'weed© Blad. Zaterdag 5 Juni 1920 Een stem uit het graf. Als .nu de dagen van Israël naderden, dat hij sterven rooi, 000 riep hij zijn zoon Jozef, en eeidc tot hem: Indien ik nu genade gevonden heb in uwe oog.., zoo kg toch uwe hair-d onder mijne heup, en doe weldadigheid cn trouw aan mij en begraaf mij toch niet in Aegypte. Gcnes:s 47:27. Do groote dood en spreken nog" nadat jj gestorven zijn. Zie liet maar aan den aartsvader Jar jl), chft iii den tekst terecht Israël go oeiüd wordt, omdat liij zich op dut igenbbk wezenlijk vorstelijk gedraagt. Hij voelt zijn einde naderen en ont- edt Jozef aan zijn sterfbed om hem iet een plechtigen oedi te doen zweren, il hij hem niet in Aegypte, doch m anaii 11 zou begraven. De Heero had het land Kanafin tot een feüjko bezitting aan zijn volk gege- >n. Maar nu zij al te zamon in de cemdelingschap verkeerden en er Hïirt'Kt geen uitzicht was dat zij eer- mg uit Aegypte bevrijd zx>uden wo'n- en, "scheen de belofte dos Heeran te ilen. De aartsvader houdt echter aan Gods lelofte vast op hoop tegen hoop. Zijn laatste daad vóór het Merven is en geloofsdaad- In hel heilage land cd ïiieü neui lc:* ruste legeren, al is D reis ver en de moeite groot. En als de zonen dan na de teraarde- ïslölhng in Go,sen zullen wedekeeren, in zal cv voer hun besef van dat graf 1 de verte een machtige stem uitgaan, li Israël hen daar wacht; dat de ver ssing uit Aegypte stellig zal' komen; n dat heel hel volk straks zal ervaren oe God geen man is dat Hij iegen zoil och eens menschcn kind dat het Hem erouwen zou: zou Hij het zesgpn en et doen, of spreken en met bestendig aken? Gewis, de-groote dooden spreken nog uiat zij gestorven zijn Het zwijgende graf is soms roerend clsprekend, wanneer het getuigt van et groote geloof dergenen, wier aseh er opstanding verbeidt. Er zijn echter ook anctare graven, lom zijn en aan kinderen en Mn-clskn- tren niets anders te zeggen hebben 111 dat. het leven daarheen vliegt Er gaat dan wol een sprake van uit, laar het is een weemoedige sprake die iltel cp de vergankelijkheid wijst. Wij kunnen aan geen graf slaan zon- &r er indachtig aan gemaakt te wov en, dat ook onze dagen naderen dat rij sterven zullen. Zij naderen altoos droor, De dood slaat geen oogenblik st.il en ar.di-H nog veel minder achterwaarts >m zich eenige schreden van ons te crwijüe'en, maar het is steeds een na- eren. 011 als de laatste zandkorrel door et uurglas glijdt, haalt hij ons in en :gt ons dc kille hand o-p het haa t, zoo- lat het ophoudt te kloppen- Er zijn echter ook andere gracen, waaruit een heiliger stem tot ons op- linkt, een stem die getuigt van de on wankelbare trouw onzes Gods, van de rastheicl zijner beloften al schijnen zij Icor de feiten weersproken te worden; -n stem die opwekt om nooit aan God e vertwijfelen, maar met volkomen erusthoi-d' te rekenen op al zijne woor- ten, die ja e,n amen in Jezus Christus ijc. Zulke graven zijn zieldoorborende oeps tem men. Zulke graven zijn getuigen. Een handvol asch. dito op het kerkhof igt, spreekt, zoo niet meer alleen van cggankelijkheid, maar doel ons opzien laar boven tot Hem, met wien niemand oleurgcsteld uitkomt. Wij kunnen niet rtalalcn hier ook aan 10ze aooden te denken. Hun graf:ligt, evenals voor de ldnde- Israels, mischien in dc verte. Zoo stil. Zoo veriaten. Zoo te midden van een vreemde bevolking- En toch, is het niet troostvol, wan- neor voor ons hart cfio dcodo neg spreekt en dat graf ons herinnert aan een onwrikbaar geloof, dat hot met God alleen durfde wagen? Is het niet bemoedigen dl voor onze vaak bezwijkende godsvrucht door die