Dagblad voor Leiden en Omstreken.
ABONNEMENTSPRIJS
IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN
WAAR AÓENTEN GEVESTIGD ZIJN
PER KWARTAAL f 2.50
PER WEEK f 0.19
FRANCO PER POST PER KWARTAAL f 2.90
ste JAARGANG. - ZATERDAG 10 APRIL 1920. - No. 8
BUREAU: HOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278
ADVERTENTIEPRIJS
PEK GEWONE REGEL f 0.22V»
DES ZATERDAGS f 0.30
INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIEF.
KLEINE ADVERTENTIES Tan hoogstens
30 woorden 50 cent; Zaterdags 75 cent,
bg vooroitbetalincr.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
De revolutie in het hart.
Door een der spreker» op het in April
gehouden congres van de S.D.A.P. de
lieer van der Waerden werd een zeer
juiste opmerking gemaakt, die waard is
ook in onze kringen ter harte te worden
genomen.
Sprekende over de door Mr. Troelstra
gewenschte revolutionaire actie, zbide de
heer" van der Waerden:
De kracht der tegenstanders ligt niet
in de geweren der burgerwachten, maar
in hun koppen én die koppen moeten
wij winnen.
Ons belangrijkste werk is de hoofden
te revolutioneeren.
Dat .is het eenige noodige, dan kunnen
.wi} met hen het Socialisme invoeren.
Wij moeten vertrouwen hebben.
Als wij slechts geduld hebben winnen
wij het.
In déze opmerkingen, waaraan ook in
socialistische kringen terdege aandacht
wordt geschonkep getuige luin inten
sieve en stelselmatige propaganda ligt
vet'l waars.
De revolutionaire actie van Mr. Troelstra
en zijne trouwe volgelingen ir> hoogst ge
vaarlijk en moet onverbiddellijk worden
•bestreden.
Wij mogen het g'estook van dozen volks:
menner niet onderschatten.
Een klein vuur kan een groote hoop
hout aansteken.
Als Mr. Troelstra op hot partijcongres
verklaart dat hij nog nooit zijn ziel en zin
nen zoo zuiver heeft uitgesproken als toen
hij te Rotterdam en in de Tweede Kamer
in viammende redevoeringen de revolutie
predikte, en hij wordt dan door het con
gres stormachtig toegejuicht, din mogen
wij daar niet zonder meer overheen Iao-
pten.
Daarom verdient de organisatie van
BurgerwacWts en de versterki g van den
Vrij willigen Landstorm onze volle sympa
thie. Als het vuur dreigt, moet de brand
weer paraat zijn.
Wij mogen niet verslappen.
"Wijnkoop en Troelstra en hunne revo
lutionaire volgelingen moeten weten dat
2b niet ongestoord met onze volksbelangen
kunnen spelen en dat zij bij hunne pogin
gen om ons Volk naar den ondergang te
voeren op een muur van verzet zullen stut
ten.
Toch .moeten we ons er voor wachten op
Burgerwacht bn Landstorm te veel te ver
trouwen.
Deze instellingen van hoe groote .betee
ken is. ook, zijn voor de afwending van
het revolutiegevaar niet voldoend1©
Immers, de daarwerkelijke revolutie
staat in nauw verband met de innerlijke
revolutie in hoofd en hart en is een uit
vloeisel-van de revolutionaire gezindheid
van hét menschelijk hart.
Wanneer het inderdaad aan de sociaal
democraten gelukt de hoofden en harten
te revolutionneeren dan zal Burgerwacht
•noch Landstorm hoe goed ook georgani
seerd, onmachtig zijn de revolutie te kee-
ren.
Daarom, willen we de revolutie met
vrucht bestrijden, dan nioelen we niet te
vreden zijn .met 'f opwerpen 'van dijkjles .en
dammetjes en het werken aan dén om-,
trek, maar dan moeten we ons richten op
het Centrum en afdalen naar den wortel
der dingen.
Uit 1-L't hart zoo leert ons de Schrift,
zijn de uitgangen des levens.
En dat hart des menschen is boos.
Het is revolutionair.
En nu wordt die revolutionaire gezind
heid op allerlei wijzb aangekweekt. Men
heeft getracht God to bannen uit de school,
uit den «staat, uit heel het openbare leven.
