Dagblad voor Leiden en Omstreken. BUREAUHOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. I278 Rechten en Plichten. ABONNEMENTSPRIJS IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN f2.50 f0.19 FENCO DER POST PER KWARTAAL f2.90 PER KWARTAAL l'EE WEEK Iste JAARGANG. - WOENSDAG 25 AUGUSTUS 1920. - No. I23 ADVERTENTIE-PRIJS PER GEWONE REGEL f0.22ya DES ZATERDAGS f0.30 INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIEF KLEINE ADVERTENTIES van hoogstens 30 woorden 50 cent: Zaterdags 75 cent, ï- bö vooruitbetaling, Ditnumme: beslaat uit twee bladen. (Slot.) Ook de werknemer heeft rechten die hij mag en moet verdedigen. Dit verdedigen is helaas, dank zij de in perking van de zonde ook op dit gebied, >g al te vaak noodig. Ook op het terrein van den arbeid geldt iog menigmaal hot recht van den sterkste, ;aat de macht boven het recht. Dit verschijnsel is niet nieuw. Reeds de Spreukendichter wees daarop ;oen hij sprak van de onderdrukkingen die r geschieden onder do zon en van de tra der verdrukten die geen trooster had- ,en. Zoo is het gebleven al de eeuwen door. Wanneer we de geschiedenis van den ar- leid nagaan, dan staan we soms voor ont- ettende toestanden, die ons de haren ten lerge doen rijzen. Hoe het mogelijk was, dat op zoo schrik- ielijke wijze het recht kon worden ver- salet? In de eerste plaats doordat de Overheid erzuimde hare hooge roeping te vervullen. )at zij naliet leidend en regelend en be- iermend op te treden, en het z. g. laat- oaar-waaien-systeem volgde. De tijd ligt nog niet zoover achten ons, at met recht gezegd kon worden: Een edcr deed op maatschappelijk gebied wat echt was in zijne oogen! Gelukkig is hierin, mede door het optre- en van de Christelijke organisaties veran- ering en verbetering gekomen. Wij heb- en gekregen tal van wetten en maatrege- jn, die wel eens wat lastig zijn, en niet Itijd even practisch genoemd kumien wor- en, maar die toch van groote beteekenis ija omdat ze de maatschappelijk zwakken egen de ontzettende gevolgen van een on- leperkte concurrentie en een ongebreidelde jeldzucht beschermen. Een andere oorzaak van da achteruit- itelling van den arbeider moet gezocht torden bij de werklieden zelf, n.l. hun go- rek aan organisatie, het gemis aan samen werking. Een werkman dio alleen staat is menig- laal niet bij machte zijne rechten te hand- ïaven omdat hem de macht daartoe ont dekt. Alleen organisatie kan hierin verbete- :iag brengen. Eendracht maakt macht. Ieder op zichzelf staan de betrokkenen zwak, maar georganiseerd vormen ze een lacht van niet te onderschatten beteekenis. Er is voor organisatie zooveel aan te yoeren. Daar is allereerst dit voordeel, dat het len werkman opheft, hem meer belang doet stellen in zijn arbeid en de zaken die iaarmede in verband staan. Zijn blik wordt verruimd. Hij kan beter het geheel werzien. Zijn er grieven dan kunnen die behoorlijk worden onderzocht en beter ge formuleerd. Ook voor patroons die prijs stellen op den goeden gang van hun bedrijf is dit van ;roote beteekenis. Zij hebben dan de zeker- leid dat zij niet met allerlei onbeteekenen- de zaken worden lastig gevallen, dat min der onwil en wrevel wordt gewekt en dat de onderlinge verhoudingen verbeteren. Nu kan niet worden ontkend dat er in onze ki-ingen vaak weinig symphatie is voor vakorganisatie. Menigeen ziet in dergelijke vereenigin- gen een gevaar voor de goede orde- en de goede verhoudingen. Het gevolg-, zoo vreest men, zal zijn, dat de klassenstrijd wordt yerscherpt en ook de Christelijke werklie den langzaam maai- zeker naar het Socia lisme worden afgevoerd. Hoe komt men tot deze beschouwing? Heel eenvoudig. Omdat ook op dit gebied de kinderen der wereld wijzer zijn in hun geslacht, dan de kinderen des