Dagblad voor Leiden en Omstreken.
ABONNEMENTSPRIJS -
IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN
WAAR AGENTEN GEYESTiGD ZIJN
KWARTAAL f 2.50
WEEK f 0.19
nco Ter post per kwartaal 12.00
'ste JAARGANG. - WOENSDAG 23 JULI 1920. No. 93
BUREAUHOOIGRACHT 35 - LEIDEM. - TELEFOON INT. 1278
ADVERTENTIEPRIJS
PER GEWONE REGEL f 0.22>/j
DES ZATERDAGS f0.80
INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIEF.
KLEINE ADVERTENTIES van hoogstens
30 woorden 50 cent Zaterdags 75 cent,
bij vooruitbetaling
nummer bestaat uit twee bladen
atschappelijk Isolement.
ons isolement, in onze zelfstandig"
in onze beginselvastheid, ligt onze
°J hl-
:n opzichte van het politieke teven
dt dit onder ons vrij algemoen er-
l
dfs zijn etr niet weinigen d'ie nog (ten
je verder willen gaan dan Green be
de en die alle samenwerking- met, an*
partijen ronder meer willen afsnij-
m a a s c li a p p ci 1 ij k gebieid
er wondt d'c gcoote betoeltenis. van
'card nog veel te weiinig gevoeld,
zóndieirheid dloar do patrioons, do
n on middenstanders,
arbeiders zijn hen in d^t opzicht
vooruit.
icdB in 1875 begrepen de mannen
„Patrimonium" dat zij van het
irale Alg. Ned.. Werkliedenverbond
r met hunne beginselen niet w^rdf
•kenimeen dep| meer mochten uit
jen, maar dat. zijn hunne kracht
l sten zoeken in isolement.
pk die mannen van de vakorganisatie
ben dit gevoeld.
de z. g. neutraio bonden word met
christelijke -beginselen niet gerekend
de ïedicn van christelijke loven sop vat*
waren individueel te zwak, om in-
d van bef eek-en is uit te oefenen,
leeds verdien* zakten de vakorganisa-
af.
ion-der terughoud in g word de ver-
felijkie leer van den klassenstrijd ge
likt.
nze mannen begrepen'dat zij door
to blijven van de algemeiene bonden
tie massa zouden ondergaan, dat zfj
ine beginselen zouden schaden en
Koning smaden en dat zii alleen
zich af te zonderen, clbor zclfstan-
op te treden kracht en invloed zou-
kunnen uitofenen.
'andaar dat toen het Christelijk
iaal Vakverbond is gesticht,
udanks smaad en boon, ondanlcs
en tegenwerking en vervolging zelf
)ben zij hoog gehouden de banier van
Evangelie.
in hoa schitterend is aan hen 'de waar*
dl van Green's leuze bevestigd),
ie Christelijke organisaties mogen
l nog niet zoo sterk zijn als de ,,mo-
ne" vakb-ond,-en. groot is toch d'e in-
Bd die zij hebben uitgeoefend,
o s il t i e f dfoor de arbe ids voorwaar,
i t© verbeteren en krachtig mee te
rken aan de stoffelijke en. geestelijke
heffing van cton arbeidenden stand.
ST -a g a 11 a fdiooc «de uitspattingen
de revolutionaire vakbonden je
iporen, ongemotiveerde stovnsren le-
h-ouden en de roode bonden te
ingen met hen te rekenen.
Jondor isolement, zonder zelfstandige
;anisatie, ziouden de Christelijke work
men in dien roodon stroom zijn ondap-
faan.
n patroonskringen Had' men langer
irk om tot, de overtuiging te komen,
t, om het beginsel ;e kunnen handha-
isolement, zelfstandig optreden
'cht was.
be tegenstölljingen waren hier minder
herp eai men zeggen.
khijnba-ar W-el, maar indordiaad toch
st.
jf vond de leer van 'den klassenstrijd
werkgeveirs'kringen bij boören en
ridon standjes geen tctepac sing?
