Dagblad voor Leiden en Omstreken.
Brandsfoffencommissie
LBIDSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS -
IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN
IVAAK AGENTEN GEVESTIGD ZIJN
FEE KWARTAAL f 2.50
PEE WEEK f 0.19
FRANCO TEE POST PER KWARTAAL I2.9Ó
'ste JAARGANG. - ZATERDAG 7 AUG. 1920. - No. 108
BUREAUHOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278
ADVERTENTIEPRIJS -/
PER GEWONE REGEL f 0.221
DES ZATERDAGS f0.80
INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TAEIEf
•KLEINE ADVERTENTIES Tan hoogstens
30 woorden 50 centZaterdags 76 cent,
by Toornitb'etaiing
Dit ur/mmer bestaat uit twee bladen
De Middenstand.
Geheel ons politiek en maatschappelijk
leven wordt vrijwel beheerscht door de
Bociale kwestie en hare oplossing.
De sociale kwestie, iedereen spreekt er
van, maar wanneer we eens gaan vragen
vat men daaronder eigenlijk verstaat, dan
stelt menigmaal het antwoord teleur.
Menigeen meent dat het hierbij alleen
gaat om de vraag hoe de arbeiders, de
.werklieden in betere positie kunnen komen.
De kommervolle toestand waarin helaas
ecu groot deel van de lagere kringen ver
keert, en de vraag hoe in dien ongewensch-
ten toestand verbetering kan worden ge
bracht, ziedaar het sociale vraagstuk.
'Zorg dat de werklieden meer verdienen,
kortere werkdagen verkrijgen, een betere
behandeling, ruimere woningen, behoorlij
ke verzorging in geval van ziekte en pen
sioen bij invaliditeit of ouderdom, en de
lociale kwestie is voor velen opgelost.
Wanneer dit alles was bereikt, dan zou
inderdaad en flinke Btap in de goede rich
ting zijn gedaan, maar toch valt niet to
ontkennen dat deze beschouwing, algezien
nog van de geestelijke zijde van dit vraag
stuk, van een zekere eenzijdigheid, niet is
vrij te pleiten.
Dit blijkt al spoedig wanneer wij het
weiale vraagstuk eens wat nader gaan
ieschouwen.
„Wie van een sociale kwestie spreekt,
leeft Dr. Kuyper ergens gezegd, bedoelt
liermee in den algemeensten zin, dat cr
jrnstige twijfel is gerezen aan de deug-
lelijkheid van het maatschappelijk ge-
)ouw, waarin we wonen; en dat er dien-
engevolge in de publieke opinie strijd
*;ordt gevoerd over de hechtere grondsla
gen, waarop een doelmatiger maalschappe-
ijk gebouw en dat beter bewoonbaar, valt
p te trekken."
De grondslag van het maatsehap-
ielijk gebouw deugt dus niet. Set funda
ment is niet in orde. Men heeft dat ge
touw op den individualistische grondslag
ip getrokken en het gevolg is, dat het ge-
leole gebouw is gaan wankelen en onbe-
oonbaar geworden.
Niet hen recht maar de macht werd
verheerschend. En nu spreekt het wel
ranzelf dat de economisch zwakken in de
len strijd het onderspit moesten delven en
iet meest den nadeeligen invloed van den
rerkeerden toestand ondervinden. Vandaar
lat hunne nood het grootst werd en het
neest de aandacht trok.
De maatschappij wordt ed al-
oen gevormd door de arbeider,
naar ook door andere standen even
nisbaar voor den bloei en de welvaart -van
le samenleving.
Dit wordt wel eens wat al te veel uit
iet oog verloren, ook in onze kringen.
Vandaar dat in vergadering en pers wel
olie aandacht werd geschonken aan do
ehoeften van de werklieden, maar met
e nooden van don z. g. Middenstand vaak
laar al ,te weinig gerekend werd. Wan
eer, om maar iets te noemen, werd in
evenals over de
ociale wetgeving enz., over de midden-
tandsbelangen gesproken. Werd niet, vaak
en indruk gegeven alsof er geen Mid-
enstand was en alsof de belangen van
ien 6tand niet verzorgd behoeven te wor-
en^ evenals die van de arbeiderbevolking?
Voor een deel is deze mindere belang-
I oiling aan de middenstanders zelf toe te
hrijven.