stem uit het graf telkens weer beves tigd te worden, zoodat de veerkracht herleeft? O, de dood en tellen nog mede! Wij sloegen hun vermaningen soms ah den wind, toen zij nog leefden. Maar nu dat roerlooize stof tot ons spreekt, golft dè ziel ih ons op en wordt alles daarbinnen gevoel'ilg en week. Menigeen. d:e zijn sterfdag voelt na-- Öeren. wordt beangst'gd door de ge dachte aon de kinderen, die hij achter moet laten, misohien wcJ zonder dat zij dien .weg dies levens bewandelen. Als men er niet meer i's, wie zal hen Ö'an wijzen ep den giroolen Chriistus en hen afmanen van d'e paden des kwaads, wiie zal hen-opdragen aan de barmhar- tighe'nd Gods en zijn genade over hen afs moeken? Zwijg, bange zorg. De dooden spreken nog nadat zij gestorven .zijn. Houd gij maar lot den einde toe vast aan uw God. Sterf in het geloof. Wi© weet, als de kindern straks aan 'd'e groeve staan, of hun hart niet zal breken op 't hooran van de stille stem uit het graf. Uit de Pers. HE'i' OBSTRUCTIE-SCHANDAAL. De Rotterdammer betoogt dat het obstructie-schandaal thans onder leiding van den heer Duijs voltrokken, een der gave vruchten is van "den marxist'ischen boom. Op de vraag welige beteekenis aan dit anti-parlementair drijven moet worden ge hecht. antwoordt het blad: Het heeft beduidends als krachtig hulp middel tot zielkundige waardeschatting der sociaal-democratie. Wie zelfs na No vember 1918 nog hoop had dat met de socialisten op den bodem der beslaande orde gemeenschappelijk staatkundig be stuur mogelijk was, moet na het Kamer- kabaai wel hopeloos in die meening zijn geschokt. Het revolutionair karakter, dat telkens het socialisme den weg der wette lijke middelen doet verlaten, kwam pijn lijk klaar opnieuw aan den. dag. Daarmee houdt de beteekenis van het roode kabaal vrijwel op. Noch Regeering, noch Kamer heeft eeni- ge wijziging in haar plannen of «werk methode aan te brengen. Zwakheid zou het -zijn, thans uit den weg te gaan voor dit roode terrorisme, dat in de toekomst elk oogenblik den goeden gang van zaken kan verstoren. In de toekomst zou dan een veelvuldig hanteeren van het wapen der ontbinding verzekerd zijn. Onverzettelijk sta de Kamer op de hand having der werkordie, die zij formeel en materieel volkomen naar recht vaststelde. Door een nauwgezette plichtsbetrachting late het niet-revolutionaire deel het volle odium van dit Kamer-schandaal vallen top de revolutionaire fracties. Geen oogenblik zijn wij dan in twijfel over de vraag, wie zich over de ergerlijke miachtsoverschrijding zal beklagen. De Zutrphensche Crt. (liberaal) schrijft: Vast staat nu reeds dat het ontwerp op 'Dinsdag in behandeling komt. De revolutionairen hebben tegen dien datum een algemeene staking van een et maal aangekondigd. De halfeen-half-revo- lutionairen, die in de S. D. A. P. zijn sa mengebracht, hebben zich daarover niet uitgesproken. De leden van het Ned. Ver bond van Vakvereenigingen willen er niet toe overgaan wanneer er niet meer gemerkt wordt van den lust om tot de demonstra tieve stakingen over te gaan. Blijkbaar is de lust daartoe dn de krin gen der S. D. A. P. nog niet groot. Daar om probeeren de leiders door rumoer en obstructie in de Kamer hun volgelingen tot verzet te prikkelen. Wij voorspellen hun daarvan weinig succes. Want dat zin- nelooze lawaai in de Kamer is eer^ afleider vcor'het gehoopte lawaai in het land. NIETS NIEUWS. Er is niets nieuws oreder de zou. Ook Het 'tegenwoordige communisme is niet nieuw. Wie de historie kent, zegt de N. Pr. Gr. Crt. weet dat het. als twee druppels water gicEjkt op 'het stelsel), dat de heideiasciie