lichts. Om dat de Vakorganisatie Is m i s b r u Lk t tot een wapen om het gezag te vernietigen, en den godsdienst te ondermijnen. Omdat meermalen middelen werden gebruikt die onvoorwaardelijk moeten worden afge keurd. Hieruit volgt echter niet dat wij ons van dit terrein hebben terug te trekken. Neen wij moeten, ons niet afzijdig houden, maar wij moeten aanpakken en trachten de organisaties aan onze tegenstanders te ont wringen om ook die organisaties dienst baar te maken aan den triumt van de Chris telijke beginselen. Onze Christelijke werklieden hebben niet in de eerste plaats te vragen of zij zich mogen organiseeren, maar veeleer of het niet hunne roeping is de christelijke or ganisaties tot bloei te brengen. Wij beschouwen den arbeid als een z e- g en; spreken van een goddelijk be roep belijden dat wij door Godin onze werkkring zijn geplaatst. En zouden wij dan -niet de middelen ge bruiken om de beteekenis van dat beroep grooter te maken en 'beter te beantwoor den aan de eischen die onze tiid stelt?. De maatschappij is bezig zich te vervor men. De verhoudingen wijzigen zich. Wij kunnen dat goed- of afkeuren, dit proces volstrekt zich rnèt of zonder onzen wil. Daarmede hebben wij te rekenen. Een fabrikant die op precies dezelfde </ijze zijn zaak wil drijven als zijn groot vader dit deed, die geen oog heeft ..voor de behoeften van den nieuwen tijd en zich bij de gowijzigde omstandigheden niet weet aan te passen, gaat onverbiddelijk te gronde. Ditzelfde geldt ook van de werknemers. Wanneer onze mannen' zich niet organi seeren, dan zullen ze niet in staat zijn zich te handhaven. En het gevolg zal zijn dat wij organisaties krijgen waarin noch met onze mannen, noch met hunne beginselen wordt gerekend. Rcsurneerend kunnen we zeggen dat het de plicht is van onze werklieden God te dienen ook in hun arbeid; dat zij de hun geschonken krachten niet mogen verwaar- loozen, maar dat zij geroepen zijn door den arbeid in de behoeften van hun gezin te ten'tegenover hen voor' wie zij arbeid ver- voorz-ien; dat zij de hun geschonken recb- richten met alle gepaste middelen mogen maar ook moeten handhaven en dat zij als gevolg daarvan in de tegenwoordige omstandigheden zich hebben te organisee ren niet om te strijden en eon macht te vor men tegenover de patroons, maar om door de organisatie te arbeiden aan het verkrij gen van betere, meer aan den eisch van Gods v/oord beantwoordende maatschappe lijke .toestanden. V Laat God er buiten. Enkele dagen geleden brak te Velzen een brand uit. Grijpt als 't rijpt, dachten de brand weermannen. En dies-s t.a alc t e n zij en weigerden hot- blusschingswerk te verrichten, tenzij een hooger loon werd uitgekeerd. De r. k. T ij d spreekt over deze afper- 6ingstactiek hare verontwaardiging uit en zegt o. m.: - „Het is-een bedenkelijk verschijnsel, dat iemand het hachelijk oogenblik van een brand durft te kiezen om eischen of wenschen nog daargela ten of zij redelijk zijn ingewilligd te krijgen. Waar blijft toch in onzen tijd het geweten van den mengch? We hebben het nu reeds meegemaakt, dat harde, vinnige winterkoude of drei gende werkloosheid in honderden fa brieken, kolendelvers en kolensjouwers niet weerhielden van staking; nog on langs zetten ergens lijkenbiclders een lijk langs den weg neer en weigerden het naar de begraafplaats te vervoe ren, alvorens loonsverhooging to heb ben gehad en wat te zeggen van die misdadige bouwvakarbeiders, die stei- gertouwen doorsneden meer dan waar schijnlijk met het doel hun werkwilli ge medearbeiders te laten verongeluk ken? Weigering om "bij brand de hel pende hand uit te steken, zullen wij niet nader kwalificeeren, maar wij vin den het weinig minder dan misdadig". „Dergelijke als de hierboven gesig