No. 1
Dagblad voor Leiden en Omstreken.
Uitslag Verkiezing.
ï- ABONNEMENTSPRIJS -
IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN
WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN
TER KWARTAAL f 2.50
EER WEEK f 0.19
FRANCO PER POST PER KWARTAAL f2.D0
ste JAARGANG. - DINSDAG 29 JUNI 1920. - No. 74
BUREAUHOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. I278
ADVERTENTIEPRIJS
PER GEWONE REGEL f 0.23VW
DES ZATERDAGS f0.30
INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIEF.
KLEINE ADVERTENTIES van hoogstens
30 woorden 50 centZaterdags 75 cent,
bij vooruitbetaling.
Den uitslag der Gemeenteraads
verkiezing zullen wij morgen voor
ons dagbladgebouw door een inge-
stelden nauwkeurigen inlichtingen
dienst bekend maken.
Dit zal op een duidelijke wijze
geschieden.
Daarom wachten wij al onze Anti
revolutionaire Mannen en Vrouwen
morgenavond vóór het gebouw der
„Nieuwe Leidsche Courant".
Na het bekend zijn van den vol-
ledigen uitslag wordt een bijeen
komst in den tuin van Zomerzorg
(Stationsweg) gehouden. (Bij ongun
stig weêr in de zaal).
DE DIRECTIE.
Een laatste woord.
O Heer, die da er des Hemels teiite
li spreijt,
End' wat op aerd' is, hebt alleen
bereyt,
IHet schuimig woedig mevr kondt
maken stille
i t End' alles doet naer Uwen lieven
wille:
I Wij slaen het oog, tot U omhoog,
Die ons in anxst en nood
ij Verlossen kont tot aller stont,
g 17 Jae, selfs ook van de doot.
Wanneer dit nummer van ons blad de
lezers bereikt, zijn de voorbereidende werk
zaamheden voor de verkiezingen zoo goed
als afgeloopen.
Morgen reeds wordt de stembus geopend
en.in spanning wachten wij af hoe de uit
slag zal zijn.
Of rechts zal winnen of rood; of de re
volutionaire, dan wel de anti-revolutionaire
partijen in den Gemeenteraad de meer
derheid zullen behalen.
Er is door de verschillende partijen en-
met name door de Organisatie uit de Anti
revolutionaire partij, met groote kracht,
inet taai uithoudingsvermogen, met zeld
zaam enthousiasme gewerkt.
iVoorzoover dat met de beperkte krachten
len middelen waarover beschikt kon wor
den mogelijk was, is geen middel onbe
proefd geïaten om onze candidaten de zege
te bezorgen.
Nacht en dag is er gearbeid.
En nu staan we aan het eind van den
Strijd.
En leven we als het goed is onder den
indruk van het woord:
Vergeefs op bouwen toegelegd.
Vergeefs om 't huis voltooid te zien.
Gezwoegd, gezweet o arbeidslièn.
Zoo God zijn hulp aan 't werk ontzegt.
Indien Gods Woord het ons niet leerde
dan zouden geschiedenis en ervaring ons
de waarheid vaji dit woord hebben doen
zien.
'Aan Godes zegen is het al gelegen.
Zoo de Heere het huis niet bouwt, te
vergeefs arbeiden deszelfs bouwlieden.
Zoo de Heere de stad niet bewaard, tever
geefs waakt deszelfs wachter.
Onder den indruk van deze waarheid
«vellen bij het beëindigen van den arbeid
aan den vooravond van de stemming als
vanzelf uit ons hart de wonderschoone
woorden uit Valerius' Gedenck-clanck:
O Heer, die daer des Hemels tente spreyt
Wij slaen het oog,
Tot U omhoog.
Het gevaar is werkelijk niet gering dat
in de hitte van den strijd het gebed verge
ten wordt. Dat we staan en arbeiden in
eigen kracht.
