4 w""-ieauwriijks was zij In
itaM';Vï
ïr~ïls.'r,,^r-'r*»s:
S?s«isiSSS5
Per ïiiepaclie naar Engeland.
I lüieHTSnd Ie M5 1 s f H n r-
Jtcnliml i 11 inujr
wijl ile 'I'1 I' 11 ;i' l' 11 e i ,1 i.
X De Si-ja-ipe keie l;k(r D. v. T 'lia.l
Jri-'J; jaren goletoj betrekUnt<»n aau„c-
ijtnoopt met ren llkjnrtg,. jnffroinv,
|in den a.l!„|,tijd verin if l„eld pa,, Je
Jl'mi rein-t-elraal 3?.. Voor vijf jaren (m,.
Jj r V.ae er one ,,i8|lcij |„5s,.;.e,i lien onl-
i'-"" -rr>, don lil P een twist
Jj; hoog, dat do pi.ii, ingrijpen.
I' êinihrnl Ml V n T. e„„ ageill
l®v.w po te en, einelij niWiandnld heb-
J u" J" d™ 'lood te ngevolge ba-1
|P tl .1 tel Inj (ot vijf jaar gevangfenjsl
J 1 V' en gi-len,lengen je,en
tjiii.i - r.iftijd vrloopen was, verliet hij het
laSfi": - an bewaring.
1 "ii, ''"1 Ziel. toen mei den loesland
lian I.e rauw, veellee in|nsschen met een
li,,, i ;.i nauwe .edalie geiteden IVOs en d»
In in e week me, ,jten ander zou trouwen
»P do hoogle gesleld te hebhen on hier-
Jnvet ,11 ojiee,wonden iqi'moedsgesteidlieid
Je'"" Ie «jn Men zag hem tenminste
lip leren dm, gene.,den dag rondzwerven in
Jtlz ni.igmntg dee woning van zijn vroege-
elè'eet' 'l™ 1' "'laisehijntijk nadat hij zich
'It.iM een e volger non3„ i,af[ had
De juffrouw ,n kweslie begaf zich in
«Jeu loop van den middag „aar den poli-
I I ",ln hot redenoordpiein en z', [ie
1 (1.1,1r naar oiiistandigiieden uiteen mei het
I urn de pol-im een oogje in het zeji
■haai woning (cruggekeoi-d, of D v t
Idler,ge. binnen, trok zijn revolver en'lo-
1' 101 "I" vroeger meisje, dal -
fei'rn,,"" rrehletoog trof.
lit'- t Uapt;' "h2t,fi waardoor
jv iv.-Ónd werd' °a" ree!"«slaap
Ii,e,Dfs -TT ,T,'Jrn cp lK' h™«n van
r|»tl smet dad,idijk toe o,i brachten beiden
Jn, h,-w „Steionzen biesland naar den po-
|li"op„-l op het ed, „oo'rdplein De
i'"1' ,s ,,Jden» «1st vervoer reeds overlo
I; Mr'" eon den. politiposl in de
fart? V' T eer weSen!
«waan a hij po,- raderbrancard naar
JM zr. kenhins aan den Coolsingel is over
leroraehi. Zijn foesland is ernstig. Het Mik
Iinn de ire,uw is eveneens naar liet zie-
1 kenliuis volvoerd.
It,H,e^LWe^li0.den fler E,«-
i it r- t „Hoomaf moesten naar
{S'ff om ƒ8000 ie halen voor uüiie-
|1J| "S oer weekioonen. On den terunvi"'
Ir^n YV in dP" [mn- d»t pfaats
Iratcn° 7e ir'' cbrMdi" de rakje»
Jsielel' ,n VlTzekerde bewaring ge-
T„Dhl v. N.-B."
