Dagblad voor Leiden en Omstreken.
ABONNEMENTSPRIJS
IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN
WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN
PER KW ARTAAL f 2.50
PEK WEEK f 0.19
FRANCO PEE POST PER KWARTAAL f 2.90
Iste JAARGANG. - DONDERDAG 15 APRIL 1920. - No. 12
BUREAU: HOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278
ADVERTENTIEPRIJS
PEK GEWONE REGEL f 0.22i/a
DES ZATERDAGS f 0.30
INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIEF.
KLEINE ADVERTENTIES van hoogstens
30 woorden 50 cent; Zaterdags 75 cent,
b|j Toornitbetnling.
Uit de Pers.
CHRÏSTELIJK-HISTORISCH—
ANTIREVOLUTIONAIR.
Naar aanleiding van de rc<lc waar nie
tje de heer H. Colijn de Dcpulalen verga
dering opende schrijft do Nederlander:
Oratie, hadden wij bijna geschreven,
om de rede aan Ie kondigen dae, Ier
opening Van dc Dcputatenvergadening
dei a. r -partij, Dinsdag, den I3den April
ge koudon is door «don {lieer H. Colijn.
Maar oratio" doet te veel denken aan
schoonc klanken, onverschillig wat die
behelzen, als zomaar een beloovcrendcn
indruk «naken. De toespraak aan de De-
pulalen was méér dan een oratie in bo-
vengrmcldcn zin. £ij was daarvoor te
zakelijk.
Maar naar onze ffneening 'daarom des
te voortreffelijker- In deze benauwde
Ujden heeft bet volk meer dan ooit be
hoefte aan rustig doordenken van den
toestand ivc.arin wil verkecrcn. Niet
alsof de hoagere beginselen dSo ons hoen
en laten, ons denken en ons gevoelen,
moeten bcheerschen, niet van nog hoo--
ger belang waren dan de nuchtere over
weging dei aardsche toestanden. Maar
voor een g» hoor dal bij bol Christelijk
geloof, bij do Openbaring Gods |n Christ
in:?-. -is opnevoed, behoeft in' beu UkOïl-
tiekc vergadering niet steeds herhaald
te worden, wat foch eigenlijk in dien
kring van zelf spreekt.
Politiek is handden, en eerie partij
'rfienl. om te kunnen handelen, aller
eerst rich in te denken in d«* toestanden
waarin gehandeld moet worden.
Hiertoe nu dwingt de nieuwe Bart ij
len lor. dc heer Colijn, zijn fteljoor. Wei
nigen zijn als hij in staat Yn zóó weinige
Vu loch' klare bewoordingen op objec
tieve wijze, beslaande toestanden te om
schrijven en uiteen te zetten Dil is het
voortreffelijke ook in deze rede Zij be
val, als men wil. biets nieuws Trou
wens wie die de journalistiek eenigs-
jrins bijhoudt, kan heden ten doge iets
,,nieuws" vertellen. Niettemin durven
wii de lezing van aeze rede kan allen
aanbevelen, die in weinig lijd aich klare
denkbeelden omtrent den hed'endaag-
srhen wereld toe stand eigen fcviiten
maken, mils de lezers *$oh den lijdt lot
vadrnken gunt.
«Wat bovenal onze inslemming lieeff.
is, dal de spreker niet.mél «rroole woor
den. niet Hlgemeenhoden. of met hoog
dravende zinsneden zijn hoorders min
of meer bedwelmt, een bedwelming
die vaak niet langer dan enkele Rae.n
duurt maar dat hij kenleer ronduü -zegt
vooralsnog geene afdoend?, oplossing fo
kunnen aangeven, bn dat hij uitdrukke"
liik verklaart, dat none omzetting in
slaat en maatschappij niet komen moet-
Daarmee wordt niet bedoeld, dat d'e
maatschappelijke toestanden piel ge
heel moeten worden veranderd, ook
niet,, dat alleen gewoJdad'igo lunkeering
fe \eroordeelen is, maai' alleen, dat mer
kelijke verbetering van. de toestanden,
zij het ook met krachtige medewerking
der Overheid, slechts mogelijk is. langs
de historische lijn, du* ontstaan moet
niet uit de stelselzucht Her dwalende en
hekrompen menschen. maar uit de ont
wikkeling Her maatschappij zelve, wel
ke maatschappij berust op de door God
gc-chaoen menschejiike natuur, Hüe ge
leid behoort te'worden door do begin
selen, tv elke wij aantreffen in de Schrlf-
finir.