Reeds lange jaren hebben de werklieden
gezien, dat eendracht macht maakt, dat
organisatie kracht schuilt. Door de
FEUILLETON.
.angs donkere wegen.
ÏMaar den volgenden dag was zij neer in
un midden verschenen, en had zij daar
lil en ernstig gezeten, doch door haar
touding te kennen gegeven, dat zij niet
ri 1de, dat ie-mdnd zijne sympathie zou be-
uigen; zij zag er zoo slecht uit, dat Dol lie
m haar moeder angstige iblikken wissel-
en; Dollie had haar wel om den hals wil-
ïn vallen, door liefde en medelijden gedre-
p 'en, maar een zekere terughoudendheid in
aar wijze van doen belette 'het haar. Ecn-
>21 laai toen. Janet met buitengewone teeder-
- eid tot haar spralk, was zij eensklaps op-
- lestoven.
■n „Wat bedoelt ge, Janet?" had zij gezegd;
- t ben wel, zeer wel"; en even later had zij
Collie gevraagd met haar uit te gaan. Ja-
et keek hen verlangend na, maar zij vroe-
>t haar niet mee te gaan. Toen zij een
ïndje gewandeld hadden vatte Mary Dol-
'•ie's arm en leunde er tamelijk zwaar op,
V( laar zij was zeer weinig spraakzaam. Zij
caren de richting gegaan van hunne eerste
s andeling naar het kerkhof; daar Dollie
iet in éene stemming was om zich aan
roerige overpeinzingen over te geven,
^d zij er wel voorbij willen gaan, maar
vakbeweging is het niet alleen gelukt be
tere arbeidsvoorwaarden te verkrijgen,
maar is het ook gelukt, de algemeene be
langstelling te wekken.
De middenstanders doden anders.
Inplaats van zich te organiseeren, heb
ben ze hun kracht gezocht in een vaak
moordende concurrentie. Inplaats dat ze
elkaar gingen helpen en eikaars belangen
voorstonden, hebben ze al te veel getracht
elkaar te benadeelen en het bestaan moei
lijk, zoo niet onmogelijk te maken.
Het gevolg van dit verkeerde optreden
was, dat de Middenstand steeds meer in
verdrukking kwam. Aan de eene zijde
door de zich 6teeds uitbreidende groothan
del en de groot-industrie en aan do andere
zijde, door de zich organiseerendc werklie
den, die, verkeerd voorgelicht als- ze waren
do ldein-handel en klein-industrie als para
sitaire aanhangsels van het maatschappe
lijk leven beschouwen en zich door coöpe
ratie van deze „vijanden" trachten los te
maken.
Deze verzwakking valt te betreuren, aan
gezien ook de Middenstand behoort tot het
organisme dat wij Maatschappij noemen
en dus niet alleen onmisbaar is, maar ook
niet mag kwijnen, daar het lijden van dit
deel zijn invloed op de andere same1 -tellen
de deelen niet missen zal.
Nu is hierin de laatste jaren
gekomen.
De Middenstand heeft zich krachtig ge
organiseerd.
Wij hebben gekregen bonden die zich
speciaal toelegden op de behartiging van
de belangen der middenstanders en die
doo[ eigen initiatief zoowel als door Over
heidssteun veel goeds hebben weten te be
reiken.
Ontkend kan niet worden dat zulk een
krachtige organisatie voor het maatschap
pelijk leven zijne gevaarlijke kanten heeft.
Zal de Middenstand goed functiöneeren
en aan hare hooge roeping van de samen
leving beantwoorden, dan moét zij wor
den beheerscht door dieper liggende begin
selen.
Neutraliteit is ook op dit terrein ontoe
laatbaar. -
Gelukkig ris dit ingezien en hebben we
gekregen een Vereeniging van den Christe-
lijken Handeldrijvênden en Industrieelen
Middenstand, die een eigen Bureau heeft en
een eigen orgaan, en die de vragen die het
leven beroeren aan de Christelijke beginse
len wenscht te toetsen.
Een verblijdend verschijnsel.
De wereld is in beroering.
Alles wisselt en wankelt.
De revolutie-beginselen dringen overal
en op elk terrein door, en laten hunne ver
derfelijke invloed gevoelen ook in midden-
standswereld.