Daarom nu we staan aan het einde van
onze -actie, willen we hier herhalen het
ernstige woord van Ds. Thomas uit ons
blad van Zaterdag:
„Gen bijzaak Uw gebed, maar hoofd
zaak.
In uw huiselijke godsdienstoefening.
Maar ook gedurig in uw binnenkamer.
Smeekt met uwe huisgenooten, met uwe
kinderen, en alleen ook, om»de glorie
van God in Nederland, om de ont
plooiing van Christus' Ko
ninkrijk in ons lieve vaderland.
Daar ga het om in ons gebed. Niet om
Pera allereerst. Of om onze partij. Of om
bewaard te blijven voor de gruwelen van
de revolutie. Ook daarom mogen we bid
den. Maar die dingen mogen het voor
naamste niet zijn. Dat is enkel: Gods
1 o f in 's lands historie-blaan.
Bidt, kameraden, uit de diepte.
Geen pocherij der vermaledijde eigenge
rechtigheid, die ons in eigen oog duizend
maal beter doet zijn, dan die Troelstra en
die Wijnkoop. In uw gebed klinke de
droefheid naar God over de Nederlandsche
zonde, waartegen wij niet genoeg gewaar
schuwd. gestreden, liefgehad hebben, en
klinke de danktoon, dat Gods genade ons
die even verkeerd zijn als elk ander, ons
bewaard heeft, om te worden Socialist of
Bolsjewiek.
Bidt, kameradeni, met pleiten dg e-
1 o o v e n. Houdt den God onzer vaderen
vast bij Zijn beloften, en houdt eerbiedig
voor Zijn aangezicht uw glorieuse geschie
denis,; waaraan Hij in zoo bizonderen zin
Zijn verbondsnaam heeft verbonden."
Laat het zóó zijn onder ons.
En geve ons God dat als straks de uit
slag bekend wordt gemaakt ons bidden
mag overgaan in danken en we uit de vol
heid van ons hart elkaar mogen toeroepen:
„Wilt heden nu treden voor God den
Heere.
Hem boven al loven van herten seer,
End' maken groot syns lieven naémens
eere,
Die daer nu onsen vyant slaet temêer.
Christelijk-Historische Unie.
Gisterenavond kwamen in de zaal van
Zomèrzorg vele belangstellenden bijeen,
tot de vergadering belegd door de Christe
lijk Historische Unie te Leiden.
De he er Vroom, voorzitter stelde, voor
hij het samenzijn opende, voor, om in den
tuin te vergaderen, zooals dat de bedoe--
Img was geweest.
Door applaus betuigde het publiek hier
mede instemming, waarna allen zich naar
den tuin begaven.
'Kwart over acht opende de heer Vroom
in den tuin de bijeenkomst, doch moest be
ginnen met het publiek -teleur te stellen
daar de mededeelwig ingekomen was d'at
de heer J. R. Snoeck Henkemans van Den
Haag niet als spreker zou kunnen- optre
den. daar hem door het gemeentebestuur
van Den Haag was verzocht geworden in
verband met de kwestie van de Haagpsche
tram zijn zetel niet open te 'laten dezen
avond. De heer Snoeck Henkemans heeft
de tramkwestie te belangrijk geacht en
meende niet den raad te mogen verzui
men. In zijn plaats zou optreden de heer
Tilanus uit Den -Haag.
Voor de heer Vroom het woord gaf aan
Mr. Dr. J. Schokkmg stipte hij even aan
waarom deze vergadering was belegd: om
met het oog op de verkiezingen van a. s.
Woensdag de Chr. Hist, candidaten warm
aan te hevelen en daarbij liet streven van
de Chr. Historische partij uiteen te zetten.
Het wordt -toch meermalen gezegd, dat
de Chr. Historischen niet democratisch zijn
aangelegd. Doch men dient te weten dat
de Christelijk Historische partij de belan
gen van alle lagen van de Maatschappij
wenscht te behartigen en aan de hand van
Gods Woord onze beginselen wenscht hoog
te houden.
