Dagblad voor Leiden en Omstreken. Vrijwillige Oudenjomsrerzekering. ABONNEMENTSPRIJS IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN WAAR AGENTEN GETESTIGD ZIJN PER KWARTAAL f2.50 PER WÉÉK fo.19 FRANCO PER POST PER KWARTAAL f2.90 |Ste JAARGANG. - WOENSDAG 29 SEPTEMBER 1920. - No. I53 BUREAUHOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. I278 ADVERTENTIE-PRIJS PER GEWONE REGEL f 0.221/. DES ZATERDAGS f0.30 INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIEF KLEINE ADVERTENTIES van hoogstens 80 woorden 50 cent: Zaterdags 75 cent, bQ Toornltbetaliug, Dit nummer, bestaat uit twee bladen Blijkens het Augustus-nummer van het maandblad van het Centraal Bureau vooi de Statistiek bedroeg op 31 Juli van dit jaar het aantal dergenen, die krachtens de Invaliditeitswet verzekerd waren 1.877.883. Ruim 5.000.000 inwoners vallen dus niet onder den verzekeringsplicht ingevolge de Invaliditeitswet. Dat er onder dit aantal groote scharen zijn, wier economische po sitie stellig niet beter, dikwijls zelfs veel slechter is, dan die der arbeiders, die wel verzekerd zijn, is voor geen tegenspraak vatbaar. Deze duizenden bij duizenden zijn bij invaliditeit en ouderdom nog altoos aangewezen op de weldadigheid, hetzij vaD particuliere instellingen of personen, hetzij van gemeentewege. Voor zoover deze groep bet ongeluk krijgt invalide te worden, is voor het oogenblik althans hierin nog geen verandering te brengen. Wel is dit geluk kig het geval ten opzichte van de zorg .voor den ouden dag. Lo Regeering, over tuigd, dat de Invaliditeitswet hierin op on voldoende mate voorzag, heeft door de iVrijwillige Ouderdomsverzekering in deze itrachten te voorzien. Aan belanghebbenden zelf staat het thans of deze poging der Regeering zal slagen. Zeker is het, dat de.Vrij willige ouderdomsverzekering groote voordeelen biedt tegen lage premie. Wij zullen in het kort deze uit eenzetten. De wet verdeelt degenen, die voor verze kering in aanmerking komen, in twee groe pen, n. 1.. die op 3 December 1919 jonger dan 35 jaar waren en die op dien datum 35 jaar of ouder waren. Voor de eerste groep, welke dus omvat allen, die na 3 December 1884 geboren zijn bestaat de mogelijkheid, zich een weke- lijksche uitkeering van 3, 4, 5 of 6 gulden bij het bereiken van den 65-jarigep leeftijd te verzekeren. De premie hiervoor te betalen bedraagt van 7 cents tot 75 cents per week, afhankelijk van den leeftijd, waarop ,en de uitkeering waarvoor men zich verzekert. Hoe jonger men tot dozeverzeke ring toe treed t,ho{ lager d e p r e ra le i s. Waar de wetgever is uitgegaan van de stelling, dat deze verzekering alleen geldt voor de economisch minder krachtigen, kunnen alleen maar tot de verzekering toetreden zij, die zelf of wier echtgenoot(e) jiiet naar een inkomen van f 2000 of meer in de Rijksinkomstenbelasting zijn aange slagen. Ouders, die wel naar een hoogei inkomen zijn aangeslagen, kunnen dus niet zich zelf, maar wel hunne kinderen verze keren, en zij, die het belang hunner kinde ren inzien, zullen dit stellig doen, aange zien later hunne kinderen slechts een gerin ge premie behoeven te betalen. Ook zij, die reeds onder de verplichte ver zekering vallen, kunnen daarnaast deze .vrijwillige verzekering sluiten. Hunne rech ten loopen onverkort naast dieper ver plichte verzekering en zij kunnen dus hunne ouderdomsrente ingevolge de verplichte ver zekering, waarvoor de werkgever de pro mie betaalt, aanmerkelijk verhoogen, door zelf een betrekkelijk geringe premie te be talen. De tweede groep omvat hen, die op 3 De. cember 1919 den leeftijd van 35 jaar of ouder hadden bereikt, dus die voor 3 De cember 1884 zijn geboren. Hierbij ging de wetgever uit van het standpunt, dat deze verzekering niet geheel door de premies ge dekt kan worden, immers, in