Dagblad voor Leiden en Omstreken.
BUREAUHOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278
Middenstand en Coöperatie.
STADSNIEUWS.
EINfttNLAim
ABONNEMENTSPRIJS
IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN
WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN
PEE KWARTAAL f 2.50
PEK WEEK I 0.19
FRANCO PER POST PER KWARTAAL f2.90
Iste JAARGANG. - DONDERDAG 12 AUG. 1920. - No. 112
ADVERTENTIE-PRIJS
PER GEWONE REGF.L f0.221/,
DES ZATERDAGS f0.30
INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIEF
KLEINE ADVERTENTIES Tan hoogstens
30 woorden 50 cent: Zaterdags 75 cent,
bij vooruitbetaling,
(Slot).
In zijn, in het vorig nummer aangehaald
prac-advies komt Prof. Diepenhorst tot
de conclusie dat tegenwerking van de coö
peratieve beweging afkeuring verdient.
„Onrechtvaardig zou het ^vezen de hulp
Ier Overheid in te roepen, teneinde met
ïaar sterken arm do ontwikkeling der
coöperatie tegen te houden.
Het verbod van verkoop aan niet-leden,
n Duitschland voor den oorlog te kwader
ire ingevoerd, mag onze sympathie niet
lebben.
Beperking van de bewegingsvrijheid der
imbtenaren, wien do mogelijkheid van
toetreding wordt ontnomen, is evenmin
aahnemelijk.
Het middel, in sommige Duitsche kringen
oegepast, om door een bijzondere belas
ing, als 'n progressieve heffing op den om-
et, de coöperatie te drukken, kan ons niet
a-koren.
Reactie wil hier niemand."
Geen tyrannieke maatregelen dus om
iet bestaan van wie den middenstand con-
junentie aandoet te vernietigen.
De middenstand zie in de coöperatie eene
concurrente, wier heilzame mededinging de
rachten staalt en zuiverend werkt op de
;cbreken, welke den middenstand zoo licht
ontsieren. Gelijk de middenstand voor zich-
:elf de vrijheid vraagt om zich naar eigen
evenswet te ontwikkelen, mag hij aan an-
leren de gelegenheid tot krachtsontplooiing
liet onthouden. Hij moet de vrijheid, hij
neet den strijd aandurven. Den strijd met
gelijke wapenen, waarbij niet de Overheid
-h partijdig 6telle aan de zijde van één
•r kampvoerenden.
Inplaats van de coöperatie te veroordee-
ea en te pas .en te onpas te bestrijden, moet
ïaar Prof. D. oordeelt de middenstand van
,e coöperatieve beweging trachten te leerèn.
„In plaats van een kortzichtige en on-
•echtmatige verdelgingstaktiek te voeren
vorde aandacht geschonken aan de juiste
teginsclen, welke in do coöperatie schuilen.
iDe middenstand leere de wapens gebruiken,
iparvan zijn mededingers zich bedienen.
Yereeniging, coöperatie is
o k voor den middenstand
ot wachtwoor d."
Deze opmerking schijnt ons volkomen
1 uist.
Wij behooren niet tot hen die meenen,
n lat het streven van de consumenten er op
1 gericht moet zijn om den tusschenhandel
1 lit te schakelen.
De tusschenhandel, de middenstand is bij
le tegenwoordige ontwikkeling van de
r naalschappijf onontbeerlijk.
Maar daaruit volgt niet dat ten deze al-
es bij het oude moet blijven en dat geen
erbéteringen zouden zijn aan te brengen.
Een medewerker van „Patrimonium"
sprak onlangs als zijno meening uit, dat de
verdwijning van den tusschenhandel, in
rerband met de diensten die hij presteert:
r liet als een economisch euvel kan worden
leschouwd. Zonder noodzaak, zoo betoogde
lij, worden de prijzen verhoogd. De ver-
ïoogingen. overschrijden ver de grenzen van
iet economisch nut dat de consumenten van
-titze tusschenschakels hebben?,
Mot deze uitspraak gaan wij niet accoord.
el komt het ons echter voor dat hier veel
verbeterd en bezuinigd zou kunnen worden.
