firma C. de Bink en Zoon houdt
gelijk in de advertenties wordt vermeld deza
week zijn tweede T. E. D. S. E. M. K. I,
(Tentoonstelling en Demonstratie Schrijf
machines en Moderne Kantoor Installaties).
Hedenmorgen brachten wij er een bezoek.
Behalve de verschillende instrumenten en
voorwerpen voor kantoorgebruik, die wij
bij de eerste T. E. D. S. E. M. K. I. aantrof
fen zijn er nu ook weer nieuwe artikelen
aanwezig. Zooals nieuwe schrijfmachines
(w. o. De Smith Premier, en de Smith Pre
mier optel en aftrek schrijfmachine, met
Wahl optel Mechanisme, die ongetwijfeld
een zeer tijdbesparende vinding kan wor
den genoemd) duplicator-machines, copiecr-
machines, adresseer-machines, sorteerkasl en
en doozen, brievenbewaarders, kortom alles
wat" op het gebied van kantoorinrichting in
dezen tijd bestaande is. Natuurlijk worden
de kantoormeubelen ook niet gemist en zijn
er eveneens vele luxe kantoorartikelen voor
handen.
In het bijzonder kunnen wij nog melding
maken van de nieuwe electrisehe lamp (The
Lamp of Many Uses) die zich in alle mo
gelijke standen laat plaatsen en zoowel op
het kantoor als thuis onmisbaar is, als men
de voordeelen slechts kent.
Voor ieder kantoorman, die belang stelt
in de moderne kantoorartikelen, is op de
T. E. D. S. E. M. K. I. iets nieuws van
practisch nut te vinden.
Niet de heer H. J. van Leeuwen, zooals wij
gisteravond abusievelijk meldden, doch de heer It.
H. Th. van Leeuwen, zal geduremle de winkelweek
het carillon van den Stadhuistoren bespelen.
Hedenmorgen 12 uur had op de Stationsweg
een ongeluk plaats mot oen vrachUagon van den
heer v. T. Door hot breken van een balie van een
beladen wagen viel de gohoolo lading op do straat
enop de tramrails, met het gevolg dat de trxm-
dienst tijdelijk gestoord werd.
rc.^iLt-1^ l ON
Langs donkere wegen.
121)
In de eerste plaats was Dollie zoo verve
llend; haar gedrag was van dien aard, dat
liet eiken minnaar mishaagd zou hebben.
'Zij scheen zich in het geheel niet om het
bestaan van Grey te bekommeren. Als hij
tot haar sprak, wat zelden gebeurde, en
dan nog steeds over de meest algemeene
onderwerpen, antwoordde zij hem op koe
den, korten toon; als hij 's avonds de bla
den van haar muziekboek omsloeg, be
dankte zij hem bijna niet; zijn lievelings
liederen zong zij niet; als bij haar stoel
paderde, zocht zij gewoonlijk een voor
wendsel om weg te gaan. Zij was nog nooit
zoo luimig en vervelend geweest! En dan
had hij zoo'n bespottelijke voorliefde voor
de Ducie's opgevat 's morgens, 's mid
dags en 's avonds vloog zij naar de Glade;
zij en Mabel moesten duetten instudeeren.
Mabel zou haar leeren op porselein to'
schilderen; zij had' beloofd Mrs. Ducie
met haar tapisseriewerk te zullen helpen;
zij moesten een vierde hebben om te ten
nissen nooit gebrek aan verontschuldi
gingen. Mary protesteerde er tegen, maar
bet baatte niets.
Ook Grey was onbegrijpelijk. Hij was
Olet meer zóó koeb maarioxh hield hij zich
ernstig en bedaard. Hij sloeg Dollie voort
durend gade, maar bewees haar geen bij
zondere oplettendheden; hij bood nooit aan
haar naar de Glade te brengen; wat hem
betrof, had zij volkomen vrijheid van han
delen; maar Mary en haar moeder maak
ten tegenwerpingen.
Zijne ritjes echter herhaalden zich dage
lijks. Sir George was zeer met hem inge
nomen en vroeg hem altijd1 op de Hall te
komen. Eens at hij er; een ander keer
bleef hij koffiedrinken. Het werd een zaak,
die van zelf sprak, dat hij 's middags Sir
George en Diana ontmoette en hen dan
vergezelde.
Als Dollie uit het dorp kwam zag zij de
drie dikwijls langzaam huiswaarts keeren.
Wat scheen de zon mooi op Diana's bruin
haar! Grey leunde soms tot haar over, ter
wijl hij druk praatte en den hals van
Bro\vn Peter streelde. Wat scheen zij hem
opgewekt te antwoorden. Dollie liet dan
•haar hoofd hangen en werd een weinig
bleek, terwijl zij het 'hek voorbijging. Maar
■aan tafel was zij altijd zeer vroolijk. Geen
wonder, dat Mary niet wist hoe zij het had;
en na verloop van eenigen tijd riep zij ze
beiden ter verantwoording.