Christeliik-fivstorisch is in zijn wezen
pni-revolutionair-
Maar ook dit toont 'deze rede ons
duidelijk hi li-revolution air Is Chris
tel ijk-briloriscli.
STADSNIEUWS.
STADS EVANGELISATIE.
Gisterenavond werd in de Geref. Kerk,
Hooigracht alhier, een openbare bijeen
komst gehouden in het belang der Stads
evangelisatie der Gerei. Kerk le Leiden.
Voor den aanvang der samenkomst
speelde het orgel: Pastorale van Th. Sa
lome.
Daarna werd de bijeenkomst door den
voorzitter met gebed geopend, waarna een
sopraan-solo met orgelbegeleiding: Aria
uit de Pfingstcantate van J. v. Bach, werd
uitgevoerd.
Thans verkreeg dr. V. Hepp het woord
■tot het houden van zijn rede: De Koning-
menscli.
Spr. begon met na te gaan hoe de we
reld zich den toekomstmensch, den „Ko
ning mensch" zich voorstelt, hoe de we
reld er naar streeft zich in de toekomst
te vervolmaken en den mensch tot zijn
hoogste ontwikkeling te brengen.
Thans ondergaat het menschdom een
tijd van socialisatie. De sociale triomph
op het mensclienleven is groot. In ver
schillende kringen huldigt men reeds het
denkbeeld, dat als de socialisatie geheel
zal zijn voltooid, een werktijd voor ieder
een van 2 uur per dag zal gerujeg zijn.
Men wil alzoo een hemelrijk hier op
aarde stichten. Dan zal er een nieuwe
godsdienst worden gevormd. God zelf zal
niet als een oppermachtig lieerscher wor
den voorgesteld, maar hemel cn aarde
zullen bij elkaar worden gebracht en in
de natuur zal zich zelf dan de Godsdienst
vormen.
Maar men gaat nog verder, aldus spr.;
de mensch zal ook de onsterfelijkheid moe
ten veroveren, alle faculteiten, -alle geleer
den zullen worden gemobiliseerd om dit
vraagstuk op te lossen! En de resultaten
zullen straks van dien aard moeten zijn,
dat het lijden van dezen tijd in evenredig
heid niet zal opwegen tegen het groote
geluk dat dan de wereld zal deelachtig
worden. Ware het niet ernstig gemeend,
wij zouden, volgens spr., er den gek mede
kunnen steken. Thans is het onderwerp
echter te ernstig.
Het ongeloof stelt het geloof in 't gelijk,
want waar het ongeloof reeds eeuwen
naar zocht, en nog zoektzal blijven
zoeken, is reeds lang in het geloof te vin
den. En dit is niet iets gewoons, en iets
geheel begrijpelijks, maar het zijn zaken
die „geen oog nog heeft gezien, geen oor
nog heeft gehoord, cn wat in geen men-
sehenhart is opgekomen".
Gaan wij in de wereld naar den tijd van
den Koning-mensch die de wereld zich
voorstelt? Ga naar de graven van de slag
velden, naar de hongerende landen rond
om ons, zie de ellende die overal nog ge
leden wordt, dit alles zegt u neen neen!
Ook de statistieken wijzen uit dat de
vooruitgang betrekkelijk meer is. Het
hoogste punt is reeds bereikt geweest.
