Dagblad voor Leiden en Omstreken,
BUREAU: HOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278
BINNENLAND.
EEN VERWOEST LEVEN
ABONNEMENTSPRIJS
IX LEIDEN EX BUITEX LEIDEN
TV AAK AGENTEN GEVESTIGD ZIJN
ITT! KIV AU TA AL I 2.50
FJiH WEEK f 0.19
BANCO TEE TOST PEA KWARTAAL f 2.90
Iste JAARGANG. - ZATERDAG 24 APRIL 1920. - No. 20
ADVERTENTIEPRIJS
PFR GEWONE REGEL f 0.227-,
DES ZATERDAGS f O. .0
INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIEF.
KLEINE ADVERTENTIES v:»,, hoogstens
30 noorden 50 coal; Zaterdags 7ó cent,
s bij vooruitbetaling.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
Het tooneel.
Wanneer onzerzijds bezwaren legen
lü'l heuunóiagsqiie looneel worac-n
ontwikkeld', dan wordt ons dal meestal
erg kwalijk genomen.
"Men beschouwt ons dan niet alleen
als dompers cn achterlijken die met
hhn tijd niet meegaan, maar dan heet
het ook dat wij op dit gebied geen recht
van spreken hebben.
Hoe kan nu iemand die zelf geen
too nee] bezoeker is. zich daarover een
oordeel aanmatigen?
"We doen daarom misschien goed
eens even te luisteren naar wat ..eon
liefhebber van het tooneel" hieromtrent
[opmerkt.
De directie van het „Luxor Theater"
te 'Leiden, de heer A. de Jong, is onti
slem cl óver de verscherping van de
jbisosooop-censuur.
ïn de eerste-plaats "omdat op die wij
ze het gelieele bedrijf voor hel ver
keerde op düt gebied! aansprakelijk
wordt gesteld.
1 Maar ook en d!at is wel die lïoofct-
yaak omdat men in dezen niet on
partijdig is geweest en wel de Disoscoop
'*n niet het tooneel heeft getroffen.
Waarom alleen censuur op Biös-
co-pen en niet op het Tooneel? Durft
men nieb goed? Waarom alleen een-
- suur op d>e democratische ontspan
ning en niet op dte z g. Hooge
Kunst? Wij zelf zijn een liefhebber
van goed tooneel, -doch hebben ons
laatst moeien ergeren in 'den
Schouwburg. Er werd gegeven
Lou-I/ut" van We.dekind dooir het
Hofstad-Toon eel. Wij willen niets
landingen cjp 'spelkwaütetiten, doch
L kunnen niet begrijpen, dat ecu der
gelijke vuiligheid zonder eenigë
criiiek is gepasseerd1 en toege
juicht door een publiek' van eenige
ontwikkeling, trouw vergezeld dóór
oen aantal bakvischjes van 15 a 16
jaar. Daar ziet men op het tooneel -
een vrouw ip zeer perverse hóuding
op allerlei mogelijke manieren
renige "mannen in Jh'et ongeluk-
trekken. Wij krijgen twee.zelfmoor-
der. té zien. Vader en zoon hebben
beiden hetzelfde' vriendinnetje. De
vrouw schiet op slot van rekening
haar'eigen man neer en belooft den
zoon, als hi| haar piet -aangeeft.
hem' alleen toe te behóoren. Woor
den als pestatmosfeer worden de
zaal ingeslingerd'. Indien wij den
brulaleri moed zouden hebben om
een dergelijke film te verteöncn
rdan werd d'ie beslist verboden en
stonden"de dagbladen vol met aller
lei artikelen. Nu mag het wel, want
het is Gesubsidieerde Hoogs (aande
Kunst (mol hoofdletters). Wij hopen
dat de Raad' en de bevoegde autori
teiten doordrongen zijn van het feit,
óm de censuur niet eenzijdig toe te
- passen.
Wij hebben' aan 'düt 'schrijven' van
,een vriend van het tooneel'" geen
woord toe te voegen.
Het spreekt voor zichzelf.
Met die elan het slot gemaakte opmer-
k!nt betuigen wij gaarne onze instem
ming.
Niet alleen "de bioscoop maar ook het
tooneel moet voorwerp van censuur
zijn.
V De neutrale Pers.
Het is rgetwijfeld' een treurig ver
schijnsel dat stukken 'als het hierboven
gesignaleerde worden vertoond
l^et minder treurig is. dat zooals
werq opgemerkt dergelijke vuiligheid
zonder eenige .criiiek is gepasseerd en
toegejuicht ddi^r een publiek van eeni
ge oniwikkeliing, bsoijw vergezeld door
een aanla-l bakvischjes van 15 a 16 jaar"*
Dat is inderdaad in-droevig.