J .77 D e I9"J arifev, d. PlasIrKii
ri s c m o r g e n werd on d p
f eemarkt te Delft zekere A. B uit Dalen
I gearresteerd in bezi, van een koe di"
Noord. De werkplaLs^bTLdde gehed^H
ie verloren «eraak-
"7" De badmeester ie Z a n
\VUIv n" hn verilrinken van hei ionge;i7
Hly Groen, 1. Zondag „iet was waa? Hi
ipPeSSr^dide„Zf:e »"df' d« "Ma
de uitbreiding i„ je hand' val "'Crkt
kers bliik, re?ds ,/4at'
eoonlic van°p n'innd' I'r i! e e 11
leniabrif*8 der «"ma Cr!!ii'e tf e s 1 0 p"
!p Culemborg,
IS verzekerd. «"een net geboaw
'd Helrelscbe l:eZ V s" e h
Woensdag de D-Ircl'n "m 12™'üiTtb T
's? D^-°e,a!i-
dpnist snel beraden de m:1-
2o 'ocomorief uit all" mloh,?"',,Vaartoor
bi en en doo jw stiim en de bein
elan,ivaf gebrotn oil de ,Wam; r"0"^
«edeelfeliik ontsano,H m' °o,sfe loinotiei
verkeer SroudSe"' kreBS ,C,5C,•
- D e w e O kl nen f
öe vorige week te pni nra r s' d e
wegens het Iichien ym h'i 2earresteerd zün
bca bekend onlangs bii een i?""0""''"' !ltb-
«raa: hel bewijs L„Ü™a 1,1 WBn-
Wef gestolen ,c hebben n aanJe.leel"-'iden
pcn cheque van I 51100 w-.uf.f beva:,c
«en bank gcind hadden.' Z" (laaroP bij
Tciraai'/d"..!5^"'! m j 1 H a 1 s e-
ftovinciaal Oenoólsch.in emlddclln2 va" het
«Cf "schappen i. de ta™ Kucslen
Slaande uit een coiimle e rt"" V0"<ls,' be"
k,aa.s. dezer dagen'ii LenT™' 'a "•»-
de St. •Ouiriiiiisi-prl- in; over.?effaan
ta' i« geS t^P er' Na r" n.ratie
vojir \va« volt on 1 ^cn°rnen- Her doop
f Jferk-Kschoaken. 1"Sr",;ie- in 15« aan
d'VnclsvceabsVil,w!ur\aS.ib r..>
v e kostbare, waaipr
«"Lm'iM W!ia?"SÜ,e Mznisvogelboeren 0n-
Ko. onlangs a 14 „boden, bestaat Vit
.Iruisveeren mel eon schildpadden band
.-•.•al, (f.i t mcf diankinTejiif g^'Ki on platina fs
versierJ. -
In de F r i p 5 c li e ;.t e m e 'e ri
le Dcmitmiadeël moeten voortaan alle caic'?
Zond.iss tc 4 uur sluiten, terwijl er op dien dag
geen s.erkc"drank gelapt mag worden.
De Raad van Hindeloopcn heeft besb'en
tot invoering van het iapverbod van Zatetdags
middvi-s 12 to: Maandags 10 uur.
Op de koemarkt te D e 1 ft
is zekere A. B. ui: Dalen gearresteerd, die in
het bezit was van een koe, gestolen uit kc:
weiland "van den landbouwer C. van den Ak
ker .ami ucn Haagweg, onder Rijswijk.
De gemeenteraad van
Gendringcn heeft de gemeente;'-koning over
1918 voorlpopil: vas;g-..sioid n;c: 10 tegen 2
stemmen! De heer Mr. Dr. A- R. v. d- Laar.
die tot de tegenstemmers behoorde,toonde aan,
dat bij hetnazien der rekening ecnmand.iar -an
i 3O.0CO werd •gen.ist. dat een post Van
f 5S.Cu) was geboekt die 68.000 moest zijn,
verschillende stukken waren geteekend door
een loco-burgemeester, die geen loco-ba-ge
nie ester v\as.
Dc lieer C. J. L. van der Meer te Noörtl-
wijk maakte dezer dagieni een vliegtocht
naar Engeland,
v Aan een beschrijving wan dezen tocht
in „De Leidsche Courant" is het volgen
de ontleend:
Ik mag mei genoegen constaleeren, dat
ik mijn reizen "naar Engeland reeds 49
jaar per boot (want anders kon liet ook
niet) gemaakt heb: nu in mijn jubeljaar
(mijn 30 stc jaar) boon-de er wel iets bij
zonders bij.
Welken indruk dp reis op mij maakte,
.zal de lezer misschien wel meer interes-
.seeren. Het. was Maandag J2G Juli 1920,
den dag, dat ik mijn biljet voor de reis
van Amsterdam naar Londen kocht. Het
was in den middag om 3 uur tijd van ver
trek (officieel): het weer was echter zoo
buiachtig, dat, de Pilot mij vroeg, of ik
er op stond, dat bij precies op tijd zou
vertrekken of dat wij de ergste bui maar
eerst zouden afwachten. Ik, als onderge
schikte. liet zulks geheel en al over aan
mijn vertrouweling; wij vertrokken dan te
halfvier Ik werd verzocht in te slappen
en onder een donderend geraas vertrok
de oude reiziger met een nieuw voertuig.