Was ook liier die «invloed van de revo
lutie-beginselen niet merkbaar?
Werd! daar bij de -behandeling van al-
lerioi vraagstukken met de Christelijke
beginselen gerekend?
Hoe ging het bij de regeling van ar
beidsvoorwaarden, likt organiseren van
tentoonstellingen en winkelweken enz.
Was de invteed van dö Christelijke boe
ren en middenstanders daarbij' merk
baar?
In liet gunstigste geval werd er met
hunne gevoelens eenigermatc rekening
gehouden, maar «daartegenover w^rct
dJaii ook van hunne zijde een groote mato
van inschikkelijkheid ve-rwacht.
Gelukkig is daarin die laatste jaren
eenige verbetering gekomen.
Onze middenstanders ltebben voor
een deel1 althans, ingezien dat, in isole
ment, in beginselvastheid! hunne kracht
school.
Dc Christelijke Middenslandfebond is
opgericht, welke bond de waagstukken
die het maatschappelijk teven bc*ro ve.n
wenscht te bezien bi; net licht var
Woord Gods.
En ook de Christelijke boeren, en - ten
ders hebben begrepen dat j -p asm
verkeerden weg waren en dat zij rich
op e-n eigen grondslag hadden te vgar
nisc'eren.
Niet om af te breken en d.? krachten
te versnipperen, maar om te bol^-»- t,
kunn-on bouwen en te krachtiger te r,üji
nen arbeid en.
Samenwerking blijft altijd! mogelijk.
Samenwerking niet als personen»
malar alts organisaties met behoud var;
eigen zelfstandigheid en ondier lioo-ghou
ding van liet eigen beginsel.
Er wordt en met. recht vee! geklaagd
óver dc maatschappelijke verhoudingen.
Maar eir zou al veel gewonnen zijn ;n-
d'ic.n verstaan werd de beteekenis van
het woord-: In ons isolement, in onze
zelfstandigheid, in onze beginselvastheid,
ligt onze kracht, en ind'ten patroons zoo
wel als arbeiden leerden optrekken o n
der ei'gen banier.
Brandstoffen-Commissie
District Leiden.
Daar met het oog op de prijsverhooging
per 1 Augustus van groep B van deze groep
vele aanvragen binnenkomen ter behan
deling in de maand Juli vestigt de Di
recteur van bet Brandstoffenburau er de
aandacht op, dat aanvragers, die op behan
deling der aanvragen door het Bureau en
aflevering door den handel tegen den
«thans geldenden prijs aanspraak wen-
aanvragen op uiterlijk Dinsdag 27 Juli bij
schen te maken, (moeten zorgen dat deze
het Bureau moeten zijn ingediend, de bij
betaling aan het Bureau en inlevering dei-
toewijzing hij den handelaar op uiterlijk
Donderdag 29 Juli a.s. moet hebben plaats
gehad.
Aanvragen, die niet voldoen aan deze 'be
palingen, komen niet voor behandeling in
de maand Juli in aanmerking.
De Director van het Brand-
stoffenbureau,
KRAMER.
Leiden, 21 Juli 1920.
V Communisme enspek.
Een ietwat eitrenaardige combinatie.
Althans in schijn.
De verklaring vindt men in de vol
gende correspondent ie uit het Roerge
bied in de N. R. Grt.;
Hee>l opmerkelijk reageert dc ar-
beii-dersbevolking\ op «die werving
van mijnwerkers voor onze onderne
mingen in Limburg. Yan don kant
djer vakverenigingen wordt deze
werving tegengewerkt, daar de lei
ders terecht van mecni'ng zijn, dat
Duitschtend .op het, oogenblik geen
arbeidskrachten in da kolenproduc-
tie te verhezen heeft. De trek naar
Nederiand is pijnlij'ldetr, omdat, dezo
lieden streng zijn in hun eischen en
s toch Is de beste werklui, nicl boven
de 40 jaar, aannemen,
De communisten echter houden
cr dergelijke patriottische bezwaren
niet op na en moedigen den uit
tocht aan. In Limburg tokt beter
voedsel en, bij een laag kostgeld-,
nog altijd veel voordelie-er loon.