Maar het allertreurigste is zeker wel
<lat do. vertooning van dergelijk vuil
door een z- g. neutrale pers nog eonil-
gormate -wordt goedgepraat.
Er: toch dat gebeurt.
Dc redactie van liet L e i d s c li
Dagblad merkt naar aanleiding van
het hierboven aangehaalde schrijven
op:
Terwijl wij met de algemeen©
strekking van boven s laan de, n. 1.
gelijke rechten voor film en tooneel
in hoofdzaak mee kunnen gaan,
moeten wij toch ten aanzien van de
waardêering van Wedekind's ..Lou-
lou" met den heer De Jong «van
meening verschillen. Hoewel derge
lijke wrange stukken nu niet be
paald onze sympathie, hebben, gelijk
ook uit d)e recensie bleek, gaat het
toch te ver, düt. stuk als vuiligheid
te betitelen, iets wat het Hof stad too"
neel juist angstvallig vermeden
hééft er van te maken.
Bepaald sympathiek is het stuk niet.
maar zóó erg is het toch ook weer niet-
Zoo schrijft een blad dat nog altijd
'door tal van christenen, zelfs door
vooraanslaandle Christenen, wordt ge
lezen en gesteund).
Er is een tijd geweest dat men om
op dé hoogte te blïiven met wat in deze
omgeving voorviel een z. g. neutraal
blad noodig had-
Die tijdi is nu voorbij en wij hebben
thans een eigen dagblad
Maar dan mag nu ook geen oogen-
bjik worden geaarzeld om de neutrale
pers de deur te wijzen.
Filmcensuur is goed
Bestrijding van 'het tooneel uitsto
ken ct.
Maar liet eerst noodige is die z.g.
neutrale bladen die.de films van allerlei
aard annonceeren en zelfs de naar het
oordeel van een liefhebber" vuile
stukken in bescherming nemen. ~van
onze laf el en uit onze woning te ver-
\vij deren.
De neutrale pers er uil.
En de Ghrisleliike bladen or m*
Zoo moet het- zijn.
Wij zijn dat aan onze kinderen en
aan onze begiirisélen verplicht-
STADSNIEUWS.
Aanbieding huldeblijk.
't Was gis teren namiddag een feeste
lijk gezicht al die vlaggen te zien,wap
peren uit de huizen óp de Breesfraal-
Er was reden voor om te vlaggen'-
Hoe eenvoudig ook het feit heeft piaals
gehad, toch was de dag van gisteren
belangrijk, zeer belangrijk voor Leiden.
Leiden immers is een stad van his
torie. -Hoeveel ken teekenen uit vroeger
tijd., .sprekende van LeiLden's vermaar
de geschiedenis worden er Lri onze stad
niet gevonden. Is het dan wonder dal
nu wij weder door de ergste crisisjaren
en voornamelijk door de moeilijke oor
logsjaren waarin zieli binnen Leiden's
muren zooveel afspoelde, heenzijnon
der vooraanstaande personen de ge
dachte is opgekomen om een gedenk-
teeken op te richten, dat de herinne
ring aan den vervlogen tijd in zich zou
sluiten, waarbij de verdiensten geu
ren de 'd'ien tijd van onzen buigemees-
tor voo-r Leiden openlijk zou worden
beloond) en dat deze gedachte al aan
stonds van alle zijden ondersteuning
vond?
Geruimen tijd is verloopen' alvorens
het plan kon wordn uitgevoerd.
En zoo hebben wij gisteren de ont
hulling bijgewoond van dó „De; Gijse-
laarbank"
Wij namen in ons laatste nummer
hiervan reeds een en ander op, doch
wenschen op enkele punten nader te
rug te komen.
Nadat in de receptiekamer der Stads
gehoorzaal de heer J. G. van der Lip
had gr.«nmkeib li ad de burgemeesitc r
naar voren.
Hij zegt de commissie van harte dank
voor alle moeiten diie zij züch heeft ge
troost om deze huldiging die spreker
op zeer hoogen prijs stelt uit te voeren.
De Burgemeester beschouwt dlil ge
schenk als oen cadeau van de geheele
LeidsGhe burgerij.