dit geval zouden de premies veel te hoog worden. Vooral voor deze groep legt de Staat jaar lijks millioenen bij. Daarom kunnen zij zich slechts verzekeren tegen een uitkee ring op hun 65ste jaar van f 3,— per week (indien man en vrouw samen uitkeering krijgen, bedraagt deze voor ieder f 2,50) Voor deze verzekering is een eenheidspremie vastgesteld van 39 cent per week. De toe treding tot deze verzekering is niet voort durend opengesteld, doch slechts gedurende vier jaar, dus tot 3 December 1923, evenwel met dien verstande, dat, voor wie zich na 3 December 1921 aanmelden, de uitkeering niet op het 65ste jaar ingaat, maar even veel weken daarna als zij zich na 3 Decem ber 1921 aanmelden. Toch mag dit voor niemand een reden zijn, de toetreding tot de verzekering uit te stellen, aangezien de premie steeds van af 3 December 1919 moet worden betaald maar bovendien aan uitstel nog een andei nadeel is verbonden gelijk we aanstonds zul len zien. Deze verzekering staat slechts open voor hen, diezelf of wier echtgenoote(e) niet zijn aangeslagen in de Vermogensbelasting of in de Rijksinkomstenbelasting naar een inkomen van f 2000.— of meer. Ook deze verzekering staat open voor degenen, die reeds verplicht verzekerd zijn, ingevolge de Invaliditeitswet, doch in dit geval be draagt de uitkeering geen f 3,per week. doch ondergaat een vermindering, afhan kelijk van den leeftijd, waarop men is toe getreden. Behalve de wekelijksche uitkee ring bij het bereiken van den 65-jarigen leeltijd, is voor beide groepen nog een an der groot voordeel verbonden, n. 1. een gra tis uitkeering van 100 gulden bij overlijden. Deze uitkeering wordt even wel alleen uitgekeerd, indien de verzekering drie jaar heeft geloopen, dus niet, indien drie jaar premie is betaald, maar, indien tusschen het overlijden en den dag waarop men zich aanmeldde een termijn van drie jaar is gelegen. Ook om deze reden stelle men de aanmelding niet uit, maar geve zich aanstonds op. Hoe eerder men toetreedt, hoe eerder de wachttijd is vervuld. Een ander zeer gunstige bepaling is, dat. ingeval de verzekerde invalide wordt (of invalide was ten tijde der verzekering) ont heffing der premiebetaling kan worden aangevraagd. Wordt dit verzoek ingewil ligd, dan behoeft verder geen premie meer te worden betaald, en blijft het recht op uitkeering toch onverkort doorloopen. Ook hiervoor is echter de eisch gesteld, dat de verzekering drie jaar heeft geloopen. Een eveneens zeer milde bepaling is, dat, indien een vezekerde niet meer bij machte is de premiebetaling voort te zetten, de reeds gestorte premie niet verloren is. In dit geval toch ontvangt de verzekerde een z. g. pjemievrije polis en bij het bereiken van den 65-jarigen leeftijd een uitkeering afhankelijk van het bedrag der gestorte premie. Echter vervalt in 'dit geval dë uit keering van f 100,bij overlijden. Komt de verzekerde later weer in betere omstan digheden, dan kan op zijn verzoek, tegen betaling van een matige inkoopsom en een matig verhoogde premie, de vroege verke ring worden hersteld. De premiebetaling is zeer gemakkelijk geregeld. Zij kan geschieden ten bureele van den Raad van Arbeid of ten huize van den verzekerde zelf, naar eigen verkiezing en in door hem zelf te bepalen termijnen, echter steeds bij vooruitbetaling. In de ge vallen, dat bij den aanvang der verzekering reeds premieschuld bestaat, doordat premie betaald moet worden vanaf een datum vroeger dan waarop men zich heeft aange meld, is bepaald, dat deze schuld kan wor den afbetaald in termijnen, desverlangd van 10 cent per week. Ten slotte is de Staat zonder oenig voorbehoud en te allen tijde aansprakelijk voor de be taling der week rente en uitkee- ringbijoverlijden. Uit het voorgaande is duidelijk gebleken van hoe groot belang het voor velen is