denker Plato uil dacht Voor de Jeugd. Levend Begraven. X. Op deze wijze verkortte de grootvader foor Jacques menig lang uur, en hierbij leerde de knaap veel en kreeg zoo'n ge makkelijkheid in het rekenen uit h°t hoofd, dut het zijn grootvader verwonder de. Zoo ging er menige dag voorbij, en nu de knaap in een vroolijker stemming was, dacht zijn grootvader, dat bij hem wel ®en nieuwe beproeving, die op handen was, kon vertellen. Zooals reeds verhaald is, hadden de arme gevangenen slechts een weinig lampolie wanneer zij nu zouden voortgaan de lamp zooveel te branden als tot nog toe, zouden ®'j binnen een maand geen olie meer heb- jtèn en het overige van hun gevangenschap hi geheele duisternis moeten doorbrengon. Op zekeren dag vertelde de grootvader ^nlks aan zijn kleinzoon. Jacques was wanhopig; hij had er nog nooit aan ge dacht, en in het begin scheen bot erg hard, n°o meer van het vroolijke lamplicht to moeten missen. Hij vond echter, dat zijn grootvader ge- i'Jk had en er werd besloten in het vervolg lamp slechts drie uur per dag te laten Jenden, en zioh den overigen tijd te ver genoegen met het zwakke vuur van den haard. De lamp werd nu iter zijde gezet; de goe de, oude man zocht voor Jacques steeds afleiding, om hem ook dit te doen verge ten. Eindelijk vond hij een bezigheid voor hem, die de lange uren aangenaam ver kortte. Zij. hadden eene groote hoeveelheid stroo en nu stelde de grootvader voor, er koor den van te vlechten om voor verschillende doelen te gebruiken, wat Jacques heerlijk vond. Dadelijk haalde hij een bos stroo, begon te werken, zich aan de voeten van zijnen grootvader zettende. De oude man gaf hem het stroo aan en Jacques bond het samen, en werkte uron achtereen vlij tig voort. Te midden dezer bezigheden, kwam De cember, die donkere maand, in welke ech ter bet gezegende Kerstfeest gevierd wordt, dat de harten verblijdt en verheugt, gelijk een fonkelende ster in een donkeren nacht. Jacques trad deze maand met geen blij de gevoelens in; want wat voor troost zou den die steeds kortere da8en langere nachten aan zulke gevangenen brongen? lederen morgen klom Jacques öp liet dak, om het luik van sneeuw te-bevrijden; .anders zouden de arme gevangenen geen versche 'lucht hebben on geen vuurtje kun nen maken, daar de rook hen zou doen stikken, wanneer hij geen uitweg had. Wij kunnen wel zeggen, dat Plate de gwHaio denker van het communisme Js geweest en dat toenrattd eigenfijk verder is gekomen dan hl). Al de oeuwen door hebben het communisme en socialisme verdedigers gevonden. De reforma toren hadden er evenzeer moe te maken ais wij. Calvljn heeft een harden strijd te voeren ge had met de wederdoopers. en Jilj heeft een van zijn beste studies geschreven tegen de dwaling, dat tte eigendom het kwaad zou zijn, dat onze samenfeving drukt. Onze belijdenis geeft reeds een heel goede omschrijving van het communistische ideaal en piaatst er de Christelijke befójdieïriS forscn tegen over. Ook tijdens de Fransche revolutie, die, zelf ceni nieuwe heerlijke maatschappij wikle bou wen, kwam het communisme met voorstellen, die heel weinig afweken van <fe commarristsche gedachte. Wij wijzen op de stelPtigcn van Babcuf, wiens pogen wel «iet slaagde, maar die toch, als men eens de grondstelfagen van de revolu tie had aanvaard;, de consequentie aan zijn zij de lad. Hij is door Tocquevtfêe niett ten onrechte de grootvader van de moderne socialisten genoemd. Von Stahl zegt, dat zijn aanhangers het fluid ige comma iris me verdedigen. Zij gkigen zelfs zoover, dat zij ook het gemeenschappelijk bezit der vrouwen