No. 1 Dagblad voor Leiden en Omstreken. Uitslag Verkiezing. ï- ABONNEMENTSPRIJS - IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN TER KWARTAAL f 2.50 EER WEEK f 0.19 FRANCO PER POST PER KWARTAAL f2.D0 ste JAARGANG. - DINSDAG 29 JUNI 1920. - No. 74 BUREAUHOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. I278 ADVERTENTIEPRIJS PER GEWONE REGEL f 0.23VW DES ZATERDAGS f0.30 INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIEF. KLEINE ADVERTENTIES van hoogstens 30 woorden 50 centZaterdags 75 cent, bij vooruitbetaling. Den uitslag der Gemeenteraads verkiezing zullen wij morgen voor ons dagbladgebouw door een inge- stelden nauwkeurigen inlichtingen dienst bekend maken. Dit zal op een duidelijke wijze geschieden. Daarom wachten wij al onze Anti revolutionaire Mannen en Vrouwen morgenavond vóór het gebouw der „Nieuwe Leidsche Courant". Na het bekend zijn van den vol- ledigen uitslag wordt een bijeen komst in den tuin van Zomerzorg (Stationsweg) gehouden. (Bij ongun stig weêr in de zaal). DE DIRECTIE. Een laatste woord. O Heer, die da er des Hemels teiite li spreijt, End' wat op aerd' is, hebt alleen bereyt, IHet schuimig woedig mevr kondt maken stille i t End' alles doet naer Uwen lieven wille: I Wij slaen het oog, tot U omhoog, Die ons in anxst en nood ij Verlossen kont tot aller stont, g 17 Jae, selfs ook van de doot. Wanneer dit nummer van ons blad de lezers bereikt, zijn de voorbereidende werk zaamheden voor de verkiezingen zoo goed als afgeloopen. Morgen reeds wordt de stembus geopend en.in spanning wachten wij af hoe de uit slag zal zijn. Of rechts zal winnen of rood; of de re volutionaire, dan wel de anti-revolutionaire partijen in den Gemeenteraad de meer derheid zullen behalen. Er is door de verschillende partijen en- met name door de Organisatie uit de Anti revolutionaire partij, met groote kracht, inet taai uithoudingsvermogen, met zeld zaam enthousiasme gewerkt. iVoorzoover dat met de beperkte krachten len middelen waarover beschikt kon wor den mogelijk was, is geen middel onbe proefd geïaten om onze candidaten de zege te bezorgen. Nacht en dag is er gearbeid. En nu staan we aan het eind van den Strijd. En leven we als het goed is onder den indruk van het woord: Vergeefs op bouwen toegelegd. Vergeefs om 't huis voltooid te zien. Gezwoegd, gezweet o arbeidslièn. Zoo God zijn hulp aan 't werk ontzegt. Indien Gods Woord het ons niet leerde dan zouden geschiedenis en ervaring ons de waarheid vaji dit woord hebben doen zien. 'Aan Godes zegen is het al gelegen. Zoo de Heere het huis niet bouwt, te vergeefs arbeiden deszelfs bouwlieden. Zoo de Heere de stad niet bewaard, tever geefs waakt deszelfs wachter. Onder den indruk van deze waarheid «vellen bij het beëindigen van den arbeid aan den vooravond van de stemming als vanzelf uit ons hart de wonderschoone woorden uit Valerius' Gedenck-clanck: O Heer, die daer des Hemels tente spreyt Wij slaen het oog, Tot U omhoog. Het gevaar is werkelijk niet gering dat in de hitte van den strijd het gebed verge ten wordt. Dat we staan en arbeiden in eigen kracht. Daarom nu we staan aan het einde van onze -actie, willen we hier herhalen het ernstige woord van Ds. Thomas uit ons blad van Zaterdag: „Gen bijzaak Uw gebed, maar hoofd zaak. In uw huiselijke godsdienstoefening. Maar ook gedurig in uw binnenkamer. Smeekt met uwe huisgenooten, met uwe kinderen, en alleen ook, om»de glorie van God in Nederland, om de ont plooiing van Christus' Ko ninkrijk in ons lieve vaderland. Daar ga het om in ons gebed. Niet om Pera allereerst. Of om onze partij. Of om bewaard te blijven voor de gruwelen van de revolutie. Ook daarom mogen we bid den. Maar die dingen mogen het voor naamste niet zijn. Dat is enkel: Gods 1 o f in 's