Dagblad voor Leiden en Omstreken. ABONNEMENTSPRIJS IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN WAAK AGENTEN GEVESTIGD ZIJN PER KWARTAAL f2.50 PEK WEEK f0.19 FRANCO PER POST PERSWARTAAL f 2.90 Iste JAARGANG. - WOENSDAG 15 SEPTEMBER 1920. - No. I4I BUREAUHOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. I278 ADVERTENTIE-PRIJS PER GEWONE REGEL f0.22«/. DES ZATERDAGS f0.30 INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIEF KLEINE ADVERTENTIES Tan hoogstens 30 woorden 50 cent: Zaterdags 75 cent, bjj vooruitbetaling, Dit nummer bestaat uit twee bladen Onze Propagandaclubs. Naast de propaganda voor en door mid del van de pers, hebben onze kiesvereeni- gingen ook aandacht te schenken aan de mondelinge propaganda naar builen en in eigen kring. Onze organisaties moeten zooveel moge lijk worden versterkt, en het aantal leden van de Kiesvereenigingen uitgebreid opdat vormd wordt een nfachtig leger dat in den grooten strijd onzer dagen krachtigen .wederstand kan bieden. Daartoe, hebben wij niet alleen te wer ken in de breedte, maar ook en in de eer- ste plaats in de diepte. Wij hebben geen behoefte aan meeloo- pers en bijloopers, maar aan overtuigde, bezielde, beginselvaste leden, in wie het Anti-revolutionair beginsel Ylgesch en bloed is geworden en dio wanneer het pas geeft yan hun gevoelen rekenschap kunnen geven en bun standpunt kunnen verdedigen. Onze kiesvereenigingen zijn, de ervaring heeft het geleerd, hiervoor niet in de eerste plaats aangewezen. Er wordt als regel weinig vergaderd en vooral in verkiezingsjaren is dan nog het sneerendeel van die vergaderingen gewijd aan wat men noemt de practische politiek. Voor behoorlijke behandeling van onze beginselen is vaak tijd noch gelegenheid. Bovendien worden op de vergaderingen van de kiesvereenigingen, de jongeren die men toch in de eerste plaats noodig heeft gemist. Zij kunnen niet meestemmen en meespreken en gevoelen zich dus uiter aard weinig op hun gemak. En toch om die jongeren te krijgen en te houden, moet het in de eerste plaat6 te doen zijn. Zij staan midden in de geweldige bran ding van het leven en er is dus alles aan gelegen dat zij staan op den stevigen grondslag van onze beginselen, welke be ginselen geregeld en systematisch en zoo veel mogelijk in aansluiting aan de onder werpen die aan de orde zijn, moeten wor den bestudeerd en besproken. Dit nu kan naar het ons voorkomt het best bereikt worden door overal propagan daclubs op te richten die zich in de aller eerste plaats beginselstudie en daarnaast propageering van die beginselen naar bui ten ten doel stellen. De propagandaclubs zijn in ons politieke leven geen nieuw verschijnsel. Reeds tientallen jaren geleden werd zelfs een Bond van A. R. propagandaclubs op gericht. Deze Bond leidde echter tot nu toe een kwijnend bestaan. De oorzaak hiervan moet voor een goed deel worden gezocht in de houding van het Centraal Comité en van vele plaatselijke kiesvereenigingen. Gevreesd werd zeer ten onrechte dat deze clubs zich met.de practische poli tiek zouden gaan bemoeien, dat-zij zouden trachten de Kiesvereenigingen op zij te schuiven en dat we zoo zouden krijgen een partij in de partij. Vandaar dat de Bond voortdurend werd tegengewerkt of althans niet gesteund en dat de clubs door de Kiesvereenigingen bij voorkeur werden gebruikt om hand- en spandiensten te verrichten, waardoor bij velen de animo in minder dan geen tijd ver dween. Wij behoeven hieróp niet nader in te gaan. Genoeg zij het te constateeren dat do Bond van A. R. propagandaclubs on danks alle tegenwerking en teleurstelling den moed niet opgaf maar integendeel, dank zij vooral het onuitroeibaar optimisme van den secretaris, den heer