Mijn zoons riepen mij een vaarwel toe.
(Nu het is met recht varen in de wolkfen)
en ik ging (ik behoef niet te zeggen) met
de noodige snelheid, want de afstand is
pl.ni. 360 mijlen, in B1^ uur afgelegd om
dat 't. tegenwind in ging (anders 2 uur
45 minuten). Het eerste gevoel was, dat
hetwelk ge hebt op motorfiets of auto,
totdat de machine van den grond loslaat,
dan voelt ge de staart nu en dan eens
over den hobbeliger) bodem schuiven, ter
wijl gij, zonder 't te bemerken, al eenige
meters van-den grond af zijf, maar dan
gaat men het steeds meer bemerken, aan
gezien men in eei) sterk-klimmeR.de rich
ting is, nog meer bemerkt men het, als de
-machine watzijwaarts isc,hommelt, en
nog meer als men in een zwevende posi
tie is dn -zoo van lijd tot tijd eens een
meter of twee,, drie, vier als een steen
naam omlaag zakt. Dat een met het ander
geeft een wee gevoel en ik kan mij inden
ken, dat veel menschen van zulke buiten
gewone bewegingen onpasselijk of, wat
men noemt „zee ziek" worden. (Ik heb
gelukkig nergens last van gehad).
Zoo hobbelende, schokkende, schomme
lende, en- zakkende kwamen we óp dé
hoogte, waar we moesten zijn. En dat al
les ging snel, en we waren er gauwer,
dan tik mij had kunnen voorstellen.Ik
had steeds hfeel bedaard, heel stil, en
rechtstandig gezeten, mij misschien wel
eenigszins krampachtig vastgehouden," en
mijn oog steeds gericht naar de hoogte,
(of hemelwaarts), maar, eerlijk gezegd,
niet aan den hemel noch aan den Hémel-
van 'n mensch slaan stil of worden als 't
schen Vader denkend, Want de gedachten
ware overbluft. En ik dorst mijn oog, als
een scheelziend mensch, dan eens links,
dan eens rechts bewegen, natuurlijk tin de
verte niet direct omlaag, en ontwaarde,
dat de aarde toch zoo prachtig fin beeie
kleine stukjes (als v. 'n blokk'endoos)was af
gedeeld. Dat trof me zoo erg, dat Ik me
zeer vertrouwd gevoelde, we waren
boven een terrein, dat me goed bekend
was; we' waren boven Aalsmeer. Dit leid
de mijn eenigszins verdoezelde gedachten
af, zoekende naar' bbkende terreinen, ge
bouwen en wegen. Doch zulks was niet*
zoo gemakkelijk als ik 't had voorgesteld,
en zoekende waren we reeds eoo ver ge
naderd, dat we Loven 'een groolen vijver
(zoo liet l>et zich aanzien) dreven* (Deze
„vijver" bleek le zijn 't Bra assem erm eer),
•waar.*we in minder dan geen lijd over
heen waren. Toen kwamen we hoven een
interessant plaatsje, van boven afgezien
een zwartachtige stre'ep, daartegenaan een
witachtige streep (weg en water) en
aan beide kanten van die streep kon men
huisjes of gebouwtjes waarnemen, weer
omgeven door witte of zilverachtige lij
nen, wat natuurlijk de slootjes waren; dit
bfn en ander gaf van bovenuit een aan
zien, alsof men boven een heel grooten
eendenkooi was. Ik kon me daar zeer goed
qriënteeren, daarkeik, pastorie, zusters
huis, hoog boven alles domineerden, en
als toevallig mocht ik nu in de lucht on
geveer boven de Kippenakker vliegen, ter
wijl ik nog maar een paar dagVm te vo
ren daar per klein schuitje was heen ge
varen. Misschien wel overbodig1, wil ik
mededeelen, dat dit, interessante plaats
je was: Roelofsarendsveen.
Leiden hebben we eenigszins recht ge
passeerd, onze <weg was tusschen de wa
tertoren en mijn vriend J. Stadhouder. Ik
kreeg den indruk van Leiden als was het
een groot dorp.