- Het .gevolg is, dat wij vooral com-
muniistischen toeloop krijgen. Dit
scheen mij ook proefondervindelijk
juist, daar ik alleen in communisti
sche m i.j n werkers te n h li n hoorde
van vrienden, dóe in Nederland wcrk
badidlcn gekregen.
Dit. verschijnsel kan zijn bezwar
hebben voor kalmte in het Lim-
burgsche kolen gebied. Maar eenigs:
rins troostend kan men daar tegen
over stollen, d-at. een gedeelte van
liet bolsjewisme der Duitschers van
plaatselijken aard! is, een product
van honger en verbittering. ..Onze
lieden zijn zoo zelfzuchtig; legen
spek is hun beginsel
vastheid niet bes t. o n d",
bjoo klaagde mij tten communisti
sche Rrbeid'er zijn nood.
Jjef '«v.ij van 'groote bppwvtokkiglieid
gdLuigien, me-k,'Path hierbij op, In
dien meA ,de communislisclto en sparta*
cistische beweging alleen verklaarde uit
'den economisclien n-ood. De invloed der
beginselen moet niet worden on
derschat
Maar .oef blijkt ook weer uit dfeze me-
dedealiing, dat, do kracht der beweg: ng
in Duilschland en elders afneemt, naar
mate do economische toestand! en niet
name de voedselvoorziening verbetert.
Veten scharen zich bij de. meest revolu
tionairen uit nicl-princfpi^te overwo-
gingen. Maar al,zijn er z.g.n. commu
nisten", wier beginselen niet- togen spek
bestand' zijn, men mag in onze lim-
bwcrsche mijnstreek wel terdege waken.
Waken vooral -tegen verkeerde gees
telijke invloeden.-
Zendingsdag te Oud-Poelgeest.
"Heden werd te Ocsstgeest op de Buiten
plaats „Oud-Poelgeest" de Twintigste Zen-
ihiiigsdaT der Oercf. Kerken in de Classis Lei-
aen gehouden.
In den loop van den morgen trokken zeer
velen naar het schoone Buitengoed op. He',
weer was wel niet zonnig, maar toch dfjog.
bij uitstek geschikt voor deze samenkomst.
Te Hl uur, toen reeds een 600 personen op
het terrein aanwezig waren, opende ds. D. Pol
van Boskoop het samenzijn met het doen zin
gen van Ps. 47 Dl en 4.
Hierna hielij ds. Pol zijn openings
rede:
Ter opening van onze samenkomst wil ik
U in korte wroorden vertolken een bede voor
het ZendL'swerk van den apostel Paulus; de
bede, die hij eenmaal door middel van een
Zendingsbrief richtte tot de gemeente van
Thessalonica. 2 Thess. 3:1: „Voorts, broeders,
bidt voor ons, opda: het Woord des Heerèn
zijn loop hebbc, en verheerlijkt worde, gelijk
óok bij tri'
A a r,.l e i d j n g tot dit bijzondere ver
zoek, om in den Zendingsarbeid met het wa
pen van het gebed mee te strijden, vond Pau
lus in de al meer opdringende macht van de
Joodsche vijandsch'ap. die zijn aanvankcüjk
met rijken zegen gekroonde Evangelieverkon
diging in de koopstad Corinthe dreigde met
den ondergang.
Zijn hart is daarover zoo bezorgd, dat hij
midden in allerlei vermaningen de bede in
vlecht, dat de geloovige Thessalonicensen
toch voor hem en zijn Missiewerk zullen bid
den en. aanhouden in het gebed.