Verschoor te Kat wijk aan Zee, opnieuw en met frissche kracht aan het werk gaat. De omstandigheden zijn nu gunstiger. De verhouding tusschen partij en clubs is nu definitief geregeld; het wantrouwen van vroeger heeft plaats gemaakt voor waardeering en samenwerking. Wij gaan niet bespreken op welke wijze naar onze meening de Bond zijn werk heeft aan te vatten. Dit zou zijn een vooruitloo- pen op de binnenkort te houden algemeene vergadering. Wèl echter leggen wij de nadruk op de taak van onze Kiesvereenigingen om het oprichten van dergelijke clubs zooveel mo gelijk in de hand te werken, en op die wijze ook de jongeren pi onze bèweging te be trekken. De stoere oude garde gaat langzamerhand van ons heen en sterft weg! Een nieuw geslacht is aan het opkomen dat niet als die oude gaide in druk en te genspoed is gestaald en gehard. En dat nieuwe geslacht staat tegenover allerlei verwarrende en verbijsterende leu zen en ook nieuwe en diepzinnige proble men, terwijl er in eigen kring zooveel on vastheid is en de lijnen waarlangs wij ons hebben te bewegen vaak zoo moeilijk zijn te onderkennen. Daarom is het n u de tijd de vorming van propagandaclubs overal ter hand te nemen en de bestudeering en de propageering van onze beginselen te bevorderen. In het centrum. In een vrijzinnig blad werd onlangs de opmerking gemaakt, dat de Gereformeerde Kerk in het centrum van aller aandacht stond. Deze uitspraak kan gevoegelijk worden uitgebreid tot heel ons Christelijk leven; heel onze Christelijke actie. Wij staan in het centrum. De wereld let op ons. En daarin heeft zij gelijk. Wij hebben hooge pretention. Belijden te zijn dienaren van een grooten Koning. Eischen heel het leven met al zijne ver houdingen voor dien Koning op. Prediken dat niet alleen in het huiselijk en kerkelijk leven, maar ook in het politie ke leven zooals zich dat op maatschappe lijk en staatkundig gebied openbaart zal worden gevraagd naar en gerekend met de goddelijke ordinantiën. Wij wijzen af het verwijt van Socialisten dat wij de mensehen willen afschepen met een wissel op de eeuwigheid en houden dei- wereld voor dat de dienst van God niet al leen van beteekenis is voor het toekomstige maar ook voor het tegenwoordige leven. Het is dus waarlijk geen wonder dat er op ons gelet wordt. Dat voortdurend wordt nagegaan of wat wij b e 1 ij d e n ook beleefd wordt, of er wel overeenstemming is tusschen leer en leven, of de kracht van onze beginselen ook in ons leven open baar wordt. Al te weinig wordt daaraan onder ons gedacht. Wij vergeten zoo vaak het: „noblesse oblige", adel verplicht. En zijn daardoor oorzaak dat niet wij, maar dat onze beginselen, dat onzen God inplaats van geëerd en geprezen, wordt ge hoond en gelasterd. STADSNIEUWS. Zilveren Jubileum. Ds. C. Hartwigsen, predikant bij de Ned. Herv. Kerk alhier, herdenkt heden, dat hij voor 25 jaar zicl\ aan de gemeente alhier verbond. Dit feit wilde de gemeente die in Ds. Hartwigsen een weibegaafd prediker bezit niet onopgemerkt voorbij laten gaan. Gisterenavond waren do verschillende ca- deaux dio heden aangeboden werden, in het Huiszittenhuis te bezichtigen. Hiervan is zeer druk gebruik gemaakt. De^ burgemeester van Leiden, Jhr. Mr. dr. N. C. de Gijselaar was de eerste die dezen morgen den Jubilaris kwam geluk- wenschen. In den loop van den morgen kwam de uit de gemeente gevormde commissie, be staande uit twee diakenen, 2 leden uit de gemeentecommissie, twee leden uit het col lege van notabelen en twee leden uit het Kiescollege bij monde van den heer Huur man om den Dominé toe te spreken en de cadeaux aan te bieden. De heer Huurman sprak ongeveer als volgt: „Looft, looft den Heer, mijn ziel met alle krachten enz." Dit