Delft was het volgfende interessante
plekje; daar vlogen wij midden boven over.
Daar kon ik verscheidene bekende gebou
wen, zooals de spiritusfabriek en de Groo-
te Kerk, het Marktplein en den Haagweg
goed herkennen.
Rotterdam lieten we ook jweer rechts
frggrri. De Maas en. Oude Maas liéten zfcïï
aanzien als flinke sliften met drijvende
klompen. Voder Komende, bevonden we
ons al spoedig boven de Zeeuwsche slroo-
wi- n, waar ik nu eens geelachtige zand
polen dan weer groenachtige met zee-
vuil of flap bedekt meende waar te ne
men tusschen het zilveren water, dat daar
in groote oppervlakten aanwezig was.
Vlissingcn lieten we ook rechts op een
kleinen afstand liggen, vlogen daar over
de Schelde, wat nog al een tamelijk breed
alertje scheen te zijn, en zoo maakte wij
dc reis langs de zee boven strand langs
•Ostendh, Duinkerken en Calais. Daar was
"t dat we dwars over 't nauw van Calais
(de zee) vlogen. Ik wil wel weien, da:
liemij, toen ik niets anders zag dan
lueht en water, wel een oogenblik weer een
beetje spannend werd. Het duurde ruim
20 minuien, alvorens ik weer land onder
mijn machine mocht zien. Dat deed me
toch wteer aangenaainer aan, want op
zoo'n lijd komt men werkelijk tot de con
clusie, dat men, zittende in zoon regenton
(gvooter is die plaats niet) aan de Pilot en
motor is overgeleverd. En toen mocht ik
een half uur vliegen boven 't land waar
ik zooveel jaren heb mogen reizten. We
kwamen dan aan 't terrein waar we
zouden landen. Ik ontdekte toep een lieele
vreemde gewaarwording: hadden de bei
de vleugels van ons voertuig gedurende
re reis stéeds horizébtaaal op den wind ge
legen, thans werd <lat anders, want de
een stond rechtstandig omhoog, terwijl de
ander dito omlaag hing, en, achterover-
draaiend, dit '.veer tot driemaal toe her
haalde. Dat. ging wel zoo'n beetje ker
misachtig er naar toe. En toen dat was
afge'oopen en wij tevens daardoor tame
lijk gezakt, waren en daarop de machine
werd stopgezet, schoven wij in een eenigs
zins glij'ende richtiïtg naar beneden. Het
bleek mij, dat de pilot bij wijze van wel
komstgroet een looping the loop maakte.
Ik vond het heerlijk. En daarop volgde
nog een heerlijke landing. Toon ik uit
mijn zetel was geklommen en voor de
Engelsche autoriteiten, ais chef van den
yliegdienof, Rijksambtenaar," douanen en
meerdere voor mij onbekende belangstel
lenden kwam te slaail, werd ik gefelici
teerd met, de behouden aankomst. Mijn-
zorgzame pilot vroeg mij lachende, hoe 't
mij bevallen wa^, en wel in T bijzonder de
laatste toer. nu 'k kan hem even hartelijk
lachend antwoorden, dal de heele reis
mij goed was bevallen en-de laatste toe
ren mij een heel groot genoegen gedaan
hadden.
Het genoegen, zegt de hr. v.d. M. aan 't slot
is evenals vele andere zaken, zooals ik in
den aanvang van mijn schiijvc-n gezegd
heb, mog niet volmaakt. Ik zie echter wel
in dat het. vliegen in den toekomst een
algemeen vervoermiddel zal worden, doch
berst dan, wanneer er zullen zijn voldoen
de groote machines, waarin b.v. 20 of
meer menschen kunnen plaats vinden,
waarin dan een dubbel stel cylinders, of
motoren, en waarop ook minstens twee
Pilots (vliegeniers) gepi'aals zullen zijn,
want zonder reserves is men niet ver
trouwd. Nu ga ik met deze laatste r'ege-"
len'eindigen, geachte (g'odiiklige.) lezers. Ik
twijfel er niet aan, of sommige uwer zul
len wel denken dat ik hier wat overdrijf
of illustreer; dat- is niet het geval; het is
geschreven zooals ik direct mijn aanteeke-
ningen heb gemaakt. Als men het als zoo
danig niet wil aannbmen, welnu de gele
genheid staat nog dagelijks open om zich
te overtuigen.
C. J. L. VAN DER MEER
NAAR HUIS, O NAAR HUIS!