tot deze verzekering toe te treden, waarbij men vooral bedenke, dat ieder, die op 3 De cember 1919 nog geen 65 jaar was en niet verplicht verzekerd, geen ouderdomsrente ontvangt, tenzij hij een vrijwillige verzeke ring sluit. Men stelle daarom niet uit zich aan te melden. Wenscht men ten slotte nog nadere in lichtingen, dan wende men zich tot de Ra den van Arbeid. (Ingez.). V Verblijdende verschijnselen. Van verblijdende verschijnselen kunnen we melding maken. Uit verschillende plaatsen komen berich ten die er op wijzen dat er in onze gelede ren nieuw leven komt. De propagandaclub te Sassenheim komt dezer dagen in actie. Die te K a t w ij k is reeds haar arbeid begonnen. In Leiden en Leiderdorp wordt de stichting van een dergelijke club voor bereid. Zoo gaat het goed! Laten nii ook de andere dorpen in dezen omtrek niet achterwege blijven. Er is voor de propaganda van onze be ginselen nog zooveel te doen. In eigen kring en daarbuiten. Aanpakken, blijft daarom de boodschap Nu we door geen verkiezingsdrukte wor den gestoord is het de meest gunstige gele genheid om met vrucht de propaganda-ar- beid aan te vatten. STADSNIEUWS. Centrale Bazaar voor Wijkarbeid. Gisteren hadden wij geen gelegenheid meer, om het gesprokene bij de opening van den Centrale Bazaar voor Wijkarbeid, weei te geven. Thans willen wij daar nog op terugko men. De burgemeester, zoo als werd gemeld opende den bazaar al6 Eere-Voorzitter. Hij zeide, dat het hem zeer veel genoegen deed en den bazaar, die voor een zoo uitne mend doel gehouden wordt, te mogen ope ned. Spreker is, van het groote nut van der wijkarbeid overtuigd. Het is een groot voorrecht, dat in een tijd waarop steeds weer het materieele naar vo ren wordt geschoven, er ook menschen zijn. die zich op den geestelijken arbeid toeleg gen. Zoo is de wijkverpleging een kweek plaats voor velen om het oog op dn geeste lijke zaken te houden. •Welk nuttig werk wordt niet verricht met de verzorging van de jeugd! Van welk een beteekenis mag de Zondagsarbeid niet wor den genoemd. Een ieder, al zullen er het niet eens zijn met de richting waarin het werk wordt ver richt, zal van het practische nut van de wijkarbeid in 't algemeen overtuigd zijn. Alè burgemeester waardeer ik zeer alle zorgen die de wijkverpleging op zich geno men heeft. Deze ziekenverpleging zal zekei haar vruchten afwerpen. De wijkverpleging, dat kan ik gerust zeggen, staat bij het gemeentebestuur hoog aangeschreven. Ook de drie wijkgebouwen worden van zeer groot nut geacht. Spreker wil eindigen met nogmaals de vereeniging aan allen voor steun en sym pathie aan te bevelen. Een hamerslagde bazaar was g» opend. Ds. M. J. Punselie verkreeg het woord, toen het zangkoor, onder leiding van Dr Riemens PS. 100 1, 3 en 4 gezongen had. Het deed Ds. Punselie een waar genoe gen, dat er zooveel personen aanwezig wa ren, en die dus blijk van belangstelling ge ven. j Het gaat hier om een zeer beteekenende zaak. e Er was veel arbeid voor noodig. Maar het Comité had niet vermoed, dat het antwoord op do rondgezonden circulaire zoo hartelijk zoude zijn. De voorwerpen kwamen van alle zijden toegestroomd. Men toonde hierdoor dat men wat over had voor den nood en de vele moeilijkheden in tal van gezinen, dat men ook iets voel de om troost te brengen aan hen die in den tegenwoordigen tijd van zoovele kanten door demoraliseerende machten worden aan- Zeer velen zullen bij hun geven ongetwij feld de gelijkenis van den barmhartigen Samaritaan in dichtig zijn geweest. De blijdschap van het Comité uit zich dan ook in zeer grooten dank aan allen, die door hun hulp en steun het werk zoo makkelijk maakten. In de eerste plaats zeide Spr. dank dca burgemeester Jhr. Mr. Dr N. C. de Gijse- laar voor zijn bereidwilligheid om niet alleen als eene-voorzitter te