naleerde, uitvloeisels van onzen van materialisme doortrokken tijdgeest, gespeend ,van allen godsdienstzin en - meuschenmin, maken onze samenle ving tot een hel. Die onverdraagzaamheid intusschen doet luider den kreet weerklinken; Te rug naar God!" Daarop vat Het Volk, het orgaan van de S. D. A. P., vuur. Zaken zijn zaken, zegt het blad. Laat God er buiten! Ziedaar in een enkel woord verklaard het standpunt van de S. D. A. P. Waarin, naar liet altijd heet, ook plaats is voor belijders van den Christus. STADSNIEUWS. C'hr. Mil, Tehuis. Koningins Verjaardag. Wij ontvingen voor onze militairen we der de volgende giften. N. L. f 5,—, U. f 2,50, A. It. f 1.50, te zamen met vorige opgaven f 14.50. Nog enkele dagen scheiden ons- van 31 Augustus. Onze jongens hebben dan in hun Tehuis feest, ter eere van den 40en verjaar dag van onze geliefde Vorstin. Aan het bedrag dat we ons voorstelden aan het, bestuur te kunnen afdragen ont breekt'nog f 35,50. Laten we onze synipaihie nu eens too- nen voor onze soldaten. en dit bedrag bij een brengeu. Pilgrim-Fathers Herdenking. Donderdagmorgen te tien uur arriveereh de Engelsche studenten die aan de Pilgrim- Fat h.ers-hordenking hopen deel te nemen met de Batavier-Lino te Rotterdam, van waar ze door eenige vertegenwoordigers van de Herdenkingscommissie worden af gehaald. Nadat de passen zijn geviseerd vertrekt het gezelschap naar Leiden, naar het Bu reau Staalwijk waar de noodige stukken worden verstrekt. Na het gebruiken van de lunch in het gebouw van de Ned. Chr. Stud. Vereen. Rapenburg 4, worden de heeren iu de Zen dingsschool te Oegstgeest ondergebracht. De Amerikaansche afgevaardigden •zul len Vrijdagmorgen te Hoek van Holland aankomen. Na de officieele ontvangst te Leiden, worden ze van hieruit naar de verschillen de logiesplaatsen begeleid. Melkvoorzienhig. Op het te Arnhem gehouden Landbouw kundig congres kwam o. m. aan de orde het prae-advies van den heer Blink, te Noordwijk, over de vraag: Op welke wijze kan de melkvoorzicning van do groote ste den verzekerd worden? Spreker had de volgende vijf punten vastgesteld, die hij nader toelichtte: 1. Een melkvraagstuk, zooals dit wordt opgevat door het ministerie van landbouw, nijverheid en handel bestaat niet. 2. Elk kunstmatig ingrijpen ten aanzien van" de verdeeling voor binnenlandsch ver- FEUILLETON. Langs donkere wegen. si) Maurice had zich in een gemakkelijken. 6toel uitgestrekt en staarde in (het helder brandend vuur. Pratt, die een schaal met ikoud wild op tafel zette, praatte met hem. ,Ja, ja, hij was van jongsaf eigenzinnig", fceidehij; „een mooie jongen, een edele jon gen, maar toen had hij reeds iets duivel achtigs in zich; en de oude heer was geen baar heter." Mary begreep, dat zij over den (armen Walter spraken. „Nu Mary, wij hebben allen honger, en ik verlang er naar die wildpastei eens te fcroeven", riep haar broeder uit, en toeii [vatte hij haar schertsend bij den schouder en" voerde haar naar den stoel achter de groote zilveren trekpot, hoewel Mary aar zelde en twijfelachtig naar Janet keek. „'Neen Mary, het is uw huis, niet het mij tte", zeide Janet in antwoord op dien blik; maar zij sprak op afgemeten toon; mis schien kwanv voor de eerste maal de ge: ttacMe bij haar op, dat Maurice onrecht vaardig behandeld was hij was vooihij gegaan ten gunste van zijn jongere zuster. lAUes wel beschouwd had zij meesteres van Croine bdhooren te eijn, niet Mary. Pöze gedachte kwelde 'haar, en maakte haar stil; ernaar daar eat Mary,'die deed alsof zij ait, maar haar eten geheel onaan geroerd liet staan en zoo dru-k als zij maar kon, met Maurice praatte. En zij sprak over niets anders dan over de „Hospitaalzater- dagen", en wat elj en de kinderendoen zouden, en welke spelen zij zouden spelen, en dat zij een 'kleine ponny voor hen zou houden, zoodat zij alleen in het park kon den rijden, en eeri ezel voor Bee een witte ezel, met lange ooren en een pannier.