Ik heb hel groote geluk gehad zoo schrijn
een zoon -dat ik opgevoed ben door een
verstandige, godvree-zende en .zelfopofferende
moeder.
Zij heeft veel moeien doormaken, toen ik
nog jong was- Mijn vader was vroeg gestor-
\cn, en bij zijn dood kwam zij tot de ontdek
king, dat zijn zaken in de war waren, -roodat
zij veel moest verkoopen, om de schuldeischers
tg voldoen. De eene beproeving kwam na de
andere, en mijn arme moeder kreeg zooveel
smart ie dragen, als een mensch maar dra
gen kan.
Maar het allerzwaarste moest nog komen.
Juist toen haar oudste zoon zóo.\er kwam,
da; hij haar tot hulp en steun zou kunnen zijn,
trok hij naar het buitenland.
Ik kan me nog zeer goed dien eersten tijd
na die wreede scheiding herinneren. Ik zie
mijn, moeder nog zitten winterdags bij den
haard, en dan-vertelde ze zacht en vriendelijk
van onzen vader, die weg was. Mahr wan
neer een van ons begon over onzen oudsten
broer, dan werd ze zoo angstig en gejaagd,
dat wij zijn naam maar niet meer noemden.
Ook weet ik nog goed me de stormnachten
te herinneren, als de wind om ons huisje joeg
alsof het vallen zou; in zulke nachten hoo-de
ik mijn moeder in haar slaapkamer heen "en
weer gaan. en dan vist ik, dat ze zuchtte en
smeekte om ontferming ovèr haar verloren
zoon.
Ze wist niet," waar hij-was, en had nooit
weer van hem gehoord, maar ze dacht altijd,
dat hij op zee was.
Zoo gingen veertien jaren voorbij. ij v r.-
ren allen groot geworden, en de mees'en had
den al het huis Verlaten; alleen dè jongste
twee, een paar tweelingen, waren nog thuis,
en die hadden hun oudsten broer nauwelijks
gekend.
Nu zaten ze op een mooien voorzomerdag
bij moeder voor het open venster, toon mei
langzame schreden een rijzige, gebruinde
vreemdeling naderde. Hij kwam tot het huis
cn keek door het venster naar binnen.
Mijn moeder herkende hem niet, maar Voo-
digde hem uit, binnen te komen. Toen kreeg
de vreemdeling de tranen in de oogen en op
eens herkende moeder hem. w
Ze sprong op. en liep naar de deur, om hem
te smeeken, dat hij toch binnen kwam.
„Neen, moeder", zeid hij, .ik kan niet over
.uw drempel gaan, eer ik weet, dat gij mij al
les vergeeft".
„Mijn lieve kind." zei moeder ontroerd,
„dat heb ik lang geleden reeds gedaan. Het
eenige, dat ik je nu nog moet vergeven is, Cat
ie zoo lang ben: weggebleven."
'Al het anfes? Kwaad1 was inbegrepen in' da?
een©; al het andere was vergeven cn verge
ten. lóen de berouwvolle zondaar terugkeerde.
Zoo is het ook bij den Hemelschon Valer.
Hij verlangt met grooter liefde dan een moe
der naar het weggeloopen en verdw.iabie
menschenkind. Hij roept den zondaar telkens
.toe: „Wend u naar Mij toe!" en Hij klaagt
er alleen over, dat de zondaar zoo lang uit
blijft.
KERK EN SCHOOL
Uitbouw van het Gersf. Kerkrecht!
Dr. J. C. de Moor schrijft in „Noord-Holl-
Ker-kfci.":
Minnaars van liet kerkrecht kunnen zich
tegenwoordig aangenaam bezighouden m&;
onderscheidene puzzles, die hun voornamelijk.
dloor emeriti-predikanten worden opgegeven,
welke om eene of andere reden.een vacante
Gemeente gaan dienen zonder er in den
Dienst des Woords le worden beroepen of in
vaste lelatie tot de Kerk, in welke zij arbei
den. te komen.
Het nieuwste is het volgende bericht uit de
„Sland." van 27 Juli 1.1.:
„Hulp in de prediking." Door de stemge
rechtigde manslidmaten en in overleg mei
den Kerkeraad is Zondag als lee rend-ouder
ling der Geref. Kerk te Tholen gekozen Ds.