lands historie-blaan. Bidt, kameraden, uit de diepte. Geen pocherij der vermaledijde eigenge rechtigheid, die ons in eigen oog duizend maal beter doet zijn, dan die Troelstra en die Wijnkoop. In uw gebed klinke de droefheid naar God over de Nederlandsche zonde, waartegen wij niet genoeg gewaar schuwd. gestreden, liefgehad hebben, en klinke de danktoon, dat Gods genade ons die even verkeerd zijn als elk ander, ons bewaard heeft, om te worden Socialist of Bolsjewiek. Bidt, kameradeni, met pleiten dg e- 1 o o v e n. Houdt den God onzer vaderen vast bij Zijn beloften, en houdt eerbiedig voor Zijn aangezicht uw glorieuse geschie denis,; waaraan Hij in zoo bizonderen zin Zijn verbondsnaam heeft verbonden." Laat het zóó zijn onder ons. En geve ons God dat als straks de uit slag bekend wordt gemaakt ons bidden mag overgaan in danken en we uit de vol heid van ons hart elkaar mogen toeroepen: „Wilt heden nu treden voor God den Heere. Hem boven al loven van herten seer, End' maken groot syns lieven naémens eere, Die daer nu onsen vyant slaet temêer. Christelijk-Historische Unie. Gisterenavond kwamen in de zaal van Zomèrzorg vele belangstellenden bijeen, tot de vergadering belegd door de Christe lijk Historische Unie te Leiden. De he er Vroom, voorzitter stelde, voor hij het samenzijn opende, voor, om in den tuin te vergaderen, zooals dat de bedoe-- Img was geweest. Door applaus betuigde het publiek hier mede instemming, waarna allen zich naar den tuin begaven. 'Kwart over acht opende de heer Vroom in den tuin de bijeenkomst, doch moest be ginnen met het publiek -teleur te stellen daar de mededeelwig ingekomen was d'at de heer J. R. Snoeck Henkemans van Den Haag niet als spreker zou kunnen- optre den. daar hem door het gemeentebestuur van Den Haag was verzocht geworden in verband met de kwestie van de Haagpsche tram zijn zetel niet open te 'laten dezen avond. De heer Snoeck Henkemans heeft de tramkwestie te belangrijk geacht en meende niet den raad te mogen verzui men. In zijn plaats zou optreden de heer Tilanus uit Den -Haag. Voor de heer Vroom het woord gaf aan Mr. Dr. J. Schokkmg stipte hij even aan waarom deze vergadering was belegd: om met het oog op de verkiezingen van a. s. Woensdag de Chr. Hist, candidaten warm aan te hevelen en daarbij liet streven van de Chr. Historische partij uiteen te zetten. Het wordt -toch meermalen gezegd, dat de Chr. Historischen niet democratisch zijn aangelegd. Doch men dient te weten dat de Christelijk Historische partij de belan gen van alle lagen van de Maatschappij wenscht te behartigen en aan de hand van Gods Woord onze beginselen wenscht hoog te houden. Mr. Dr. Schokking het woord ver krijgende schilderde allereerst in welk teeken de Leidsche verkiezingen staan. Immers is er in geheel ons land in bree- de kring een bijzondere belangstelling voor deze tusschentijdsche verkiezingen, die door de uitbreiding van de stad Leiden krachtens de wet moeten plaats hebben. Behalve het evenredig stemrecht dat nog maar sinds korten tijd is ingevoerd zullen, en dat maakt vooral ook een punt van de eerste belangstelling uit, thans ook de vrouwen meestemmen. Daarom zijn alle politieke partijen er op uit, wetende dat de «touw wel van vleien houdt om de vrouwen tot zich te trekken. De partijen doen, elk voor zich, aldus spr. aan politieke vrijerij. Gelukkig behouden de vrouwen tenslotte haar keus aan zich en zij Zullen ongetwij feld wel goed toe zien wie of bezig is haar tot zich te trekken. 