Een apostel des Heeren komt thans niet
meer met een Zendingsbrief tot ons, maarAvij
hooren in doze bede toch éénzelfde roep, ko
mende van verre landen en van alle windstre
ken. rot volhardende smeeking voor liet Zen
dingswerk.
Van al die mannen en vrouwen, die zich
zelf hebben gegeven voor den Naam Van onzen
Heere Jezus, én die vaak op eenzame posten en
onder veel bange tegenkanting pogen te plan
ten Christus'' Kerk onder heidenen en mohame-
danen.
Maar bijzon de rij ik beluisteren wij op ouzeti
Zendingsdag dan weer deze bede. zooals die
onze mannen en vrouwen tot ons richten;
onze predikanten met hun echtgenooten
op Soenrba en Midden-Java "ten Zuiden-En dan
mét name nog. gelijk die komt van ons eigen
Zendingsveld. dat thans vacant is. maar de
bearbeiding geniet van den consulent br. Es-
ser, wiens eigenlijke standplaats is her nabij
gelegen Poerbolinggo-
Een beae. ons Zendirgsgebed
zonj Paulus door zijn Zendingsbrief tot Tiies-
salonïca's gemeente; niet om persooüjken
welstand, noch om roem en glorie; doch om
een voorspoedigen loop van het Woqrd der
waarheid in Griekenlands 'havenplaats.
Dat Woord der waarheid was daar reeds,
als het water uit -een wel, gaan springen,
maar het liep er niet, het, stroomde er niet, als
de van plaaits tot. plaats voortbruisende rivier.
jDat Woord der waarheid had daar reeds
zijn vernieuwde en zaligende kracht) geopen
baard. maar het brak er niet ui: in zijn God
verheerlijkende sterkte.
Daarom «wil Paulus, dat de Thessalonicen
sen zich met hem buigen zullen aan Gods
genadetroop en bidden, dat daar in Corinthe,
in die stad van handel en weelde en lust.
het Woörd des Heeren zijn loop zal hebben en
verheerlijkt worden.
Dankbaar gedenken wij op onzen Zendiirrs-
dag, dat God de Heere óok op het Zendings
veld van Müdden-Java ten Zuiden den arbeid
onzer mannen zóo heeft willen zegenen, dat
or midden in het Mohamedaansche land krin
gen van belijdende christenen zijn geformeerd
en Christelijke gemeenten zijn geplant.
Maar het Woord der waarheid wordt in zijn
loop óok daar zoo gehinderd door allerlei
dammen, vaak hoog opgeworpen: de anti
christelijke vijandschap van het Mohamedanis-
me; de zelfingenomen trots en de stugge eigen
gerechtigheid van den Islam; de gehechtheid
der Javanen aan hun oude afgodische gebrui
ken-; de hardheid van het menschenhart. etc.
Als Paulus noodigen ook onze mannen en
vrouwen ons tot gebed, opdat Gods genade
kracht die dammen doorsteke, het Woord der
Waarheid ga loopen en stroomen van desa
rot desa (dorp) en zijn kracht tot verheerlijking
van het door de zonde zoo jammerlijk ge
knechte menschsnleven openbare.
Drangreden er toe zij de dankbaarheid voor
de zegenende heerschappij van "sHeeren Woord
in onze kerken, kringen en gezinnen.
Zóo groote genade moet ons nopen he: onze
te doen, dat ook die menschen. die er nooit
nog van. hoorden, met ons er in deelen jno-
gcn.
Gaat zoo werk en gebed op den Zendi'igs-
akker saam met het gebed en het werk der ge-
loovigen hier te lande, dan mogen wij ver
wachten. dat God, gelijk hij 'i eens in Corin
the deed. Zijn koninkrijk doet komen, daar
in het schoone hoog- en laagland van MiJden-
Java ten Zuiden, waar ook wij onze Zeniings-
post Wonosobo hebben.