Inderdaad zijn het zeer moeilijke ja
ren geweest voor spreker Hij meent
dat. hem wel wat- te veel lof wordt toe
gezwaaid!-
„Wat zou er van al mijn werk
zaainheden zijn terecht gekomen, zoo
ik 'de voortreffelijk# voorlichting had
gemist van het college, .van B. en W.,
van de commissies van dé ambtenaren
Kor Lelijks stipt spr. nóg zijn werk uit
'den tijd van nood, van distributie enz.
aan. Het was een ondankbaren tijd!
Wanneer er niet genoeg aardfar'
waren of andere levensbehoeften
sehaarsch werden of ontbraken, werd
alras aan de autoriteiten de schuld
geven: die moesten zórgen dat het er
kwam!
Intusschen is veel verbeterd. Maar
wij zijn de moeilijke jaren nog. niet ge
heel doop Mogen wii echter tegengaan
een tijdperk van welvaart tot zegen en
geluk van de ingezetenen!
De burgemeester ontving hierop een
flink applaus.
Den heeren genoodigden werd daar
na verzocht zich "naar de plaats
van onthulling te begeven-
Een breede menschenmass.a had zich
aldaar reeds opgesteld. Toen allen -tér
plaatse watlen 'werden-(de schermen
neergelaten onder het spelen van h>"
Wilhelmus. De fraai V-At-jre voerde bank
werd zichtbaar waarop - aller oogen
zich richtten.
De heer J. C. van der Lip sprak den
Burgemeester nogmaals toe hem wij
zende op het monument en hel nu of
ficieel dóopende „de Gijselaarbank".
Onze Burgemeester antwoorde dat
het hem bijzonder aangenaam was een
dergelijk huldeblijk dloor de ganscho
burgerij té mogen aanvaarden. Spr.
was er tón zeerste mee geëerd-en stelde
het op zoo n hoogen prijs, «dat. hij ver
klaarde zijn gansehen leven dezen dag
als een historisch feit te zullen herden
ken.
Intusschen speelde het muziekcorps
verschillen de liederen1.
Nadat doof- eenige photogirafen kiek
jes waren genomen was de onthulling
afgekK>pen en werdt, nadat alle offica-
eele personen waren vertrokken de af
rastering rond -de bank verwijderd.
Het monjiment ziet er zeer aange
naam en overeenstemmend met de
omgeving uit
Er 5's iets echt. Hollandse-li aan ge
geven. Het geheel I's opgetrokken met
baksteen en terra-eotta, met. natuur
steen: De bouw vormt, een geheel van
horizontale en verticale contrasten. In
■de eerste plaats ziet men -de bank met
zitvlak, onderstuk! en rugleuning van
terra-eotta-blokken waarop met' uit
springende letters is ingebakken: ..Oor^
lsgsjaren 191-1—1919. De Leidsche Bur
gerij aan haren Burgemeester jhr. mr.
dr. N. C. de Gijselaar."
Achter de bank is een groote steen en
bloem en j^ak aangebracht d'ie bij de
plechti'igüieild extra met allerlei bloemen
kleuren was getooid.
De zijstukken zijn overdekt door een
schuin afloopend afdakje van roode
sierpannen- Onder dit afdakje bevin
den zi'ch twee roode glazen in terra
col la steen en. Daarachter is een twee
tal elektrische lichten geplaatst, zoodat
bij aVond het kunstwerk is verlifcht.
Aan dc binnenzijde zijn twee ótna'me.n-
ten aangebracht, waarmede de tijd.
waaraan deze bank herinnert, wordt
gesymboliseerd- Aan de linkerzijde een
treuren dó figuur, „De Rouw" voorstel
lend'. Rechts bevindt zich een ander
opgewekter figuur, „Dé Herleving" uit
beeldend).
In den verderen namiddag en vooral
in don avond had de bank vee!bekijks.
Fm tweetal agenten hield er de wacht
om te voorkomen dat de nieuwsgierige
hoiid de perken zoude te buften gaan.
Verschenen in het jaarverslag over 1919
van de Leidsche Spaarbank, waaraan we
heft: volger.de orrtleenen.
Het. eindigen van den wereldoorlog
maakte een reglemeats herziening, noodza
kelijk. Bij besluit van 5 September 1916
toch was bepaald, het voor de, belegging
van het hoofd kapitaal in -hypothecaire vor
deringen gestelde maximum van dertig ten
honderd te verhoogen itot veertig ten hon
derd van dat kapitaal, terwijl op 26 Sep--
tember van dat. jaar werd besloten om
over het bedrag, waarmede het tegoM
van een inlegger drieduizend gulden ie bo
ven gaat eene rente van één ten honderd
per jaar zou worden vergoed.