'De gemeenteraadsverkiezingen zijn daar enboven nog belangrijker geworden, om dat zij een deel zijn gaan vormen van den grooten politieken strijd, die over geheel ons land en in alle landen, soms met zwaard en geweer wordt, gevoerd. Voor alles als wij het leven gaan bezien in verband met dezen strijd moeten wij zien in hooger licht! De keus voor velen kan moeilijk zijn. En vooral vele vrouwen zullen nu zij voor het eerst moeten stemmen die moeilijkhe den hebben te overwinnen. Want er zijn groepen op het óproepings- biljet geplaatst waarvan het verschil niet groot'is en 't verdient ook aanbeveling dat in de toèkomst in verband met besparing van krachten, die zullen worden vermin derd. Daarom wil spreker niet bij die kleine verschillen blijven stilstaan, doch zich uitlaten over die groote lijnen van verschil die er bij een stemming getrokken m o e- t e n worden. Het gaat dan om de vraag of er moet worden voortgebouwd op(onze staatsinstel lingen in Chr. Historische lijn of dat eerst alles moet worden afgebroken om iets op te richten dat nauwelijks in plan bestaat. Wij dienen te erkennen wat de liberale partijen in den loop des jaren hebben ge daan. Zij beschikken over eminente man nen met bekwaamheden tot het regee- ren wel toegerust, en ook in onze stad heb ben de Vrij-liberaal, Unie-liberaal en Vrij zinnig-democraten mannen die in be kwaamheid naar «oren kunnen -treden, doch zij zuilenn zifch meer bewust moeten gaan gevoelen welken kant zij «villen op gaan. Steeds hebben zij zich als anti-cleri- oalen geuit en zij hebben geroepen „Gods dienst is prh'aatzaak", is niet in Staat of Maatschappij op zijn plaats. Onze voornaamste strijd is echter gericht tegen die linkerzijde, waar de Sociaal-De mocraten en Communisten gevonden wor- den. Het gaat om opbouwen of afbreken en omverwerpen! Revolutie is voor ons volk altijd een «voord van schrik geweest. Wij zijn afkeerig «-an het moedwillige en woeste omverwerpen van alles wat door het leven is voortgebracht. Maar de linksche partijen willen alleen door chaos, door bloed naar «velstand ko men. Neen. «vij moeten met kracht opbouwen aan wat bestaat. Hun idealen irt ons samenle\~en zijn het ««■erk te sahotecren, te pogen alle arbeid onmogelijk te maken. Het communistische doél is om in raad en regeering het werk te verstoren. Het is als een kleine joiigen, die de hooi schelf van den boer die hij met hard wer ken heeft vol gekregen, in brand «vil ste ken. De z. g. eenheidsmotie aangenomen op het socialistisch congres te Arnhem is een tweeling, en bewijst hoe gevaarlijk die partij is, daar er naar mate de omstan digheid «vaarin de partij zich bevindt, zal gehandeld worden. Leefden wij in een tijd van rust, dan «vas het nog niet zoo ernstig als thans, nu allerwege onrust heerscht. Wij mogen geen ongedurigheid dulden. De mannen, die geroepen zijn te bestu ren moeten weten, welke kant het uitgaa:. Zij en wij dienen van hun verantwoorde lijkheid «-an hunne daden tegenover God ten allen tijd bewust te zijn. Denkt er aan, het gaat om de keuze van het bestuur van de gemeente Leiden. De Sociaal-Democraten komen slechts in den raad zooals zij zelf zeggen slechts voor een bepaalde klasse op. Zij alleen kun nen dus nooit een gemeenteraad vormen, omdat die de belangen van de geheele ge meente moet behattigen. De Rooden heblen geschreeuwd oin so cialisatie, velen hebben meegeroepen. Het bleek, d'at zij niet eens wisten wat het «voord socialisatie inhield. Wij zijn ook voor socialiseeren! Docli voegen hierbijzeggenschap moet steeds gepaard gaan met verantwoorleïijkh-*: 1. Wij wenselien in historischen zin te bou- \«-en om al «vat de gansche burgerij van onze stad zal ten goede komen. •Door bloot stoffelijke veranderingen bedenkt dit, komen wij er ni it. - Het gaat tusschen Rood en Oranje, maar «vij blijven Oranje, omdat Oranje steeds be wezen heeft en op den huldigen dag nog bewijst aan ons «elk zijn «Tijho:i op aile gebied des levens. Wat dat is. hoort naar de Nederlanders, die pas uit Rusland