Aan het Zoeklicht.-
Leiden, 21 Juli 1920.
XXVIII.
Herhaaldelijk had ik rneenen waar te
nemen dat de verkorte wenktijd en de
hoogere loonen het drankmisbruik in de
hand werkten.
Ken imensch kan zich echter vergissen.
En daarom ging ik mijn licht opsteken
bij iemand die als op de hoogte kan wor
den beschouwd, een lid van he-t Consulta
tie-Bureau voor Drankzuchtigen.
Wat ik daar hoorde viel mij niet mee.
De invloed van de hoogere loonen en
van den verkorten arbeidsdag, zoo ver
klaarde hij, is zeer goed merkbaar.
Het verband valt niet te loochenen.
Do vrije Zaterdagmiddag -wordt door niet'
weinigen -beschouwd als een drinkgelegen-,
heid en het hoogere loon als een drinkpen
ning.
'i Is wèl droevig.
De dingen die moesten meewerken tot
verheffing van den arbeidersstand en dat
misschien in 't algemeen ook wel doen,
worden oorzaak dat de ellende in vele ge
zinnen grooter wordt dan ooit te voren.
Een bewijs dat stoffelijke verbetering
niet altijd, zooals zoo vaak betoogd werd,
geestelijke en zedelijke vooruitgang tenge-.
volge heeft.
En een ernstige waarscliusving voor al
len die naar sociale verbetering streven
om de geestelijke zijde van dit vraagstuk
niet over het hoofd te zien.
OBSERVATOR.
Zij daartoe onze Zendingsdag gezegend en
bevorderlijk!
Vervolgens ging ds. Pol voor in gebed.
Aangeheven werd Gezang 151:6:
Och brak die dag toch spoedig aan.
Dat Kaffer. Moor en Indiaan
De knie ^>or U. o Jezus? bogen.
O Geest, o Geest breek door. breek door*
Dat alle volk "Zijn. heilbee hoor.
Zoo blijkt uw goddrlijk alvermogen.
Zoo wordt.zijn godsdienst één alom
En lieel deez' aard zijn heiligdom.
Ds. A. M. Boevinga van Sassenheim open»
de d-e rij der sprekers. Hij sprak over: Onzó
Zeitdingsorganisatie.
Spr. wees er eerst op dat zij» onderwerp
eenigszins- saai lijkt.Wat al vereenigingen heb
ben wij niet,watal corporaties bestaan er onder
wjj niet, wat al corporaties bestaan er onder
ons- Organisatie is in dezen tijd ook noodig.
En zouden wij dan niet in de zending orga-i
nisatie nooaig hebben?
Organisatie is een woord van zeer
ouden. Griekschen oorsprong.dach een zaak
bizonder voor den nieuwen tijd. Zij is de weL
doordachte in elkaarzetting van een"zaak om
aldus het beoorde doel te bereiken. Zooals- het
Invert in zijrj irnodierne ontwikkeling zich
eindeloos verbiaondert, verbizor,deren zich
ook de organisaties, op allerlei gebied, in
eindelooze rü.
Zendi.ig drijven is een voeren van den hei
ligen oorlog aller eeuwen, die dan ook een
krijgsorgaiusatie niet kan missen, opda: door
.haar de geestelijke strijdmacht worde saam-
gesteld en uitgerust
Onze geref. zendingsorgamsatie laat de zen
ding niet uitgaan van een genooschap of ^cr-
eeniging, doch van de kerk, gelijk die door
Christus is georganiseerd in het instituut der
kerk. Tot haar is het zendingsbevel gespro
ken. Paulus werd dan ook tot zijn zendings-
,reizen telkens uitgezonden door de kerk, na
der een plaatselijke kerk Zoo'
igeschiedt dan ook bij ons. De kerken van ecu
bepaald gewest steunen dan die- plaatselijke,
zendende-ikerk. De plicht daartoe rust op elk
lid van elke plaatselijke kerk. leder hedft in
onze organisatie zijn zendingsroepiing. De
FEUILLETON.