woord leeft op dozen dag in het hart van de gemeente en in het hart van de Commissie- waar gij heden 25 jaar lang de gemeente te Leiden in do' bediening des Woords hebt mogen voorgaan. Kwaamt ge hier te Leiden met de bijbel woorden: „Doet aan do wapenrusting Gods", al deze jaren hebt gij mogen voort gaan de gemeente te bezielen. Vele jonge lieden hebben onder u belijdenis des geloofs mogen afleggen, en vele jonge huwelijken hebt ge mogen inzegenen. Allen hebt gij in Gods zuiver woord mo gen onderwijzen. De Israëlieten waren gewoon bij bijzon dere feiten en heuglijke gelegenheden stee- nen gedenkteekenen op te richten. De gemeente heeft daarom ook heden ge meend gedenksteenen bijeen te moeten bren gen. Hierna bood de commissie de volgende ca deaux aan: een uit keurige stoffen vervaar digde toga, twee zilveren kandelaars, een zilveren bloembakje met bloemen, een grooto tuinvaas van Brouwers aardewerk, met planten, en bovendien een zeer fraaie bloemenmand. Do heer Huurman zeide: Dat u in deze mantel nog vele jaren het Woord bedienen moogt. op den kansel, dat gij 't. licht Gods klaarlijk moogt laten schijnen en dat de vreugde bloemen in het leven ook op de tijd u toekomen mogen, is de vurige wensch van de commissie en de gemeente. Met een kort woord dankte Ds. Hartwig sen de commissie voor de goede woorden en de vele fraaie cadeaux. Spreker had nooit kunnen vermoeden, dat hij zooveel jaren in Leiden voor de be diening des Woords gespaard zou blijven. Aan de eene zijde staan mij de goeder tierenheden des Heeren. Aan de andere zijde de mensehelijke zwakheden. Doch wij we ten dat al onze bekwaamheden in dit leven van God afdalen. Spreker had gemeend het feest stil in den huiselijken kring te moeten doorberngen, maar de gemeente heeft te kennen gegeven, dat. ze dat niet wilde. De nieuwe toga zegt mij dat zij vurig wenscht dat ik nog lango jaren in haar midden moge werkzaam zijn. Wij mogen van God verwachten dat dit mij nog gege ven worde. Het zilver dat aangeboden is, is een tee- ken van de liefde van de gemeen! e, want het zilver is het allerzuiverste metaal. De bloemen die u aangedragen hebt ma ken op mij een zeer dankbare en feestelijke indruk. Nogmaals dankte Ds. Hartwigsen voor al het goede. De Commissie bood een keurig bewerkt boekje aan waarin de namen van de ge meenteleden, ,dio tot de cadeaux bijdroegen, zijn vermeld. Namens den Ring kwam Ds. J. Hoogen- raad den jubilaris gelukwenschen met de zen vreugdedag, terwijl Ds. Boissevain en Dr. Locher namens het Moderamen een huldegroet aanboden. Gedurende den verderen dag kwamen tal van deputaties van vereenigingen en col leges Ds. Hartwigsen gelukwenschen. Zeer vele huldeblijken mocht hij ontvan gen, bestaande uit bloemstukken, bouquet- ten enz. Van de catechisanten ontving de jubila ris een zeer fraaie electrische lamp om kleed met een dik gordijn van geslepen glas, en bovendien een mooi fruitmandje. De belangstelling, persoonlijk als schrif telijk, was zeer groot, zoodat het voor Ds. Hartwigsen en zijn echtgenoote een nooit te vergeten dag is geworden. Ter gelegenheid van de Pilgrim-Fathers- herdenking in Manchester (Engeland) zal aldaar Zondag 26 dezer prof. dr. H. M. van Nes aldaar een herdenkingsrede hou den. Gistervoormiddag "omstreeks kwart over elf werd op de Breestraat de 87-jarige J. R. voor „In de Vergulde Turk" aangere den door een automobiel, waardoor hij kwam te vallen, en eenige *niet-ernstige schaafwondjes opliep. Dr. Van Es was ge tuige van het ongeval en nam den oude even mee naar huis, waarna hij, nadat hij aldaar verbonden was, zich naar zijn eigen woning kon begeven. Gistermiddag om 3 uur reed nabij de Marepoort een wielrijder tegen een, in be weging