jittttnt Iweecie Blad. I Zaterdag I S$ei 1920 3 stokouden rezen op. De jongens zagen mij en versluiten ziek, en de stokouden rezen op en stonden. De oversten hielden de woor den in, en legden de hand op kwe nen mond. Job 29:89. beschrijft in dit hoofdstuk de dagen 3» t glorie, die aan zijn zivlsoog voorbij- mi hij van alle heerlijkheid beroofd >n aschhoop van zijn verteerde geiuk zit met den potscherf h'n do hand om h boozc zweren mede te «chrabben. kontrast is wel pijnlijk tusschen het leen en thans. Hij is als een door God jrpone met een zwart geworden huid inftstoken gebeente, terwijl zijn pols- ra rusteloos jagen en hij als eten hèrfst- in leien wind opgeheven en in het slijk wordt. het wonder, dat liij zijn gefolterde ziel iit 'in een bittere klacht: ,,Oeh, of ik gelijk in dte vorige maanden, gelijk dagen, toen God mij bewaarde!" ïl go s was toen zijn deel. Als een tfeed de Heere zijn gunst over zijn schijnen, wanneer hij in de duister- 'jmdelde. verborgenheid was over -zijn tent, de Almacht',;ge nog met hem was. en jongens, hoe zou hij ze ooit ltunnen iten? - nog rondom hem waren, wiesch toen zijn gangen in boter ven its goot hem oliebeken uit, de zege- ra vtc'eidcn hem toe uit 's Heeren mil- 3uid. en ook bij de rnenschen stond hij inzien. Is waar, op 't oogenblik is hij hun een mspel, maar in de dagen van ouds S it andei's. :r hij zich begaf naar de poort itad om in 't midden der oudsten het Ite bedienen en zijn rechterstoel werd i aanzienlijke vergadering toebereid, dan ging eten ieder voor hem op de jongens hadden zulk een ontzag dien hoogstaande», edelen man, dat i.' niet waagden zijn weg te kruisen, zich eerbiedig terugtrokken; en de luden, als zij zijn bekende nobele fi- zagen verschijnen, dan rezen zij op leven met gbbogen hoofd staan totdat joorbijgegaan was. ook wanneer hij in de vergadering Ssteiu verhief, dan hielden de oversten roorden in en legden zich de hand op Z nond, om mei. gespannen aandaclut te iron naar het advies van een inan, jjeen uitwendige ambtsteekenen noodig omdat zijn bezonnen «oordetel hem ;e tot manitel en vorstelijken hoad. Slacht en geërd to zijn door een ieder, de jongens op straat die anders 3ig oog voor zielenadel hebben tot aan ckouden toe, wife onzer 6ielt er geen op? mogen enkele hartelooze lieden, zijn. let, naar zij zeggen, niet deert hoe de chcn over hen oorddelen, maar verre de metsten zijn op dit punt teergeyoe- n hechten groote waarde aan de mee- die men zich omitrent lien vormt hefabeu volkomen gelijk. Het is een Jiijk^te zegeningen Gods. indien men ten achtbaar mensch bekend staat cn jong en oud met eerbied bejegend is iets nnders dan het kruipen van 'sclie zielen, dat geen man van karak- üch kan laten welgevallen, en waarin .bijbedoelingen schuilen. Aar het schroomvallige staan van de ens in de verte met iets als ontzag op vrijmoedige en open aangezichten, het iedige van den groet bij den voorbij- I ;er, het tasten van de stokouden naar kruk om op te rijzen, en nog zooveel 5'e onopzettelijke blijken van 'hoog ing, wie zon er zijn God niet voor Jon? voorrecht wordt ons niet terstond bij eterste verschijning geschonken, is ongetwijfeld een eerebetoon, dat Ier ons karakter dan onze positie of orte bedoelt, en ook deze achting is