Mr. Dr. Schokking het woord ver
krijgende schilderde allereerst in welk
teeken de Leidsche verkiezingen staan.
Immers is er in geheel ons land in bree-
de kring een bijzondere belangstelling voor
deze tusschentijdsche verkiezingen, die
door de uitbreiding van de stad Leiden
krachtens de wet moeten plaats hebben.
Behalve het evenredig stemrecht dat nog
maar sinds korten tijd is ingevoerd zullen,
en dat maakt vooral ook een punt van de
eerste belangstelling uit, thans ook de
vrouwen meestemmen.
Daarom zijn alle politieke partijen er op
uit, wetende dat de «touw wel van vleien
houdt om de vrouwen tot zich te trekken.
De partijen doen, elk voor zich, aldus spr.
aan politieke vrijerij.
Gelukkig behouden de vrouwen tenslotte
haar keus aan zich en zij Zullen ongetwij
feld wel goed toe zien wie of bezig is haar
tot zich te trekken.
'De gemeenteraadsverkiezingen zijn daar
enboven nog belangrijker geworden, om
dat zij een deel zijn gaan vormen van den
grooten politieken strijd, die over geheel
ons land en in alle landen, soms met
zwaard en geweer wordt, gevoerd.
Voor alles als wij het leven gaan bezien
in verband met dezen strijd moeten wij
zien in hooger licht!
De keus voor velen kan moeilijk zijn. En
vooral vele vrouwen zullen nu zij voor
het eerst moeten stemmen die moeilijkhe
den hebben te overwinnen.
Want er zijn groepen op het óproepings-
biljet geplaatst waarvan het verschil niet
groot'is en 't verdient ook aanbeveling dat
in de toèkomst in verband met besparing
van krachten, die zullen worden vermin
derd.
Daarom wil spreker niet bij die kleine
verschillen blijven stilstaan, doch zich
uitlaten over die groote lijnen van verschil
die er bij een stemming getrokken m o e-
t e n worden.
Het gaat dan om de vraag of er moet
worden voortgebouwd op(onze staatsinstel
lingen in Chr. Historische lijn of dat eerst
alles moet worden afgebroken om iets op
te richten dat nauwelijks in plan bestaat.
Wij dienen te erkennen wat de liberale
partijen in den loop des jaren hebben ge
daan. Zij beschikken over eminente man
nen met bekwaamheden tot het regee-
ren wel toegerust, en ook in onze stad heb
ben de Vrij-liberaal, Unie-liberaal en Vrij
zinnig-democraten mannen die in be
kwaamheid naar «oren kunnen -treden,
doch zij zuilenn zifch meer bewust moeten
gaan gevoelen welken kant zij «villen op
gaan. Steeds hebben zij zich als anti-cleri-
oalen geuit en zij hebben geroepen „Gods
dienst is prh'aatzaak", is niet in Staat of
Maatschappij op zijn plaats.
Onze voornaamste strijd is echter gericht
tegen die linkerzijde, waar de Sociaal-De
mocraten en Communisten gevonden wor-
den.
Het gaat om opbouwen of afbreken en
omverwerpen! Revolutie is voor ons volk
altijd een «voord van schrik geweest. Wij
zijn afkeerig «-an het moedwillige en woeste
omverwerpen van alles wat door het leven
is voortgebracht.
Maar de linksche partijen willen alleen
door chaos, door bloed naar «velstand ko
men.
Neen. «vij moeten met kracht opbouwen
aan wat bestaat.
Hun idealen irt ons samenle\~en zijn het
««■erk te sahotecren, te pogen alle arbeid
onmogelijk te maken. Het communistische
doél is om in raad en regeering het werk
te verstoren.
Het is als een kleine joiigen, die de hooi
schelf van den boer die hij met hard wer
ken heeft vol gekregen, in brand «vil ste
ken.