Op 19 September werd derhalve beslo
ten dat ten minste dertig en ten hoogste
veertig ten honderd van het hoofdkapitaal
in hypohecaire schuldvorderingen zal wor
den belegd.
Wat de vergoeding aan rente betrof bo
vengenoemd, de omstandigheid, dat ten ge
volge van den lagen koers der effecten cte
reserve tot een gering, bedrag is gedaald,
gaf aan het bepaalde in art. 1 van het re
glement een blijvende verandering.
Mitsdien zal ook na 31 December 1919
over het. bedrag, waarmede hei tegoed voor
een inlegger, loopende rente niet medegere-
kond, drie duizend gulden te boven .gaat
een rente van één procent per jaar worden
vergoed.
De aftredende commissarissen ae heer'en
J. A. van Hamel, A. de Koster ep K. H.
Kortf werden herkozen.
Het verslag maakt verder met leedwezen
melding van de ontslagname van den .heer
Korff wegens vertrek naar elders en van
den heer Mr. .T. H. Goudsmit wegens lang
durige ongesteld.
In de plaats van den heer Korff werd
gekozen de heer J. H. van Wavercn, ter
wijl tot nieuwe commissarissen werden be
noemd de heeren A. Couvée.en dr. C. S.
Lechner.
Over den financieelen toestand het vol
gende. Er was weder een groote stijging
merkbaar in het tegned dei- inleggers. Be
droeg dit op 1 Januari 1919 3.465.214.87
op 31 December 1919 was dit gestegén tót
f 3:869.305.68 alzoo een vermeerdering van
f Mi.590.81.
Het verslag geeft vervolgens eenige af
schrijvingen op diverse goederen.
Het aanital spaarhusjes bedroeg 750,
waarmede ben bedrag van 5.659.52 meer
was bespaard dan het vorige jaar.
In de plaats van den aissistent-boekhou
der H. van Cittert, die ontslag gevraagd
had, werd benoemd de heer N. A. Kriek.
Uitvoerige sit aten en tabellen geven ver
der een helder overzicht van den financiee
len toestand over het afgeloopen jaar.
Het verslag besluiit met een vorgelijken.de
staaJC over dV? laatste zes jaren en een gra-
phisch overzicht van het tegoed en het aan
tal inleggers o'ver de jaren 1918 en 1919.
Het Curatorium der aan rie Rijks
universiteit verbonden Bachmc-slich-
t.ing heeft in 1919 een prijsvraag uitge
schreven, luidende: Gevraagd wordt
een met afbeeldingen toegelichte be
schrijving van een of meer stadiën der
or Iwikkcling van den schedel van een
of nmer vertebraten, d'ie in dit opzacJit
nog niet volgens de..nieuwere metho
den onderzocht zijn.
De resultaten van het onderzoek die-
neii ic worden \ergclek in met hot.gene
bekend i= van andere verlegenvvoord/i^
gers der klasse, waeaioe dc onderzoch
te soorten behooren.
De bekroning bcsUande.ii.it 'n gccal-
ftigtrafeerd getuigschrift cp perkament
benevens een geldsom van f 500— >s
toegekend aan den heer w. If. van Sc-
ters. doctorandus in de plant- en dier
kunde te Gravenhoge
De uitreiking van. liet eerbewijs zal
plaats hebber; in een openbare plechti
ge bijeenkomst in de Senaatskamer der
Univc rsileit op Zaterdag 15 Mei a- s
's namiddags te 3 uur.
De Bachiene-sUchling i&. overeen-
kcmslig codicil van led in 1881 overle
den lid van den Raad van Stale mr. F.
Bachiene. geslicht in 19tci door diens
dóchter, mevro-uw M. O. F. Baart de Ia
Faille-Buchiene. Prijsvragen op hel
bied van de physiologic van den mensch'
zoölogiie of d sterrenkunde in rliö
takken van weten-chap. is het doel der
süchling, cl.e. wordt beheerd door cura-
teren der Thorbeeke-stichliing.
Vrijdagavond bieb! in het g. lxMiw
Kelelboetereleetr i". dc "WelEcrw. Zeer
Gel. Heer Dr F. H T. Hoeven S T zijn'
6de 'wetenschappelijke serelcziug over
„de Openbaring én de track he in de R.
K. Kerk. De vergadering ging uit van'
dc Vereeniging lot Verspreidng van
het katholicisme.