Die toeleg is nog niet geheel gtelukt. Er
is nog altijd een kern, die nog vraagt naar
Gods Woord en wet en die de anti-revolu
tionaire beginselen wenscht hoog te hou
den. Zoolang die beginselen nog invloed
uitoefenen en het- Woord Gods nog vat
heeft op de menschen, zoolang zal het ook
mogelijk zijn de revolutie met vrucht 'te be
strijden.
De heer van der Waerden zag het goed:
zal de revolutie, zegevieren, dan moet men
eerst de hoofden en harten revolu-
tionberen.
Hieruit volgt vanzelf welke de taak is die
wij als Christenen hebben te vervullen.
Wij moeten de revolutie grijpen n liet
ha r t, door de ant-revolutionaire beginse
len te brengen onder ons volk.
Dat gaat niet gemakkelijk.
Het vraagt ons gbbed, onze tijd, ons geld,
onze kracht.
Maar dat mag geen bezwaar zijn.
Als 't ons ernst is,, wanneer wij zingen:
,,'t is Uwe zaak waarvoor wij staan, Heer
Jezus, Uwe alleen", dan zullen we ook met
verugde ons geld, onze krachten, onze
gaven en talénten geven voor den strijd
tegen de revolutie, die niets anders is dan
een opstand tegen onzen grooten Koning.
STADSNIEUWS.
Op het Tiende Zendings(pest, uitgaan
de van de Verebniging tot bevordering der
Zendingszaak voor Leiden en Omstreken,
te houden op het Landgoed ,,Oud Poel
geest" Hemelvaartsdag, 13 Mei a.s., des
namiddags te half twee, zullen als spre
kers optreden: prof. dr. H. M. van Nes. van
Leiden; ds. J. P. van Bruggen, Ned. Herv.
predikant te Delfshaven; ds. I. H. Land-
welïr, Ger. Predikant te Rotterdam; ds.
Joh. Rauws, Zendingsdirector te 'Oegst-
geest en de heer L. Bodaan, Zendeling van
db Karo Bataklanden. 'Bovendien zal door
de- Chr, Zangvereeniging ..Debora" van
Oegstgéest, en ..Looft den Heer"-van Sas-
senheim, en de Chr. Harm. Vereeniging
Polyhymnia" van Leiden, medewerking
verleend worden.
Naar wij vernbmen' hoopt Ds. G. H.
Beekenkamp, Ned.rHeiv. prei, te Olde-
broek op den eersten Zondag in Juli zijn
intrede te -doen bij de-Ned. Herv. Gem al
hier.
Zooals wij mededeelden is deze week
IAh inlichtingskantoor voor de Vereeniging
voor Vreemdelingenverkeer aan het Sta
tionsplein heropend.
In de daar verkrijgbare Gids voor Lei
den en Omstreken leest men toch o.m.:
(Pag. ?7):
„Goedkoops woningen zijn in Lel
den in overvloed te vinden! Uitmun
tend drinkwater, goedkoop, gas (5i/a ci.
per kub. M.).
Jammer dat de Gids op dit punt althans
niet betrouwbaar isl
Zooals men zich herinneren zal, heeft
zich alhier indertijd een commissie ge
vormd met het doel aan onzen burge
meester uit dank voor de uitnemende wijze
waarop hij voor Leiden de distributieza-
ken heeft geleid, een huldeblijk aan te
bieden.
Thans kunnen wij mededeelen dat de
commissie zich voorstelt dit op Vrijdag 23
April a.s. te doen en alsdan de „De Gijse-
laarbank" te onthullen.
Het door den heer C. W. Roodenburg
ruim 20 jaar bewoonde perceel aan de
Nieuwsteeg no. 27 ovèr de Zonneveld-
straat, lieeft eene belangrijke verandering
ondergaan.
De eertijds door hem alhier gevestigde
arkensslagerij, is thans door zijn zoon*
den heer W. Roodenburg, omgezet in eon
naar den eisch des tijds ingerichte zaak
in fijne vleeschwaren, comestibles en de
licatessen.
De heer Roodenburg Jr., die langen tijd
in groote zaken werkzaam is geweest, is
er in geslaagd zijn nieuwe zaak smaakvol
en met zorg in te richton. Het interieur
der winkel en de fijne étalage getuigen
hiervan.
De zeer uitgebreide sorteering artikelen,
welke wij mochten bezichtigen, wijzen er
op dat de heer Roodenburg zijn nieuwe
zaak flink en degelijk heeft opgezet en er
naar streven zal het vertrouwen onzer
stadgenooten waardig te maken.
De van verschillende zijden aaugeboden
bloemstukken, bij gelegenheid van de
opening dei- zaak, geven aan den winkel
een feestelijk aanzien.