vorderden en huwelijk en familie wilden opheffen. De socialisatie der vrouwen is dus ook al ©een nieuw denkbeeld, dat in het verdwaasde "hoofd van een Russische» bolsjewist is opge komen, Babeuf wilde niet slechts den eigendom op heffen, hij wilde ook de volkomen gelijkheid m zijn nieuwe maatschappij. Wat verwijderd moest worde a was de ongelijkheid op elk ge bied: Dit streven is ook steeds de kracht van eJke revolutie. ALiie menscheit arbeiden voor de gemeen schap en allen teven van de gemeenschap. Wat men dus thans naar voren brengt en verdedigt», is niet iets nieuws. Het is een oud waandenkbeeld en aüeen de ver nagaande ondermijning van het Christelijk geloof vorkaarfc de groei van deze communis tische idee. .(Het is ailis Guizot liet eens opmerkte: Als hand verkrijgen, dan is dat, omdat het Chris- höt socialisme en het communisme de ovor- tetöjk geloof verdwijnt. Het een is met bet an- dter niet te vereenigen, Als het Christelijk geloof een grootere plaa'i in ons teven innam, zouden commurfeme ei: socialisme weidra niet meer zijn daa obscure dwaasheden Dat men er thans zoo groote waarde aai. hecht, is d vrucht van het ongeloof. Voor onze vrouwen. „Als wij bij onze nieuwe vrouwe lijkt- kiezers voor ernstige menschen willen-doorgaan, dan moeten wij tot daden komen. De vrouwe/i van Nederland verlangen da.de 11." Aldus Suze Groeneweg in de Tweed'e Kamer- Als we voor ernstige menschen wil len doorgaan - Maar dan zal men toc-h zeker een wei- nig anders-moeten optreden dan de So«- c'iiaiistische Kamerleden deze week deden Meer speciaal ten behoeve van onze vrouwelijke lezers, de n ouwe kiezers, maakten we een kleine bloemlezing uit de redevoeringen Dinsdag en Woens dag in het Parlement gehouden. Zij zullen dan kunnen beoordeel cn of we Mer al of niet met ernstige mcn schen te doen hebben. VAN RAVESTETTN- In hef anti-revo lutie-ontwerp worden gedëmon streed de gansche stompzinnigheid en achter lijkheid der bourgoipic. Het is een m faam product van huichelarij. KOIjTHEK prol stoort tegen de Slitfpmoordenaarelacliiek Van 'deze rer gee-ring. DUIJS: Het ontwerp i's een product van huichelarij, een farizeesch ding Ilel nii'kt naar den Spaanschcn clerus- Het is een echt vunzig, in-clerkaal ding. 1-Iet uiekt naar Warmond. TTef rok» rnir Rolduo. Het riekt naar Rijsenburg. Als ik president was zou ik tot de rachtor- ziid'e 7P-g?en: s t Fk i u 11 i e- DUUS: Het ontwerp inzake gem. be lastingon bewi jst de totale 1 mnoten He van Ménister de Vr'ep. De heeren van rechts zijn te beroerd en .te ellendig om d.' -'-'tok ie regelen. DUIJS. Hier word! een gemeen snel gespeeld- Men slaat het Nedcrlandscho volk te bedriegen. DUIJS tot den heer DuymatT van „Onze toestand is niet zeer dtuigenaam zeide de grootvader op zekeren dag, toen Jacques mot een treurig gelaat van den schoorsteen kwam; „toch is hij te verkie zen boven dien van een gevangene, die hot misschien even. weinig verdiend heeft als wij. Wij hebben vuur en voor eenige uren licht. Wij hebben toch nog eene zekere vrij heid en kunnen doen en laten wat wij wil len; wat het arme slachtoffer tusschen vier donkere muren niet veroorloofd is. Wij behoeven iederen morgen niet de binnen komst van eenen wreeden cipier te vree zen. Daarbij is het lijden, dat God ons op legt, nooit zoo zwaar te dragen als dat, hetwelk wij te danken hebben aan de on rechtvaardigheid der menschen. „En dan nog, mijn zoon, cn dit is, zoo schijnt het mij ten minste, een groot voor deel in onzen toestand, wij zijn niet al leen cn kunnen elkander opvmolijken. Ik zeg niet, dat ik je niet liever veilig thuis bij je