'weed© Blad.
Zaterdag 5 Juni 1920
Een stem uit het graf.
Als .nu de dagen van Israël naderden,
dat hij sterven rooi, 000 riep hij zijn
zoon Jozef, en eeidc tot hem: Indien ik
nu genade gevonden heb in uwe oog..,
zoo kg toch uwe hair-d onder mijne
heup, en doe weldadigheid cn trouw aan
mij en begraaf mij toch niet in Aegypte.
Gcnes:s 47:27.
Do groote dood en spreken nog" nadat
jj gestorven zijn.
Zie liet maar aan den aartsvader Jar
jl), chft iii den tekst terecht Israël go
oeiüd wordt, omdat liij zich op dut
igenbbk wezenlijk vorstelijk gedraagt.
Hij voelt zijn einde naderen en ont-
edt Jozef aan zijn sterfbed om hem
iet een plechtigen oedi te doen zweren,
il hij hem niet in Aegypte, doch m
anaii 11 zou begraven.
De Heero had het land Kanafin tot een
feüjko bezitting aan zijn volk gege-
>n. Maar nu zij al te zamon in de
cemdelingschap verkeerden en er
Hïirt'Kt geen uitzicht was dat zij eer-
mg uit Aegypte bevrijd zx>uden wo'n-
en, "scheen de belofte dos Heeran te
ilen.
De aartsvader houdt echter aan Gods
lelofte vast op hoop tegen hoop.
Zijn laatste daad vóór het Merven is
en geloofsdaad- In hel heilage land
cd ïiieü neui lc:* ruste legeren, al is
D reis ver en de moeite groot.
En als de zonen dan na de teraarde-
ïslölhng in Go,sen zullen wedekeeren,
in zal cv voer hun besef van dat graf
1 de verte een machtige stem uitgaan,
li Israël hen daar wacht; dat de ver
ssing uit Aegypte stellig zal' komen;
n dat heel hel volk straks zal ervaren
oe God geen man is dat Hij iegen zoil
och eens menschcn kind dat het Hem
erouwen zou: zou Hij het zesgpn en
et doen, of spreken en met bestendig
aken?
Gewis, de-groote dooden spreken nog
uiat zij gestorven zijn
Het zwijgende graf is soms roerend
clsprekend, wanneer het getuigt van
et groote geloof dergenen, wier aseh er
opstanding verbeidt.
Er zijn echter ook anctare graven,
lom zijn en aan kinderen en Mn-clskn-
tren niets anders te zeggen hebben
111 dat. het leven daarheen vliegt
Er gaat dan wol een sprake van uit,
laar het is een weemoedige sprake die
iltel cp de vergankelijkheid wijst.
Wij kunnen aan geen graf slaan zon-
&r er indachtig aan gemaakt te wov
en, dat ook onze dagen naderen dat
rij sterven zullen.
Zij naderen altoos droor,
De dood slaat geen oogenblik st.il en
ar.di-H nog veel minder achterwaarts
>m zich eenige schreden van ons te
crwijüe'en, maar het is steeds een na-
eren. 011 als de laatste zandkorrel door
et uurglas glijdt, haalt hij ons in en
:gt ons dc kille hand o-p het haa t, zoo-
lat het ophoudt te kloppen-
Er zijn echter ook andere gracen,
waaruit een heiliger stem tot ons op-
linkt, een stem die getuigt van de on
wankelbare trouw onzes Gods, van de
rastheicl zijner beloften al schijnen zij
Icor de feiten weersproken te worden;
-n stem die opwekt om nooit aan God
e vertwijfelen, maar met volkomen
erusthoi-d' te rekenen op al zijne woor-
ten, die ja e,n amen in Jezus Christus
ijc.
Zulke graven zijn zieldoorborende
oeps tem men.
Zulke graven zijn getuigen.