De sfadsevamrel'fsab •■Jeruei" ia
voornemens' van Zondag 9 lot n meB
Dinsdag 11 Mei hier Ier stede een con
ferentie hKhouden.
Behalve de ojxén i n g samen kom sten'
op Zondag 9 Mei. in Patrirnonium, zui
den de vergadering,-!-, vnrden gehou-
de'i in het gebouw Prediker.
Als. sprekers hopen óp'lè Ireden: Ds
Van Bart van ter Hcde. D.-. <le Meye.ro
alhier, de hoeren Sliingiards neie-er-
evange.list. Rous van Den Haag. van'
Essén van Rolierdarn. van der Kamp
vau Meppel en Van der Ovendc. Oegst-
geesb.
De kolenleveringen uit Duitschland.
De comm'ss'e voor herslot. waarvan thans
Po.ncaré voorzitter is. roef: aar, de En'erUe-
commriste te "Essen medegedeeld, dat zij :rie6
accoord gaat me: door haar gegeven toe
stemming voor verdere ko.enieveringen aaji Ne
derland Aüereerst verPangt- Frankrijk de gehee
le 'hoeveelheid koleiy welke op grond van het
vredesverdrag geleverd moeten worden.Zooiang
deze leveringen niet zijn uitgevoerd, is de com
missie nie: in siaa-:, nieuwe leveringsverdragen
met neutrale s:a:en toe te staan.
Comité lot oprichting Marine-monument.
Het Comité tot oprichting van een monument
te Den Helder, gewijd aan de nagedachtenis van
de mannen onzer vloot, die in diens; van hec
Vaderland als slachtoffer van hun plicht zijn
omgekomen bij rampen, die Hr. Ms. Zeemacht
gedurende de oorlogsjaren) hebben getroffen,
mag zich in de hooge eer verheugen, dat onze
geëerbiedigde Koninginne, als Beschermvrouwe,
d:t streven \s:l steunen.
Gedurende de mobilisatie zijn slachtoffers gé
va-en bij de volgende rampen:
Het springen van een aangespoelde mijn op
West-Kape'.sche zeedijk- bij het demonteeren.
FEUILLETON.
door HUGO KINGMANS.
(Nadruk verboden.)
Maar waarheen is zij dan gegaan, zon-
ider liaan moeder te schrijven'?
'Het wordt de weduwe Lokkerse hang
om het hart.
Zij .voelt, dat zij waf moet doen.
Zes weken geleden schreef zij den oud
sten brief. Toen was Marie dus reeds ver
trokken.
Met niemand heeft zij al die maanden
aver Marie gesproken, behalve dan met
'Jan Folmer, die in een vertrouwelijk
oogenblik de moeder heeft verteld, hoe
lief hij haar dochter had. Maar anders
ontweek zij een gesprek over Marie, als
kennissen en buren onbescheiden wilden
indringen in haar geheimen. Zij kon niet
verdragen, dat Marie werd becritiseerd.
Zij was ondanks alles toch haar
moeder?, 1 - i
Maar nu moet zij" er met iemand over
praten. Zij moet raad hebben. Haar geslo
tenheid moet zij laten varen. Er moet
.wat gebeuren. y
1 Maar wat? ,7
Zélf naar de stad gaan?' -«
t Maar wat zou het haten?, Aan Marie's
oud adres zou men haar' met enkele woor
den meer dan vermeld stonden op de te
ruggezonden brieven meedeeien, dat zij
vertrokken was, zonder achterlating van
adres. En dan stond zij daar alleen in die
groote, vreemde stad!
Maar met wien zal zij er dan over pra
ten? Wien dan om raad gevraagd?
Plots flitst haar door het hoofd: baas
Sinke natuurlijk! Dat zij aan hem niet
eerder had gedacht! Hij was toch zoo goed
voor haar, altijd.
Ja, naar haas Sinke.
En het dan ook Jan Folmer vertellen..
Het zou hem verdriet doen. Maar hij moest
het ook weten. Hij was huisvriend.
Zij heeft geen rust meer.
Het moet maar onmiddellijk gebeuren.
'Zij staat op en kleedt zich haastig.
„Zal-je goed op broertje en zusje passen,
'Anna? Moeder moet even weg. Zeg Jan,
^at zijn brood in de kast staat."
En dan spoedt zij'zich heen, angstig-
yoortgejaagki. terwijl halfluid zij bidt:
„God, geef baas Sinke licht, hoe te han
delen."