„Dollie hebt ge met Grey getwist?"'
vroeg zij plotseling op zekeren dag. toen
zij samen alleen waren. Grey was niet in
de vestibule; hij schreef brieven in de bi-
bibliotheek, Dollie, die zat te schilderen,
ging daarmee zorgvuldig voort; maar Mary
zag boe baar hand beefde.
„Wat beeft u zoo'n vreemd denkbeeld in
het hoofd gehaald?zeide zij ten laatste,
terwijl zij poogde op haar gewonen toon te
spreken.
„O, een massa dingen. Gij zijl beide- zoo
vreemd en koel, en te Lesponts placht gij
zulke goede vrienden te zijn, altijd, samen
en
„O, Lesponts! dat is lang geloden", ant
woordde Dollie schouderophalend. „Nu
heeft Mr. Lyndhurst andere vrienden. Gij
moogt blij zijn, dat gij ze hem hebt be
zorgd; hij en Diana schijnen het goed sa
men te kunnen vinden."
„Diana!" riep Mary verontwaardigd uit,
en toen zweeg zij glimlachte, want een
klein stukje van Dollie's wang werd rood
en één oor eveneens. Dat was dus de op
lossing van het raadsel. Zij zweeg verder
en vond weldra gelegenheid, om niet Grey
te praten; zij stoorde hem in hel schrijven
zijner brieven. Hij zag haar somher aan,
toen zij binnenkwam.
„Stoor ik u? Ik zou gaarne willen weten
óf gij van middag gaat rijden"; begon zij
'zeer gevat.
„Ja, dat denk ik wel; er valt niets anders
te doen", antwoordde hij ontstemd. „Sir
George vroeg mij ten eten, maar ik weet
nog niet of ik wel gaan zal."
„O neen, yandaag niet", antwoordde zij
snel; „gij gaat er wat al te dikwijls heen,
Grey, en ik geloof, dat iemand anders dat
ook begint te vinden."
„Wie meent ge?" riep hij uit; maar zijne
geheele manier veranderde, en hij keek
Mary verlangend aan; maar zij ging op be-
slisten toon voort: „Gij weet wel, dat Mabel
Ducie over Can! er ton komt spreken, Mrs.
Maynard en Dollie wenschen de Kathe
draal te zien en Janet noch ik kunnen
meegaan. Gij moet bclooven te zul'en gaan,
Grey."
„Ik zal gaan, als gij het verlangiant
woordde hij onwillig: „maar ik 7.01 den
ken, dat Mr. Jack Ducie en Kapitein
Thompson voldoende grltide waren; ik ge
loof niet, dat men mij zeu missen."
„Onzin!" amweordde Mary op beslisten
toon. „Gij neemt de luimen van een meisje
al te ernstig op Grey. Als gij eiker dag
mot, Diana en haar vader rijdt en steeds op
de Hall zijt, hebt gij he* recht niet te kia-
gen, als anderen zich met kapitein Thomp
son vermaken. Gij zijt geen haar betor da",
andere jongelieden; gij speelt met vuur en
zijt dan heel verwonderd, als ge u brundi.
Ik schaam mij over u!" en na dit raudsel-
aahtig gezegde liep Mary lachend weg en
liet Grey verbluft achter.
Was Dollie waarlijk j&i&arsch? M?ende
zij dat? Hadden zijne tor»*lllye opl?-.iend-
heden voor Diana haar warkelijk veront
rust? Was dit de reden van haar lucht
hartigheid, van haar bespottelijke voorlief
de voor de Ducies. En toen bloosde Grty.
Hij was niet ijdel, en kon het haast niet
gelooven. Dollie afgunsiig van zijne vriend
schap voor Miss Vendale! cn hij mocht liet
meisje ook inderdaad gaarne lijden wel,
het was >eene belachelijke gedachte!
Zijne polsen klopten en er kwam nieuv^
leven in zijne aderen; zijn gelaat, kreeg een
zachtere uitdrukking. „Ik zal haar gade
slaan; ilc zal zien of Mary gelijk heeft of
het waar is", sprak hij bij zichzelven, ter
wijl hij de papieren ongeduldig wegschoof.
Toen de koffiebel luidde, kwam hij mei
zoo'n veranderd gelaat binnen, dat Dollie
heimelijk beefde over wat er komen zou.
Dacht hij werkelijk anders over haar Waa
hij werkelijk verliefd op Diana! En zij
kreeg zoo'n koud gevoel, dat zij nauwelijks
de oogen opsloeg; als zij dat gedaan hadv
zou zij in die van Grey zijne geheime be
doeling gelezen, hebben, als hij haar aan
keek.
HOOFDSTUK XXXVII.
Ten slotte mislukte het plannetje vam
Mary toch nog en ging Grey niet mee naaip
Canterton.
(Wordt vorvoigd).