En thans zijn de geleerden het er over
eens en zij steken hun mecning niet on
der stoelen of banken, dat de wereld niet
komen zal tot- de vervulling: De Koning-
mensch op aardenooit!
Maar de Christen gelooft, „de dood is
verslonden tot overwinnjng".
Wij Christenen stellen de nieuwe we
reld, die zeker eens zal tot stand worden
gebracht, ons aan de hand van Gods Woord
geheel anders voor. Daar zal geen sprake
meer zijn van eenigen schijn. Daar zal geen
ontwikkeling meer mogelijk zijn. Daar
zal het middellijke door het onmiddellijke
zijn vervangen: Want wij weten, dat wan
neer Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem
zullen zien gelijk Hij is.
Wij zullen na onze opstanding Koning-
menschen worden, gelijk Christus na
Zijn opstanding als mensch was Hij, de
eerste Koningsmensch!
Maar waarover, aldus spr., zal de Ko
ning mensch dan regeeren? De Engelen
zullen beneden den Koning-mensch staan,
zij, die thans nog boven hem in heerlijk
heid uitblinken. De mensch zal Koning
zijn en macht bezitten over het rijk dei-
natuur. Tegen de woeste natuurelementen
zal hij kunnen optreden gelijk Josua en
Elia reeds deden door de kracht des ge-
loofs. Maar eenmaal zullen wij nog won
derlijker dingen door ons zien geschieden
dan deze! De gansche natuur met alle
wetten zal den mensch onderworpen zijn.
In het nieuwe Jeruzalem zullen geen
kinderen zijn! Alle kinderen Gods zullen
daar in volmaakten toestand verkeeren.
Want een kind dat'sterft, heeft immers
zijn bestemming nog-piet bereikt. En zou
dus in het Rijk der volmaaktheden het
kind thuisbeliooren?
„Wij zullen allen zijn als een volwassen
man". Geen kind, ook geen grijsaard zal
er gevonden worden.
Ook zal alle onderscheid tusschen man
en vrouw zijn opgeheven. Gelijke wezens
zullen zij zijn. Het menschdom is daar tot
volle ontwikkeling en er is dus geen be
staansrede voor-seeteverschil!
Hoe zullen wij den Koningmensch nu
moeten voorstellen? Neutraal? Half man,
half vrouw?
Niet zonder groote aarzeling, aldus spr.,
want ook zelf heb ik mij nog niet volko
men met deze gedachte verzoend, en met
groote voorzichtigheid zal ik mij hier
omtrent ditmaal uitlaten.
Spr. neemt aan, dat ieder mensch gelijk
zal zijn en man van nature. Er staat im
mers géschreven: Wij zullen allen komen
tot een volkomen, tot een volwassen
man?
Het meer passieve element van het
menschdom zal tot het actieve ziju om
gezet.
„Geen mannenhoog'neid", aldus vervolgt
spr., „dringt mij hiertoe, maar het on
voorwaardelijk aannemen van het Woord
van mijn God."
Is het niet opmerkelijk: Ook de wereld
streeft hierna. De man en de vrouw moe
ten op één lijn worden gesteld. De man i3
reeds op zijn plaats, de vrouw moet er nog
komen.
Niet het eenzijdig mannelijke, maar het
veelzijdig mannelijke, zooals dit Christus
had na Zijn opstanding, zal de persoon
lijke eigenschappen eenmaal vormen van
den Koningmensch.
En de mensch zal lichamelijk schoon,
rein en geheiligd zijn!
Hierna werd door den heer D. Smink
(orgel) en mej. HaitsmaMuller (zang)
een sopraan-solo ten gehoore gebracht met
orgelbegeleiding: Recitatief en Aria uit
„Sieg der Zeit und Walirheit", van G. F.
fiündel.
Dit stuk werd met zuivere harmonie
en zeer goed uitgevoerd.
Ook de andere stukjes getuigden, dat
de muzikale krachten voor dezen avond
Werkelijk van vooraanstaanden rang zijn!