Het aantal tusscherihandelaren is schril
in elke branche rijkelijk groot. De bedrijfs-
Aiitgaven worden daardoor in niet geringe
mate verhoogd.
Konden de middenstanders er toe komen
r, orn meer dan tot nu- samen te werken, niet
-alleen door de verkoopprijzen, vast te stol-
i[ len, maar ook door gezamenlijk in het
groot in te Icoopen. en de artikelen op de
meest economische wijze te bewaren, te be
werken en te distribueeren, dan zou niet
alleen het belang van den middenstand
maar ook het belang van de consumenten
worden gebaat.
De leuze van onze middenstanders zij
dus niet: middenstand tegen coöperatie,
maar veeleer: de coöperatie in dienst
van den middenstand.
Uit de Pers.
VOLKSVLEIEKS EN VOLKS-
VRIENDEN.
Naar aanleiding van een artikel in „Het
Vaderland" over het tegen elkaar opbieden
van Katholieke en Soc.-Democratische
raadsleden in sommige plaatsen, schrijft
„D e T ij d."
„In de eerste plaats zij opgemerkt, dat
zoowel in het verleden als in het heden de
liberalen niet onschuldig zijn aan zaken,
die men thans den Katholieken meent te
mogen verwijten. Als voorbeeld worde
slechts genoemd het gesol met het staats
pensioen, om zooveel mogelijk arbeiders le
vangen. De hoofdredacteur van „Het Va
derland" zal zich dit nog best herinneren.
Toegegeven zij echter, dat het constatee-
ren van een fout bij anderen eigen fout
niet vergoelijkt. De vraag blijft dus: Bevat,
hetgeen de redactie van „Het Vaderland"
hier den Katholieken meent te moeten voor
houden, een grond van waarheid? En dan
zij ruiterlijk geantwoord: ja.
Tegen een generalisecrcn, zooais „Het
Vaderland" doet, door voortdurend te spre
ken van de Katholieken, komen wij met
warmte op. Toegegeven zij echter, dat er
in onze katholieke kringen nu en dan zich
tcekencn vertoonen, die de vraag doen rij
zen, of bij sommige onzer leidende persoon
lijkheden het verschil tussche democra
tie en de ma g o g i e wel duidelijk voor
oogen staat, men zich niet overgeeft aan
volksvleierij, streeft tiaar populariteit.
De bewering echter, dat dit van hoober
hand zou worden goedgekeurd, mist ten
eenenmale eiken grond.
Bij herhaling is' en wordt erop gewezen,
dat degenen, die het volk niet leiden doch
zich laten leiden door het volk, dit volk
juist opvoeden in averechtschen zin
voortdurend wordt eraan herinnerd, dat
onze leden van vertegenwoordigende licha
men mannen moeten zijn van hoogstaand
karakter, en van grooten zedelijken moed,
voor wie het „doe wel en zie niet om" geen
ijdele phrase wezen mag.
Na derhalve vooropgesteld te ebben, dat
de liberalen, gelet op hun verleden, nu juist
niet de aangewezen menschcn ziju om ons
zoo do les te lezen, zij "erkend, dat het door
„Het Vaderland" gesignaleerde euvel ook
in onze kringen sporadisch voorkomt,
doch dan ook onvoor waardel ij k
moet worden afgekeurd.
Goede politieke voorlichting zal ook ten
dezen verbetering kunnen brengen; zij toch
moet er ongetwijfeld toe bijdragen, dat ons
volk gaandeweg beter de volks-
vleiers van de volks-vrienden
onderscheiden leere."