^ En of Maurice wel eens met Jem Anderson,' den hondenkoopman, zou willen spreken, want zij wilde een poedel 'hebben, die haar en d:e kinderen op hunne wandelingen zou vergezellen. En juist toen Janet belang in het gesprek begon te stellen kw am zij weer op het oude onderwerp terug, en bestormde haar broe der met vragen. Vond Maurice, dat het te ver van honden was, om een dagje met hare jongens hierheen te gaan op een langen zomerdag om hun alleen maar eens een denkbeeld te geven, wat „buiten" heteekende. „Er zijn er onder hen, die nog nooit van hun leven een groen veld otf een haag ge zien hebben, en zij weten niet wat cricket is; tzij kunnen alleen spelen met vuile kaar ten. En dan de moeders, Maurice o, ik heb altijd zoo'n medelijden met de'moeders.- Zij moeten wasschen en naaien en knorren van den iüotmb tot Jeu avond altijd werken en inooit klaar zijn vermoeide, slecht doorvoede lichamen en booze ma gen, arme mensclien! Kon er voor hen ook niet iets gedaan worden, Maurice? Ivon ik ze niet eens -hierheen brengen, twee of drie tegelijk, een van de optrekjes voor hen in gereedheid laten brengen en hun twéé of drie dagen rust en goed voedsel geven, met een heerlijk uitzicht op groene velden en frissche bloemen?" En Mary was geheel opgwonden. „Zacht wat, mijn wilde izuster", ant woordde haar broeder glimlachend en zichtbaar voldaan; maar zijn vrouw viel he.m misnoegd in de rede: „Maar Maurice, hoe kunt ge nu naar zul- ken onzin luisteren? Mary, ik verbaas mij over u; wilt ge allerlei ziekten en ondeug den en vuiligheid naar deze sclioone plaats, halen, om uw huis en de nieuwe gemeente van Maurice te besmetten1? Denkt ge, dat fatsoenlijke dienstboden zouden omgaan met Polly Tyler en Mrs. Wathuis? Het zou zedelijk bederf in huis brengen zelfs al zoudt ge aan het gevaar van lichamelijke besmetting ontkomen"; en Janet wierp het hoofd in den nek nooit te voren was haar gevoel van recht en betamelijkheid eóó zeer beleedigd. Mary keek geheel ver slagen; zij zagen Maurice aan. „Denk aan^anze kinderen aan Mary en hare positie", riep Janet uit. „Denk aan onze armen en aan onze nild- brnik en voor uitvoer van melk en daaruit bereide producten of ten aanzien van de prijzen heeft de strekking, op zeer nadeeli- ge wijze de melkvoorziening en zeer ge wichtige daarbij betrokken algemeene en bijzondere belangen te beinvloeden. 3. Gemeentelijke melkbedriiven zijn oeco- nomisch niet aan te bevelen; zij hebben ve lerlei nadeelen, waaraan de zeer enkele voordeelen langs anderen weg zekerder en beter bereikt kunnen worden. 4. De grootst mogelijke zekerheid ten aanzien van een gezonde melkvoorziening van onze groote steden wordt bereikt, door den er bij betrokken bedrijven de grootst mogelijke oeconomische vriiheid te latfn; ten behoeve van een grondig toezicht op de kwaliteit en zuiverheid van de melk, moe ten, rijk en gemeente samenwerken om te komen tot betere resultaten, dan men tot heden bereikte. 5. Verdere problemen levert de melkvoor ziening van de steden in ons land niet op. Na eenige bespreking werd besloten dit vraagstuk te renvoyeeren naar het land- bouw-comité teneinde het te stellen in handen van een deskundige commissie. Ds. C. Hartwigsen alhier herdenkt op Woensdag 15 September a.s. dat hij voor 25 jaar aan de Ned. Herv. Kerk te Leiden werd verbonden, ën gedurende al deze jaren hier zogenrijk heeft mogen arbeiden. Voor Loiden diende hij de gemeente te Nieuwpoort, daarna die te Oud-Beierland. Het zal Ds. Hartwigsen op 15 September zeker aan belangstelling niet ontbreken, daar hij zich bij de Ned. Hen*. Gemeente