De z. g. eenheidsmotie aangenomen op
het socialistisch congres te Arnhem is een
tweeling, en bewijst hoe gevaarlijk die
partij is, daar er naar mate de omstan
digheid «vaarin de partij zich bevindt, zal
gehandeld worden. Leefden wij in een tijd
van rust, dan «vas het nog niet zoo ernstig
als thans, nu allerwege onrust heerscht.
Wij mogen geen ongedurigheid dulden.
De mannen, die geroepen zijn te bestu
ren moeten weten, welke kant het uitgaa:.
Zij en wij dienen van hun verantwoorde
lijkheid «-an hunne daden tegenover God
ten allen tijd bewust te zijn.
Denkt er aan, het gaat om de keuze van
het bestuur van de gemeente Leiden.
De Sociaal-Democraten komen slechts in
den raad zooals zij zelf zeggen slechts voor
een bepaalde klasse op. Zij alleen kun
nen dus nooit een gemeenteraad vormen,
omdat die de belangen van de geheele ge
meente moet behattigen.
De Rooden heblen geschreeuwd oin so
cialisatie, velen hebben meegeroepen. Het
bleek, d'at zij niet eens wisten wat het
«voord socialisatie inhield.
Wij zijn ook voor socialiseeren! Docli
voegen hierbijzeggenschap moet steeds
gepaard gaan met verantwoorleïijkh-*: 1.
Wij wenselien in historischen zin te bou-
\«-en om al «vat de gansche burgerij van
onze stad zal ten goede komen.
•Door bloot stoffelijke veranderingen
bedenkt dit, komen wij er ni it. -
Het gaat tusschen Rood en Oranje, maar
«vij blijven Oranje, omdat Oranje steeds be
wezen heeft en op den huldigen dag nog
bewijst aan ons «elk zijn «Tijho:i op aile
gebied des levens.
Wat dat is. hoort naar de Nederlanders,
die pas uit Rusland bij óns aankwamen,
luistert naar hetgeen zij mededeelen!
Dê candidaat van cle Christelijk Histori
sche Unie is Mr. v. d. Lip. Breng dan op
hem uw stem uit.
Doch verwacht het niet alléén «-an
stembus-of raad, doch vertrouw boven
al op Hem onder wien wij «verken, tot wie
wij bidden.
„Het v.olk van Nederland ziet op Leiden",
aldus eindigde spreker. „Moge het zijn dat
men hoort een toon van opbouwen en
niet van afbreken!"
Een krachtig applaus volgde.
Hierna verkreeg de beer Tilanus het
woord die met nadruk er bp wees, dat het
bij den stembusstrijd gaat om het beginsel.
Wat wij, Chr. Historischen vi'.'er», ge
kunt. het lezen in liet program.
Wij leven in den nacht,doch ik zie. óidus
spreker, ik gevoel reeds de tinteling van
den komenden morgen!
De tijd van omkeering ligt achter ons.
Wij hebben and-re verhoudingen verkre
gen en nieuw «ruur tintelt in ons om nieu
we idealen te verwezenlijken.
Spr. zet uiteen «vaaraah het eerst in
den raad de aandacht dient geschonken
te worden.
De schoolstrijd is ten einde, maar op de
gemeente komt thans voor een groot deel
de uitvoering aan.
De gemeente heeft te zorgen voor flinke
vakscholen.
Het beperken «ran den schadelijken in
vloed van de bioscopen enz.
Wij moeten «'oorkomen dat de gemeente
de Middenstand zal wegdrukken, door in
stelling van gemeentebedrijven. In Am
sterdam heeft men kunnen zien dat die be
drijven onvoordeellg werken bovendien.
Spreker eindigde met den wensch dat
een ieder, man of vrouw zich van de ern
stige taak zal doordrongen gevoelen die
aan de stembus op hem rust.
De heer Vroom dankte beide sprekers
voor hetgeen zij naar voren hadden ge
bracht en liet de vergadering staande het
Wilhelmus aanheffen.