zijnde, kaaswagen, waardoor hij kwam te vallen. Hierdoor werd het voor wiel van zijn fiets vernield, maar de berij der kwam er, wonder boven wonder zonder eenig letsel af. De recherche hier ter stede heeft een persoon gearresteerd, welke wordt ver dacht van de uitgifte van een valsch tien- dollar-biljet. Gistermorgen om ongeveer tien uur reed een motorwielrijder met zijn rijwiel te- •gen een handwagen, doordat eerstgenoem de links hield. De winkelbediende W. v. d. S., die de handwagen bestuurde, kon, door dat hij de helling afreed, de botsing niet voorkomen, zoodat de motorrijder, de 16- jarige C. K. te vallen kwam. Hij bekwam een ernstige beenwond en werd, na in zijn woning te zijn verbonden, naar het Diaco- nessenhuis vervoerd. Met ingang van 20 September a-s- zal de bestelling langs den Rijnsburgerweg, tus schen Postkof en Pomona, alsmede langs den Hotteen Morschweg. gelegen tusschen den spoorweg en den Rijn (Galgewater) en de lichting der bijbrievenbussen, aldaar geplaatst yan uit het postkantoor Leiden plaats vin den, inplaaits van uit het post- en telegraaf kantoor te Oegstgeest. Bij het te Arnhem gehouden examen voor waterbouwkundige is geslaagd de heer A. A. Luyendijk, Morschweg 40a, alhier, werk zaak bij de N-V. Werninks Betonfabriek al hier. Omtrent de Winkelweek wordt ons mede- gedeeld,datde inschrijvingen dievan hetvorige jaar overtreft Het aantal is de 220 reeds overschreden. Meerdere winkeliers gaven zich op buiten mededinging. De verschillende bedrijven zijn ondenerdeeld in circa 34 groe- pen.en zoo zal de jury andermaal geen gemak kelifke taak hebben. Behalve door H. M. ce Koningin en H.M. de Koningin-Moeder, is ook door onzen 'burgemeester, jhr. mr. dr. N. C. de Gijselaar een medaille beschikbaar gesteld. Het organisceren der Winkelweek belooft cus ook dit jaar wederom voor de 3-Ociober- Vereeiiiginji! een succes te worden. Aan het Zoeklicht. Leiden, 14 September 1920. 't Was haast om jaloersch te worden. De groote Stadsgehoorzaal was tot den nok gevuld Dinsdagmiddag met een geest driftige schare van lloomscho mannen en. vrouwen, die na een schitterende rede van Pater Jac. van Ginneken en een ernstige toespraak van den Bisschop van Haarlem als uitjubelde: Roomsch blijven wij, Roomsch sterven wij! Tevoren waren een drietal kleinere ver gaderingen gehouden waar belangrijke on derwerpen als: arbeid, spaarzaamheid en gebed, werden behandeld. De invloed van zulk een machtige en geestdriftige samenkomst mag niet worden onderschat. En 'bij het zien van die geestdriftige me nigte kwam vanzelf bij» mij de gedachte op zou het niet mogelijk zijn, dat onzerzijds een partijdag voor heel deze 'omgeving werd georganiseerd? De onderwerpen liggen voor het grijpen. Aan bezielde en bezielende redenaars is onder ons geen gebrek. En werkelijk we hebben een dag van heerlijke geestdrift in onzen veelzins onfc- moedigenden tijd wel noodig. 't Vuur mag onder ons wel eens terdege worden aangeblazen. 't Zou 'n mooi begin zijn van een krach*, tige wintercampagne. Wie neemt het initiatief? OBSERVATOR. Ds. W. Bouwman ontving een beroep naar de Geref. Kerk te Stadskanaal, et* niet naar Assen, zooals abusievelijk in onze Kerknieuwsberichten gisteren ver meld stond. Te Utrecht is geslaagd voor het poli- tie-diploma zonder aanteekening onze stadgenoot A. Bakker. Prof. Bolland zal bier ter stede in diiÜ jaar een leergang houden over: „de wijs begeerte van deni Godsdienst". De minister van Onderwijs heeft de benoeming van dr. G. Schouten, oud-hoog leeraar der Technische Hoogeschoolte Scheveningeny tot lid der commissie die in 1920 belast is met het examineeren van hen, die eene acte' van bekwaamheid -werr- schen te verkrijgen tot het geven