Een handvol asch. dito op het kerkhof
igt, spreekt, zoo niet meer alleen van
cggankelijkheid, maar doel ons opzien
laar boven tot Hem, met wien niemand
oleurgcsteld uitkomt.
Wij kunnen niet rtalalcn hier ook aan
10ze aooden te denken.
Hun graf:ligt, evenals voor de ldnde-
Israels, mischien in dc verte.
Zoo stil. Zoo veriaten. Zoo te midden
van een vreemde bevolking-
En toch, is het niet troostvol, wan-
neor voor ons hart cfio dcodo neg
spreekt en dat graf ons herinnert aan
een onwrikbaar geloof, dat hot met God
alleen durfde wagen?
Is het niet bemoedigen dl voor onze
vaak bezwijkende godsvrucht door die
stem uit het graf telkens weer beves
tigd te worden, zoodat de veerkracht
herleeft?
O, de dood en tellen nog mede!
Wij sloegen hun vermaningen soms
ah den wind, toen zij nog leefden. Maar
nu dat roerlooize stof tot ons spreekt,
golft dè ziel ih ons op en wordt alles
daarbinnen gevoel'ilg en week.
Menigeen. d:e zijn sterfdag voelt na--
Öeren. wordt beangst'gd door de ge
dachte aon de kinderen, die hij achter
moet laten, misohien wcJ zonder dat zij
dien .weg dies levens bewandelen.
Als men er niet meer i's, wie zal hen
Ö'an wijzen ep den giroolen Chriistus en
hen afmanen van d'e paden des kwaads,
wiie zal hen-opdragen aan de barmhar-
tighe'nd Gods en zijn genade over hen
afs moeken?
Zwijg, bange zorg. De dooden spreken
nog nadat zij gestorven .zijn. Houd gij
maar lot den einde toe vast aan uw
God. Sterf in het geloof.
Wi© weet, als de kindern straks aan
'd'e groeve staan, of hun hart niet zal
breken op 't hooran van de stille stem
uit het graf.
Uit de Pers.
HE'i' OBSTRUCTIE-SCHANDAAL.
De Rotterdammer betoogt dat het
obstructie-schandaal thans onder leiding
van den heer Duijs voltrokken, een der
gave vruchten is van "den marxist'ischen
boom.
Op de vraag welige beteekenis aan dit
anti-parlementair drijven moet worden ge
hecht. antwoordt het blad:
Het heeft beduidends als krachtig hulp
middel tot zielkundige waardeschatting
der sociaal-democratie. Wie zelfs na No
vember 1918 nog hoop had dat met de
socialisten op den bodem der beslaande
orde gemeenschappelijk staatkundig be
stuur mogelijk was, moet na het Kamer-
kabaai wel hopeloos in die meening zijn
geschokt. Het revolutionair karakter, dat
telkens het socialisme den weg der wette
lijke middelen doet verlaten, kwam pijn
lijk klaar opnieuw aan den. dag.
Daarmee houdt de beteekenis van het
roode kabaal vrijwel op.
Noch Regeering, noch Kamer heeft eeni-
ge wijziging in haar plannen of «werk
methode aan te brengen. Zwakheid zou
het -zijn, thans uit den weg te gaan voor
dit roode terrorisme, dat in de toekomst
elk oogenblik den goeden gang van zaken
kan verstoren.
In de toekomst zou dan een veelvuldig
hanteeren van het wapen der ontbinding
verzekerd zijn.
Onverzettelijk sta de Kamer op de hand
having der werkordie, die zij formeel en
materieel volkomen naar recht vaststelde.
Door een nauwgezette plichtsbetrachting
late het niet-revolutionaire deel het volle
odium van dit Kamer-schandaal vallen top
de revolutionaire fracties.
Geen oogenblik zijn wij dan in twijfel
over de vraag, wie zich over de ergerlijke
miachtsoverschrijding zal beklagen.
De Zutrphensche Crt. (liberaal)
schrijft:
Vast staat nu reeds dat het ontwerp op
'Dinsdag in behandeling komt.