Vlug loopt zij de dorpsstraat door, aan
het eind waarvan de oude Sinke, toen hij
ging rentenieren, een huisje heeft laten
:.D zijn tuintje (want de werk-zame man
kon niet stilzitten) spit hij juist een bed
fiaii als xrouw: Lokkerse uadyrt,
Hij kijkt op op het geknars van het ijze
ren hekje en komt onmiddellijk op haar
toe, ziende haar ontsteld gezicht.
„Wat is er", vraagt hij. „Toch geen on
geluk?"
„Ik weet het niet", stamelt zij. Eu dan
opeens met 'n onderdrukte snik: ,,'t Is om
Marie
„Arm vrouwtje", denkt hij. „Den een of
anderen dag moest het komen. Hoe kan
dat kind haar moeder toch zoo'n -verdriet
aandoen?
Hij vraagt niet nader, momenteel.
„Kom binnen. Dan kunnen we in de
voorkamer rustig praten."
Hij gaat haar voor, biedt haar een stoel
en als zij wil beginnen: „Neen, stil, je bent
nog veel te overspannen. Ik zal bij m'n
vrouw een kop thee halen."
En de daad bij het woord voegend, gaat
hij heen, om spoedig) terug te 'keèren met
de drank.
„Drink maar kalm op. Dan kom-je wat
tot jezelf. Misschien is het niet zoo erg en
komt het nog wel in orde."
En dan mot een licht verwijt:
„Waarom heb-je er mij niet eerder over
gesproken?"
„Wat moest ik zeggen?" barst zij los.
„Maar nu weet ik liet niet meer. Nu is ze
iweggeloopen!"
„Weggeloopen?" verbaast baas Sinke
£ick, „Weggeloopen?. Uit Ijaar dieiisU"
„Zij was niet meer in een dienst. Ten
minste niet meer als dienstbode."
Dan vertelt zij alles wat zij weet. En dat
is bedroefd weinig.
Ontzet, even, staart baas Sinke haar
aan. Bange voorgevoelens krij^r hij, maar
hij kan die niet pijlen. Hij weet niet, wat
het leven in een groote stad beteekent, hij,
de eenvoudige boer van bet land, die
nooit verder is geweest, schier, dan het
in de buurt gelegen provinciestadje!
„Ik kom je raad vragen", besluit Vrouw
Lokkerse. „Er moet wat gebeuren. We
móeten weten, waar" ze is."
„Natuurlijk, natuurlijk. En zoo gauw
mogelijk. D r mag geen week, geen dag
overheen Joopen.''
Hij behoefde- niet te peinzen hoe. Want
hij was een man van de daad. Nie» pieke
ren. maar aanpakken, is zijn leus.
Zooeven was hij ontzet. liet kwam ook
zoo onverwacht. Maar dat is nu voorbij.
De practicus, de man-van-het-initiaiief
komt aan het woord.
„Er mag geen dag overheen loopen",
heeft hij gezegd. Dankbaar kijkt'vrouw
Lokkerse hem aan. Verruimd haalt zij
adem. Gedeelde srnart is immers halve
smart En zij weet, aan wien zi| haar be
langen toevertrouwt. Dat is ook wat
Avaard.
„Ik ga er morgen heen", zegt hij beslist,
nftgen gras er o.ver lalen groeien. Ctefif fite
het adres, waar zij heeft gediend; het
adres, waar zij winkeljuffrouw is ge
weest en waar zij haar kamer heeft ge
had."
„Ik weet niet, .waar zij winkeljuffrouw
is geweest. De andere twee adressen weet
ik wel."
„Goed. Die krijg ik zoo wel*van je. Maar,
ik bedenk daar, dat ik niet alleen kan
gaan. Je kunt nooit weten", zegt hij dan,
voorzichtig, ,,'t Is altijd goed met twee
man te gaan. Maar wie? 't Moet een ver
trouwde zijn. Er moet geen ruchtbaarheid
aan de zaak worden gegeven. Mijn zoon
kan mórgen niet. Die moet naar de markt.
Anders was het in orde. Maar wie dan?"
peinst hij hardop.
„Neem Jan Folmer mee", haast zich do
weduwe Lokkerse voor te stellen.
„Ja. dat zou een oplossing zijn. Hij komt
straks hier wat halen voor mijn zoon. Dan
zal ik het hem vertellen. Morgen gaan we
er dan heen. En zoo gauw mogelijk komen
we terug."
En ziende het beangste gelaat van vrouw
Lokkerse: „Beken niet op morgenavond.
;We blijven misschien wel een paar dageu
weg. Ik weet niet, hoe het loopt."
(Wordt vervolgd).