Er werd met gloed en vuur en kennis
gezongen en met het orgel begeleid!
Dr. Hepp vervolgde hierna zijn afgebro
ken rede.
Allereerst toonde hij aan hoe de ver
houding van ziel en lichaam van den
mensch nu is en eens zal zijn, -als de
splijtzwam, de zonde zal zijn weggeno
men!.
De Wereld bouwt zich den Koning
mensch op uit s t o f, de Christenheid uit
Geest en S t o f in volkomen harmonie
met elkander. En daarbij weten wij, dat
we nu zien als door een spiegel in een
duistere rede, maar dat wij eenmaal God
zullen kennen van aangezicht tot aange
zicht. Onze kennis zal dan door onmid
dellijk inzicht zijn gevormd. Er zal geen
tweeheid meer bestaan van een bewust
of een onbewust leven, zooals thans, (de
mensch bi^engt één derde van zijn leven
in slapenden toestand door), maar geen
vermoeidheid, ook niet van den geest zal
er meer zijn.
Er is in het nieuwe Jeruzalem dus geen
plaats meer voor het geloof? Dit staat in
de Schrift nergens! Wel staat er: En nu
blijft geloof, hoop en liefde. Wij
zullen in onze kennis niet aan God gelijk
zijn!
Er bestaat dus een grens. Van af deze
grens, tot zoover onze kennis reiken zal,
begint het geloof!
Ook de zaligen zullen de Drieëenheid
van God nooit kunnen benaderen dan
door het geloof.
Ondenkbaar veel zal daardoor worden
opgeklaard!
De nieuwe naam die de gezaligden
persoonlijk van God zullen ontvangen,
zal niet door een ieder worden gekend.
Alleen God en hij die den naam draagt
kent deze.
Het geheugen zal geheel verhelderd zijn.
Alles zal ons klaar cn duidelijk worden
en ook ons aardsche bestaan zal geheel
in ons geheugen zuiver bekend zijn. In
zijn aardsche geschiedenis zal de Koning
mensch geen redenen maar tot droef
heid vinden, maar veel meer stof om ter
eere Gods te jubelen: „Gij hebt ons Gode
gekocht met Uw bloed".
Allen zullen niet gelijkvormig zijn. Een
ieder zal zijn eigen karakter en eigen
lichaamsgedachte behouden, hoewel ont
daan van de zonde. Daar zal rijk verschil
zijn onder alle kinderen Gods.
Het hemelkind zal eenmaal een activi
teit kunnen ontwikkelen, waarvan wij
hier nog niet het flauwste begrip hebben.
Alles zal trillen van leven, alles tintelen
van vreugde! Vrij zal het ook zijn van
alle eentonigheid en eenzijdigheid. De
kerkdienst zal tot het verledene behooTcn.
Bidden zal niet meer noodig zijn. Zelfs
zullen de gelukzaligen niet meer kun
nen bidden. Ook onderscheid van taal en
ontwikkeling in wetenschappen, het zal
niet "meer bestaan.
Spreker eindigde ongeveer aldus:
Geliefden, wordt u het verlangen niet t^
machtig om daar te zijn waar nimmer
tranen vloeien? Waarom schitteren in
onze oogen niet de paradijsparelen? Chris
tenen en Christinnen, voelt toch in uw
hart den polsslag van de toekomst die voor
u in den hemel is weggelegd.
Na de rede van Dr. Hepp werden nog
enkele liederen gezongen, waarna de
voorzitter in dankgebed voorging.
Na afloop der goed bezochte samen
komst voerde het orgel nog een muziek
stuk uit Foccata. van Theod. Dubois,
waar naar velen in het kerkgebouw ble
ven luisteren.