De revolutionairen hebben tegen dien
datum een algemeene staking van een et
maal aangekondigd. De halfeen-half-revo-
lutionairen, die in de S. D. A. P. zijn sa
mengebracht, hebben zich daarover niet
uitgesproken. De leden van het Ned. Ver
bond van Vakvereenigingen willen er niet
toe overgaan wanneer er niet meer gemerkt
wordt van den lust om tot de demonstra
tieve stakingen over te gaan.
Blijkbaar is de lust daartoe dn de krin
gen der S. D. A. P. nog niet groot. Daar
om probeeren de leiders door rumoer en
obstructie in de Kamer hun volgelingen
tot verzet te prikkelen. Wij voorspellen
hun daarvan weinig succes. Want dat zin-
nelooze lawaai in de Kamer is eer^ afleider
vcor'het gehoopte lawaai in het land.
NIETS NIEUWS.
Er is niets nieuws oreder de zou.
Ook Het 'tegenwoordige communisme is niet
nieuw.
Wie de historie kent, zegt de N. Pr. Gr. Crt.
weet dat het. als twee druppels water gicEjkt op
'het stelsel), dat de heideiasciie denker Plato
uil dacht
Voor de Jeugd.
Levend Begraven.
X.
Op deze wijze verkortte de grootvader
foor Jacques menig lang uur, en hierbij
leerde de knaap veel en kreeg zoo'n ge
makkelijkheid in het rekenen uit h°t
hoofd, dut het zijn grootvader verwonder
de. Zoo ging er menige dag voorbij, en nu
de knaap in een vroolijker stemming was,
dacht zijn grootvader, dat bij hem wel
®en nieuwe beproeving, die op handen
was, kon vertellen.
Zooals reeds verhaald is, hadden de arme
gevangenen slechts een weinig lampolie
wanneer zij nu zouden voortgaan de lamp
zooveel te branden als tot nog toe, zouden
®'j binnen een maand geen olie meer heb-
jtèn en het overige van hun gevangenschap
hi geheele duisternis moeten doorbrengon.
Op zekeren dag vertelde de grootvader
^nlks aan zijn kleinzoon. Jacques was
wanhopig; hij had er nog nooit aan ge
dacht, en in het begin scheen bot erg hard,
n°o meer van het vroolijke lamplicht to
moeten missen.
Hij vond echter, dat zijn grootvader ge-
i'Jk had en er werd besloten in het vervolg
lamp slechts drie uur per dag te laten
Jenden, en zioh den overigen tijd te ver
genoegen met het zwakke vuur van den
haard.
De lamp werd nu iter zijde gezet; de goe
de, oude man zocht voor Jacques steeds
afleiding, om hem ook dit te doen verge
ten. Eindelijk vond hij een bezigheid voor
hem, die de lange uren aangenaam ver
kortte.
Zij. hadden eene groote hoeveelheid stroo
en nu stelde de grootvader voor, er koor
den van te vlechten om voor verschillende
doelen te gebruiken, wat Jacques heerlijk
vond. Dadelijk haalde hij een bos stroo,
begon te werken, zich aan de voeten van
zijnen grootvader zettende. De oude man
gaf hem het stroo aan en Jacques bond
het samen, en werkte uron achtereen vlij
tig voort.
Te midden dezer bezigheden, kwam De
cember, die donkere maand, in welke ech
ter bet gezegende Kerstfeest gevierd wordt,
dat de harten verblijdt en verheugt, gelijk
een fonkelende ster in een donkeren nacht.
Jacques trad deze maand met geen blij
de gevoelens in; want wat voor troost zou
den die steeds kortere da8en langere
nachten aan zulke gevangenen brongen?
lederen morgen klom Jacques öp liet
dak, om het luik van sneeuw te-bevrijden;
.anders zouden de arme gevangenen geen
versche 'lucht hebben on geen vuurtje kun
nen maken, daar de rook hen zou doen
stikken, wanneer hij geen uitweg had.