zonder beteekbnis. ij rijzen op voor ton vorst, die met l| beid-eed is. Waj maken plaats de vertegenwoordigers van oude ge kten, ook al is ons vvürnig omtrent hun bekend omdat zij geaclA worden iragers van hooge tradities te zijn, edelman onileeent toch oorspronke: rijn naam aan de edele eigenschappen, Voor de Jeugd. Levend Begraven. V. >o sprak de grootvader, cn Jacques, erknielende, bad met hem, en zijn L vol kinderlijk geloof, steeg op tot den n van God. aarna ging hij naar de geit, om te 1 of zij iets gedurende den nacht moest Nn, gaf lvaar voedsel en nieuw stroo, streelde haren langharigen hals met ale tee derheid. lanchette «ontving deze liefkozingen vriendelijk en leunde zich dicht te- den den knaap. Het arme dier scheen duisternis en eenzaamheid van den niet te bevallen, en toen Jacques haar liet, begon zij k'agcnd te blaten, tcques beklaagde de arme Blancliette, 'v daar hij haar niet kon helpen, sloot te staldeur en kwam bij zijnen groot- r terug, naast wien hij zich nederleg- °'u weldra in te slapen. Jen Jacques den volgenden morgen maakte was hij verwonderd, dat het donker was, hoewel hij een gevoel - alsof hij langer dan gewoonlijk ge- e'i hack Daarbij hoorde liij het geluid ioe^iappenj dus was zijn grootvader di'; in zijn geslacht voor:geplant werden en waardoor diit althans in oude lijden niet weinig tot de zedelijke verheffing des volks bijdroeg. Veel hooger staal echter tie achting, die men ons toedraagt t&r willen van den iu- nerlijken adel onzos harten, gehjk dit bij Jol» het' .geval was. Hij zegt ons zelf waaraan 'hij baar te danken had, wanneer idj in enkhle trek ken zijn leven beschrijft. De ellendige, die riep, vond een bevrij der, en de wees, die geen helper bad, vond en raadsman in hem. Hij was den blinde tot oogten en den kreupele tot voeten. Den noodrufügen was hij toL vader, en het go- schil, dat hij niet wtet, onderzocht hij. Dit alles was bij Job geen uiting van teen aangeboren goedhartigheid, rnaar het was de rijpe vruclw des geloofs, hetwelk in de liefde werkzaam was. De vioeze des Heeren. die onze schre den tw-tuurt, de geloofsgemeenschap mel- IIem. die ons hart. naar zijn welgevallen formeert ten ze°ten van den broeder, dat is hot kostbaar geheim van de hoogachting der niensehen»*e onswaart. Wio zoo eerbiedig voor Gods aangezicht wandelt, hij moge jaren lang onopgemerkt blijven, maar vroeg of laat zal Gij stellig ervaren dat de' voorbijganger de majesteit der godsvrucht erkent, en dat zelfs de stok oude oprijdt, o, niet voor het nietige raen- ec hen kind, maar voor liet werk dat de ge nade in hem gewrocht heeft. g. j. j. k. Voor onze Vrouwen. •N.ur aanteJiivg van oi-s artikel vasi de vorige week •ontvingen we sen briefje van een lezeres .uit Lc-iJen, waarvoor we gaarne eeti paaisjc Snrti'iinea. iisc luidt ats volgt: ..Met belagsleiting heb ik gelezen wat u schreef over de beteefceais' vaw de a.s. Raads verkiezingen. ook voor' ors vrouwen. Gezien de cijfers die u daaromtrent meedeelt zal er van de vrouwen ongetwijfeld veel afhangen, maar ik zou zeggen, maak u daar maar nie: al te ongerust over. Wij zijn we! niet zoo goed op de boogie als de maiawiA maar toch zullen de ineesiieic onzer wel weien waarom het eigeiv -lijk gaat. Ik geloof dan ook niet