Wij wensohen den heer Roodenburg
van harte geluk met ziju onderneming.
Gemeentelijke Arbeidsbeurs.
Stadstimmerwérf. Telefoon no. 127.
Geopend van 912 en 's middags van 2—5.
9 April 1920.
2 ovenvullers. 1 vuurstteenvomier. 11
grondwerkers. 18 opperlieden. 1 betonwer
ker. 3 ijzerwerkérs. 1 gasfitter. 2 loodgieters
1 bfóekersknecht. 1 schoenmaker. 1 horloge-
makier, 3 bankwerkers, 1 stoker, 1 machi
nist. 3 voonslaanders. 1 metaaldraaier. 1
aanhouder, 2 electriciens. 1 dekenwever. 12
wolkammers. 1 spinner. 8 katoendrukkers.
2 tapijtwerkers, 1 zuivelwerker, 4 banketbak
kers. 1 koekbakker. 7 broodbakkers, 1 kok.
89 sigarenmakers. 2 sigarensorteerdens. 1
stripper. 4 magazijnnechten. 9 slagers. 4.
kellners, 3 chauffeurs, 2 warmoeziens, 1
lompensorteerder, 4 loopknechten, 2 schip
pens. 4 nachtwakers. 1handelscorrespon
dent. 1 huisknecht. 93 losse werklieden.
Vrouwen: 4 breisters. 1 haspelaar3ter. 1
deksorteerster. 1 plakster. 1 werkster.
BINNENLAND.
Uitvoer.
Van de boter, bereid door producen
ten, die zich hebben verbonden tot nako
ming van verplichtingen, zal mogen wor
den uitgevoerd. 25 pet. der productie van
28 Maart—4 April jj.
Tot nadere, aankondiging ia met 17
April dispensatie verleend van het uit
voerverbod van meststoffen, voor zoover
betreft bloed en bloedmeel.
Suiksrkaart.
De minister van Landbouw, Nijver
heid en Handel maakt bekend, dat in het
tijdvak vau .Maandag 12. tot en met Zon
dag 18 dezer geldig üzllen zijn de lions
.os. 27" en 28 van de Rijkssuikenkaart en
estigt er nog eens nadrukkelijk de aan
dacht van belanghebbenden op, dat de
aanbieding ter verzilvering van de bons
nos. 21, 22, 23 en 24 aan het Rijkskantoor
voor Suiker te Amsterdam moet plaats
gehad hebben uiterlijk Maandag 19 dezer.
Broodkaart.
De directeur van het Rijkebureau voor
de Distributie van Graan en Meel maakt
bekend, dat als wittebroodkaart voor het
133ste tijdvak, hetwelk loopt van 18 tot
en.met 31 dezer, zal dienen de Rijk3brood-
kaart in 'de zwarte kleur op paarden on
dergrond.
Haring voor Duitschland.
In reederskringen te Vlaardingcn
iordt binnen enkele dagen de vaststelling
erwacht van een contract omtrent leve
ring van een partij haring van de teelt
1919 aan de Duitsche regeering. De onder
handelingen wonden gevoerd door bemid
deling van het departement van Land
bouw. De levering zal geschieden onder
erleening van een crediet door de Ne-,
derlandsche regeering.
Uitkearing O. W.-bolasting.
De gemeentebesturen hebben ver
wacht, in het begin van dit jaar een uit-
keering te krijgen uit de opbrengst der
Oorlogswinstbelasting.
Bij informatie in Den Haag is echter ge
bleken, dat een desbetreffend wetsontwerp
nog niet gereed kwam en het plan bij
het departement van financiën nog in het
stadium der overweging venkeert.
Melk voor de steden.
Naar het Correspondentie-bureau
meldt, is aan het departement van Land
bouw een wetsontwerp in voorbereiding
is. tot regeling der melkvordering voor de
groote steden.
Holland—Engeland.
De facultatieve sneltrein, welke na
aankomst van de .mailboot 's middags te
1.16 van Vlissingen vertrekt, zal van 13
April af reeds 11.20 vertrekken, waardoor
de passagiens, met de mailboot aankomon-
ed, reeds te 2 uur in Rotterdam en te 4 uur
in Amsterdam aankomen.
De Militaire Pensioenwetten.