Wij kunnen wel zeggen, dat Plate de gwHaio
denker van het communisme Js geweest en dat
toenrattd eigenfijk verder is gekomen dan hl).
Al de oeuwen door hebben het communisme en
socialisme verdedigers gevonden. De reforma
toren hadden er evenzeer moe te maken ais
wij.
Calvljn heeft een harden strijd te voeren ge
had met de wederdoopers. en Jilj heeft een van
zijn beste studies geschreven tegen de dwaling,
dat tte eigendom het kwaad zou zijn, dat onze
samenfeving drukt.
Onze belijdenis geeft reeds een heel goede
omschrijving van het communistische ideaal en
piaatst er de Christelijke befójdieïriS forscn tegen
over.
Ook tijdens de Fransche revolutie, die, zelf
ceni nieuwe heerlijke maatschappij wikle bou
wen, kwam het communisme met voorstellen,
die heel weinig afweken van <fe commarristsche
gedachte.
Wij wijzen op de stelPtigcn van Babcuf,
wiens pogen wel «iet slaagde, maar die toch,
als men eens de grondstelfagen van de revolu
tie had aanvaard;, de consequentie aan zijn zij
de lad.
Hij is door Tocquevtfêe niett ten onrechte de
grootvader van de moderne socialisten genoemd.
Von Stahl zegt, dat zijn aanhangers het
fluid ige comma iris me verdedigen. Zij gkigen
zelfs zoover, dat zij ook het gemeenschappelijk
bezit der vrouwen vorderden en huwelijk en
familie wilden opheffen.
De socialisatie der vrouwen is dus ook al
©een nieuw denkbeeld, dat in het verdwaasde
"hoofd van een Russische» bolsjewist is opge
komen,
Babeuf wilde niet slechts den eigendom op
heffen, hij wilde ook de volkomen gelijkheid m
zijn nieuwe maatschappij. Wat verwijderd
moest worde a was de ongelijkheid op elk ge
bied: Dit streven is ook steeds de kracht van
eJke revolutie.
ALiie menscheit arbeiden voor de gemeen
schap en allen teven van de gemeenschap.
Wat men dus thans naar voren brengt en
verdedigt», is niet iets nieuws.
Het is een oud waandenkbeeld en aüeen de
ver nagaande ondermijning van het Christelijk
geloof vorkaarfc de groei van deze communis
tische idee.
.(Het is ailis Guizot liet eens opmerkte: Als
hand verkrijgen, dan is dat, omdat het Chris-
höt socialisme en het communisme de ovor-
tetöjk geloof verdwijnt. Het een is met bet an-
dter niet te vereenigen,
Als het Christelijk geloof een grootere plaa'i
in ons teven innam, zouden commurfeme ei:
socialisme weidra niet meer zijn daa obscure
dwaasheden
Dat men er thans zoo groote waarde aai.
hecht, is d vrucht van het ongeloof.
Voor onze vrouwen.
„Als wij bij onze nieuwe vrouwe
lijkt- kiezers voor ernstige
menschen willen-doorgaan, dan
moeten wij tot daden komen. De
vrouwe/i van Nederland verlangen
da.de 11."
Aldus Suze Groeneweg in de Tweed'e
Kamer-
Als we voor ernstige menschen wil
len doorgaan -
Maar dan zal men toc-h zeker een wei-
nig anders-moeten optreden dan de So«-
c'iiaiistische Kamerleden deze week
deden
Meer speciaal ten behoeve van onze
vrouwelijke lezers, de n ouwe kiezers,
maakten we een kleine bloemlezing uit
de redevoeringen Dinsdag en Woens
dag in het Parlement gehouden.
Zij zullen dan kunnen beoordeel cn of
we Mer al of niet met ernstige mcn
schen te doen hebben.