Meer dan ooitjs het daarom noodig dat
de belijders partij-kiezen en dat ook de
Middenstanders zich verzamelen onder
eigen banier om ook op dat terrein te ijve
ren voor de eere van onzen Partij.
V De boycot van Hongarije.
De op 20 Juni j.l. door het Internatio
naal Verbond van (roode) Vakvereenigin-
gen afgekondigde boycot van Hongarije is
afgelast.
De heeren hadden zich in hunne macht
vergist. :_w-1
Het ideaal dat zij hopen te bereiken is
dat heel het wereldverkeer zal stilstaan als
hun machtige arm het wil.
Niet alleen do werkgevers, maar ook de
regceringen moeten naar hunne pijpen dan
sen.
Heel de wereld wenschen zij te beheer-
schen.
Het economische en het politieke en na-
tuurlijk ook het geestelijke leven.
Aan het Zoeklicht.
Leiden, 7 Augustus 1920.
De verslagen van den Leidschen Ge
meenteraad doen mij telkens weer denken
aan wat de heer -Vlieg e n, do voorzitter
van het partijbestuur der S. D. A. P. drie
jaren geleden in Het Volk schreef:
„De onbewuste let wel de onbe
wuste! arbeider heeft altijd de nei
ging te stemmen op den heftigste, op hem
die de scherpste taal weet te gebruiken."
Zoo was het al in 1917.
„Maar, zoo ging de heer Vliegen voort,
dit verschijnsel zal natuurlijk nog grooter
gevaar opleveren bij de nieuwe kiezers, die
uit nog lager lagen der bevolking komend,
in ontwikkeling meestal nog bij de tegen
woordige kiezers zullen achterstaan."
In deze woorden vindt men de verklaring
van heel het optreden der roode raadsleden.
Het is volgens den heer Vliegen niets
anders dan speculatie op de a c h t e r 1 ij k-
h ,o i d en de mindere ontwikkeling van de
onbewuste kiezers.
En de heer Vliegen is een getuige die
zeker niemand in de S. D. A. P. zal wra
ken.
OBSERVATOR.
Hongarije zou als proefkonijn dienst
doen.
Vanaf 20 Juni zou dit land volkomen
van het wereldverkeer worden afgesloten.
Het zou niet mogen koopen of verkoopen,
geen brieven of telegrammen mogen ont
vangen of verzendende -bevolking zou
aan hougor en ellende worden overgegeven,
tot de regeering voor een paar vakvereeni-
gingsbestuurders op - de knieén lag en be
loofde te prijzen wat de heeren socialisten
believen te wijzen.
En na Hongarije zouden dan natuurlijk
andere landen volgden.
Edoch deze eerste 'poging is mislukt.
Beneveld door machtswellust hadden de
roode heeren vergeten do kosten te bereke
nen voor ze den toren gingen bouwen.
Al spoedig bleek dat. de boycot niet in
de eerste plaats Hongarije, maar andere
van dit rijk afhankelijke landen trof.
En 't duurde dan ook niét lang of 't was
duidelijk dat de boycot op een mislukking
zou uitloopen.
En zoo is 't gegaan ook.
De boycot is afgelast.
Het eenige wat bereikt werd is veel ver
warring en opstopping in het goederenver
voer met als gevolg veel arbeidersellende.
Men geeft echter den moed niet op.
Straks zullen nieuwe pogingen in deze
richting worden gedaan.
Aan onze Christelijke vakorganisaties
en aan allen die de christelijke belijdenis
hooghouden in de eerste plaats de taak,
om maatregelen te nemen dat iedere nieu-
'we poging op een nieuwe vdrgissing uit
loopt.
V Om te onthouden,
In Het Volk schreef een der voorman
non van de S. D. A. P. de heer Loopuit:
„Er is niemand met eenig verstand
van economische aangelegenheden en
verantwoordelijkheid voor zijn woor
den en daden, die niet meent, dat de
revoluties, die wij medemaken, hoezeer
politiek' van bijzondere beteekenis,
economisch anders hebben gedaan dan
de geweldige debacle, waarin Europa
zich bevindt, nog ontzettend vergroo-
ten."
Hieruit volgt, dat indien in' November
1918 do plannen van Mr. Troelstra gelukt
waren, ook ons land aan deze geweldige
debacle niet ontkomen zou zijn.