Belanghebbenden verwijzen wij
naar oen in dit nummer voorkomende
advertentie van du Geref. Mcisjesvereo-
nigiing- ,,V. 0. K'\ betreffende het op
treden van Mej. II. S. S. Kuyper in
het Nulsgebouw met heb onderwerp:
,,De Roeping dor Vrouw in de heden-
daagsche Maaschappii Alleen zij -die
in het bezit van kaarten zijn van deze
lezing, welke eerst 1" Maart jl. zou wor-
dien gehouden, hebben toegang.
Door het Bestuur "der afdeeling Lei
den van den Nederlandschen Bond van
Gepensioneerden, domicilie kiezende
AlexandersJiaat 13a te Leiden is een
adres aan den Raad gericht, waarin zij
beleefd verzoeken:
1. in navolging cn op dezelfde wijze
als het Rijk de pensioenen van de ge
pensioneerden der Gemeente Leiden te
verhoogen met 40 pCt-
2. met het oog op de groote achter
stand die de gepensioneerden hier Ier
stede hebben, ten opzichte van de Rijks-
gepensioneerden, terugwerkende kracht
te verleenen tot 1 Julf 1919.
FEUILLETON.
EEN VERWOEST LEVEN
door HUGO pNGMANS.
(Nadruk verboden.)
121
„Neen, ik ben er nog nooit in geweest",
vervolgde Marie dan en eenigszins aarze
lend. „Moeder is er niet zoo vóór, dat ik
er heenga."
Oogenblikkelijk had zij er spijt van, dat
zij het gezegd had.
ïn de eerste plaats al kwam haar trotsch
er tegenop, dat zij haar vriendin had la
ten merken, dat haar moeder eenigen in
vloed op haar had. Zij had instinctmatig
reeds gemerkt tijdens haar kort verblijf
irr de stad, dat dit niet meer „modern"
iwas.
Maar bovendien schoot haar vriendin
direct uit haar slof: „Ah", zei ze langge
rekt, „is het zóó laat? Ik snap het al. Moe
der is vroompjes uitgevallen! Kom in vre
desnaam met dien onzin bij ons thuis niet
aan, meid. Want dan leg-je er zóo uit. Dat
verzeker ik je. Vader moet er niets van
hebben. Hij heeft gewerkt bij een Christe
lijk patroon. Goeie morgen. Die verdien
de geld als water, maar zijn knechten liet
liij fatsoenlijk honger lijden. Hou ze in de
gaten, die Christel ij ken. Ik geef er geen
cent voor. Nog eens: begin er niet over,
want dan is het mis. En zet zelf dien on
zin uit je hoofd. Dat is uit den tijd, meid.
Je komt er geen zier verder mee in de
wereld."
Marie sprak natuurlijk niet tegen, vond,
dat het meisje in den grond wel gelijk
had
Zij werd in het huisgezin van haar
vriendin opgenomen, dat maar raak leef
de van den eenen dag in den ander en
zich om GdÖ noch gebod bekommerde.
Zoo valt het dan ook te begrijpen, dat
het niet heel lang duurde, of het weinige
goede, dat nog bij Marie mocht zijn over
gebleven, verslikte geheel.
Zij werd op en top een meisje van de
wereld, die uitging met haar vriendin,
naar de bioscoop, als het regende of als
zij zich verveelden te samen; of naar den
Schouwburg, als er „es een heel mooi stuk
werd opgevoerd".
Zij nam de lichtzinnige taal, die in het
huisgezin gesproken werd, al heel spoe
dig over, al hield zij zich tegenover me
vrouw netjes.
Naar moeder schreef zij echter van dit
alles niets. Dan zouden er antwoord
brieven komen, die haar eonige wroeging
zouden veroorzaken in het begin En die
moest zij juist vermijden. Alles moest ver
stikken. De bruggen, die haar nog ver
bondon met het ouderlijk huis, met haar
geboortedorp, met genoten opvoeding
moesten totaal worden afgebroken. Eerst
dan zou zij haar jong leven kunnen uit
leven.