Op de vraag van het Tweede Kamerlid
Duymaer van Twist betreffende vergoe
ding van schade aan op peneioen te stel
len militairen ten gevolge van het uitblij
ven van een wijziging der pensioenwet
ten, luidt het antwoord van den minister
van Oorlog als volgt:
„Aangezien het in het voornemen der
Regeering ligt, aan de eerlang in te die
nen militaire pensioenwetten terug
werkende kracht te verlenen tot 1
Januari 1 92 9, zullen alle sedert de
zen datum op pensioen gestelde of nog te
stellen militairen, voor zoover de nieuwe
bepalingen op hen van toepassing zijn, in
het genot worden gesteld van een volgens
die bepalingen berekend pensioen, zoo-
da tdoor hen geen geldel ij ke scha
de zal worden geleden."
Het uitbouwplaa.
Door den Bond van Jongel. Vereen,
op Geref. grondslag is in Amersfoort aan
gekocht een dubbel in aanbouw zijnd iiee-
renhuis. aan de Hagen Stevenlaan, ten
einde daar onder te brengen het bureau
van den Bond. Het .gebouw zat half Mei
kunnen worden betrokken.
De Duitsohe Kindoren.
Het zanggezelschap van 109 Duitsche
kinderen, dat 27 plaatsen in ons land zou
bezoeken als dankbetuiging voor de zorg
door Nederland bosteed aan de verzorging
van de Duitsche jeugd, heeft van dit bézoek
nader afgezien.
Dat belooft wat!
Dr. H. Gorter geeft in ,,De Nieuwe Tijd"
(comm.) een overzicht van zijn oppositie
gedurende de laatste drie jaren in de Com
munistische Pari] tegen de leiding van de
heeren Wijnkoop en dr. van Ravesteijn.
Hij beschuldigt deze leider van .opportu
nisme", pogingen tot .kiezersvangst", „on
derdrukking van het vrije woord", „onbe
trouwbaarheid als waardoor mr. Troel
stra en de leiders der S. D. A. P. zich ken
merken „compromissen", „bedrog der
massa", ..geheimhouding der bedoelingen",
streven naar persoonlijke macht, ..draaie
rij" (in het bijzonder den heer Wijnkoop
„met zijn gewonte valsche en starre
draaierij"), „kleinburgerlijke tirannie",
enz.
Dat "belooft wat voor de toekomst, als
deze wereldhervormers de baas worden.
Ho'
Mond- en klauwzeer,
bestuur der Overijselsclie Land-
bouwmaatschappij heeft 'een schrijven ge
zonden aan den Minister van Landbouw,
waarin 'het de overtuiging uitspreekt, dat
de verbreiding van het mond- en klauw
zeer veel gtooteren omvang heeft aangeno
men, dan u't tde officieele berichten zoude
moeten worden aangenomen, daar de groo
tte meerderheid der landbouwers hiervan
geen aangifte meer doet. Met instemming
is irdertijd begreet het besluit om het
afmaken der zieke en veidachie dfcren 4e
doen ophouden. Adressant heeft dit be
sluit opgevat als het einde van de bestrij
ding der ziekte van Overheidswege in het
a;gemeen. In die meening werd het ver
sterkt. doordat twee maatregelen, die de
uitbreiding der ziekte konden keeren, niet
werden ingetrokken, n.t.'de verpliclrte aan
gifte en het .vervoer'verbod van zieke die^
ren.
In de practijk blijkt nu evenwel, dat aan
deze' maatregelen absoluut -niet de band
wordt gehouden, zoo weinig zelfs, dat het
herhaaldelijk voorkomt, dat ernstig ziek©
dieren op de markten staan. Dat de ziekte
op deze wijze in korten tijd een'zeer groote
uitbreiding verkrijgt, behoeft geen nader
betoog. De groote verbreiding der ziekte,
'het kwaadaardig .verloop in velé gevallen
en liet totaal ontbreken van aile 'bestrij
dingsmiddelen, maakt de landbouwers lit
hooge mate ongerust.
Adressant verzoekt aan den betrokken
dienst op te dragen, aan de nog geldende
bépalingen streng de hand te willen hou
den. i
BUITENLAND.
OP EEN GEVAARLIJK PAD.
Gelukkig liij die neen durft zeggen
neen, heeft een bekend dichter eens ge
zongen.
Dit. is een woord dat wel alle regeerders,
allen die geroepen zijn liet gezag te hand
haven, in de ooren mag worden geroe
pen.
In verband niet de revolutionaire woe
lingen is schier overal een politiek van
concessies gevolgd.