vader zag; maar daar God het zoo besloten heeft en je nu hier zijt, heb ik een grooten troost in je tegenwoordigheid. Zelfs Blanchette draagt er toe hij om onze ge vangenschap minder treurig to maken, en liet zou mij zeer spijten, haar te missen, niet alleen om de melk, die zij ons geeft, maar ook omdat hare aardige sprongen een groote afleiding voor mij zijn." „Ik zie dat u gelijk hebt, grootvader", zeide Jacques; „ons lot is inderdaad niet Twffei: U doel uw mond alleen open als het niet n00dig is en daji spreekt u met het pathos van een leeg© bier ion. DUIJS: Van Rappara! stamt uit het oude geslacht der roofridders- DUIJS: ik voel meer voor een man djie vloekt en oven hart heeft voor zijn mcdemensch dhn voor meneer Smeenk die zijn gebedje dioet en niet weet wat filantropie - Ï3. DUIJS: de rechterzijde bestaat uit po litieke siuipmoórdenears DUIJS tot den heer Smeenk: houdt tooh uw vervelende gezfeht. Wij hebben deze.bloemlezinr gemaekt uit de verstegen in Het Vol k, <}at bij iedere schunnigheid! nog vermeldde: ,,vrooLijkhc-Ji!df", .gelach", ,,de vroobijk- heid stijgt ten top" enz. Wanneer men nu bemerkt dat bij hel optreden van de Socialisten tal ran Ka merleden. ministers en vele ambtena ren van hun werk worden gehouden-en dat allerfel nuttige arbeid daardoor on mogelijk word gemaakt, zal het duide lijk zijn dat het toch niet aangaat do Soc. Democraten te betitelen als ern stige menschen aan wie ernsti ge belangen kunnen worden toover- kohwd. De 'Mrouwe«n 'van Nederland 'verlan gen daden zegt Suze Groenewe-sr. Goew. Maar sit 't bovenstaande kan men Zien dat men van Soc.-Democraten geen daden kan verwachten. Misschien zijn er onder onze lezeres sen wel enkele die z'oh afvragen of het eigenlijk wel noodag .is kwajongens praat alis van de heeren Duijs e. a- in ons blad op te nemen. Wij geiooven het wel Inzonderheid voor onze lezeressen In Leiden, die over enkele weken naar de stombus worden geroepen. De Socialisten zullen hun uiterste best doen. oolc onze vrouwen te bewe en om op de roode candidaten te stem men. Naar Maastricht werden zelf» speciale (vrouwelijke (propaganda(en jréstuurdi teneinde de vrouwen te bewerken. Misschien komen dergelijke d"ame3 ook wei' naar Leiden. Welnu, als onze vrouwen dergelijke propagandisten op bezoek/ mochten krijgen dan behoeven ze niet verlegen te staan. Ze hebben dan slechts te herinneren aan de schandelijke toon ooien d'-c deze week in de KaniT voorvielen. Er hangt van het pp treden ran onze vrouwen d'jtmaali zoo heel veel af. Doen ze niet trouw haar plicht en gaan do Sociakston met de overwin ning strijken dan beteekent. dat een slag ih het aangezicht van ons Kabinet en van de- rechtsche Kamerleden. Dan beteekent dat een goedkeuren van de saboteerende obstructie van de roode Kamerfractie. Maar immers, dat willen onze vrou wen niet- Dan kan geen enkele vrouw wallen d£ie nog iets voelt voor ernst en goede zeden. Maar dian volgt daarin t ook dat onze vrouwen ran nu af aan het werk gaan. Aan het. werk om hare medektozeresr seai duidelijk te maken diat zii Woens dag 30 Juni moeten stemmen op om- 7LC' eersten eandvdaat, de heer Perau PERA a-lleen en anders géén! Rijpere Jeugd. IV. In (fit art:kel wenschen wii eenige gedachte», te ontwikkelen over: het rij pere kind en zijn ouders. Spraken we in een vorig artikel over de groote lij nen, waarlangs ach het leven der -oude ren beweegt, en dto welke de levens gang uitstippelen van onze togenwoor- jipere jeugd"; wezen we or toen op, dat beide lijnen en beide richtingen slechts behooran bij een figuur, die do Bernelsche kunstenaar ©ons