VAN RAVESTETTN- In hef anti-revo
lutie-ontwerp worden gedëmon streed
de gansche stompzinnigheid en achter
lijkheid der bourgoipic. Het is een m
faam product van huichelarij.
KOIjTHEK prol stoort tegen de
Slitfpmoordenaarelacliiek Van 'deze rer
gee-ring.
DUIJS: Het ontwerp i's een product
van huichelarij, een farizeesch ding Ilel
nii'kt naar den Spaanschcn clerus- Het
is een echt vunzig, in-clerkaal ding. 1-Iet
uiekt naar Warmond. TTef rok» rnir
Rolduo. Het riekt naar Rijsenburg. Als
ik president was zou ik tot de rachtor-
ziid'e 7P-g?en: s t Fk i u 11 i e-
DUUS: Het ontwerp inzake gem. be
lastingon bewi jst de totale 1 mnoten He
van Ménister de Vr'ep. De heeren van
rechts zijn te beroerd en .te ellendig om
d.' -'-'tok ie regelen.
DUIJS. Hier word! een gemeen snel
gespeeld- Men slaat het Nedcrlandscho
volk te bedriegen.
DUIJS tot den heer DuymatT van
„Onze toestand is niet zeer dtuigenaam
zeide de grootvader op zekeren dag, toen
Jacques mot een treurig gelaat van den
schoorsteen kwam; „toch is hij te verkie
zen boven dien van een gevangene, die hot
misschien even. weinig verdiend heeft als
wij. Wij hebben vuur en voor eenige uren
licht. Wij hebben toch nog eene zekere vrij
heid en kunnen doen en laten wat wij wil
len; wat het arme slachtoffer tusschen vier
donkere muren niet veroorloofd is. Wij
behoeven iederen morgen niet de binnen
komst van eenen wreeden cipier te vree
zen. Daarbij is het lijden, dat God ons op
legt, nooit zoo zwaar te dragen als dat,
hetwelk wij te danken hebben aan de on
rechtvaardigheid der menschen.
„En dan nog, mijn zoon, cn dit is, zoo
schijnt het mij ten minste, een groot voor
deel in onzen toestand, wij zijn niet al
leen cn kunnen elkander opvmolijken. Ik
zeg niet, dat ik je niet liever veilig thuis
bij je vader zag; maar daar God het zoo
besloten heeft en je nu hier zijt, heb ik een
grooten troost in je tegenwoordigheid. Zelfs
Blanchette draagt er toe hij om onze ge
vangenschap minder treurig to maken, en
liet zou mij zeer spijten, haar te missen,
niet alleen om de melk, die zij ons geeft,
maar ook omdat hare aardige sprongen
een groote afleiding voor mij zijn."
„Ik zie dat u gelijk hebt, grootvader",
zeide Jacques; „ons lot is inderdaad niet
Twffei: U doel uw mond alleen open als
het niet n00dig is en daji spreekt u met
het pathos van een leeg© bier ion.
DUIJS: Van Rappara! stamt uit het
oude geslacht der roofridders-
DUIJS: ik voel meer voor een man
djie vloekt en oven hart heeft voor zijn
mcdemensch dhn voor meneer Smeenk
die zijn gebedje dioet en niet weet wat
filantropie - Ï3.
DUIJS: de rechterzijde bestaat uit po
litieke siuipmoórdenears
DUIJS tot den heer Smeenk: houdt
tooh uw vervelende gezfeht.
Wij hebben deze.bloemlezinr gemaekt
uit de verstegen in Het Vol k, <}at bij
iedere schunnigheid! nog vermeldde:
,,vrooLijkhc-Ji!df", .gelach", ,,de vroobijk-
heid stijgt ten top" enz.