Maar ook, dat onzo regeering die de re
volutie-plannen wist te verijdelen en allen
die haar daarbij terzijde stonden, aan land
en volk een niet te waardeeren dienst heb
ben bewezen.
District LEIDEN.
Bon XY,
Bon
1,
la lb,
Bon
2
2a, 2b,
Bon
3,
3a, 3b,
Bon
4,
4a, 4b,
Bon
5,
5a, 5b,
Bon
6,
6a, 6b,
Bon
7,
7a, 7b,
Bon
8,
8a, 8b,
De Directeur van het Brandstoffenbureau herinnert eraan, dat zyn geldig verklaard van do
BRANDSTOFFENKAART VOOR HET MINIMUM RANTSOEN
de onderstaande bons eQ dat de op de kaarten genoemde handelaar gemachtigd is op
de gewone en nader omschreven wijze de volgende afleveringen te doen: 2310
1 eenheid (2 H.L.) gascokes.
1 eenheid (2 H.L.) gascokes.
1 eenheid (1 H.L.) anthraciet.
1 eenheid (1 H.L.) anthraciet.
1 eenheid (1 H.L.) eierkolen.
1 eenheid (1 H.L.) eierkolen.
1 eenheid (100 K.G.) bruinkooib.a
1 eenheid (2 H.L.) gascokes.
1 eenheid (2 H.L.) gascokes.
Bon XY is uitsluitend geldig tot Zaterdag -25 September a.s., zoodat degenen, er
voor dien daitum op deze bon geen brandstof hebben bétrokken, na 25 September dae-~-
'op'alle aanspraak verliezen.
In afwijking van de op de minimifm-rantsoenkaarf aangegeven geldigheidsdure
der bons, worden de bons 18 voorloopig geldig verklaard tot Zaterdag 25 Septem
ber a.s. en kunnen op deze bons na genoemden datum slechts brandstoffen worden
betrokken, nadat deze bons opnieuw zijn geldig verklaard.
De maximum-prijzen zijn voor thuisbezorgd:
per eenheid (1 H.L.) anthraciet f4.10.
-per eenheid (1 H.L.) eierkolen f3.40
per eenheid (2 H.L.) gascokes f 4.4':.
per eenheid (100 K.G.) bruin ko f3,85. t
:i- ..chtneming van de verhoogingen voorde Buitengemeenten als op prijs
lijst is vermeld.
De beschikbaarstelling van gascokes geschiedt uitsluitend in ongeklopte en wordt
de prijs met 20 cents verhoogd, wanneer aflevering van geklopte cokes wordt ver
langd.
De bons mogen uitsluitend worden afgegeven bij ontvangst der brandstoffen. Ter
voorkoming van betaling van herhaald bezorgloon (20 cents per eenheid! worden be
stellers verzocht de bons gereed te leggen, opdat de handel deze bij aflevering kan
in ontvangst nemen.
AFGIFTE VAN BRANDSTOFFENKAARTEN OF VAN BONS, WAAROP GEEN AF
LEVERING IS GESCHIED, AAN HANDELAREN OF PARTICULIEREN HEEFT
BUITENSLUITING TEN GJSVOLGE.
LEEST DEN TEKST DER BRANP-STOFFEN- EN BESTELKAARTEN.
De Directeur voornoemd,
KRAMER.
Leiden, 8 Juli 1920.
Hadden Mr. Troelstra en zijue vrienden
hun zin gekregen, de toestand zou in ons
land duizendmaal ongunstiger zijn
dan thans het geval is.
STADSNIEUWS.
De minister van Ondierwijs heeft bepaald
dat de commissie tot het exartiineeren van
hon, die eene acte van bekwaamheid wen
schen te verkrijgen tot het geven van middel
baar onderwijs in de Nederiandsche taal, de
geschiedenis, de aardrijkskunde, de staathuis
houdkunde en de statistiek en de staatsinrich
ting over het jaar 1920 zitting zal houden
te Amsterdam. O.a. is in deze commissie be
noemd dr. J. iHeinsius, mede-redacteur van het
Woordenboek der Nederlandsche taal, alhier.
Gisteren heeft de in Leiden bekende
hoofdopzichter van Fortificatiën, de heer B.
Horff. op 60-jarigen leeftijd, den militairen
dienst met pensioen verladen».