alhier steeds thuis gevoelde en daarom in alles met haar heeft medegeleefd, waar door hij een grote schare vrienden om zich heeft verzameld. Naar wij vornemen hoopt Ds. Hartwig sen op Zpndag 19 September zijn predika tie aan dit jubileum te wijden. Het onlangs opgerichte Oostersch Genootschap in Nederland, tot oprichting waarvan eenige hoogleeraren in de Ooster- sc.he talen enz. onlangs den stoot hebben gegeven, zal in de Kerstvacantie te Leiden zijn eerste congres houden, hetwelk door verschillende geleerden uit ons land zal worden bijgewoond. De tijdelijke voorzitter van de afdee- ling Leiden van den Algem. Ned. Chr. Ambtenaarsbond schrijft ons, dat reeds se dert begin 191S alhier deze afdeeling van den Alg. Ned. Chr. Ambtenaarsbond be staat, en het bericht van j. 1. Maandag dat deze afdeeling pas zou zijn opgericht dus onjuist is. Gisternamiddag omstreeks half drie geraakte de vier-jarige knaaü B. v. V., wo nende aan het Galgewater aldaar spelend te water. Hij zou stellig verdronken zijn, indien niet een schipper toegesneld was, die hem door handreiking op het droge wist te brengen, waarna de knaap oogensehijn- lijk zonder letsel, zich naar'huis begaf. Voor het gisteren te Dordrecht afge nomen voorbereidend examen Gemeentebe langen slaagde onze stadgenoot, de heer J. Bosselaar. Voor het examen Hoogduitsch M. O., acte A. dat gisteren te 's-Gravenhage werd afgenomep, is de heer H. D. Yriezema, van hier. geslaagd. Aan het Zoeklicht. Leiden, 25 Augustus 1920. Lr worden zoo nu en dan weieens harde noten gekraakt over onze middenstanders en boeren. En niet geheel ten onrechte naar 't mij voorkomt. Maar de fouten, die zij maken verzinken toch zeker in het niet bij wat het gemeen telijk bruineboonen-teelt-bedrijf te Leiden te zien geeft. Ik weet niet hoe groot dit bedrijf precies was. Maar gezien de weinige tuingrond die hier beschikbaar is, zal 't zoo erg groot niet geweest zijn. En toch heeft men kans gezien met dit be drijfje een tekort te bewerken van bijna 8 8 duizend gulden. Hoe dit mogelijk was is mij een raadsel. En waarschijnlijk velen met mij. Maar het feit ligt er toe. Laten we hopen dat de veel gesmade boe ren en tuinders het er beter hebben afge bracht. Anders ziet het er in vele plaatsen wel heel treurig uit. Intusschen hebbe we alvast dit geleerd dat, de gemeente beter doet geen bruins boonen te telen. Ze hebben een al te wrange bijsmaak. OBSERVATOR. BINNENLAND. De ongeregelde treinenloop. Het Handelsblad schriift Geruimen tijd geleden reeds "gewaagden wij van klachten omtrent den ongeregelden treinenloop. In een onderhoud, dat wij dienaangaan de met een lid van de directie der spoorwe gen mochten hebben, werd onmiddellijk toe gegeven, dat inderdaad vertragingen in den treinenloop herhaaldelijk voorkwamen. Als oorzaak noemde men ons o. a. den achterstand in de uitbreidingswerken rond om het station Amsterdam, waardoor dit centrum in zijn tegenwoordig stadium niet meer bij machte is het drukke spoorwegver keer naar behooren te beheerschen. Ook wees men ons op de geweldig lange treinen, gevolg van het feit-, dat bij den nog steeds eenigszins beperkten dienst ds toevloed van reizigers minstens even zoo groot is als voor den oorlog. In een onderhoud, dat het „TJtrechtsch Dagblad" met den directeur der spoorwe gen, den hoer Kalff, eveneens over den on geregelden treinenloop heeft gehad, werden de beide door ons indertijd genoemde oor zaken ook thans weer in de eerste plaats naar yoren gebracht. Daarnaast noemdo de heer Kalff het buitengewoon- groot aan tal rijwielen, dat niet alleen voor zooge naamde boemeltreinen, maar ook voor de sneltreinen ten vervoer aan de stations wordt aangeboden, een aantal, dat steeds toeneemt, ondanks het voor de sneltreinen