DE RUSSISCHE HEILSTAAT,
Men weet nooit goed, zegt de „Amster
dammer", wat men gelooven meet van
de ontelbare en elkaar tegensprekende be
richten over den toestand in Rusland on
der het Sovjet-bewind, omdat men zoo wci-
'nig weet van de betrouwbaarheid en des
kundigheid der zegslieden. Maar een getui
genis van bijzondere betcekenis en geloof
waardigheid is zeker wel de verklaring, die
Thomas Shaw, de voorzitter van het con
gres der 2de Internationale te Genève, de
man, die als lid van de Engelsche arbeids-
delegatie, welke Rusland bezocht, uit eigen
aanschouwing kan spreken, heeft algelegd te
genover een aantal journalisten, onder wie
ook do redacteur van. „Het Volk", welke
hiervan hot volgende verslag geeft:
Hij had zeer goede, maar ook zeer slech
te dingen gezien. De algemeene toestand
der bevolking is buitengewoon treurig.
Voedsel, woning en kleeding laten zeer veel
te wenschen over. Als overal elders in het
Oosten van Europa, bloeit er een onuit
roeibare sluikhandel, zoodat, als in gewone
kapitalistische landen, zij er het beste aan
toe zijn, die over het meeste geld beschik
ken.
Aan den anderen kant zijn de theaters en
concertzalen steeds overvol. De toegangs
kaarten worden in de fabrieken verdeeld.
Zonder toestemming der overheid mag
niemand reizen. Er zijn geen andere hotels
dan die door de Sovjets worden beheerd. Er
is geen handel meer, geen eigenlijk winkel
bedrijf, geen koffiehuisleven.
De betaling der arbeiders is volstrekt
niet uniform. De ingenieurs krijgen meer
dan de arbeiders, een geschoolde arbeider
krijgt meer dan een ongeschoolde. De be
roemde zanger Schaljatin bijv. krijgt zelfs
40,000 roebel per maand.
Het valcvereenigingswezen is zeer onont-
wildceld. De organisaties kunnen trouwens
op de arbeidsvoorwaarden geen invloed uit
oefenen. Zij worden van bovenaf vastge
steld.
Wat den politieken toestand aangaat: er
is in Rusland geen dictatuur van het pro
letariaat. Er is een dictatuur van enkele
bourgeois en intellectueelen, die niet uit de
aibeidersklasse zijn. voortgekomen en er
obk niet toe behooren. De dictatuur dezer
lieden is absoluut. Zij besturen heel dit mïï-
lioenenrijk naar hun wil, door middel van
geweld.
Zeker, er worden ook wel eens verkie
zingen gehouden, maar daarbij gaat het al
heel zonderling toe. De verkiezingen mogen
slechts plaats hebben in tegenwoordigheid
yan een sovjet-commissaris. Zoodra nu de
aanhangers van het Bolsjewisme gestemd
hebben, gaat de sovjet-commissaris heen,
zoodat niemand meer" stemmen mag. Op
deze wijze is het natuurlijk heel makkelijk
een meerderheid te krijgen, ja elke opposi
tie onmogelijk te maken.
Commentaar overbodig.
Verslag Gcref. Kerk.
De Kerkeraad der Geref. Kerk alhier
heeft aan de Gemeente aangeboden het ver
slag over den uitwendigen toestand der
Kerk in 1919.
Wij ontleenen daaraan het volgende:
De Dienaren des Woords mochten in het
jaar 1919 hun arbeid ongestoord verrich
ten.
Gedoopt werden 85 kinderen.
Met attestatie zijn ingekomen 140 leden
en met doopattest 31 doopleden.
Na onderzoek door den Kerkeraad wer
den 8 loden tot de Gemeente toegelaten.
Door 97 doopleden werd belijdenis des ge-
Overleden zijn 39 leden en doopleden;
vertrokken met attestatie 130 leden en 58
doopleden.
Huwelijksinzegening had 24 maal plaats.
Door 9 leden werd de gemeenschap met
de Geref. Kerk verbroken.
De winst- en verliesrekening geeft aan
een nadeelig saldo van f 1306.23. De uit
gaven bedroegen in totaal f 23301.32.