De aannemers, pzichters cn personeel van
de militairen gebouwen^ alhier, hebben de
heer Hoff juist op zijn verjaardag, als blijk
van belangs'JeUling, waardeering en sympathie,
een eikenhouten zetel aangeboden, als blij
vend aandenken.
Zij het den heer Hofi. die bekend staat als
zijne taak steeds corsiensieus te hebben opge
vat. en de telangen van het Rijk met ijver cn
vteran.'woordeilijkheidsbesef hee-ft gediend, nog
gq;even jaren van rust te mogen genieten.
In het perceel Burgsteeg 5 waar voor
heen gevestigd was de slagerij van den
heer j. Horree, heeft de heer Abram Dreef
heden een zaak geopend in nieuwe
meubelen.
De heer Abram Dreef is de zoon van den
heer N. Dreef aan de Nieuwstraat, doch
de nieuwe zaak etaat in geen enkele ver
bintenis met den best a an den winkel aan de
Nieuwstraat, is daarvan geheel gescheiden.
De heer Dreef die van jongs af in ho4-
meubel- en beddenvak is werkzaam go
weest en dus eene routine heeft als weini
gen, exploiteert deze zaak geheel voo
eigen rekening.
De winkel welke door bijtrekking van do
daarachter gelegen huiskamer een mooie
ruimte biedt, ziet er in alle opzichten fraai
en smaakvol uit.
Een ruime sorteering degelijke dt^gr eigen
werklieden vervaardigde meubelen in di
verse stijlen en houtsoorten (eiken en ma
honie) geven een mooi aspect terwijl do.
bekleeding der fautuils en stoelen 'n mooie
afwisseling biedt.
Binnenkort hoopt de heer Dreef aan zijn
zaak een speciale beddénafdecling te ver
binden.
Het spreekt vanzelf dat de jonge zaken
man niets onbeproefd zal laten om door do-
gelijke bediening cn vooral door stevig
concurreerende prijzen, het vertrouwen
zijner stadgenooten en der clientèle in do
dorpen, zich waardig te maken.
Ook hier geldt het bekende woord, „wat
men niet in de étalage ziel, vindt men bin
nen", want, achter den winkel bevinden zich
nog drie localitoiten waarvan er één als
monsterkamer is ingericht terwijl de twee
anderen als bergplaats dienen.
Bovendien worden naar tcekening aller
lei meubelen vervaardigd!
Wij wenschen den heer Dreef met zijn
nieuwe zaak veel succes toe!
U.'-
Mary drukte zacht liaar arm en leidde haar
naar den ingang.
„Het is zoo koud en vochtig", zeide Dollie
rillend, 'terwijl zij naar de grauwe lucht en
de kale toppen der hoornen keek; maar
Mary sloeg er geen acht op.
Weldra zaten zij op het bankje, vanwaar
zij ihet gezicht op de graven hadden.
„Zuster Veronica, twintig jaar* oud
weet ge nog wel?" zeide Mary zacht, alsof
plotseling eene gedachte haar trof, en toen
zij deze opmerking gemaakt had, vervolgde
zij, „maar werkelijk, ik vind, dat gij moet
blijven, Dollie."
„Maar 'het zal zoo vreeselijk zijn, om ach
ter te blijven na alles wat er gebeurd is-'k
antwoordde Dollie. „Weet ge, ik heb een
hekel aan het kasteel ik 'heb een gevoel
alsof ik vervolgd word; wij zijn zoo geluk
kig geweest en hebben zoo'n prettigen tijd
gehad, en nu is alles zoo ongelukkig afge-
loopen"; en Dollie stampte ongeduldig op
den grond.
Ja, het zal zeer stil zijn", hernam Mary
met een zucht, „maar toch vind ik, dat gij
het ter wille van Charlotte doen moest; zij
zal zich zoo eenzaam gevoelen, en zij is zeer
vriendelijk voor ons geweest, de arme
vrouw! en de verandering zal uwe moeder
veel goed doen."
Dollie trok een lang gezicht zij was
maar half overtuigd;
,-Maar ik zal u elk uur van den dag mis
sen, Mary", zeide zij vleiend. „Ik heb nooit
eene zuster gehad, en ilk heb oen gevoel,
alsof wij zusters waren. Ik zal steeds aan u
denken en naar u verlangen, en o! ik
geloof ten slotte, dat Zuster Veionica, oud
twintig jaar, nog niet zoo erg le beklagen
was; zij had zoo spoedig met haar leven
afgedaan."