dat de propaganda van dc socialisten bij «ons zooveel succes zal hebben, otóar toch was het goed dat i»og eens in bet kort werd aangetoond, waarom wij tien •!y3t ki^en steuren.. Toch maar eebikkig dacht ik, toen rk dit las, dat we int ecu eigen ■dagblad hebben. Want 't is wet waar dat we ook de Standaard of de Rotterdammer kunnen -lezen, maar men wil ook gnaag op de hoogte Wijven met wat er in de naaste omtrek ge beurt En als de portemonnaie dan «let te ruim is, dan komt meu er wel eens toe dc eigen Waden; in de ia-atste plaats te romen. Ik weet wal dat dit niet goed is en ik wil 't ook viict goedpraten maar oen feit is 't toch. iiiretwaar? «En daarom was ik zoo blij. ioeu 1 A-prft onze Nieuwe Leidsche Courant op tafel kwam. En dan- nog wei in zoo flink formaat. Werkelijk, *t vio5 me mee. Ik "hoop dat ons blad steeds meer aan al onze behoeften zal voldoen en dat 'i ook in a'. onze chcistofijke gezinnen wordt gelezen. Maar ik dwaal at geloof ik en niet zoom beattie ook. Wat ik zeggen1 wilde, zou '«t met goed zijn als 't socialisme nogeens wat breeder nesproken werd? 't oen purr, waar vee! over gepraat wordt. Door de mannen op de fabriek eit rn 'i katttoo: en ook wel door «de vrouwen, En dan tracht trten ons altijd duidelijk te tinken dat christe nen bod goed socialist kunnen wezen. Weet u wat dar, we! eens de moeilijkheid- is? yoclen wel dat ".t niet 'kan. maar de 'bewijzen hoeft men wel eens miet bij de hand. Vooral cfe ionge vrouwen, in kantoor en winkel en iabriek, hebben wel een steuntje noodig. Geioor maar dat ze vaak wat moeten hooren. (Ook zou rk het wel prettig vinden als we voor de -verkiezii®en eens wat nader werden Higeliclit omtrent de Gemeenteraden, hoe ze ge kozen worden, wat ze te doen 6eibbeu en hoe dat hecle gemaenlebestuur eigenlijk in elkaar zir. En nu toch aan 'c vragen ben: hoe zit dat nu eifienfajk met 'het verkiezen van vrouwen als raadslid ersz. Is dat good of niet? Onze K. V. heeft geen vrouwen cancKdaat gesteld, wat ik \-oor mij heef goed vind, maar er zijn onder mijn kennissen ook wel die mij een beetje ouder- wetsch vhiÜeu. Nu is Jat net erg hoor. Want op 't geWtd v^r. -de kleeding ben ik ook r.og wat aan .Je ouderw-cische kant en ik schaam er mij niets voor. De nieuwerwetsche nufjes hebben daar voor trouwens meer reöeiv Wei, wei, wat een lange brief is da: al gé wordén. Zoo gaat 't nu a's wij vrouwen be- gjjtren. Wij Sabbert immers de raam dat we zoo graag praten? Maar nu zei ik een punt. U vindt 'i toch wel goed, dat ik mijn naam er niet onder zet? Stel u voor. dac mijn kennissen er vaa .wisten. Wel. »k geioof da: k in gen week op straat kwam. Kinderachtig? Ja dat zal we!, maar ik teeken «Joch maar kortweg Een lezeres. Wij zijn „Een lezeres" heel dankbaar voor haar bftvijs van meeleven en iiouden oois ook voor t vervolg gaarne aanbevolen. Wat nu de vragen betrefi, over christendom eni socialisme en de samensicLirng en de taak van de Gemeentebesturen, zou wel veel te zeg gen zijn en 'i zou ook wel uruttig zijn, maar de moeilijkhetd is dat we dan eerf bcele reeks ver- volgarlkclcu zouden moeten geven. 