hoogere tarief. Alleen aan het station Am sterdam zijn er dagen, dat er 1400 a 1500 fietsen voor dc treinen worden aangegeven. Het voor de behahdeling -van rijwielen aan gewezen personeel op de stations, kan niet meer dan 3 rijwielen tegelijk (per man) transporteeren; het ligt voor de hand,-dat de overlading van rijwielen in aansluitende treinen een massa tijd vordert en dit fiet- sen-vervoer op drukke stations lichtelijk kan leiden tot oponthoud. Het zal met dit vervoer van rijwielen zoo niet kunnen blij ven gaan, er zullen maatregelen genomen moeten worden om daar op dc een of an dere wijze in te voorzien. Reeds is de direc tie den raad gegeven het tarief voor liet fietsenvervoer andermaal te verhoogen, oni het aantal rijwielen zoodoende te kunnen verminderen, maar men meende thans, te gen het naderende einde van het zomer-reis- seizoen, niet meer tot dien stap to moeten overgaan, omdat dit voor talloos vele menschen een onverwachte extra hoogere uitgave zou beteekenen. Het is inmiddels wel zeker, dat bij najaar of winter opnieuw zal worden overwogen wat er gedaan kan worden om hot fietsen-vervoer op dc spoor wegen te doen minderen. Het wordt bij den thans bestaanden toestand ondoenlijk hot op deze wijze vol te houden. Aan tal van delen om goed 'te doen", ibracht Mary be droefd in liet midden. Maurice zag de 'beide vrouwen met lief devolle» blik aan, en streelde toen de hand zijner vrouw, als ware zij een zijner jong ste kinderen geweest. „Wees niet (boos, Ja- net", was alles, wat hij tot haar zeide; „gij kunt mij gemist vertrouwen, en 'toen wend de bij zich tot zijne zuster, terwijl er eene groote teederheid uit zijne oogen straalde. „Dat was eene vriendelijke gedachte, lieve, en het leek geheel op tante Mary; maar gij herinnert u de woorden wel van onzen ge liefden ouden heilige, St. Francis de Salis, „haast u langzaam"; „denk zooveel gij wilt, maar laat uwe gedachten langzaam rijpen, evenals de perziken aan een muur op het zuiden; onrijpe vruchten vallen niet in den smaak, onrijpe gedachten leiden tot onvolkomen daden." „O, Maurice!" en toen voegde zij er op teleurgesteldcn toon aan toe, „Et tu, Bru te!" „Valt gij mij ook af?" „Neen, neen", antwoordde hij ernstig, „ik zal u helpen, zooveel in mijn vermogen is; wij zullen sa men werken, Mary, als ik 'hier ooit kom; wij zullen deze gemeente aan mijne vorige v.enbinden en voor heide werken." „Maar Janet heeft gelijk", ging hij na eenig nadenken voort; „gij moet uw huis. niet vol maken met alle arme moeders uit Whitechapel; wij kunnen de dingen niet letterlek opnemen, en nu niet „uitgaan op de wegen en heggen, cn ze dwingen in te komen"; wij moeien thans op andere wijze onzen maaltijd aanrichten. Ilc weet iets be ters, als uw middelen het toelaten cn gij nog wilt. Zoudt ge niet gaarne ergens een huisje •huren, het eenvoudig meu'bileeren cn er eene vertrouwbare vrouw in laten wonen zooals dc oude vrouw Hales en dan uwe moeders uitnoodigen, twee of drie te gelijk, en hen eene weck van de frissche buitenlucht laten genieten; zou dat plan u niet aanstaan?" vroeg hij, want hij zag hoe de teleurgestelde trek van haar gelaat ver dween. „Ik vind het een prachtig plan", gal zij dankbaar ten antwoord. „Maurice, gij izijt zoo wijs en verstandig Cn kunt eene zaak terstond vatten. Ik zie, dat ik ongelijk had met ze hier te willen, brengen; natuurlijk zou Mr. Pratt dat niet aangenaam vinden." „Ik ben blij,'dat ge weer torbezinning zijt gekomen", imerkte Janet bits aan. „Als ge er niet op tegen hebt, Maurice, ga ik naar bed, want ik ben moe van de reis." Janet zou meer naar waarheid gespro ken (hebben, als zij gezegd had: „Ik heb ge noeg van al dat gepraat." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1920 | | pagina 1