Haar brieven naar huis werden dan
ook scliaarscher en schaarscher. Het duur
de sorns vier weken, eer zij er aan dacht,
een enkel lettertje naar moeder te zen
den
Maar moeder moest dat niet zoo kwa
lijk nemen. Zij had lieusch geen nieuws.
Zij kon wel over de stad schrijven, maar
die kende moeder immers toch niet? Moe
der kon gerust zijn. Het beviel haar best.
Zij was blij, naar de stad le zijn gegaan.
Zij had een aardige vriendin gevonden.
Zij verveelde zich niet en had geen on
prettig leven. Alleen, wat de financiën be
trof, viel het haar niet mee. Het leven in
een stad was ontzaggelijk veel duurder
dan op een dorp. Dal scheelde minstens
de helft.
Dat zij haar overgespaarde geld uitgaf
voor kleeren, die haar in haav positie niet
pasten, verzweeg ze natuurlijk wijselijk!
Zoo verliepen de weken, weken waarin
een weduwe ver weg, vaak uitzag naar
een brief, die maar niet kwamof zeer
onregelmatig kwam,
XI.
Intusschen het uitgaan met haar
vriendin werd langzamerhand minder.
Luitenant Jansonius had nog al eens
brieven te bezorgen bij Mr. Van Oostrum
en Marie deed het maar al te graag.
Want die menigvuldige boodschappen,
waarvan Mevrouw niets wist, hadden tot
gevolg, zooals het vooropgestelde plan
was, dat de advocaat haar het hof begon
te maken' en met haar ging flirten.
Van de zijde van Marie echter werd het
inderdaad liefde, die zij koesterde voor
den advocaat, wat deze maar al te gaar
ne zag. Zooveel te beter kan hij haar voor
zijn doeleinden gebruiken.
Van minder-goede bedoelingen liet hij
intusschen niets blijken. Met ongeëven
aarde tooneelspeelkunst liet hij het voor
komen, alsof hij het oprecht met haar
meende.
Maar, natuurlijk, hij kon nog niet on
middellijk een publiek engagement aan
gaan, dat sprak vanzelf. Zij moest het
standsverschil in aanmerking nemen. Hij
voor zich trok zich daarvan niets aan.
Hij had haar oprecht lief en dat was het
voornaamste.
Maar bij zijn ouders moest hij er niet
mee aankomen voorloopig. En die kon hij
niet negeeren, want financieel was lót
In de toelichting- op deze verzoeken'
volgt:
Hel. Lij£l ons overbodig, nu in 'dei
Tweede Kamer der Staten-Generaal mat)
zoo goed als algemeene stemmen do
verhooging van 40 pCt. is aangenomen'
en van verschillende zijde verhooging
word voorgesteld1, den nood in 4e gezin
nen der gepensioneerden nogmaals le
demonslreeren.
Iets anders is echter liet in punt 2 van'
on* verzoek aangehaalde.
Het grootsle gedeelte der Rijksgepcn-
sdonoerden .tfee-ft over het jaar 1919 ecu'
bedrag van 30 pet- toeslag onlvangenn
terwijl dit voor de gepensioneerden der
gemeente Leiden aanmerkelijk minded
•was
Zelfs mei 30 pet. werd de prijsstijging?
'der levensbenoodigdheden niet eerlekt.
zoodat voor lien die nog minder k re een,
een groote achterstand is in to halen
Wij meenen clan ook met ons .verzoek:
de redelijkheid niet te hebben over
schreden. reden waarom wij het ten'
zeerste bij U aanbevelen.
Prof, Dr. S. jG. de Vries, directeud
riep ri'ksunivrrsüeit alhier is na langdu
rig verblijf in het buitenland wegens ge
zondheidsredenen, weder alhier terug
gekeerd. en heeft zijn werkzaam
heden hervat.
Voor het diploma boekhouden, uit-1
gereikt door de Ned. Vereeniging tot
bevordering «der Handels weien schap
pen. slaagde de lieer I. de Ktoe, alhier.