A- Bolwijn, em.-pred. te Driebergen. Ds Bol
wijn heeft bereids ae benoeminl; aangenomen
en zal zich met 1 September te Tholen vesti
gen en de gemeenre \an Tholen geregeld die
nen in de Bediening des Woords en der
Sacramenten^'.
Is da: bericht juist, dan hebben wc hier
eenige mooie curiosa.
le. Een emeritus-predikant, die niet in de
gemeenie Tholen woont, word: door de stem
gerechtigde manslijdmaten (de stemgerechtigde
VIouwelijke lidmaten aldaar,die krachtens
deze uitdrukking op Tholen schijnen :e be
staan, mochten dus ditmaal niet meestem
men) beroepen als Dienaar des Woojls?
pardon, gekozen tot ouderling.
Ziehier een eerste bijdrage tot den uitbouw
-van ons kerkrecht: 'De Gemeente is in haar
keuze van ouderlingen niet meer beperk: tot
haar leden, doch kan hen ook van elders ne
men. Zelfs behoeft het geen naburige Gemeen
te zijn; een aisrand van TholenDriebergen
is geen bezwaar!
2a Deze aldus gekozen ouderling gaat. zich
nu in de gemeente, welke hem zooveel wel
willendheid bewees, vestigen om daar we k
van en ouderling te doen? pardon: zie
hier een tweede bijdrane tot den uitbouw v;;i>
ons kerkrecht: de ouderling behoeft zich
voortaan niet tc- beperken tot wat hef ic.mu-
licr der bevestiging als zijn taak aanwijst
hij mag nu ook optreden in. de Bediening des
Woords en der Sacramenten.
Ons dunkt: van Tholen begin! voor ors
kerkrecht de victorie. Schoone perspectieven
voor den uitbouw ervan worden hier geopend.
Tevens wordt in dit cn andere gevallen 'n
schitterende manier aangewezen om ar:. 13
der K> O- met krach: te handhaven er* tegelijk
geheel krachteloos te maken.
Wie volgt, en vindt iets non fraaiers voer
verzamelaars van kerkrechtelijke curiosa?
Onder de knost der bolsjewikl.
He: Oekrainsch persbureau zend: het vol
gend spannend verhaal, ontleend aan de
„Volia" van 17 Juli 1920, dat een vreeselijk
beeld geef: van het lijden van he: "Russische
volk onder den knoet der bolsjewiki. De
verteller, een Oekrainsch handelsman, ver
haalt dan:
Nadat eon zeker persoon voor wien een
vriend en ik borg gesiaan hadden, verdwenen
was. werden wij door de „Tohrezwiichaika"
(buitengewone .commissie) gearresteerd. Wij
hebben bijna een maand in de gevangenis
doorgebracht, daarna «werd ik, dank zij de
tusschcnkomsi van den dokter, met mijn
vriend, daar wij beiden zwak van borst wa
ren, naar liet ziekenhuis overgebracht. De
bolsjewiki stonden er ie# Winnitza zwak
voor. Bijna iedere week vorderden de ops'an-
delingen van verschillende kanten en bet
kwam vaak tot botsingen in de omstreken van
de stad.
De Tchrez-witchaika werkte, zooals men
zegt, „met vollen stoom". Fusileeringen, mar
telingen, v ierendeeligen waren aan de orde
van den dag. Vele gemartelden en gefusilleer-
den werden zelfs niet begraven. Bij Jen
spoorweg bleven b.v. de lijken onbegraven
liggen zoodat de lucht in "de geheele omgeving
\erpest was- In het bosch van Winnitza fusil
leerde men bij massa's; de lijken die daar
evenmin begraven werden, gingen tot verrot
ting over en het riviertje dai door hei bosch
loopt, geleek bedekt met vet
Onze beurt kwam ook. Om 10 uur ëes
avonds werden mijn kameraad en ik uit het
ziekenhuis overgebracht naar de „rechtbank
De buitengewone commissiehad een klein
huis mot tuin in gebruik genomen bij het cen
trum der stad. Toen wij er binnenkwamen,
inoesl ik onwillekeurig denken aan de verba-'
len van Mayne Reist.oischoon. het moment er
nauwelijks geschikt voor was. In een kleine
kamer zaten de „rechters" bij een tafel. Elk
van hen had een revolver; alle voorstellen
gingen vergezeld van gemeene vloeken. Op
liun hoofddeksel droegen zij roodc ste-ren.