van mid delbaar onderwijs in de wis- en natuur kundige wetenschappen of tot het geven van lager onderwijs in de wiskunde, inge trokken, terwijl als zoodanig benoemd is dr. W. van der Woud-e, hoogleeraar aan de rijksuniversiteit te dezer stede. Zaterdag vergaderde de afd. Leiden cn Omstreken der Vereeniging van Chr. Onder wijzers. Nadat enkele huishoudelijke zaken waren afgedaan, waarbij o-a. in plaats van den heer de Witte, de heer van Uldeni 'in her bes::uin gekozen werd. kreeg de heer Zijlstra heb woord over „Geestelijke Vermoeidheid onzer kinderen". Inleider besprak eerst in den jbreede, wat men onder vermoeidheid', moet) verstaan, ging de uitkomsten der nieuwe onderzoekingen naar het verband tusschen bewustzijn en hersenprocessen na en gaf cun schat van practische toepassingen: vacannc. cteGiverdeeling, huiswerk, werkwijze van den onderwijzer en veel meer kwam ter sprake. Naar aanleiding van enkele gemaakte op merkingen, besprak inleider nog enkele statistiekjes. waaruit overtuigend bleek, nee- zeer ons tegenwoordig onderwijs en de aan kleve van dien nadeelig werkt op de gezond heid van 't jeudige kind We hopen, dat de goede raadgevingen door de onderwijzers worden opgevolgd en zoo ten goede konten aan de kinderen van ons volk- K£UILLETON. Langs donkere wegen. 109) En als Mary er zich in haar on-, zelfzuchtigheid soms eens ongerust over maakte en aanbood eene dezer prettige uitnoodigingen af te slaan, zeide zij vriendelijk en opgeruimd, „o neen, lieve Tante Mary, gij hebt reeds genoeg voor ons opgegeven. Ik ben blij, als gij bij Diana zijt; zij is zoo'n aardig meisje." Mary maakte zich het meest ongerust oyer Dollie, diie erg jaloersch werd, en den naam van Miss Vendale altijd tusschen aanhalingsbeekens schreef. Ik denk, dat er geera dag voorbij gaat, dat gij uwe nieuw e vriendin „Miss Vendale" niet ziet", of „ik <len)k, dat mijne meening in diie zaak van weinig belang is, maar als ge „Miss Ven dale" vraagt", on zoo voorts, totdat Mary haar geduld begon te verliezen, en heb ondeugende, kleine ding een' brombrief schreef en haar vroeg of zij zeker fabeltje van Aesopus wel kende; en of zij op dat akelige viervoetige dier wilde lijken; en of ze geen enkele vrouwelijke kennis mocht bezitten, behalve eene zekere .licht geraakte Mies Dorothy. En toen schreef zij in een naschrift, als had zij berouw over kaar strengheid: ,,0' Dollie^ wat verlang ik' maar Juni, al's gij met uwe moeder bij mij komt! Zeg aan Mrs. May nar d, dat zij zeer vervelend is, om haar bezoek zóólang uit te stellen; al was 't huis vol, kon ik toch nog gemakkelijk plaats voor u beiden ge vonden hebben. Maar misschien vindt zij het te Crome prettiger, als het er rustiger is; en Werkelijk, lieve Dollie, ik zal zoo hlij zijn om u en Diana met elkander in kennis te brengen, want ik ben zeker, dat gij van haar zult houden. Zij is veel aardiger dan Emma en Mabel Ducie, hoewel Emma een verstandige vrouw is." „O, Tante Mary (schreef zij in eene op welling van berouw terug), „hoe kunt gij zoo vriendelijk tegen mij zijn na mijne kat- tigheid en, laagheid"? Gij moogt een dozijn Diana's hebben, als zij u gelukkiger ma ken en u helpen' te vergeten, wat beter is vergeten te worden. En hoewel ik niet kan belooven van deae vriendin tè houden, zal ik toch heel vriendelijk tegen haar zijn. Ik was alleen bang* dat gij, daar zij zoo goed, en schoon, en verst/andig is" (de bijvoege- lijke naamwoorden waren alle onder streept) „uwe arme, kleine Dollie zoudt vergeten." 