fungeeren.maar ook als zoodanig op te treden, waardoor hij een stempel heeft gezet op den bazaar. Spr. hoopt dat God hem nog jaren lang mag sparen voor onze gemeente en niet het minst ook voor de wijkarbeid, en dat de Heere hem sterken zal en kracht verleencn in de moeilijke en omvangrijke werkzaam heden, die hem dagelijks roepen. (Applaus.) Spr. kan geen namen noemen van allen die gaven en giften verleenden. Hij zegt allen dank. In het bijzonder echter wil hij de kran- kon dank betuigen voor de werkstukken en& die zij van hunne ziekbedden naar den ba zaar toezonden. Dank aan het dames-Comité dat de ba zaar in elkander zette en in de Foyer uit een chaos van voorwerpen een sierlijk kos mos hebben te voorschijn gebracht. Dank ook aan Mevr. Spaargaren die hierin de leiding had. Vooral brengt Spr. dank aan den ijveri. gen secretaris de heer J. B. Meynen die in alle stilte enorm veel heeft, gedaan. Hij was de stuwkracht voor het geheele organisatie- werk. Dank aan de firma Sirag.en de Jongh. die de zaal feestelijk versierden. Dank aan do dames die zich voor den verkoop beschikbaar stelden. Dank aan de dames en heeren muzikan ten die voor de noodige afwisseling zullen zorgen in het eentonige bazaarleveu. Dank aan de firma Mens die voor deze muziek een pianino afstond. En nu hoopt Spr. dat thans zal komen in groote en ruime mate het edele metaal het zuivere goud van mededogen en warme sympathie en steun voor het werk van de wijkvereeuiging. Dat God zijn zegen moge leggen op al wat gedaan is en nog gedaan'zal worden opdat het einde zal zijn de blijde dank aan God jegens zijn goedertierenheid. De heer J. B. Meijnen wees er op dat de lof die hij van den voorzitter had ontvan gen geheel op den voorzitter wil terugkaat sen, want vooral ook door den arbeid van Ds. Punselie is de bazaar tot stand ge bracht. Het koor zong hierna „Jesu mijnen Freu- de" van Bach, waarop Ds. Riemens in dank gebed voorging. Zooals gemeld, brachten daarop aÜcn aanwezigen een bezoek aan den bazaar cn de verkoop die tot a. s. Vrijdag zal voort duren, ving aan. De bazaar is geopend van 1012 uur 's morgens, van 2—5 uur 's namiddags en van 7—10 uur 's avonds. De Commissie voor de Winkelweek Aan het Zoeklicht. Leiden, 29 September 1920. Dat was wel een groote tegenstelling gisteravond. Rond de voor het meerendeel nog geheim zinnig gesloten winkels een vroolijke cn ge zellige bedrijvigheid van het wandelend publiek. En een eindje verder in eon ongezellig lo kaaltje, achter loketjes de menschea wachtende op de suikerbonnen. Een toekomstbeeld van wat gebeuren zal al6 veler socialisatie-idealen in vervulling gaan? Volstrekt niet onmogelijk. Of denkt ge dat in de gesocialiseerde win kels de ambtenaren zich zullen uitsloven tot diep in den nacht, om een mooie en aantrek kelijke etalage te maken? Kunt ge begrijpen! Alles gaat dan precies op de klok met bonnetjes en vooral niet te vergeten, ach ter loketjes. 'k Wil aannemen dat 't cenige hesparing geeft al moet ik het eerst nog zien. Maar 't keurige en 't fleurige van onze mooie winkelstraten is toch ook nog wel een kleine opoffering waard. Hulde aan onze wakkere en nijvere win kelstand! Van harte: veel belangstelling in deza winkelweek en goede zaken! OBSERVATOR. werd heden nog verblijd met een fraaio schenking van de Leidsche Vereeniging van Industrieelen, bestaande in 2 zilveren me dailles. De diverse schenkingen zijn in het sigarenmagazijn van don heer Arold go- exposeerd. Te 's-Gravenhage is voor het examen hoofdacte geslaagd de heer G. A. Ch. vaü Uithoven van hier. De firma C. de Bink en Zoon houdt gelijk in de advertenties wordt vermeld deza week zijn tweede T. E. D. S. E. M. K. I, (Tentoonstelling en Demonstratie Schrijf machines en Moderne Kantoor Installaties). Hedenmorgen brachten wij er een bezoek. Behalve