Wij wisten dat er geen redding voor oils was;
maar wij waren als verdoofd en bijna onver
schillig. Men ondervroeg mij het eerst: Waar
is V? Ik weet het niet.
Zoo; genoeg. Ontkleed U!
Ik bleef blootvoets in mijn onderkleeren.
-Stephan, neeni hem mee! zeide een der
rechters".
•Men beval mij door te loopen. Wij gingen
deni tuin in achter het huis.
Loop vooruit! Ik had nog slechts eenige
passen gedaan, toen ik achter mij een geweer
schot hoorde en voorover viel. Onwillekeurig
richtte ik het hoofd op. Toen schoot mijn bege
leider mij opnieuw in den rug (gelukkig voor
mij. drong de browning-kogel onder mijn
schouderblad en kwam weer in het midden
van de borst eruit; de andere kogel, die bij
de ruggegraat binnengedrongen was, kwam
bijna op dezelfde plaats uit als de eersie). Ik
hoorde zoggen; „betast hem. als hij warm is,
blaas hem dan de hersens ub."
Men nam inij bij de beenen, sleepte mij :ot
'aan' den Tn dén" 'Mn gegraven1 Jaffi en' wfë-'ff
er mij in. Ik verloor geheel en al het bewust
zijn, maar niet voor langen tijd.
Toen ik weer wat bij kwam, voelde ik on
der mij iets zachts en warms; en ik begreep,
bijna onverschillig, dat liet gefusilleerden wa
ren, die mij in den kuil voorgegaan waren.
Toén drong he: tot mij door. dat men mij le
vend begraven wilde en ik besloot te trach
ten uit den kuil e komcn.inde hoop gezien er,
door den bewaker gedood te worden. Het r.al
toen ongeveer een uur na middernacht :„e-
weesi zijn. Tweemaal viel ik, ofschoon de kuil
niet zoo heel diep was. maar ik was zeer ver
zwakt. Toch slaagde ik er in, eruit te komen.
Er was niemand te zien. Alleen in het huis
van de Tchrezwitchaika hoorde men kre'en
en stemmen die genade smeekten. Ik nader
de den muur, die den tuin scheidde van
het huis; waarschijnlijk werd ik geleid door
het. insrincr tot zelfbehoud, wanf ik herinner
mij niet bang geweest te zijn. Ik kon den'
muur nier overklimnten; deze was te hoog en
ik kon moeilijk adem halen met mijn door
boorde longen. Maar dicht bij den muur l>e-
vond zich een boom, waarvan een tak over
hing aan den anderen kant van den muur.
Ik weet u nog niet hoe ik er in geslaagd b« n
mij op den boom te trijschen, maar half in
zwijm, zat ik eindelijk op den tak, die over
den muur heenging. Ik durfde niet te sprin
gen uit vrees voor te veel bloedverlies. Toen
herkende ik opeens de stem van mijn kame
raad. daarna hoorde ik een schot en alles
werd weer stil. Ik verloor het besef en viel
aan den anderen kan: van den muur
Hoe en waar ik daarna geloopen hob, her
inner ik mij slechts vaag; echter hereikie ik
ae rivier de Boeg, een eindje boven "het
plaatsje K. en^daar verbond ik mijn wou 'en
zoo goed en zoo kwaad als ik kon. Weldra
begon de dag aan te breken en ik was be
vreesd in d»:n morgen weer gepakt te zullen
worden.
Ik herinnerde mij dat in het naburige dorpje
P dat aan de stad grenst, familie van mij
woonde Bijna iedere twee, drie passen half
bewusteloos neervallend, slaagde ik er toch
ten slotte in hun woning te bereiken. Men
wilde mij eerst niet binnen laten; men vro?g:
„Wie is daar", maar ik wilde mijn naam i.iei
hardop zeggen, daar dicht langs het huis de
weg liep, waar de wacht der bolsjewiki post
iiield. Eindelijk ontstak de eigenares van !;c:
huis een lamp. en kwam open dóén. Ik stond
tegen den deurpost geleund. Toen zij mij zag.
geheel bedek: met bloed en mei modder, gai
zij een schreeuw en liet de lamp vallen. Wat
mij betreft, ik viel bewusteloos neder -
Om mijn iamilie nie: in ongelegenheid 'te
brengen, lier ik een rijtuig huren om nvj cir
het ziekenhuis te N. te brengen. Ik was mij
bewust, dat men mij daar onmiddellijk zou
kurmen herkennen, maar alles was mij onver
schillig. In het rijtuig bedekte men mij met
een pels. Een kleine jongen van een var
of 9 ging op den bok; men had hem gezegd,
dat indien men hem ophield (wij. moes.cn
de geheele stad nog doortrekken) hij moest
vertellen, dai hij zijn vader, die tyhpus nad,
naar het ziekenhuis bracht. Mijn "bloedverwant
en eenige andere lieden volgden het rijtuig.