bij óns aankwamen, luistert naar hetgeen zij mededeelen! Dê candidaat van cle Christelijk Histori sche Unie is Mr. v. d. Lip. Breng dan op hem uw stem uit. Doch verwacht het niet alléén «-an stembus-of raad, doch vertrouw boven al op Hem onder wien wij «verken, tot wie wij bidden. „Het v.olk van Nederland ziet op Leiden", aldus eindigde spreker. „Moge het zijn dat men hoort een toon van opbouwen en niet van afbreken!" Een krachtig applaus volgde. Hierna verkreeg de beer Tilanus het woord die met nadruk er bp wees, dat het bij den stembusstrijd gaat om het beginsel. Wat wij, Chr. Historischen vi'.'er», ge kunt. het lezen in liet program. Wij leven in den nacht,doch ik zie. óidus spreker, ik gevoel reeds de tinteling van den komenden morgen! De tijd van omkeering ligt achter ons. Wij hebben and-re verhoudingen verkre gen en nieuw «ruur tintelt in ons om nieu we idealen te verwezenlijken. Spr. zet uiteen «vaaraah het eerst in den raad de aandacht dient geschonken te worden. De schoolstrijd is ten einde, maar op de gemeente komt thans voor een groot deel de uitvoering aan. De gemeente heeft te zorgen voor flinke vakscholen. Het beperken «ran den schadelijken in vloed van de bioscopen enz. Wij moeten «'oorkomen dat de gemeente de Middenstand zal wegdrukken, door in stelling van gemeentebedrijven. In Am sterdam heeft men kunnen zien dat die be drijven onvoordeellg werken bovendien. Spreker eindigde met den wensch dat een ieder, man of vrouw zich van de ern stige taak zal doordrongen gevoelen die aan de stembus op hem rust. De heer Vroom dankte beide sprekers voor hetgeen zij naar voren hadden ge bracht en liet de vergadering staande het Wilhelmus aanheffen. Mr. Dr. Schokking ging -ten slotte in dankgebed voor, waarmede deze welge slaagde bijeenkomst die door bijna drie honderd personen was bijgewoond werd be ëindigd. leder weldenkend Antirevolutionair stemt morgen der A. R.-lijst. STADSNIEUWS. Nederlandsche Pilgrim Fathers herdenking 1920. In verband met de nadere vaststelling der plannen voor en de regeling van do deelneming aan de Nederlandsche Pilgrim Fathers Herdenking te houden te Leiden, Amsterdam en Rotterdam op 30 Aug. -tot 2 Sept. a.s. is onlangs Dr. D. Plooij, secretaris der Nederlandsche Pilgrim Fathers Com missie naar Engeland geweest en kwam met hem uit Engeland Rev. M. E. Aubrey, secretari-s van de Engelsche Mayflower; Council. Op dit oogenblik vertoeft in Ne-« derland Prof. George P. Baker, van Har vard Uni«'ersity {Cambridge Mass. U.S.A.), aan wien is opgedragen het schrijven van den text en de voorbereiding van de op voering van een historischen „Pageant" (Openluchtspel), dat de geschiedenis der Pilgrim Fathers in beeld zal brengen en in grooten stij'l zal worden opgevoerd te New Plymouth gedurende den zomer van 1921. Prof. Baker heeft reeds een studiereis daartoe gemaakt in Engeland en zijn be zoek hier te lande heeft ten doel persoon lijk de plaatsen te bezoeken, waar de Pil grims hebben gewoond, de resultaten der jongste onderzoekingen in Nederland -te leeren kennen en een zoo juist mogelijk beeld te verkrijgen «ran de Pilgrim Fathers en hun verblijf hier te lande. Dezer dagen is ook in Nederland de heer; H. S. Perris, secbetaris van de Anglo-Ame rican Society in Engeland, met de op dracht te opreken over het zenden van eene afvaardiging naar de Nederlandsche Pilgrim Fathers Herdenking. Als sprekers op het congres orden ver wacht: uit Amerika Prof. Dr. van Dij-ke, vroeger gezant der Vereenigde Staten bij ons Hof Re«\ Dr. Sam. Elliott; Bishop Dan lington; Dr. Griïfis; Mr. Arthur Lord; Dl" Cornelius Woelfkin; the Hon. judge Ri« sell Benedict; Mrs. Colemo, nen 'andere Uit Engeland o.a.: Lord Bryce; Lord We. dale; Dr. J. Rendel Harris; Dr. F. B.Mey