'Beter was 't misschien imlien de Kiesvereen. Anikeie cursusavoiinJen, desnoods speciaal voor de vrouwen, organiseerde. Omtrent lief z.g. passeve vrouwenkiesrecht is .in onze parij verschil van opvattuig. W ij mee net niet te vee! ie zoggeu ais we beweren dat dc overgroole (meerderheid de vrouw en msc- gei'C'kend er «rieis \_an moot hebben. Er is, zooa's men/ weet een Commissie be noemd, 'bestaanJe uit de heeren Idcnburg, Prof. Bouwman cn Mr. Briët, die dit punt zal be- skideeren en de volgende ver gade rvr^- zal heb ben te ad\isoerere. Goede troaw brengt mee aat de Kiesvereoiii- gij-gen op deze zaak r.iet vooruit loopen en daarom was 't ook heel verstandig van de Kies- vereen. m Leiden geen vrouw1(en) op de -lijst ;e •plaatsen. Wij eindigen dit artikel niet de volgende veel zeggende uitspraken van Mr. Groen van Prin- sterer: „Er zijn n:ct alleen groote mannen in Neder land, maar ook groote Mecterlaffidsche vroirxen. Het is geen dappere Kenau Uasscaar, geen iKvailkgs en smaadcvollc Tesselschaie, geen Griaksch en Latijn sprekende Anna M'arii Schuurman, welke ik bedoel. Neen, er is een andere, een:- echt vrouwelijke grootheid, die niet op sPagveMen, noch in raadzalen, noch tn boekvertrekken wordt gezien, maar welker zKSJeurijke werking zich in de heilzaamste gevol gen openbaart, ai heeft ze ir. de S'iite ge^'erk:. Wie iieeft Letde tot God. liefde tot christelijke deugd in de harten der kinderen geplant? We heeft Eerde tot God, liefde tot christelijke ■dat kostbaarste iliuissieraad onzer godsdien stige vaders, ook in de aanzienlijkste geslachten howaard? Dat zijn nwe verdiensten geweest, Nederiand- sche vrouwen! dat was uwe grootheid, voorar van u. die daarin boven austere uitgemunt, die <!e vermogens van uwen geest en de gaven van uwe hart, meer dan andere aan die edele vrouwesï'bestennrrïrg hebt ten koste gelegd. Weinig heeft •Nederlandsch historie van U kun sten melden, en uwe schoonste is in dat gedwon gen stilzwijgen vervat. Terwijl uwe echtgenoot en, terwijl we zonen hei vijandelijke zwaard trotseerden of dobber den op eer. verbolgene zee, bloeide, door wc zorg, deugd cn godsdienst en vaderlandsliefde, een geluk in mv eerbiedwaardig binnenvest rel;. Gij waart sierdden van uw buis. daarom zijt gij sieraden van uw vaderland geweest". Lichamelijke opvoeding. „Lentewind tiasch, en verdrijf al de matheid, Klink' onze leus. irisch als storrnen- geloer. Lied van ^Voskswcerbaarhckt" Het is Meimaand! Heel Gods sciioone sche<pping is in feestdos. De leeuwerik ötijgt 's morgens vroeg reeds jubelend de dagvorstinne tegemoet eu het vee in onze schoone landouwen het huppelt van fris- sche levenslust. Geen wonder ooik. Ziet het jonge groen overal uitspruiten in bosch en veld. Plantsoenen en woud, het lijkt een groote ruiker. Met onwederstaanbare kracht worden wij naar buiten getrokken waar alles ons tegenlacht, waar alles ons spreekt van nieuw leven, van jeugdige kracht cn schoonheid. Met diepen eerbied en ont zag zien wij tot dit schoone op en aanbid den Hem die eens dit alles schiep en on3 nu/weer het voorrecht schenkt Zijn groo te daden in de natuur te aa/nschomven. Ook in de turnwereld is het merkbaar- dat de lieve lente daar is. De turnzaal houdt de schare niet meer vast. 