Ik zal verzwijgen vyat ik in het rijtuig i il-
gestaan heb, totdat Wij aankwamen. Lichame-
Ijj'ij en geestelijk leed ik. vooral door dtn
angst ieder oogenblik weer gearresteerd te
worden.
In het ziekenhuis verbond men irni en gaf
men mij bouillon. Bijna iedere verpleegster
liet mij poeders slikken
He: nieuws van mijn redding bereikte blik
semsnel mijn familie en weldra kwam mijn
vrouw me: eenige andere bloedve1*wanten
naar het ziekenhuis, en w^ï v.as
ook de vrouw van mijn kameraad. Jie na
mij gefusilleerd was geworden.
Waar is mijn man! riep zij ui*; ik heo i«:h
gehoord da: gij beiden naar Kieii gebracht
zijt. En waar is hij dan?
Ik antwoordde dat ik er niets van wist;
mijn zenuwen konden dit alles niet meer
verdragen!
Er werd besloten dat ik niet in he; zieken
huis kon blijven, waar nten mii onmiddellijk
zou ontdekken. Mijn vrouw ging paarden bu
ien. Ik begon met mijn buurman te praten,
want ik wist, dat er in den loop der wek
een gevecht plaats zou hebben met d"4 opstan
delingen, dicht bij het ziekenhuis. Hii ant
woordde mij onwillig dat hij bij ongeljk- ge
wond was geworden, toen hij naar het veld
was gegaan om te arbeiden.
Toen trad er iemand de zaal binnen, die
alle bedden observeerde. Mijn buurman if mij
teekens mij te verbergen. Ik trok de dekens
tot aan mijn oogen. Na haar onderzoek verliet
de vrouw de zaal weer. En toen vertelde it.ijn
buurman mij, dat die vrouw lid aas van., de
Tchrezwitchaika. Haar man had gisteren deel
uitgemaakt van de „rechtbank" :ocn men rr.ij
„veroordeelde". Ik*meende verloren :e zijn cn
besloot niet op de paarden te wachten, maar
te voet te vluchten. Gblukkig had -een mijner
familieleden een oude soldaienjas achterge
laten. Na deze aangetroken te hebben ging
ik met een ander familielid weg. Ik kon nau
welijks .loopen of ademhalen, maar hij i.iai'.té
mij voort, daar wij een open plaais moe.s;en
oversteken. Overal roerde wachten. Eiiu' 'ijk,
eindelijk bereikten wij de Boeg. In een kleine
uitholling wachtte ik lot aan den avond cn
daarna brachten mifn vrouw en mijn nroilift-
mij naar een vriend in het oude gcdeel.e J- r
stad.
Een half .uur na mijn vertrek werd het zie
kenhuis van onder tor boven doorzocht
Twee dagen nam ik rust en teneinde mi n
vriend niet in gevaar te brengen hij heeft
ook een vrouw en kinderen), ben jk naar het
dorp gegaan, waar mijn vrouw mij reeds me:
Jiet rijtuig wachtte. Ik had bijna een geheelen
dag noodig om die 10 w<.rs:en ai :e legen,
ieder oogenblik mof-sr ik s:ils:aan ont adem
te halen cn ik had hevige pijn in iie borstc
Met de paarden bracht mijn vrouw mij naar
Netmyriv. «aar ik geheel herstelde na 'wo
weken te bed te zijn gebleven. Maar wa; voor
al hinderde was. dal wanneer ik wat ging
wandelden, de"kleine herdersknapen mij uit
vloekten, bespotten, denkende dat ik cere
communist was. En die jongens, dat is da
„Vox populi" van het dorp. Maar de vreese-»
lijkste ©ogenblikken waren wel die toen ikir
vooruit loopend. het schot in den rug ver
wachtte Mijn haren, ziet u, zijn dan ook
geheel grijs geworden, en ik ben toch nauwe
lijks 3D jaren. 4