Door toe te geven en nog eens toe te
geven hoopt men de revolutionaire groe
pen tevreden te stellen, om dan telkens
weer te ontwaren dat liet alles tevergeefs
was omdat steeds vender gaande eischcn
worden gesteld.
En zoo komt men niet al die concessies
steeds dieper in het
Denemarken 'en Duitschland
leveren daarvan een duidelijk voorbeeld.
In beide landen hadden de vakvereni
gingen allerlei eiselien gesteld en in bei
de landen hébben de regeeringen voor
deze vereen igingen gebukt.
Practisöli komt dit hierop neer, dat er
zoo langzamerhand een nevenregeering
komt van de arbeidersklasse.
In liet Berl. T-agebl. wordt op het
gevaarlijke hiervan gewezen.
dp een goeden dag komen ook de boe
ren om, ziende wat de vakvereenigingen
wedervoer, te verklaren, dat wanneer die
cn die eischcn niet vervuld worden, zij in
staking zullen gaan en dat de menschen
in de steden dan kunnen verhongeren. De
beambten zullen door hun organisatie een
ultimatum aan de regeering richten om
hun eischen met geweld door te zetten.
De weg, dien de vakvereenigingen bier
betreden hebben, moet onvermijdelijk
voeren tot een strijd van allen tegen allen,
de ontbinding van het staatsverband en
tot een volledige ontkenning van de de
mocratische gedachte en van het parle
mentarisme. Het optreden van de vakver
eenigingen leidt tot de instelling van een
regeering der arbeidersklasse, naast het
parlement en hét 'daaruit voortgekomen
kabinet, het beteékent de heerschappij
van een enkele klasse en moet tot ondra
gelijke toestanden leiden.
Een muis ja met een staartje.
De bezetting van een deel van Duitsch
land heeft voor Frankrijk, nog een zeer
onaangenaam staartje.
Berichten uit ionden cn Rome melden
toch dat Frankrijk zonder steun van zijne
bondgenooten een actie begonnen is, om
trent welker verloop niemand iets met ze
kerheid kan voorzeggen.
Zoowel Amerika als Engeland en Italië
latèn niet onduidelijk uitkomen dat dez©
FEUILLETON.
EEN VERWOEST LEVEN
door HUGO KINGMANS.
(Nadruk verboden.)
8)
„O, ik zeide het niet, om u te beleedi-
gen," haastte de andere zich, „maar
lieusch,, u weet nog niet, wat gevaren jon
ge meisjes bedreigen, als ze daar zoo al
leen arriveèren en, ze er gansch onbekend
zijn. Dacht gij dan, dat wij dit werk voor
ons plezier deden.? Daar moet immers een
reden voor 'lijn? En, die is daarin gelegen,
dat zoo vaak jonge meisjes gelokt wüfÜen
naar plaatsen, waar ze zedelijk ten onder
gaan. Iemand, die daarvan zijn werk
maakt, ziet gauw, dat hij een vreemde
eend in de bijt heeft. Ik bemerkte immers
ook direct, dat ge hier vreemd waart! O,
de gevaren zijn zoo groot. En daarom zou
ik u wilen vragen, wat ge hier komt doen.
Gij behoeft mij geen antwoord te geven.
Dat staat u natuurlijk volkomen vrij. Ik
vraag het niet uit ongepaste nieuwsgie
righeid. Maar ik heb den indruk gekre
gen, dat ge een bespreking zult. hebben
met Mevrouw A. betreffende een dienst
bij. haar
Verwonderd keek Marie haar aan: Hoe
y>ist zij dat?,
Dé damè vermoedde, wat'zij daeht-. „Ge"
vraagt u natuurlijk af, hoe ik dat weet.
Ik weet het niet. Maar ik vermoedde het.
Is het zoo?"
Marie knikte bevestigend en vertelde
dan, dat zij geschreven had op een adver
tentie van Mevrouw A, waarin deze een
dienstbode vroeg. Nu moest ze er heen, om
kennis te maken.
„Ik dacht het al. We zijn er zóó. Wilt u
me eens een genoegen doen? Ik zal in het
tramhuisje, daar aan liet eindpunt, wach
ten tot ge terug zijt. Wilt ge dan naar mij
toekomen? Intusschen zal ik inlichtingen
vragen omtrent mevrouw A. Dat hebt ge
zeker nog niet gedaan?"
„Inlichtingen gevraagd? Neen, moet
dat?" vroeg Marie, onschuldig.