'Zoo ging zij een paar bladzijden lang voort; en toen schroef zij zeer plotseling, naar het Mary voorkwam „Wij hebben Mr. Grey Eyndhurst twee of driemaal gezien; hij is zeer beleefd en oplettend, en brengt bloemen mee grv moeder schijnt zijne bezoeken zeer aangenaam te vinden. Ik heb haar overgehaald om kamers te ne men in Brighton voor de volgende twee maanden; Aber-tCrorfibie Road is al te ver velend na Lesponts. Als wij verhuisd zijn schrijf ik u weer. Kon ik haar daar maar houden, totdat wij in Juni bij u komen; zou dat niet heerlijk zijn?" En terwijl Mary den brief dichtvouwde verwonderde zij zich er over of dit plan van Dollie nog iets^ meer beleekende dan rusteloosheid eh en. zucht tot verandering, of dat zij de be zoeken van Mr. Grey Lyndhurst wilde ont- loopon. Maar over diit onderwerp zweeg Dollie. HOOFDSTUK XXXIII. Toen Mary bare gasten den eersten avond verwelkomde was zij verbaasd te zien, dat Maurice er slecht en gedrukt uit zag en Janet ongerust was en geneigd te schreien. Zelfs de blijde uitroepen der kin deren1 konden geen glimlach te voor schijn roepen. Hij was zeer hartelijk jegens zijne zus ter, en zeide allerlei vriendelijke dingen, toen zij hun hare bemoeiingen voor hun gemak meedeelde: de gemakkelijke stu deerkamer, de speelkamer voor de kinde ren, do ruime slaapkamer, waarin zij zoo veel maanden zouden slapen, het vuur, ie bloemen, de honderde kleinigheden, waar mede haar liefde zich had bezig gehou den, alles trok zijn aandacht en ontlokte hem een glimlach. „O Mary, mijne lieve zuster!" zeide hij ten laatste, en er lag eene wereld van on uitgesproken, dankbaarheid in deze woor den, en toen zonk hij vermoeid in een stoel en Janet maakte een teeken, dat zij hem alleen zouden laten. „O, Janet, is hij erger?" vroeg de arme Mary; en eene hevige angst maakte zich van haar meester. Janet schudde haar hoofd en er vielen een paar tranen. „O, neen, dat is het niet", zeide zij, ter- v ijl zij de mooie kamer rondkeek, die voor kaar was gereed gemaakt. „Hij voelt het scheiden van zijn oude le ven zoo sterk. Hij breekt er bijna zijn hart over, en als hij zoo treurig is, zal hij het mijne ook breken. Ga gauw weg Bee", zeide zij, toen het kind door de half geopende deur naar binnen gluurde. „Ik moet met Tante Mairy praten. Ga naar Lettice, lie veling!" Toen vervolgde zij op den treurigeni toon, dien Mary zoo goed1 kende eni dien zij ge hoopt had nooit weer te zullen liooren „O, ge weet niet hoe vreeselijk deze laatste week geweest is. Ik kon nergens van ge nieten, zelfs niet van de blijde verwachting der kinderen, en van mijn eigen vreugde om hior te komen. Hij kwam iederen avond dood ongeluk kig 'thuis, ging dan tegenover mij zitten, en liet het hoofd op de hand rusten gij weet wel hoe ik bedoel. En eens, toen ik tegen hem sprak en beproefde hem op te beuren, was hij bijna scherp tegen mij.'" Mary schudde ongelooyig haar hoofd, maar glimlachte. „Neen, neen, Janet, gij dcnlkt toch niet, dat ik dat zal gelooven?" „Nu, niet bepaald scherp; maar hij sprak; op verwijtenden toon." „Gij begrijpt het niet, Janet, bij kun/, het niet helpen, lieve. Neen gij kun niet besef fen, hoe ik deze menschen op het hart ge dragen heb; en nu moet ik ze achter laten.'1 „Dat zeide hij." Mary zweeg. Nu begreep zij er alles van. Helaas, boe kon eene vrouw als Janet deze groote priesterlijke ziel verstaan? Dat hin derde hem dus. Zij zou straks eens naoij hem gaan zien zij, zijne nederige help ster, cn die zoo volkomen met hem meda kon voelen. „I-Iet is zoo hard!" ging Janet verdrietig voort, want zij was opgewonden en alles •kwam haar zoo vreemd voor. „Juist nu ik zoo gelukkig was en mijne levenswijze meer met mijn smaak overeen begon tal komen! En nu, juist nu het ideaal verwe zenlijkt wordt, zal alles bedorven worden!** „Nee/a, dat niet, lieve JaneLv (Wordt vervol gd&

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1920 | | pagina 1