Aan collecten voor de Kerk werd ont
vangen f 6635.54 5, aan plaatsengeld
f 5560.51, en aan contribution een bedrag
van f 6023,75 5.
Voor bijzondere doeleinden werd gecol
lecteerd f 2271.25 5.
Gememoreerd 'wordt dat op 1 September
de plaatsengelden werden afgeschaft en
vervangen door vrijwillige contribution.
Uit het verslag van de Diaconie
blijkt, dat in totaal ontvangen werd
f 14.827,92 5, waaronder een bedrag van
f 9754.31 5 aan collecten.
De uitgaven beliepen echter f 17,336.55,
zoodat een nadeelig saldo te boeken valt
van f 2508.62 5.
De voogd ij commissie vermeldt
met blijdschap dat in 1919 geen nieuwe
aanvragen inkwamen, dat de verhouding
tusschen verzorgers en kinderen (8) alles
zins bevredigendwas en dat in de meeste
gevallen over het gedrag der kinderen niet
viel te klagen.
De Yerplegingscommissie
deelt mede, dat de Diaconie in verband met
de hooge uitgaven ernstig overweegt of het
mogelijk is een afzonderlijk fonds voor
sanatorium-behandeling en dergelijke in
het leven te roepen.
De Christ. Bewaarschool had
over 1$19 eeg saldo van f 617.45.
De ontvangsten en uitgaven van het
„Juffrouw-Maashofje"- bedroegen f 1419.47.
Het bestuur deelt mede dat gezien de
vele aanvragen van ouden van dagen uit
breiding dringend noodig is, maar dat het
daarvoor noodige kapitaal ontbreekt.
Voor de zending werd ontvangen
f 864,79. Voor de Medische zending
f 162.50.
Verder bevat het verslag allerlei mede-
deelingen ovèr wijkverdeeliim, catechisa-
tiën, Jongelings-, Meisjes- en Knapenveree-
niging, Zondagscholen, Dameskrans, Zen-
dingskrans, Commissie voor Evangelisatie
enz.
Ruime stof, aldus eindigt de verslagge
ver, biedt dit verslag om den Heere te prij
zen voor Zijne trouwe zorgen aan de Ge
meente ondanks onze onwaardigheid be
steed-
Maar tevens bevat het voor do Gemeente
een krachtigen spoorslag om niet te ver
slappen, niet tïaag te zijn in het benaarsti
gen, maar in het stoffelijke mededeelzaam
te zijn, opdat in alle behoeften kan worden
voorzien.
Op 8 December a. s. zal het 25 jaar
geleden zijn dat Ds. W. Bouwman alhier te
Lutjegast zijne intrede deed.
Ds. Bouwman, diende achtereenvolgens
de kerken Lutjegast van 8 December 1895
tot September 1898, Ezinge, October 1898
tot Mei 1901, HaJlum van Mei 1901 tot
1916 en sinds 6 Augustus 1916 do Geref,
Kerk alhier.
Gisterenmorgen omstreeks 12 uur
was de schilder B. werkzaam bij de Wer-
ninks Bet onf abrieken aan den Ho ogen
Morschweg, toen hij van een ladder viel,
die 2,5 meter hoog was. Hij klaagde over
hevige pijnen in den rug en pol3. Toen hij
per brancard naar het ziekenhuis was ver
voerd bleek, dat zijn eeno pols tamelijk
ernstig gekneusd was, doch de ruggegraat-
wervels waren niet beschadigd.
Naar we nader vernemen is de toestand
van den patient niet zoo ernstig als zich dat
aanvankelijk liet aanzien.
Gisterenavond, ongeveer 3 uur» reed bij
de molens van den- heer Noordman door het
schrikken van het paard, een wagen met in
zittenden te water- De heer B. v. d. E. kwam
onder het rijtuig terecht, maar werd er geluk-
kU; spoedig onder, uitgehaald.