Haar geleidster werd niet meer driftig
bij. aoo'n onkundige vraag. Dit kind was
niet de eerste, die zonder inlichtingen een
dienst aanvaardde!
Daarom zei ze heel kalm: „Och, 't is
wel zoo verstandig, vindt u niet? Men
moet tooh weten, waar men terecht komt,
dunkt me zoo. Vooral in een groote stad."
„Maar ik begrijp u niet," antwoordde
Marie, openhartig, „een mevrouw, die een
dienstbode vraagt is toch wel té vertrou
wen?"
„Volgens u wel, ja. Maar ik heb daar
omtrent andere ervaringen, dat verzeker
ik u. Maar we zijn er. Belooft ge me straks
op de afgesproken plaats te komen? Ik
zal u tegemoet komen en u weer veilig
aan het station brengen, nadat ge in een
lunchroom wat gebruikt hebt."
„Ik dank u voor uw vriendelijkheid."
„Geen dank. Tot straks!"
De dame van liet stationsvverk liep vlug
een publieke telefooncel binnen.
„4445".
„Hallo? Burqa,u Middernachtzending?"
„Bén jij dat, Anna?"
„Mooi, met. Gretlia. Zeg, ik heb hier een
geval. Wiil je eens even nazien, of Me
vrouw A. in de Vischstraat 39 soms be
kend staat? Ik ontmoette zooevcn een bui
tenmeisje, die ziich daar wilde verhuren."
„Wat? Hoef-je niet op te zoeken? Ken-
je 'er lieusch? Weet je het zeker? Mooi,
prachtig dan. Wat is het voor een
mensch?"
„Een weduwe? En nu pensionhoudster
Niets op aan te merken, naar je weet?
Da's een pak van mijn liart. Het kind is
zoo onschuldig en naief, dat je er om
glimlachen zou, als het niet zoo ernstig
was. Zijn er heeren op kamers, voorzoover
je bekend is?,
„Een paar studenten, daclit-ze?"
Even betrok het open, vriendelijk ge
laat der dame.
„Ik weet genoeg. Ben je thuis van
avond?"
„Tot vanavond. Daag."
Zij moest geruimen tijd wachten, eer
Marie terugkeerde.
„Ik was bang, dat u er niet meer zijn
aoudt", zei deze, eindelijk weer arrivee-
rend. ,,'t Heeft nog al lang geduurd.
„Dat is niet erg, hoor. Zijt gij gesaagd?"
„Ik zou den eersten van de volgende
maand in dienst treden." En zich het ge
sprek herinnerend, dat bij het heengaan
gevoerd werd: „Ik geloof, dat die Mevrouw
wel eerlijk en vertrouwbaar is. Ze was zoo
aardig en vriendelijk."
„Menschen kunnen zich aardig en vrien
delijk voordoen", zei de ander droogweg.
„Overigens kan ik u in dit geval gerust
stellen. Op Mevrouw A. is niets aan te
merken, naar ik vernomen heb. Ze is we
duwe en houdt heeren op kamers. Als ge
van plan zijit te komen, dan hoop ik, dot
liét u er zal bevallen. Hier is mijn adres.
Ten allen tijde kunt u, indien noodig, mijn
hulp inroepen. Verder heb ik bier nog een
adres van een tehuis voor dienstboden,
waarheen ge. zoo ge wilt. op uw vrije
avond kunt heengaan. Onderweg praten
we nog wel verder. Je zult wel trek heb
ben. Ik zal u naar een lunchroom bren
gen en dan wordt het tijd naar het station
te gaan, dunkt me.
HOOFDSTUK VIII.
Mr. Albert van Oostrum had zoo juist
gedineerd en lag. vadserig in een fauteuil
naar buiten te staren, een sigaar opste
kend
De hospita kwam de tafel afnemen. Hij
maakt met haar een praatje over het min-
der-mooie weer. Maar de hospita was niet
zoo vertrouwelijk met hem.
Feitelijk mocht ze hem niet. Hij betaal
de echter goed, was een zoon van schat
rijke ouders en had bovendien een aar
dige practijk.
Ze had er wel eens over gedacht, hem
de liuur der kamers "op te zeggen, maar
schrikte er dan ook weer van terug, want
steekhoudende argumenten, geldige rede
nen kon zij tocli eigenlijk niet opgeven.
Zij kon toch niet zeggen, dat zij hem
niet vertrouwde, dat r.ij wel <»ens had ver
nomen, dat hij het in z'n privaat leven zoo
nauw niet naui.
(Wordt vervolgd).
I-