Dr. Horton; H. G. Wood; Rev. Aubrey anderen. Als gedelegeerde namens den Staat Mas sachusetts is door den Governor aangewe* zen Mr. Wm. Bradford Homer Dowse. Dej Zwitsersche Kirchen Konferenz heeft Prof, Dr. Eugène Choisy (Genève) aangewezen als vertegenwoordiger van Franscb Zwit serland; en Prof. Dr. Ruegg tZüriehl als vertegenwoordiger van Duitsch Zwitser land. Vermoedelijk zullen ook de Fransche Protestanfcsche Kerken op het Congres ver tegenwoordigd zijn. De uitnoodigingen aan' de binnenlandsche corporaties worden bin nenkort verzonden en de definitieve lijst van sprekers en voorzitters op de samen komsten zal eerlang gepubliceerd kunnen worden. Omtrent het aantal te verwachten deel nemers aan het Congres, is nog zeer weinig met zekerheid bekend. Het Nederlandsche prospectus der Herdenking is en wordt de zer dagen per post bezorgd en wordt op aanvraag door het bureau der Nederland sche Pilgrim Fathers Commissie (Heeren straat 45, Leiden) gaarne toegezonden. Feeds heeft zich een vrij aanzienlijk getal Nederlanders als leden van het Congres doen inschrijven; terwijl ook uit Engeland! en Amerika reeds eenige inschrijvingen door het buitengewoon gebrek aan passa ge van Amerika naar Europa. Met het oog op de schaarsche gelegen heid tot logies in Leiden is aldaar een beroep gedaan op do gastvrijheid der bur gers, «velk verzoek ook is of zal worden FEUILLETON. Langs donkere wegen 43) Grey had het dien morgen druk gehad; hij had brieven moeten schrijven over za ken. «oor Charlotte en eenige boodschap pen voor haar gedaan in de stad, hoew el hij liever thuis «\ras gebleven en beproefd had Dollie «vat op te vroolijken. Dat kleine persoontje bracht haar mor gen door met aan hare moeder 'te schrij ven en met Mark Antony te spelen; maar gedurende het koffieuurtje hield de re gen op en brak er een «vaterig zonnetje door, zoodat Dollie «veer «vat opfleurde. „Het is nu mooi weer, het zal zeker een schoone middag worden", zeide zij, Bertie aanziende; maar hoewel hij bevestigend antwoordde, sloeg hij geen acht op de toe speling. Grey sloeg het meisje gade en merkte haar verlangende blik op. Natuur lijk begreep hij haar. Was hij niet reeds begonnen haar als een hoek te lezen? „Zoudt ge gaarne eene «vandeling ««'illen maken?" vroeg hij gretig. „Natuurlijk zijn Mary en Charlotte buiten rekening, maar «vij zijn tot uw dienst." Grey hood niet aan haar alleen te vergezellen, daarvoor ken de hij te goed de eischen der welvoegelijk- heid voor jonge meisjes als Dollie, maar >met hun beiden zou het niet hinderen; en als deze ziekte aanhield, kon zij toch niet in het kasteel opgesloten blijven zonder frissche lucht en beweging. „Waarom zegt ge er niets op, oude jon gen?" ging hij voort, terwijl hij zich vrij ongeduldig tot zijn broeder wendde; en er bleef Bertie mets anders o«rer dan te zeggen, dat hij verheugd zoude zijn hen -te mogen vergezellen, hoewel een nauwkeu riger opmerker dan Dollie zoude gezien hebben, dat hij ontegenzeggelijk zeer ver velend keek. „Twee is een gezelschap, maar drie niet", zegt het spreekwoord, en in dit geval was het zeker «vaar. Grey noch Dollie schenen de wandeling prettig te vinden; Berty was hun tot last; hij ««"ilde maar niet aan het gesprek deelnemen en zeide „pardon" of ,jwat zeidet ge daar, Miss Maynard?" tel kens «vanneer Dollie hem aansprak. Toen zij ten laatste bij de brug te Lea- ken-Water kwamen, herinnerde hij zich eensklaps, dat hij een brief van Sir Char les Howard: in den zak had, die met de a\andpost beantwoord moest w orden. „Ik heb het heelemaal vergeten! Hoe ver velend! merkte Bertig knorrig op, en on derdrukte met moeite een sterkere uitdruk king over zijne domheid. „Laat ons teruglceeren; het doet er niets toe, als we niet verder kunnen