Mr. Dr. Schokking ging -ten slotte in
dankgebed voor, waarmede deze welge
slaagde bijeenkomst die door bijna drie
honderd personen was bijgewoond werd be
ëindigd.
leder weldenkend Antirevolutionair stemt
morgen
der A. R.-lijst.
STADSNIEUWS.
Nederlandsche Pilgrim Fathers
herdenking 1920.
In verband met de nadere vaststelling
der plannen voor en de regeling van do
deelneming aan de Nederlandsche Pilgrim
Fathers Herdenking te houden te Leiden,
Amsterdam en Rotterdam op 30 Aug. -tot 2
Sept. a.s. is onlangs Dr. D. Plooij, secretaris
der Nederlandsche Pilgrim Fathers Com
missie naar Engeland geweest en kwam
met hem uit Engeland Rev. M. E. Aubrey,
secretari-s van de Engelsche Mayflower;
Council. Op dit oogenblik vertoeft in Ne-«
derland Prof. George P. Baker, van Har
vard Uni«'ersity {Cambridge Mass. U.S.A.),
aan wien is opgedragen het schrijven van
den text en de voorbereiding van de op
voering van een historischen „Pageant"
(Openluchtspel), dat de geschiedenis der
Pilgrim Fathers in beeld zal brengen en
in grooten stij'l zal worden opgevoerd te
New Plymouth gedurende den zomer van
1921. Prof. Baker heeft reeds een studiereis
daartoe gemaakt in Engeland en zijn be
zoek hier te lande heeft ten doel persoon
lijk de plaatsen te bezoeken, waar de Pil
grims hebben gewoond, de resultaten der
jongste onderzoekingen in Nederland -te
leeren kennen en een zoo juist mogelijk
beeld te verkrijgen «ran de Pilgrim Fathers
en hun verblijf hier te lande.
Dezer dagen is ook in Nederland de heer;
H. S. Perris, secbetaris van de Anglo-Ame
rican Society in Engeland, met de op
dracht te opreken over het zenden van
eene afvaardiging naar de Nederlandsche
Pilgrim Fathers Herdenking.
Als sprekers op het congres orden ver
wacht: uit Amerika Prof. Dr. van Dij-ke,
vroeger gezant der Vereenigde Staten bij
ons Hof Re«\ Dr. Sam. Elliott; Bishop Dan
lington; Dr. Griïfis; Mr. Arthur Lord; Dl"
Cornelius Woelfkin; the Hon. judge Ri«
sell Benedict; Mrs. Colemo, nen 'andere
Uit Engeland o.a.: Lord Bryce; Lord We.
dale; Dr. J. Rendel Harris; Dr. F. B.Mey
Dr. Horton; H. G. Wood; Rev. Aubrey
anderen.
Als gedelegeerde namens den Staat Mas
sachusetts is door den Governor aangewe*
zen Mr. Wm. Bradford Homer Dowse. Dej
Zwitsersche Kirchen Konferenz heeft Prof,
Dr. Eugène Choisy (Genève) aangewezen
als vertegenwoordiger van Franscb Zwit
serland; en Prof. Dr. Ruegg tZüriehl als
vertegenwoordiger van Duitsch Zwitser
land.
Vermoedelijk zullen ook de Fransche
Protestanfcsche Kerken op het Congres ver
tegenwoordigd zijn. De uitnoodigingen aan'
de binnenlandsche corporaties worden bin
nenkort verzonden en de definitieve lijst
van sprekers en voorzitters op de samen
komsten zal eerlang gepubliceerd kunnen
worden.
Omtrent het aantal te verwachten deel
nemers aan het Congres, is nog zeer weinig
met zekerheid bekend. Het Nederlandsche
prospectus der Herdenking is en wordt de
zer dagen per post bezorgd en wordt op
aanvraag door het bureau der Nederland
sche Pilgrim Fathers Commissie (Heeren
straat 45, Leiden) gaarne toegezonden.