.angs donkere wegen.
„Luister, dokter, gij moot mij aanhooren.
heb gedacht, gepeinsd, totdat mijn hoofd
'eigde te barsten en zij bracht de hand
m het voorhoofd. „Luister naar mij
er is nieanand op de wereld, die ik
trtrouwen kan. behalve u." .Helaas, dat
jöde zij; was het niet deerniswaardig?"
ing mij mijn zoon, dat hij Onder mijn
k sterve." „Hoe had zij het duidelijker
unnen zeggen?"
„Ik zeg u, dat het hun beider dood zal
n", antwoordde de k'lein-e dokter boos.
„Mijheer, zij is nu reeds stervende; men
[an h*et duidelijk aan haar gelaat zien.
'at zijn eenige dagen of uren meer, ver-
Eleken bij de rust en den vrede van den
'est? Den geheelen dag hebben hare
igen angstig tot mij gesproken; zij zeiden:
Denk er aan, dat ik u vertrouwd heb;
'aar is mijn zoon?" Nu begint de nacht
teer en hoe zal ik den stillen drang dier
'gen uithouden? Het zou haar dood zijn!
'1, wat ik u zeg", ging Mary op harts-
btclijken toon voort, „zij kan niet ster-
Zoolang hij niet komt, martelt, gij
ar, en zweeft zij tusschen leven en dood.
11 zal ik naar haar terug gaan en haar
Jtellen, dat hij morgen komen zal; zi| zal
mij gelooven en hare mo'ede oogen kunnen
sluiten. Het zal dan voor uwe rekening
zijn, als gij hem niet brengt"; toen keerde
zij zich bedaard om en verliet het vertrek.
Dokter Arnaud haalde de schouders op.
„Is het mogelijk? Mademoiselle keert alles
onderst boven; men moet haar gehoorza
men en een moord begaan; men zou er
voor op de guillotine kunnen komen, als
raen hem uit zijn bed haalde en hem in die
kamer bracht", zeide hij naar de zieken
kamer wijzende. „Madame', ik heb uw zoon
meegebi-acht, hier is hij. Hij is een schelm
en een deugniet geweest goede hemel!
de verloren zoon in persoon; omhels hem.
Stel u het tooneel voor wat -Kan er an
ders het gevolg van zijn dan het einde?
Welnu! Ilt wascli mijn handen in onschuld;
ik protesteer, maar gehoorzaam."
„Het is een ongelukkige geschiedenis,
maar ik geloof, dat zij gelijk heeft.", ant
woordde Grey, die aangedaan was door
Mary's welsprekendheid. Als Dollie het ge
zegd had nu, misschien dat hij dan twij
felen zou; maar Mary was zoo kalm en
rustig en verstandig! hij had een gevoel,
dat zij liet ten slotte toch bij het rechte
eind had. En dien nacht sloten zich de
arme starende oogen, en terwijl Mary naast
het bed zat, legde zij haar vermoeid hoofd
op hetzelfde kussen en sliep zij ook in; cn
voor «het eerst was er rust en vrede in het
Ziekenvertrek,
Maar met den morgen kv>am eene her
nieuwde rusteloosheid; de lichamelijke
zwakte was zeer groot, maar het sluime
rend bewustzijn ontwaakte. Weer werd
Mary gevolgd door den verlangenden blik
der oogen; da ooren schenen zich in te
spannen om te luisteren; 'bij eiken voet
stap, bij ieder geluid merkte Mary op hoe
de zieke zenuwachtig opschrikte; liare
handen schenen iets op de sprei te zoeken.
„Neen, hij is nog niet gekomen zeide
Mary dan, terwijl zij haar als een kind sus
te; „gij moet stil cn geduldig zijn; gij weet
wel, dat gij ons vertrouwen kunt", en dan
wendde zij haar hoofd weer met een zwa-
ren zucht op het kussen om.