't Gaat alles naar builen. En nu is dit het grooie voordeel van Gymnastiek dat zij zoowel in de zaal als in het vrije veld beoefend kan worden. In het gure jaargetij, als roeien, tennissen enz. stil moeten liggen, dan dreunt de iurnhal van den veerkrach- tigen gymnastenpas. Dan wordt, door middel van onze vrije, gereedschap en toe stel oefeningen de wilskracht gestaald. Maar is de lente in het land, dan gaan zij, zooals „Turn va ter Jahn" hen eens voor- reeds op. Hij wreef verwonderd zijne oogen, maar, zonder heter te kunnen zien. „Grootvader", riep hij, „zijt gij reeds op; •het is nog niet ebns daglicht?" „Kind", antwoordde do oude man, „wanneer wij op het daglicht zouden wachten, konden wij lang blijven liggen. De zon is al lang op; maar ik vrees, wij zullen haar voor het oogenblik niet zien, daar ons venstertje geheel is inge sneeuwd." „Is het mogelijk?" riep Jacques bevreesd uit; en zijn bed uitspringend, liep hij om de lamp aan te steken en zich te ovcrlui- gen. „Ik hoop dat gij u vergist, groo'va der", zeide hij, „het is toch onmogelijk, dat er in éénen nacht zooveel sneeuw valt!"' „Welnu, overtuig je zelf!" her-nam de grootvader. „Het venster is niet zeer hoog en daarbij geloof ik, dat de sneeuw tegen de luit is opgewaaid. In dit geval hindert •hut weinig, daar zij dan misschien onge veer twee of drie voet diep ligt, en wij haar dus spoedig uit den weg kunnen ruimen." ..O, zeker"; z»ide Jacques. - en w einig ge troost. ,En men komt heden om ons uit deze gevangenis te verlossen. Vader moet nu zeker ree ls heneden zijn." „Wij willen hel hopen, howel wij -ar niet te veel op moeten rekenen", ant woordde da grijsaard. „Het zal voorzich tiger zLja te doen als<*i wjj al onze hoop alle-een op God en in ons zelvcn hebben, mijn kind. Laten wij ons voorstellen, dat wij hier voor langer zijn opgesloten; wat moeten wij dan eerst doen? Wij moeten er ons bij wederleggen, en kunnen niets beters doen dan onze hulpmiddelen bere kenen en wanneer wij die met Zekerheid kennen, ze met de grootste spaarzaamheid gebruiken. Maar hoor! de koekoek slaat zeven uur, zoo is het werkelijk dag, en de zon is op, howel wij in de duisternis er niel van zien. Hoe gelukkig,dof ik de klok gisteravond opwond! Wij moeten dat nooit vergelen, Jacques; en mocht ik zulks vergeten, help gij mij het dan onthouden. Maar nu, voor wij iets anders doen, laat ons zien. hoe diep de sneeuw voor ons venstertje licht." Maar 'juist toen zij zulks doen w ilden, bereikte het klagend geblaat van de g«üt hun ooren. Wacht!" zeide de grootvader, „eerst de arme Blancliette en dan de sneeuw, die kan wachten." •De knaap trad den stal binnen, cn de oude man knielde om de geit te melken, terwijl Jacques naar hem keek. „Dat ir, goed, kind" zeide dc grootvader, toen hij bemerkte, dat Jacques zulks deed. „liet is zeer noocig. dat je leert melken, om mijn j-laals te vervullen, wanneer ik •liet niet kan doen. Gij ziet, dat het huk- Jkcü voor mijne oude ledematen zeer nio; i- ging, naar hui ten, naar der eiken groene zalen, naar het open vrije vejd. Dan zpe- ken zij door het spel en de licht Athleii- sche oefeningen de slag»aardigheid te vc-rhoogen, lu?n eu longen te oefenen. Met vaardige hand eu scherpe blik richten zij de speer en de hal. Ge kunt ze weer zien, onze knapen en meisjes, tintelend van levenslust en met een blos der gezodnheid op de wangen, zich oefenende in de heerlijke vrije na tuur, die