Feeds heeft zich een vrij aanzienlijk getal
Nederlanders als leden van het Congres
doen inschrijven; terwijl ook uit Engeland!
en Amerika reeds eenige inschrijvingen
door het buitengewoon gebrek aan passa
ge van Amerika naar Europa.
Met het oog op de schaarsche gelegen
heid tot logies in Leiden is aldaar een
beroep gedaan op do gastvrijheid der bur
gers, «velk verzoek ook is of zal worden
FEUILLETON.
Langs donkere wegen
43)
Grey had het dien morgen druk gehad;
hij had brieven moeten schrijven over za
ken. «oor Charlotte en eenige boodschap
pen voor haar gedaan in de stad, hoew el
hij liever thuis «\ras gebleven en beproefd
had Dollie «vat op te vroolijken.
Dat kleine persoontje bracht haar mor
gen door met aan hare moeder 'te schrij
ven en met Mark Antony te spelen; maar
gedurende het koffieuurtje hield de re
gen op en brak er een «vaterig zonnetje
door, zoodat Dollie «veer «vat opfleurde.
„Het is nu mooi weer, het zal zeker een
schoone middag worden", zeide zij, Bertie
aanziende; maar hoewel hij bevestigend
antwoordde, sloeg hij geen acht op de toe
speling. Grey sloeg het meisje gade en
merkte haar verlangende blik op. Natuur
lijk begreep hij haar. Was hij niet reeds
begonnen haar als een hoek te lezen?
„Zoudt ge gaarne eene «vandeling ««'illen
maken?" vroeg hij gretig. „Natuurlijk zijn
Mary en Charlotte buiten rekening, maar
«vij zijn tot uw dienst." Grey hood niet aan
haar alleen te vergezellen, daarvoor ken
de hij te goed de eischen der welvoegelijk-
heid voor jonge meisjes als Dollie, maar
>met hun beiden zou het niet hinderen; en
als deze ziekte aanhield, kon zij toch niet
in het kasteel opgesloten blijven zonder
frissche lucht en beweging.
„Waarom zegt ge er niets op, oude jon
gen?" ging hij voort, terwijl hij zich vrij
ongeduldig tot zijn broeder wendde; en
er bleef Bertie mets anders o«rer dan te
zeggen, dat hij verheugd zoude zijn hen -te
mogen vergezellen, hoewel een nauwkeu
riger opmerker dan Dollie zoude gezien
hebben, dat hij ontegenzeggelijk zeer ver
velend keek.
„Twee is een gezelschap, maar drie niet",
zegt het spreekwoord, en in dit geval was
het zeker «vaar. Grey noch Dollie schenen
de wandeling prettig te vinden; Berty was
hun tot last; hij ««"ilde maar niet aan het
gesprek deelnemen en zeide „pardon" of
,jwat zeidet ge daar, Miss Maynard?" tel
kens «vanneer Dollie hem aansprak.
Toen zij ten laatste bij de brug te Lea-
ken-Water kwamen, herinnerde hij zich
eensklaps, dat hij een brief van Sir Char
les Howard: in den zak had, die met de
a\andpost beantwoord moest w orden.
„Ik heb het heelemaal vergeten! Hoe ver
velend! merkte Bertig knorrig op, en on
derdrukte met moeite een sterkere uitdruk
king over zijne domheid.
„Laat ons teruglceeren; het doet er niets
toe, als we niet verder kunnen gaan", ant
woordde Dollie goedhartig, want zij zag,
dat hij ««erkelijk boos «vas o\*er zijn eigen
achteloosheid.
„Neen, neen, ik ga liever alleen; dan kan
ik het eens zoo gauw loopen, uwe kleine
beenen zouden mij niet kunnen bijhouden.
Grey zal u straks wel thuis brengen. Het
spijt mij erg maar er is niets meer aan te
doen goeden dag"; en Bertie spoedde
zich weg, zonder om te zien.