Mary glimlachte medelijdend.
„Daar ben ik nog zoo zelker niet van, Dok
lie; misschien is het niet over ons beschikt,
dat wij het treurige leven zoo spoedig dóór
zouden komen; wij mogen.ons niet aan
het kruis onttrekken; 'het is beter" hare
lippen beefden, maar zij ging bedaard
voort „het is beter, dat wij het ons toe
gedeelde leven zoo moedig cn geduldig mo
gelijk leven. Langzamerhand «al "het geen
pijn meer doen"; en toen veranderde haar
manier; zij sprong op en liep snel het nau
we pad ten einde.
„Ja, het is koud en het voelt aan, of het
zal- gaan sneeuwen. Janet had gelijk, en
het is beter, dat wij niet later dan morgen
vertrekken. Wilt ge mij beloven te zullen
blijven, lieve Dollie? Het zou mij voor u
spijten, ~als gij niet handelde!, zooals gij
moet; men kan niet altijd zijn eigen zin
doen."
„O, Mary, hoe beschaamt ge mij!" ant
woordde Dollie met tranen in de oogen.
„Blijven? ik wil zes maanden blijven, als
gj! het.verlangt."
„Neen, slechts zes weken totdat onze
arme kleine Charlotte Madame Arnaud
wordt. Gij moet er mij alles van schrijven;
alles wat gij doet; en hoe Lesponts uwe
moeder bevalt. Gij moet 'haar de Bcguinage
en Laeken-Waler laten zien, en en o,
wat is het koud, Dollie!" en nu hulde Mary
zich dichter in-haar mantel.
„En gij zult mij ook schrijven Mary?"
„Ja, ja natuurlijk zal ik schrijven. Ik
moet u van de-kinderen en Maurice ver
tellen en van mijne plannen; en als ge te
rug komt, moet ge met uwe moeder op
Crome komen, cn en wij zullen het
gezellig hebben maar toen wgrd haar
stem heesch en begon zij sneller te loopen.
Voordat zij het kasteel bereikt hadden,
werden zij overvallen door eene hagelbui
en kwamen zij nat en moede aan en von
den Janet, onrustig op hen wachten.
,,0, foei, wat een storm! gij zult wel door
nat zijn", riep zij uit en legde de hand op
Mary's natten mantcf; maar zij hield een
uitroep terug. „Ja, vvij zijn zeer nat, en ik
denk, dat ik naar mijne kamer zal gaan,
om wat te rusten Jartet"; en Mrs. St. John
liet haar met een zucht voorbij gaan.
Dollie had beloofd te zullen blijven, en
dus deed zij haar best zich zoo goed moge
lijk te schikken. liet was treurig, toen zij
Mary naar het station had gebracht cn al
leen over he Grande'Place terug ging; het
klokkenspel klonk haar zelfs droevig in de
ooren.. Hoe eenzaam scheen het kasteel
dien avond! hoe onbeduidend vond zij het
voortdurend gebabbel van Oh'arlotte; voor.
deze ééne maal scheen de tegenwoordig
heid barer moeder haar nauwelijks vol
doende. Het scheen in de kamer te spoken;
tiet donkere gelaat van Grey gluurde haar
uit de hoeken aan: zijne vriendelijke.oogen
schenen haar te volgen; de gloed van hei
vuur bescheen Bertie's krulhaar; zij kon
zijne slem hooren. zijne woorden verslaan
en Mary, die 'hem antwoordde.
„"Zoudt gij gaarne naar bed gaan, Dollie?''
vroeg haar moeder, die de onrust van het
meisje opmerkte. Het werd beter toen zij
bovenkwamen en zij het hoofd in den
schoot barer «moeder leggen kon, en met
'haar kon pralen. Geen wonder, dat zij ver
moeid en ontdaan was, na alles,, wat er ge
beurd was, dacht de weduwe, en zij waa
zeer zorgzaam voor haar kind.
Maar na eenige dagen werd het beter;
Dollie miste haar vriendin niet meer zoo
zeer, en haar natuurlijke .levendigheid
kreeg de overhand. Zij moest de "honneurs
van het kasteel waarnemen tegenover haar
moeder, Charlotte had het veel en veel ts
.dn:
(Wordt vervolgd).