gaan", ant woordde Dollie goedhartig, want zij zag, dat hij ««erkelijk boos «vas o\*er zijn eigen achteloosheid. „Neen, neen, ik ga liever alleen; dan kan ik het eens zoo gauw loopen, uwe kleine beenen zouden mij niet kunnen bijhouden. Grey zal u straks wel thuis brengen. Het spijt mij erg maar er is niets meer aan te doen goeden dag"; en Bertie spoedde zich weg, zonder om te zien. Zij stonden hem na te kijken, toen zijn liooge gestalte zich met regelmatige stap pen verwijderde, totdat hij achter de boo- men verdween, waarna Dollie zich eens klaps omkeerde en over de brug keek. Het was hetzelfde stille landschap, dat zij eens geschetst had; daar waren de roo- de daken en aardige gevels, de brug, waar de zwanen onder door zwommen, de boo- men, «vier takken op den oever hingen en de breede ««'atermassa's, waarin de stralen der ondergaande zon zich weerkaatsten. Beneden op het zand hadden Bertie en Mary zoo 'lang gestaan, terwijl zij ernstig samen praatten. Zij zou wel eens «villen weten, waarover zij toch gesproken had den; en toen «varen zij «veer lachend bij hen teruggekomen, nadat zij hand aan hand naar boven «varen gewandeld en, er ««as een gelukkige uitdrukking in Marv's oogen geweest. Zou het werkelijk waar zijn, dat. Bertie Mary liefhad? Zij ikon het haast niet ge- lopven; ziju wijze van doen liad te veel van die eens broeders hij had zijn genegen heid te openlijk getoond; en toch, hoe was zijn gedrag van heden anders te verklaren YVas hu niet afgetrokken en vervelend ge noeg, om een minnaar te zijn? „Als ik van hout was geweest, haï hij zich niet minder om mij kunnen bekom meren:", dacht Dollie, meer en meer ja- loersch. „Nu, laat hij maar vgrliefd zijn op Mary! Wie kan dat iets schelen? mij tenminste niet, alleen is het niet aangenaam, dat hij mij zóó behandelt, ivu Mary er niet is en nog wel, nadat ik gisterenavond zoo vriendelijk' tegen hem ben ge«veest!" en Dollie voelde een lichte smart, toen zij terugdacht aan hat prettige uurtje in de oude keuken, en aan Berlie, die -vriendelijk tot haar opzag, toen zij hem bij het schijnsel «ran het vuur be diende. £rme, kleine Dollie! haar verbeelding was opgewekt, hoewel haar hart zoo rein was, als een wit blaadje papier er stond geen enkele naam op geschreven; zij was juist in dat overgangstijdperk, dat de op pervlakte van haar hart bewogen kon wor den door de uiterlijke schoonheid en de aangename manieren van een Adonis, al «vas het dan niet door dezen Bertie, dan toch door een anderen, want op achttien- jarigen leeftijd leggen een gebogen neus, een paar uitdrukkingsvolle grijze oogen en zelfs een naar vierkante schouders mee' gewicht in de schaal, dan meer geestelijke hoedanigheden, als vriendelijkheid, moed! en dergelijke. Eerst, op lateren leeftijd be grijpt men, dat schoonheid en verdienste niet altijd samen gaan. Dollie was ver- stooord, maar zij gaf zich geen rekenschap waarom, en toen vlogen hare gedachten naar huis, naar de groene kamer in Aber- crombie Road", en ecnklaps waren hare wangen nat, en steeg ar een snik uit haar, keel omhoog, en voordat zij wist «vat zij deed, weende het arme kind uit verlangen naar hare moeder. Het was zeer kinderachtig van eene jonge dame, van wie verwacht wordt, dat zij aangenaam gezelschap zal zijn voor haar medgezel. Wat zou Mr. Lyndhurst wel van haar denken? En toch, en toch, als Dollie maar op haar bankje aan de «'oeterx harer moeder kon zitten, met haar arm om haar heengeslagen, haar vriendelijk, droevig gelaat over haar heengebogen, en als zij haar hart dan eene kon uitstorten, al hare meisjesachtige gevoelens kon mee- deelen, want het verstand van oudera menschen kan zooveel ontwarren en te*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1920 | | pagina 1