schoone, majestueuze turnhal met het diepblauwe koepeldak. Daar doen ze gezondheid op. Vooral zij, die dag in dag uit, door hun arbeid in kantoor of werkplaats, het genot van longenzuurstofbaxlen moeten missen, on dervinden hier de zegeningen van de li chaamsoefeningen in de vrije natuur. Ook onze Christelijke Gymnastiekver- eenigingen doen hieraan mede. Jammer dat in deze onze goede stad zoo weinig gelegenheid daarvoor is. Torti is het de Leidsche Christ. Gymn. cn Schermvereeniging Jahn gelukt voor de a.s. 2e Pinksterdag beslag te leggen op het ons bekende Schuttersveld om daar de lichaamsoefeningen in de open lucht •te kunnen demonctreeren. De Christelijke Bond van Gymnasiiek- vereenigingen in Nederland, bestaande uit 23 Christelijke vereenigingen met pl.m. G00 heeren, en pl.m. 300 damesleden, waarvan ook „Jahn" deel uitmaakt, hoopt op dien dag te Leiden haar 10-jarig be staan te komen vieren. En hoe kan zij dat beter doen dan door wedstrijden en een Openluchtuitvoering onder ons Leidsche Christenvolk het goede recht en de nood zakelijkheid van alzijdige lichaamsoefe ning te komen propageeren? Indien het weer mag medewerken, be looft dezen 2e Pinksterdag voor onze turn zaak een groote dag te worden, Leiden's sti*aten zullen daveren van den krachti- gen pas ee.ner groote schare turnsters en turners. Het moet een echt turnfeest wor den, een uiting vau kracht en fierheid, maar niettemin ook van Christelijke dee moed en Godsverhe^rlijking ook op dit te vensterrein. De belangstelling zij groot. Het vlaggelied van „Jafm" worde het feestlied dien dag. ORANJEGROEN. Daver, gij juichtoon, klink op allerwegen, BruLs, fier en breed, over velden en vloed! Kondig den volken ons doelwit, ons streven, Breng ons „J-ong Holland" weer kracht in het bloed. Ouden en Jongen, mannen en vrouwen, Komt in 't gelid, paart het denken aan 't doen. 't Oog op ons dundoek, op God het vertrouwen, IlefJ het ten wolke, 't Oranje en Groen! Is niet Oranje de kleur onze erve Samengewevc-n met 't rood, wit en bluaw? Oranje deed ons eens de vrijheid verwerven, 't Spreekt ons van moed en der vaderen trouw. C.roen is de kleur van die schoone waranden, Waar „Vader Jahn" zijne landzonen bracht, Moed in het harte en kracht in de handen. Geest'lijke rijkdom, lidhaam'lijke 'kracht! Tvveekleur van „Jahn", ja gij zijt onze glorie; Wapper vrij uit, ga ons voor in den strijd! Wijs ons, o dundoek, den weg der victorie In onze kamp met den geest dezer tijd. God, geef dat wij U ter eer mogen leven; Schenk ons der vaderen fierheid en moed; Geef dat wij, in Uwe kracht, mogen streven Steeds meer naar 't Vrank, Vrij en Vroom en liet Vroed. 1 Mei 1920. De Br. Een c.rmvwnvstische Igreojvoi'stin. Naar aanleiding- van verschillen rle ge ruchten en krantenberichten, als sou- den d«e werklieden van mevr. Hc-nr- Ro land I lol si. bij haar terugkomst een loon actie -gaan voeren, is een verslagge ver van het dagblad van Noord-Brabant op onderzoek uitgegaan en schrijft on der het opschrift: ,,IIoe dc communis tische grootvorstin in Zundert leeft", hierover het volgende: Daar op de Buijsche heide tusschcn heerlijke dennonbossch°'n, die een vre dig lied van lento cn zon no ruischen woon! in de ..Angora hoeve" de com- munistischc grootvorstin