De PilgrimffaXiers-litoratuur is weer ver
rijkt met een keurig uitgevoerd werkje van
Mej. M. S. S. Kuyper.-
In de inleiding zegt de schrijfster o-m-:
""Als men zoo giet dezen en genen over de
Pilgrimfathers-gedachtenisfeesten, die eind
Augustus cn begin September ook hier te
lande zullen gevierd worden, spreekt, krijgt
men gewoonlijk de volgende vragen
Wie waren de Pilgrimfathers?
Waarom gingen ze weg uit Engeland?
Wat hebben wij Nederlanders met die Pil
grimfathers te maken?
D,e bedoeling van dit boekje, waarop wij
na dor onder „Leestafel" de aandacht hopen le
westiken. is op deze drie stereotype vragen,
die inzonderheid ook de Leidenaars in'ercs-
seeren, een antwoord te geven.
Gistermiddag omstreeks 3 uur was do
39-jarige Th. C. K., bezig om van een
schuit zakken meel te dragen naar de meel
fabriek van den heer B. Daartoe moest, hij
van de schuit naar den wal een vlonder
overloopen. Plotseling struikelde hij cn viel
van den vlonder in de schuit, met het on
gelukkige gevolg, dat zijn linker-dijbeen
uit de kom schoot. Per brancard werd hij
naar het Academisch Ziekenhuis vervoerd,
waar hij ter verplegingwerdopgenomen.
Goederenvervoer naar Duitschland.
Zendingen levend vee, benevens ketelwa-
gens ledige zoowel als beladèn kuTi-»
nen zonder Bescheinigung van het Duit
sche Gezantschap te Den Haag verzonden
worden.
Zendingen aan het -adres van een tus-
schenpersoon op eeq in Duitschland gele
gen grensstation en bestemd om aldaar als
een nieuwe zending te worden aangeboden,
worden, voorzoover zij -niet vallen onder,
de toegestane uitzonderingen, 6lechts ten.
vervoer aangenomen indien de Transport-
bescheinigung op dat grensstation luidt en
bovendien de aanwijzing draagt, dat do
doorzending naar een bepaald aangegeven
station is toegestaan.
Uitvoer van levende runderen.
De Minister van Landbouw, Nijverheid
en Handel heeft: a'. ingetrokken zijne be
schikking van 6 Aug. 1920 en b. ingetrok
ken de bij zijne bcscikking van 2 Februari
1920, verleende dispensatie van het verbod
tot uitvoer van levende runderen, aileen
voor zoover betreft den uitvoer naar en
via België.
Ten aanzien van den uitvoer van levenda
runderen naar en via België, wordt, der
halve het verbod tot uitvoer weder onver
minderd van kracht.
Dc post voor Indië.
De Directeur van het Postkantoor Anv.
sterdam brengt ter kennis, dat brievenma
len zullen worden verzonden naar N. O.
Indië per stoomschip „Wilis" van den
Rotterd. Lloyd. Het zeeposttarief is op
deze zendingen van toepassing. Laalsio
buslichting ten Hoofdpostkantoor aldaar
13 Augustus 8 uur 's avonds, aante
kening tot 6 uur 'b avonds; voor groote
partijen drukwerk aanmerkelijk vroeger.
Postpakketten voor N. O. Indië
en Egypte met deze gelegenheid te verzen
den kunnen worden aangeboden tot 13
Augustus 12 uur 's middags.
Do boycot der C. 3. V.
'Naar wij reeds meedeelden heeft de rcgcc-
limg een Commissie benoemd om na te gaan
of de N.V. Cenltrale Bouw.inav4alen-Voor*
zienang nog reden van bestaan heeft.
Daarmede 'kwam zij dus tegemoet aan eten
wensch van H ej Volk dat dezer ila-
Uöix de ministers sommeerde zich me: deze
kwestie te bemoeien.
Wie intusschen meenen moet. da', deswe
ge het christelijke kabinet een pluim verdien
de in de oogen roode redactie. s: zich
deerlijk. Wanf nu deug: cat indijk ce samen
stelling der commissie niet. die he: volgende
brevet van onvermogen nuk::jg.:
Ingesteld is een kommissie voor o ie,zoek
maar de gestes (de handelingen) d." NV.