Wanneer men nu bemerkt dat bij hel
optreden van de Socialisten tal ran Ka
merleden. ministers en vele ambtena
ren van hun werk worden gehouden-en
dat allerfel nuttige arbeid daardoor on
mogelijk word gemaakt, zal het duide
lijk zijn dat het toch niet aangaat do
Soc. Democraten te betitelen als ern
stige menschen aan wie ernsti
ge belangen kunnen worden toover-
kohwd.
De 'Mrouwe«n 'van Nederland 'verlan
gen daden zegt Suze Groenewe-sr.
Goew. Maar sit 't bovenstaande kan
men Zien dat men van Soc.-Democraten
geen daden kan verwachten.
Misschien zijn er onder onze lezeres
sen wel enkele die z'oh afvragen of het
eigenlijk wel noodag .is kwajongens
praat alis van de heeren Duijs e. a- in
ons blad op te nemen.
Wij geiooven het wel
Inzonderheid voor onze lezeressen In
Leiden, die over enkele weken naar de
stombus worden geroepen.
De Socialisten zullen hun uiterste
best doen. oolc onze vrouwen te bewe
en om op de roode candidaten te stem
men.
Naar Maastricht werden zelf» speciale
(vrouwelijke (propaganda(en jréstuurdi
teneinde de vrouwen te bewerken.
Misschien komen dergelijke d"ame3
ook wei' naar Leiden.
Welnu, als onze vrouwen dergelijke
propagandisten op bezoek/ mochten
krijgen dan behoeven ze niet verlegen
te staan.
Ze hebben dan slechts te herinneren
aan de schandelijke toon ooien d'-c deze
week in de KaniT voorvielen.
Er hangt van het pp treden ran onze
vrouwen d'jtmaali zoo heel veel af.
Doen ze niet trouw haar plicht en
gaan do Sociakston met de overwin
ning strijken dan beteekent. dat een
slag ih het aangezicht van ons Kabinet
en van de- rechtsche Kamerleden.
Dan beteekent dat een goedkeuren
van de saboteerende obstructie van de
roode Kamerfractie.
Maar immers, dat willen onze vrou
wen niet-
Dan kan geen enkele vrouw wallen
d£ie nog iets voelt voor ernst en goede
zeden.
Maar dian volgt daarin t ook dat onze
vrouwen ran nu af aan het werk gaan.
Aan het. werk om hare medektozeresr
seai duidelijk te maken diat zii Woens
dag 30 Juni moeten stemmen op om-
7LC' eersten eandvdaat, de heer Perau
PERA a-lleen en anders géén!
Rijpere Jeugd.
IV.
In (fit art:kel wenschen wii eenige
gedachte», te ontwikkelen over: het rij
pere kind en zijn ouders. Spraken we
in een vorig artikel over de groote lij
nen, waarlangs ach het leven der -oude
ren beweegt, en dto welke de levens
gang uitstippelen van onze togenwoor-
jipere jeugd"; wezen we or toen
op, dat beide lijnen en beide richtingen
slechts behooran bij een figuur, die do
Bernelsche kunstenaar ©ons zieJf voor-
toekende maar dat het aan ons, oude
ren ligt, de eenheid in die tegenstrijdi
ge. ur.teenloopende lijnen o«p te sporan
en te zien, dat het toch een wiis plan
is, waarvan wij maar al te dikwijls al
leen de onderdooien bemerken, en met
hel geheel n al zijn ruimte en in ai zijn
kleuren, thans willen we clatprobleem
en zijn oplossing praclisch toepassen.
En eten moeten we sproken over hel
rijpere kind in zijn omgeving thuis.
Hot is met eenige huivering,_dat wij
dd doen Want wij zijn ons bewust, dat
we pijnlijke, won de plekken zullen aan
raken in zoo menig geztosleven. Maar
toch golooven wij d'at het moet, tor-
zoo erg als ik dikwijls dacht. Nu begrijp
ik, waarom het arme dier zoo klagend
.blaat, wanneer wij haar, nadat wij haar ge
molken hebben, alle<en in den Stal laten.