llcnriöttè Ro land Roland JTolst—v. d. Schalk. Daar ait zij aan het wijdopene raam en be studeert haar verderfelijke, plannen. Daar voor cTal opene raam s-chnjff zij haar fel-verhlmdcnde redevoorngen- Vorhlijdcnd door het stofgoud d«»r schoone beloften. Zij bezit in die bÓsschPn oen oud» hoeve. Bezijden daarvan heeft zij een fraai wit paviljoen d-oen optrokken irt goed verzorgden tuin. Vóór haar ligt de wijdie verre he«de. Achter in den tuin bevindt zich het excentriek atelier van haar ech'genoot, den schilder Roland Holst, tlx- zich wei nig schijnt te bemoeien niet de omver- werpingsplannen van zijn lief vrouwtje* Hij wijdt zich daar, zoo zegt men, in 'stilte aan zijn -kunst. Hcnriötlc daarentegen "ontvangt, veel heerenbezoek, waarschijnlijk tot hot houden van conferenties. Zij confereert met Wijnkoop, den gebaarden Sovjotr president, den hardkoppigen Loukc c-d. HenrietU? is zec-r excentriek en reeda toen zij als kind Ie Zundert kwam, zoo verzekerden oude famüres. voorspel de ,,men" dat het wel ,,een rare" wor den zou. Het Brabanlsclie volksoordeel heeft hier niet erg misgezien. Nu wandelt het lange excentriek-uit* gedoste mensch over haar uitgestrekte gronden. En aan haar '.oelen wroet het proletariaat, dal moet worden geheven „uit den poeJ van zijn ellende", in den on vrucht baren bodem, luistert goed! van 's morgens lot 's middags 12 uur met 1 uur schafttijd en vervolgens van 1 uur nam. tot pl.m. 7 uur 's avonds voor f 2,50 per dag. Zoo worden daar in praclijk ge bracht de beginselen, die zij als fraaie beloften uitstrooit op de communisti sche vergaderingen. Haar dienstbode betaalt zij f 1 per dag mei kost en in woning. Ook deze werkt meer dan 8 uur* terwijl de moderne en revolutio naire dienstbodeneischcn door mevr. Roland Holst niet worden toegepast De grootvorst in ne houdt zich met niemand op zoo vertelde men v dan met de bewoners van het nabij# goed Wall stein, bewoond door den bur gemeester van Zundert. den lieer v. Wall', die een tijd over haar bezittingen gerentmeeslord moet hebben. Vreemdi, dlat zij omgang hebben wif mei een wet tig regeerder! fk kan niet nalaten lo vermelden, dat deze burgemeester er nog een schandelijker loon standaard op nahoudt; deze burgervader betaalt bij oen arbeidsduur van 10 uur, zegge f 1.50 per dag. Ook d'aar is geen loon- aclie. Toen ik uitging om inlichtingen om trent haar vermogen, hoorde -ik ver schillende meeningen. Dit is vast: zij heeft uitgestrekte ito neten en koopt n^- steeds land bij. {Kort getoden kocht zij' wederom 100 H a zij rijdt, zooals men weet, in extra-treinen. Zoo leeft dus mevrouw IIcnr. Roland Holst, zij, die in geschrijf cn op verga deringen steeds «ben mond vol heeft van de nooden van hei verdrukte proleta riaat! Let wel op-mijn woorden, maar niet op mijn daden! Do gemeente werkt duur. ITet blijkt, naar men aan het ,,Hbld." meldt, dat de rijst, die de it- meen Ie. Am* sterdam in Amerika kocht en die poft ss. Anisteldijlc werd aangevoerd, voor circa een vierde vleet beschadigd is- Voor ingewijden in den riistbande!. was duf te voorzien en de ge meen to Amsterdam mag van geluk sproken, dat de rijst met, een eerste klasse stoomboot verzonden is. anders zou dc schade belangrijk groote-r geweest zijn- Het was aan ieder