Centrale Bouwanaterialen-Voo-z11 ite
'sGraveif.iage.enter «beantwoording icvraag
•of er voor de regeering aanleiding bestaat
mede te werken ;ot de kontin-uatie (.voort
zetting) dezer vennootschap. voor de nog
resteerende ach; jaren.
FEUILLETON.
Langs donkere wegen.
JfO)
.Laat mij den Zebra wat opschilderen,
tante Mary", vroeg May.
..Den Zebra lieve!' antwoordde dez'a, ter-
wijl zij haar logmet opzetite, en dé blauwe
ïn roode strepen onderzoekend bekeek;
t,.dat dier behoort zeker tot een uitgestor
ven ras uit den tijd, dat Zebra's nog geen
a staart, hadden en slechts drie pooten."
ik heb deni staart vergeten," ant
woordde May onthutst. Hoe verheugden de
kinderen zich altijd op deze Zaterdagen
het hospitaal 1
En daar stond „de rijke vrouw" van Bee
e treurig en peinzend in de groote kamer
'rond te kijken. Hoe kaal zag deze er dien
avond uit! en todh brandde er een helder
uur in den haard en twee waarsen on
gekende weelde waren op de perselei-
nen kandelaars ontstoken; de oude arm
stoel met zijn versleten- cretonnen over-
L( trek, zag er aanlokkelijk uit. Mary liet er
zich met een zucht in neervallen, en Let-
H (ice knielde op liet haardkleedje.
.Zöudtge liever alleen willen zijn, tante
i Mary Zal ik naar henedén gaan en u ah
i leen laten?" vroeg het kind bedeesd; zij
ihad baar tanite nog pimmer te voren zóó
vermoeid en ernstig zien kijken.
Dat wekte haar op. „Neen, !ie>ve, ineen
ben ik zeer vervelend, Letitioe? Straks zul
len wij naar beneden gaan, als va-de. en
moeder eerst wat gepraat hebben. Kom
wat dichter bij mij. lieveling; hen ik u in
eens geheel vreemd géwordén? Maar, wat
een mager handje! Gij zijit ziek geweest
mijn kind, en tante Mary was er niet om
u op te passen."
J.ettice schudde haar hoofd.
Ik 'heb zoo naar u verlangd," fluisterde
zij. terwijl zij Laar hoolkl op den arm liet
rusten. „He; scheen, dat gij zoo ver weg
waart. En ik kon het niet verdragen, dat
ik Matma zoo tot last was. Zij zag er zoo
vermoeid uit"
„Dwaas kind!" Moeders vinden' het
nooilt lastig hunne kinderen te verzorgen,
als zij ziek zijn," antwoordde Mary haar
zacht in den wang knijpend. Hoe mager
en Week was die, en zij begon ook al ge
bogen te loop en, evenals 'haar vader. „O,
maar Rosie was ook ziek; en vader was
niet wel, 'bij hoestte efg en kon niet goei
slapen. Mama zag er altijd zoo uitgeput
uit, als zij mij eten of medicijnen bracht;
zij had nooit tijd om even te gaan zitten
of le praten, zooals gij doet, en zij glim
lachte noodt en zeide nooit iets vriende
lijks. Zij vertelde mij allljjd, dat Rosie las
tig was, en -dait vadpr zoo erg was, en dat
ik *maar gauw beter moest worden, om
haar te helpen. Eens kivvam zij terug en
'zag zij, dat ik schreide, maar ik was te
zwak, om terstond op te 'houden, toen zij
Biet mij beval, en toen werd zij boos en
zeide, dat ik zelfzuchtig en knorrig was,
en' dat ik haar taak nog verzwaardemaar
ik kon er niets aam doen, heusch niet, tan
te Mary."