Het arme dier verveelt izich cn verlangt
naar gezelschap.^ Waarom zouden wij haar
niet hier halen, grootvader?"
„Ik heb er niets tegen", antwoordde de
oude man met een glimlach.
Jacques wachtte elechls op zijns groot
vaders verlof om met het work to begin
nen. Hij zette eene kribbe in den hoek van
de keuken, waar hij dacht, dat zij niet in
den weg zou staan en bevestigde haar met
houten peijnen tegen den muur. Daarna
ging bij naar den sja' en bracht Blanchette
op hare nieuwe plaats.
Hel was"werkelijk aandoenlijk, de vreug
de van'het arme dier te zien, bij deze heer
lijke verandering. Zij sprong vroolijk door
de keuken en om Jacques en don grootva
der, cn wel op zoo'n wijze, dat het waarlijk
lastig kon worden. De grootvader dacht
dal dit wel niet lang zou duren en liet
haar doen waarin zij lust had; eindelijk
lag Blanchette in den hoek.
„Gij ziet, Jacques", zeide de grootvader
glimlachende, naar de geit wijzende, „j?
hebt een goed werk gedaan, er klopt nu
nog een gelu-kkig hart meer in onze kleine
eenzame hut.
Na een paar dagen den 3den Decem
ber toen Jacques als gewoonlijk op het
wfifie van 'dat kind, torwille van de toe
komst van het Rijk van Christus. En
dan kan eene ontleding van de psychi
sche stroomingen in het geinstoven
soms heek pijnlijk zijn, omdat het ons
atfn onszolf ontdekt. Waar we nauwkeu
rig acht geven op de botsing van uit
een lobpen de karakters ih het gezin,
daar doen wo goed. dit niet weg te pra-
lon, of hat mei don Bijbel in de hand
direct te bestraffen - en ook. als we
bestormd verden door die hopelooze
verwarring en moeilijkheden, d-e ver
schillende karakters elkaar aandoen, is
het niet'goed moedeloos te worden; ar«n
aan gelooven cn vertrouwen te verzin
ken in-dof pessimisme: integendeel het
gaat er thans om. in deze werald van
disharmonie en stelsclloozr verarming
weer te vinden: de Eenheid aller d n
gen. Gods liefde, dto als het licht van
ei 11 vuurtoren uitstraalt vemistigcnd,
hoop gevend boven de golvingen en
wordingen van menschelijke drift en
passie.e
En als wij de dingen zoo wiMen be
zien in een zoekend verlang n nai" tot
Eeuwige Licht; dan hebben wij reeds de
welen-ichap, dat voo;- onze .rijpere
jeugd" de belofte gei it: ..hun ontfec-
mer zal ze leiden."
Ito© komt liet toch" dal in zooveel ge«-
zihnen en tonopaichte ran eon of meer
kinderen, die dan lastig" zouden zijn,
anders dan de anderen" en ..altijd! to
gen de keer in", zoo'n algemeene ver
stoordheid heorscht? Hoe komt het, dat
er zoo dikwijls twee stroommsren wop-
den aangetroffen, die in veei opzichten
elkander niets toegeven, elk ander altijd
dwars zitten, ja, elkaar soms het licht in
de oogen niet gunnen?
Hoe komt het, dat zooveel oudera- daar
machteloos tegenover staan; het vermo
gen missen om die scheiding weg te
nemen - ze te verzoenen? Ho© komt
het, als deze stroommg-en eens hefkg
doorwerken (en wie onzer kent die
voorbeelden in eigen omgeving, niet?)
er dan zooveel gezinsgeluk verwoest
wordt?
Dal vader en moedor door de kindo
ren zélf soms het contact met elkander
verhezen. of, dat het kiindi aan zich
zelf overgelaten, ten prooi aan zijn on-
br-. cd gde> heftige verlangens ..hecn-
w. waar geen redding moge
lijk is"?
v.ug eens: hoe kojjit dat?