in den rijslhandel bekend, dal er in Amerika zware re gens gevallen waren, il;e den oogst hadden beschadigd en de rijst onge schikt maakten om over zee. vervoerd te worden. Er was te veel vocht in de rijst. Broei en schimmel waren onver mijdelijk, De afladers in -Amerika wn-' ren dan ook zoo verstandig, do kwab- lef" t bij uitlevering niet te earnndeeren. Niemand, die weel wat rijst is, zou liet in zijn hoofd kriieen om}er die om- stanebgheden rijst uit Texas aan te voe ren en zich aan een zoo srroc-l r'-:r» bloot te stellen. De gemeente Amster dam telde dal risico nie/' en deed wat niemand durfde. Zij voerde rijst aan met het bekende schadelijke gevolg. Als men de balans eens opmaakt van 'de. zaken, die de gemeentebedrijven at zoo gedaan hebben, dan zal men ren bedroefd gez.rht zetten. Enfin, de. belas ten abetalers ziin er goed voor. lijk is, en mijne handen beginnen ook te' beven. Probeer jij nu eens of je Blanehet- te kunt melken." Jacques gehoorzaamde,- en knielende deed hij een poging, maar met zulk slecht gevolg, dat de geit achteruit sloeg, en bij na den melkemmer omwierp. „Voorzichtig, Jacques! voorzichtig, je zult dc geit be/.eoren, wanneer je haar zoo onhandig helpt", riep de grootvader. „Pro beer nog cons, maar wat zachter." Jacques begon opnieuw, maar mei groo- ter zorg, en na een paar pogingen slaagde hij beier. De geit stond stil en gaf opnieuw een emmer vol melk, die voorzichtig in de keuken gebracht werd, zoodal er geen druppel van verloren ging Nadat zij zicli aan deze melk voor hun ontbijt, verkwikt hadden, viel hun aan dacht weder op de sneeuw cn grootvader opende hel raam een kiertje om te zien of hij van daaruit de dikte van de snfeeuw kon peilen. Dit onderzo, k was echter niet voldoen de; zoo ver zijn a ran kon reiken, voelde hij niets dan sneeuw, zoodat dze eenige voeten hoog moest liggen onder de ope ning van den schoorsteen, om te zien of zij daar misschien ir;ts konden ontdekken. „Ik zie de lucht, grootvader!" riep Jac ques, in den schoorsteen kijkende. De grootvader k«j,-k eu overtuigd?- - icte, dat Jacques gelijk had. De schoorsteen was van boven open, en door de nauwe opening konden zij in de lucht zien. Na eenige oogenblik ken scheen de zon op de sneeuwwallen, die voor de opening opgehoopt lagen, en Jacques, wiens jonge oogen de eerste waren, die deze warme stralen op vingen, \ertelde het zijnen grootvader. Toen hunne oogen aan deze verblinden de witheid gewend waren, konden zij oor- deolen over de dikte van de laag sneeuw, die ei' gevallen was. „Hoe jammer, dat wij genu ladder heb'-» bont" zeide de grootvader, „je n !u» naar boven g3an en om je heen Lr moei boven oen luik zijn. \vnuri:<« - den schoorsteen kan sluiten. -'• a r. heeft het een paar jaar geleden genm :!U, toen de schoorsteen hersteld werd. Het zou een geluk voor ons zijn, als wij ieta konden vinden, waarmede wij het luik naar verkiezing konden openen of sluiten; ik vrees échter, dat er geen kans is. om op den schoorsteen *1e bomen." „Als hij maar wat nauwer was," zeidei Jacques, „dan kon ik, even als de schoor steenveger, er in klimmen; maar hij is la wijd om mij aan beide zijden een steun ta (Wordt vervolgd!. 'Tl

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1920 | | pagina 5