„Natuurlijk niet, mijn arm klein meis
je;" en'zij zuch'trtie toen zij dacht aan de
ruwe gezegden van Janet. Knorrig en zelf
zuchtig! Dat was Letltice nog nooit in haar
leven geweest. Wanneer zou Janet dat
sehoone karakter toch eens leraren' begrij
pen? ,Als mama mij maar eens gekust had
zou ik mij niet zoo ongelukkig gevoeld
hebben, maar zij ging heen, zonder mij
goédennacht te zeggen, juist, zooals zij
doöt, wanneer zij niet tevreden over ons
is. Ik weet niet, wat ik gedaan zou hebben.
Ik voelde mij zoo ongelukkig en zoo heet
en zoo ziek, maar vader kwam bij mij."
Mary keek verlucht. „Ga voort, lieve", zei
de zij aanmoedigend. Natuurlijk bracht
Vader alles *in oitde?"
„Ja, hij was zoo vriendelijk; hij scheen
er alles van te begrijpen en knorde niet op
mij; hij draaide het warme kussen om, en
verzette belt licht, zoodat het mij niet hin
derde; en 'hij bette mijn gezicht, en zeide
dat ik zoo sltil mogelijk moeSt liggen en
dat ik dan spoedig beter zou zijn; en hij
noemde mij zijn lief, geduldig dochtertje,
en zeide, dat ik een goed kind was, cn dait
hij zooveel van ons allen 'hield; en meer
herinner ik mij niert. Ik denk, dat ik in
slaap ben geva'Iilen, want toen ik wakker
werd, stond hij naar mij te kijken. Ik her
inner mij we-1. dat Mama den volgenden
morgen zeer vriendelijk tegen mij was."
•Mary zweeg; zij wist, dait Janet altijd be
rouw liad, als zij knorrig geweest was,
maar toch trof haar eensklaps de gedach
te ,',Wat zou Leütice beginnen zonder
haar vader. De Hemel hetpe deze kinderen,
als zij ooit alleen weiden -overgelaten aan
de zorg van zulk een veeieisc'hende moe
der! Reeds waren de stille gehoorzaamheid^
en liet eenvoudig vertrouwen van Lettice
op zware proef gesteld.
„Wat is er, lieveling?" vroeg Mary, want
het voorhoofd van" het kinld stond bewolkt.-
„O, ik weet het niet," en zij drong zich
liefkozend tegen haar tante aan; het is zoo
prettitig om weer met u te praten, dat er
allerlei vreemde gedachten uit mijn hoofd
te voorsdhijn komen, evenals dé dieren uit
tie Ark van Noach. Ik geloof, dat Biet
dwaas en slecht van mij was„ om zulke
dingen te denken."
„Welke dingen, lieveling?"
„O, dat Mama niet zooveel van mij houdt
als van de anderen; zij zegt zoo dikwijls,
dat ik haar vermoei, ais ik praat, of dat
dk onhandig en kinderachtig ben; Hatty
kan veel ebt/er met haar opschieten dan ik,
hoeiwel zij dikwijls beknord wordt. O. als ik.
•maar zoo mooi was ails Ree!" en LeLtica
keek hoe langer hoe ongelukkiger. Dat
was in het geheel niet goetl. Mary ging
rechtop zitten en haar stem klonk koiul;
deze vreemde inbeelding moest niet aange
moedigd worden, en zij keerde hare ge-i
dachten snel af van de onderliggend,' waar
heid.
„Lettice! I'k ben verbaasd ov-er u gij
stelt mij zeer teleur. Wat hebt gij mij be
loofd?"
„Ja, dat weeft ik wel, tante Mary maar
„Stil, geen maars. Is dat nie; zelfzuch
tig, Lettice? is dat geen zlfzucht in don
fijnsten vorm? Denkt^gij. dat liefde zulke
afgepaste maat geeft? Zooveel voor u
•zooveel voor Bee voor Hatty? Kunt gij
uwe moeder verdenken van gebrek aan
liefde? O, Lettice, dat is verkeerd, zeen
verkeerd."
Lettiice liet haarbpofd 1 ic i er. «r big
gelden o. n pnm 'ire