En nu zouden we al tevreden zijn, ala
velen, die dit lezen, ons d©igeliiK.e ver
houdingen c pen en e 0 r 1 ij k toegaven.
D-e nu mot eens van ach af zetten niet
een soms erg gemakkelijk peioep op
dc wereld. ,,che in het pooze Egt-" Het
gaat er hier met om in de d ngen to
verklaren, Thans gaat het om de oplos
sing, En nu zijn er misschien, d'e ons
in did opzicht ook al voorud zijn en ons
zeggen, dial beiden, zoowel ouders als
kinderen weer buigen moeten voor het
Woord van God maar dan een v'aag:
„Is d-t geen formule voor U?" Hebt ge
dat. beleefd, gezien met eigen oogen m
eigen leven?
Want verklaren en theoretisceren kun
nen we allen. Niet, waag, het 's een be
kend verschijnsel, dat we niet eens door
erfelijkheidstheo«riën behoeven too te
lichten, hoe in veel gevallen de k ndcren
in lichamelijk en geestelijk opz.cht, een
dieeï dier eigenschappen van vader of
moeder on tv ngen 111 meerdere óf min
dere mate- Dat ouders in hel kind dik
wijls eigen gelaatstrekken, eigen karak
ter, eigen aanleer weerV-nden. En dat
die twee genoemde stroomingen m hot
gezinsleven d kwijls hun oorsprong von
den in de verschillende l&venseugon-
schappen der ouders. Wat bij de ouders
na een leven van zorg en moe tokheden*
van gebed en verdraagzaamheid kwam,
tot hooger liefdeshannonio in God, re
volteert bij de kinderen soms heftig te
gen elkaar met al de hartstocht van het
jonge onbesuisde bloed. Daar vindt ge
terug de primitieve' aanleg ran den
mensch, zooals deze de hand opheft lo
gen God, zooals hij zich zelf handhaaft
tegenover Hooger Wil.
„Ik eerst", zegt hel kind. We, lachen
or dikwijls om, maar is het eigenlijk
niet d)ep treurig?
En nu gaal da! kind opA^oe'en. Uct
wordt ouder. Het komt- op zijn matoor,
in zijn omgeving met het leven in aan
raking. -En laten we nu niot meritiidendj
glimlachen", wij. die misschien groot or
moeilijkheden, geldzorgen, de brood-
vraag hebben V\ls we „clck wat wits"
geven, dan heeft dat kind ook recto Wj
dak was geklommen, om dc sneeuw van
het luik af te scheppen zag hij met vreug
de de blauwe lucht en de prachtige zon.
Het liad opgehouden te sneeuwen en de
lucht was droog en helder. De uitgestrekte
sneeuwvlakte, die door de zonnestralen
beschenen werd, verblindde Jacques'
oogen; echter bleef hij langer dan ge
woonlijk boven, om zich in den glans tp
verheugen.
Gaarne zou hij zijnen groolvader, na.
dien langen donkeren nacht deze zonne
stralen hebben willen laten zien, maar het
w«b onmogelijk dat deze op het dak kon
klimmen, en het zou te vergeefs rijn te
trachten om door de dour oi het raam te
paan, daar er eene groote massa sneeuw
voor lag; op eens echter kwam er ene ge
dachte hij den knaap op. „Als ik eens pro
beerde", zeide hij lot zichzelvcn, ,,om eju
pad voor grootvader door dc snasuw '0
maken! Ik moet er in slagen, wanneer ik
goed doorwerk en de sneeuw aan wears*
kanten ophoop."
Vol van deze nieuwe g^dach e, spoeiaa
Jacques zich naar heneden. om he: rijnen
grootvader te vertellen. Dm» dacht, .lat het
werk te veel zou zijn voor den ku-iap.
maar Jacques wilde er niets van hoorou
en begon er dadelijk mede.
(Wordt vervolgd).
1 o