zieJf voor- toekende maar dat het aan ons, oude ren ligt, de eenheid in die tegenstrijdi ge. ur.teenloopende lijnen o«p te sporan en te zien, dat het toch een wiis plan is, waarvan wij maar al te dikwijls al leen de onderdooien bemerken, en met hel geheel n al zijn ruimte en in ai zijn kleuren, thans willen we clatprobleem en zijn oplossing praclisch toepassen. En eten moeten we sproken over hel rijpere kind in zijn omgeving thuis. Hot is met eenige huivering,_dat wij dd doen Want wij zijn ons bewust, dat we pijnlijke, won de plekken zullen aan raken in zoo menig geztosleven. Maar toch golooven wij d'at het moet, tor- zoo erg als ik dikwijls dacht. Nu begrijp ik, waarom het arme dier zoo klagend .blaat, wanneer wij haar, nadat wij haar ge molken hebben, alle<en in den Stal laten. Het arme dier verveelt izich cn verlangt naar gezelschap.^ Waarom zouden wij haar niet hier halen, grootvader?" „Ik heb er niets tegen", antwoordde de oude man met een glimlach. Jacques wachtte elechls op zijns groot vaders verlof om met het work to begin nen. Hij zette eene kribbe in den hoek van de keuken, waar hij dacht, dat zij niet in den weg zou staan en bevestigde haar met houten peijnen tegen den muur. Daarna ging bij naar den sja' en bracht Blanchette op hare nieuwe plaats. Hel was"werkelijk aandoenlijk, de vreug de van'het arme dier te zien, bij deze heer lijke verandering. Zij sprong vroolijk door de keuken en om Jacques en don grootva der, cn wel op zoo'n wijze, dat het waarlijk lastig kon worden. De grootvader dacht dal dit wel niet lang zou duren en liet haar doen waarin zij lust had; eindelijk lag Blanchette in den hoek. „Gij ziet, Jacques", zeide de grootvader glimlachende, naar de geit wijzende, „j? hebt een goed werk gedaan, er klopt nu nog een gelu-kkig hart meer in onze kleine eenzame hut. Na een paar dagen den 3den Decem ber toen Jacques als gewoonlijk op het wfifie van 'dat kind, torwille van de toe komst van het Rijk van Christus. En dan kan eene ontleding van de psychi sche stroomingen in het geinstoven soms heek pijnlijk zijn, omdat het ons atfn onszolf ontdekt. Waar we nauwkeu rig acht geven op de botsing van uit een lobpen de karakters ih het gezin, daar doen wo goed. dit niet weg te pra- lon, of hat mei don Bijbel in de hand direct te bestraffen - en ook. als we bestormd verden door die hopelooze verwarring en moeilijkheden, d-e ver schillende karakters elkaar aandoen, is het niet'goed moedeloos te worden; ar«n aan gelooven cn vertrouwen te verzin ken in-dof pessimisme: integendeel het gaat er thans om. in deze werald van disharmonie en stelsclloozr verarming weer te vinden: de Eenheid aller d n gen. Gods liefde, dto als het licht van ei 11 vuurtoren uitstraalt vemistigcnd, hoop gevend boven de golvingen en wordingen van menschelijke drift en passie.e En als wij de dingen zoo wiMen be zien in een zoekend verlang n nai" tot Eeuwige Licht; dan hebben wij reeds de welen-ichap, dat voo;- onze .rijpere jeugd" de belofte gei it: ..hun ontfec- mer zal ze leiden." Ito© komt liet toch" dal in zooveel ge«- zihnen en tonopaichte ran eon of meer kinderen, die dan lastig" zouden zijn, anders dan de anderen" en ..altijd! to gen de keer in", zoo'n algemeene ver stoordheid heorscht? Hoe komt het, dat er zoo dikwijls twee stroommsren wop- den aangetroffen, die in veei opzichten elkander niets toegeven, elk ander altijd dwars zitten, ja, elkaar soms het licht in de oogen niet gunnen? Hoe komt het, dat zooveel oudera- daar machteloos tegenover staan; het vermo gen missen om die scheiding weg te nemen - ze te verzoenen? Ho© komt