de verschillende instrumenten en voorwerpen voor kantoorgebruik, die wij bij de eerste T. E. D. S. E. M. K. I. aantrof fen zijn er nu ook weer nieuwe artikelen aanwezig. Zooals nieuwe schrijfmachines (w. o. De Smith Premier, en de Smith Pre mier optel en aftrek schrijfmachine, met Wahl optel Mechanisme, die ongetwijfeld een zeer tijdbesparende vinding kan wor den genoemd) duplicator-machines, copiecr- machines, adresseer-machines, sorteerkasl en en doozen, brievenbewaarders, kortom alles wat" op het gebied van kantoorinrichting in dezen tijd bestaande is. Natuurlijk worden de kantoormeubelen ook niet gemist en zijn er eveneens vele luxe kantoorartikelen voor handen. In het bijzonder kunnen wij nog melding maken van de nieuwe electrisehe lamp (The Lamp of Many Uses) die zich in alle mo gelijke standen laat plaatsen en zoowel op het kantoor als thuis onmisbaar is, als men de voordeelen slechts kent. Voor ieder kantoorman, die belang stelt in de moderne kantoorartikelen, is op de T. E. D. S. E. M. K. I. iets nieuws van practisch nut te vinden. Niet de heer H. J. van Leeuwen, zooals wij gisteravond abusievelijk meldden, doch de heer It. H. Th. van Leeuwen, zal geduremle de winkelweek het carillon van den Stadhuistoren bespelen. Hedenmorgen 12 uur had op de Stationsweg een ongeluk plaats mot oen vrachUagon van den heer v. T. Door hot breken van een balie van een beladen wagen viel de gohoolo lading op do straat enop de tramrails, met het gevolg dat de trxm- dienst tijdelijk gestoord werd. rc.^iLt-1^ l ON Langs donkere wegen. 121) In de eerste plaats was Dollie zoo verve llend; haar gedrag was van dien aard, dat liet eiken minnaar mishaagd zou hebben. 'Zij scheen zich in het geheel niet om het bestaan van Grey te bekommeren. Als hij tot haar sprak, wat zelden gebeurde, en dan nog steeds over de meest algemeene onderwerpen, antwoordde zij hem op koe den, korten toon; als hij 's avonds de bla den van haar muziekboek omsloeg, be dankte zij hem bijna niet; zijn lievelings liederen zong zij niet; als bij haar stoel paderde, zocht zij gewoonlijk een voor wendsel om weg te gaan. Zij was nog nooit zoo luimig en vervelend geweest! En dan had hij zoo'n bespottelijke voorliefde voor de Ducie's opgevat 's morgens, 's mid dags en 's avonds vloog zij naar de Glade; zij en Mabel moesten duetten instudeeren. Mabel zou haar leeren op porselein to' schilderen; zij had' beloofd Mrs. Ducie met haar tapisseriewerk te zullen helpen; zij moesten een vierde hebben om te ten nissen nooit gebrek aan verontschuldi gingen. Mary protesteerde er tegen, maar bet baatte niets. Ook Grey was onbegrijpelijk. Hij was Olet meer zóó koeb maarioxh hield hij zich ernstig en bedaard. Hij sloeg Dollie voort durend gade, maar bewees haar geen bij zondere oplettendheden; hij bood nooit aan haar naar de Glade te brengen; wat hem betrof, had zij volkomen vrijheid van han delen; maar Mary en haar moeder maak ten tegenwerpingen. Zijne ritjes echter herhaalden zich dage lijks. Sir George was zeer met hem inge nomen en vroeg hem altijd1 op de Hall te komen. Eens at hij er; een ander keer bleef hij koffiedrinken. Het werd een zaak, die van zelf sprak, dat hij 's middags Sir George en Diana ontmoette en hen dan vergezelde. Als Dollie uit het dorp kwam zag zij de drie dikwijls langzaam huiswaarts keeren. Wat scheen de zon mooi op Diana's bruin haar! Grey leunde soms tot haar over, ter wijl hij druk praatte en den hals van Bro\vn Peter streelde. Wat scheen zij hem opgewekt te antwoorden. Dollie liet dan •haar hoofd hangen en werd een weinig bleek, terwijl zij het 'hek voorbijging. Maar ■aan tafel was zij altijd zeer vroolijk. Geen wonder, dat Mary niet wist hoe zij het had; en na verloop van eenigen tijd riep zij ze beiden ter verantwoording. „Dollie hebt ge