Het was reeds laat in den namiddag,
toen Mary de wielen eener vigelante op
hét plein hoorde, toen ontstond er beweging,
in de gang en wist zij, dat hij gekomen
was. Mrs. Reid had het ook gehoord; zij
wenkte Mary terstond met de oogen.
,.Haal hem!" was alles wat zij zeide;
maar hoe trilde haar gelaat van verwach
ting! hoe bewogen hare handen zich op het
dek!
Mary aarzelde een oogenblik, keek toen
veelbeteekcnend naar Justine cn verliet
het vertrek.
Wat duurde het lang minuten sche
nen uren voordat hij de deur had be
reikt. Mary sloeg hem in spanning gade,
toen bji langzaam dê trap opkwam op
Grey's arm leunend en gevolgd door den
kleinen dokter, die bij eiken stap bromde.
„Welk -eene dwaasheid", hoorden zij hem
mompelen, „ge onteert uw beroep, Pierre
Arnaud, nu gij zulke dingen toestaat; en
telkens begon hij opnieuw te brommen.
Eindelijk stond hij op den drempel van
de kamer zijner moeder hij zag er ver
vallen uit, en was geheel buiten adem.
terwijl zijn gelaat van inspanning parelde.
„Moeder, ik ben thuis gekomen om te stei'-
ven!" sprak hij; en bij het woord „moeder",
kwam er ene flikkering in hare oogen cn
trilden har? gelaatstrekken van aandoe
ning.
„Walter!" sprak zij zacht; zij beproefde
zich overeind te heffen, maar kon niet.
Toen strekte.zij hare bevende handen naar
hem uit. „Walter, mijn zoon, mijn zoon;
keer terug tot God en 'tot mij!"
En toen hij ha'lf door berouw en "half
door zwakte naast haar bed neerzonk,
raakte haar zwakke hand zijn haar aan en
bleef toen op zijn hoofd rusten. Wat was
het, dat zij haar daar hoorden fluis
teren? „Want deze mijn zoon was dood en
is weder levend geworden; hij *vas verlo
ren en is gevonden." Een klein tijdje lieten
zij hun ongestoord te zamen; er was nu
niets meer ie vreezen. Het was de laatste
opflikkering van het leven zij wisten
het; maai; ljfig vredig waren die laatste
licenl
Zij hadden hem zóó gezet, dat hare ster
vende oogen op zijn gelaat rustten; van
tijd tot tijd streelde hij haar hand. of
noemde haar moeder; dan kwam -de vreem
de, zachte glimlach weer op hare lippen,
maar zij sprak zeidon. Eenmaal hoorden
zij haar fluisteren: ..Mijn kindje, ons kind
je, Marmadufce!" Zocht zij in die gebogen
gestalte en dat vervallen gelaat nog da
trotsche schoonheid terug te vinden van
haar verloren zoon Walter?
„Moeder, zeg mij nog éénmaal, dat gij-
mij vergeven hebt, voordat gij sterft", riep
hij uit, en toen glimlachte zij weer. Daarna
veranderde haar gelaat.
Vergeven! o, ja; wat behoefde zij het hem
nog te zeggen, daar zij reeds zijn hoofd
op haar stervende borst getrokken, en
haar mager gelaat tegen het zijne gelegd
had! Vergeven! als zulk een glimlach hem
tegenstraalde? Zelfs nu zij niet meer kon
spreken, beduidde zij hem haar te kussen,
maar toen zijne lippen de hare beroerden,
zuchtte zij, trilde haar gelaat de ziel van
Isabel Reid was to: rust gekomen.
IIOOFDSTCK XIX.
Er waren bijna veertien dagen verloopen
sedert het kasteel St. Aubert zijne méep-.
teres verloren had; en in dien tiid was él*
nog een treurig drama afgespeeld.
/Wordt vervolgdL