het, als deze stroommg-en eens hefkg doorwerken (en wie onzer kent die voorbeelden in eigen omgeving, niet?) er dan zooveel gezinsgeluk verwoest wordt? Dal vader en moedor door de kindo ren zélf soms het contact met elkander verhezen. of, dat het kiindi aan zich zelf overgelaten, ten prooi aan zijn on- br-. cd gde> heftige verlangens ..hecn- w. waar geen redding moge lijk is"? v.ug eens: hoe kojjit dat? En nu zouden we al tevreden zijn, ala velen, die dit lezen, ons d©igeliiK.e ver houdingen c pen en e 0 r 1 ij k toegaven. D-e nu mot eens van ach af zetten niet een soms erg gemakkelijk peioep op dc wereld. ,,che in het pooze Egt-" Het gaat er hier met om in de d ngen to verklaren, Thans gaat het om de oplos sing, En nu zijn er misschien, d'e ons in did opzicht ook al voorud zijn en ons zeggen, dial beiden, zoowel ouders als kinderen weer buigen moeten voor het Woord van God maar dan een v'aag: „Is d-t geen formule voor U?" Hebt ge dat. beleefd, gezien met eigen oogen m eigen leven? Want verklaren en theoretisceren kun nen we allen. Niet, waag, het 's een be kend verschijnsel, dat we niet eens door erfelijkheidstheo«riën behoeven too te lichten, hoe in veel gevallen de k ndcren in lichamelijk en geestelijk opz.cht, een dieeï dier eigenschappen van vader of moeder on tv ngen 111 meerdere óf min dere mate- Dat ouders in hel kind dik wijls eigen gelaatstrekken, eigen karak ter, eigen aanleer weerV-nden. En dat die twee genoemde stroomingen m hot gezinsleven d kwijls hun oorsprong von den in de verschillende l&venseugon- schappen der ouders. Wat bij de ouders na een leven van zorg en moe tokheden* van gebed en verdraagzaamheid kwam, tot hooger liefdeshannonio in God, re volteert bij de kinderen soms heftig te gen elkaar met al de hartstocht van het jonge onbesuisde bloed. Daar vindt ge terug de primitieve' aanleg ran den mensch, zooals deze de hand opheft lo gen God, zooals hij zich zelf handhaaft tegenover Hooger Wil. „Ik eerst", zegt hel kind. We, lachen or dikwijls om, maar is het eigenlijk niet d)ep treurig? En nu gaal da! kind opA^oe'en. Uct wordt ouder. Het komt- op zijn matoor, in zijn omgeving met het leven in aan raking. -En laten we nu niot meritiidendj glimlachen", wij. die misschien groot or moeilijkheden, geldzorgen, de brood- vraag hebben V\ls we „clck wat wits" geven, dan heeft dat kind ook recto Wj dak was geklommen, om dc sneeuw van het luik af te scheppen zag hij met vreug de de blauwe lucht en de prachtige zon. Het liad opgehouden te sneeuwen en de lucht was droog en helder. De uitgestrekte sneeuwvlakte, die door de zonnestralen beschenen werd, verblindde Jacques' oogen; echter bleef hij langer dan ge woonlijk boven, om zich in den glans tp verheugen. Gaarne zou hij zijnen groolvader, na. dien langen donkeren nacht deze zonne stralen hebben willen laten zien, maar het w«b onmogelijk dat deze op het dak kon klimmen, en het zou te vergeefs rijn te trachten om door de dour oi het raam te paan, daar er eene groote massa sneeuw voor lag; op eens echter kwam er ene ge dachte hij den knaap op. „Als ik eens pro beerde", zeide hij lot zichzelvcn, ,,om eju pad voor grootvader door dc snasuw '0 maken! Ik moet er in slagen, wanneer ik goed doorwerk en de sneeuw aan wears* kanten ophoop." Vol van deze nieuwe g^dach e, spoeiaa Jacques zich naar heneden. om he: rijnen grootvader te vertellen. Dm» dacht, .lat het werk te veel zou zijn voor den ku-iap. maar Jacques wilde er niets van hoorou en begon er dadelijk mede. (Wordt vervolgd). 1 o

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1920 | | pagina 5