met Grey getwist?"' vroeg zij plotseling op zekeren dag. toen zij samen alleen waren. Grey was niet in de vestibule; hij schreef brieven in de bi- bibliotheek, Dollie, die zat te schilderen, ging daarmee zorgvuldig voort; maar Mary zag boe baar hand beefde. „Wat beeft u zoo'n vreemd denkbeeld in het hoofd gehaald?zeide zij ten laatste, terwijl zij poogde op haar gewonen toon te spreken. „O, een massa dingen. Gij zijl beide- zoo vreemd en koel, en te Lesponts placht gij zulke goede vrienden te zijn, altijd, samen en „O, Lesponts! dat is lang geloden", ant woordde Dollie schouderophalend. „Nu heeft Mr. Lyndhurst andere vrienden. Gij moogt blij zijn, dat gij ze hem hebt be zorgd; hij en Diana schijnen het goed sa men te kunnen vinden." „Diana!" riep Mary verontwaardigd uit, en toen zweeg zij glimlachte, want een klein stukje van Dollie's wang werd rood en één oor eveneens. Dat was dus de op lossing van het raadsel. Zij zweeg verder en vond weldra gelegenheid, om niet Grey te praten; zij stoorde hem in hel schrijven zijner brieven. Hij zag haar somher aan, toen zij binnenkwam. „Stoor ik u? Ik zou gaarne willen weten óf gij van middag gaat rijden"; begon zij 'zeer gevat. „Ja, dat denk ik wel; er valt niets anders te doen", antwoordde hij ontstemd. „Sir George vroeg mij ten eten, maar ik weet nog niet of ik wel gaan zal." „O neen, yandaag niet", antwoordde zij snel; „gij gaat er wat al te dikwijls heen, Grey, en ik geloof, dat iemand anders dat ook begint te vinden." „Wie meent ge?" riep hij uit; maar zijne geheele manier veranderde, en hij keek Mary verlangend aan; maar zij ging op be- slisten toon voort: „Gij weet wel, dat Mabel Ducie over Can! er ton komt spreken, Mrs. Maynard en Dollie wenschen de Kathe draal te zien en Janet noch ik kunnen meegaan. Gij moet bclooven te zul'en gaan, Grey." „Ik zal gaan, als gij het verlangiant woordde hij onwillig: „maar ik 7.01 den ken, dat Mr. Jack Ducie en Kapitein Thompson voldoende grltide waren; ik ge loof niet, dat men mij zeu missen." „Onzin!" amweordde Mary op beslisten toon. „Gij neemt de luimen van een meisje al te ernstig op Grey. Als gij eiker dag mot, Diana en haar vader rijdt en steeds op de Hall zijt, hebt gij he* recht niet te kia- gen, als anderen zich met kapitein Thomp son vermaken. Gij zijt geen haar betor da", andere jongelieden; gij speelt met vuur en zijt dan heel verwonderd, als ge u brundi. Ik schaam mij over u!" en na dit raudsel- aahtig gezegde liep Mary lachend weg en liet Grey verbluft achter. Was Dollie waarlijk j&i&arsch? M?ende zij dat? Hadden zijne tor»*lllye opl?-.iend- heden voor Diana haar warkelijk veront rust? Was dit de reden van haar lucht hartigheid, van haar bespottelijke voorlief de voor de Ducies. En toen bloosde Grty. Hij was niet ijdel, en kon het haast niet gelooven. Dollie afgunsiig van zijne vriend schap voor Miss Vendale! cn hij mocht liet meisje ook inderdaad gaarne lijden wel, het was >eene belachelijke gedachte! Zijne polsen klopten en er kwam nieuv^ leven in zijne aderen; zijn gelaat, kreeg een zachtere uitdrukking. „Ik zal haar gade slaan; ilc zal zien of Mary gelijk heeft of het waar is", sprak hij bij zichzelven, ter wijl hij de papieren ongeduldig wegschoof. Toen de koffiebel luidde, kwam hij mei zoo'n veranderd gelaat binnen, dat Dollie heimelijk beefde over wat er komen zou. Dacht hij werkelijk anders over haar Waa hij werkelijk verliefd op Diana! En zij kreeg zoo'n koud gevoel, dat zij nauwelijks de oogen opsloeg; als zij dat gedaan hadv zou zij in die van Grey zijne geheime be doeling gelezen, hebben, als hij haar aan keek. HOOFDSTUK XXXVII. Ten slotte mislukte het plannetje vam Mary toch nog en ging Grey niet mee naaip Canterton. (Wordt vorvoigd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1920 | | pagina 1