Dr. J. L. Palache alhier komt als no'..
2 voor op de voordracht van B. cn W-
te Den Haag. tol de jbenoeming van eet»
leeraar in de klassieke talen aan de
gymnasia-
Naar wij (vernemen, 'bestaat bet plati, van
vemcüKevzge, evenals dit vóór den oorlog ge
schelde, eeu Konrr gin nafeest voor de feerVn-
crcii var. bet 6de leerjaar ,van alLe scholen hier
ter rorganiseeren.
U'; J; onderwijzers cn onderwijzeressen
wofdt «daartoe weer een feestcommissie sameu-
gestefJ, welke even goed werk moge leveren
als cc oude, waarvan verschillende leden sleclife
noode gemist worden.
Gemeentelijke Arbeidsbeurs. Sinds-
timmerwerf, telefoon no. 127. Geopend
V9Ji Q—12 en 's mhdda&s van 2—5 uur.
*s Zaterdags van 912,30 uur.
13 April 1910. 2 ovenvullors. 1 vuur-
ste-envormer, 11 grondwerkers. 18 op
perlieden, 2 Go Ion werkers, 5 ijzerwer
kers. 1 gasfitter. 3 loodlgiclers, 1 blee-
kerskneclit. 3 bankwerkers, slokor, 1
machinist], 3 voorslaanders, 1 mcUtai-
d'raaier. 1 aanhouder. 2 ©lectriiciens, 6
bu3*cnmakers- 1 dek?nw ?v©r. 11 wol
kammers, 1 spinner, fT 'kaloen drukkers.
2 tapijtwerkers, 1 zuivel work er. 1
schrobbelaar. 3 banketbakkers. V koek
bakker, 7 broodbakkers, 93 sigarenma
kers. 3 sigatcnaorteereters. 1 stripper, 2
deksorteerders, 4 macazijnknechten, 9
slagers. 4 kellnors, 3 chauffeurs, 2 war*
moeziers. 1 Lompensorteerder. loop
knechten, 3 schippers, 4 nachtwakers.
1 handelscorrespondent, 1 huisknecht.
74 losse werklieden. 1 bloemist
Vrouwen: 4 breisters. 1 haspel aarster,
1 dieksortcerster, 1 plaksler. 1 groenten-
scho^ri maakster, 1 werkster.
BINNENLAND.
Christelijk-Historische Unie.
Op Donderdag 37 Mei 1920. des namiddags
1 mir, en op Vrijdag 2S Me: 1920, des voor-
middags 10 uur, zoi, zooais reeds is gemeld, u»
de "groote zaal van het Hotel de t Europe, Vree
voor een groot deel afhankelijk van ze.
Van hun intieme verhouding moest zifc
dus aan niemand iets vertellen. Dat gar
maar aanleiding tot praatjes.
Inmiddels zouden zij met elkaar om
gaan als twee verloofden. Hij zou haar
de vormen leeren, die in de kringen,
waarin hij gewoonlijk verkeerde, gebrui
kelijk waren. En hij twijfelde er niet aan,
of zij zou vlug en gevat als zij was
zich daar spoedig vertrouwd mee maken.
Verder zou hij er z'n ouders langzamer
hand op voorbereiden. De slag moest niet
te hevig vallen natuurlijk. En als zij dua
op den duur met de idee verzoend waren,
dat zij een schoondochter zouden krijgen,
die niet uit hun 'stand was, zou hij haar
ze voorstellen. En dan bestond er geen
twijfel, of ze werd met open armen ont*
vangen.
Ze kon zich goed voordoen, vond-ie.
Zij had absoluut niets van een dienst
meisje, integendeel, was geboren, om te
hevelen en niet, om bevelen op te volgen.
Als zij onder zijn leiding wat ontbastercl
was, kon hij met haar voor den dag k<v
men, overal, waar hij maar wiled.
(Wordt vervolgd].