Zij stonden hem na te kijken, toen zijn
liooge gestalte zich met regelmatige stap
pen verwijderde, totdat hij achter de boo-
men verdween, waarna Dollie zich eens
klaps omkeerde en over de brug keek.
Het was hetzelfde stille landschap, dat
zij eens geschetst had; daar waren de roo-
de daken en aardige gevels, de brug, waar
de zwanen onder door zwommen, de boo-
men, «vier takken op den oever hingen en
de breede ««'atermassa's, waarin de stralen
der ondergaande zon zich weerkaatsten.
Beneden op het zand hadden Bertie en
Mary zoo 'lang gestaan, terwijl zij ernstig
samen praatten. Zij zou wel eens «villen
weten, waarover zij toch gesproken had
den; en toen «varen zij «veer lachend bij
hen teruggekomen, nadat zij hand aan
hand naar boven «varen gewandeld en, er
««as een gelukkige uitdrukking in Marv's
oogen geweest.
Zou het werkelijk waar zijn, dat. Bertie
Mary liefhad? Zij ikon het haast niet ge-
lopven; ziju wijze van doen liad te veel van
die eens broeders hij had zijn genegen
heid te openlijk getoond; en toch, hoe was
zijn gedrag van heden anders te verklaren
YVas hu niet afgetrokken en vervelend ge
noeg, om een minnaar te zijn?
„Als ik van hout was geweest, haï hij
zich niet minder om mij kunnen bekom
meren:", dacht Dollie, meer en meer ja-
loersch. „Nu, laat hij maar vgrliefd zijn
op Mary! Wie kan dat iets schelen?
mij tenminste niet, alleen is het niet
aangenaam, dat hij mij zóó behandelt, ivu
Mary er niet is en nog wel, nadat ik
gisterenavond zoo vriendelijk' tegen hem
ben ge«veest!" en Dollie voelde een lichte
smart, toen zij terugdacht aan hat prettige
uurtje in de oude keuken, en aan Berlie,
die -vriendelijk tot haar opzag, toen zij
hem bij het schijnsel «ran het vuur be
diende.
£rme, kleine Dollie! haar verbeelding
was opgewekt, hoewel haar hart zoo rein
was, als een wit blaadje papier er stond
geen enkele naam op geschreven; zij was
juist in dat overgangstijdperk, dat de op
pervlakte van haar hart bewogen kon wor
den door de uiterlijke schoonheid en de
aangename manieren van een Adonis, al
«vas het dan niet door dezen Bertie, dan
toch door een anderen, want op achttien-
jarigen leeftijd leggen een gebogen neus,
een paar uitdrukkingsvolle grijze oogen
en zelfs een naar vierkante schouders mee'
gewicht in de schaal, dan meer geestelijke
hoedanigheden, als vriendelijkheid, moed!
en dergelijke. Eerst, op lateren leeftijd be
grijpt men, dat schoonheid en verdienste
niet altijd samen gaan. Dollie was ver-
stooord, maar zij gaf zich geen rekenschap
waarom, en toen vlogen hare gedachten
naar huis, naar de groene kamer in Aber-
crombie Road", en ecnklaps waren hare
wangen nat, en steeg ar een snik uit haar,
keel omhoog, en voordat zij wist «vat zij
deed, weende het arme kind uit verlangen
naar hare moeder.
Het was zeer kinderachtig van eene
jonge dame, van wie verwacht wordt, dat
zij aangenaam gezelschap zal zijn voor
haar medgezel. Wat zou Mr. Lyndhurst wel
van haar denken? En toch, en toch, als
Dollie maar op haar bankje aan de «'oeterx
harer moeder kon zitten, met haar arm
om haar heengeslagen, haar vriendelijk,
droevig gelaat over haar heengebogen, en
als zij haar hart dan eene kon uitstorten,
al hare meisjesachtige gevoelens kon mee-
deelen, want het verstand van oudera
menschen kan zooveel ontwarren en te*