NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. eze Courant verschijnt dadelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. ABONNEMENT: Prijs per Nummer 10 Cent. ADVERTENTIE N: Bureel: Scheepinakerssteeg 6. Woensdag 18 Juni 1890. N°.141. Uitgevers: Gebroeders Muré. De Wilddief. Aack Uid,, 7.08 8.51 lo.« u... 11.8J '2.81 2.01 3.45 4.84 5.01 6.18 6.4,1 8.81 0.08 9.41 10.85 11.05 12.81 L«idi| ).30 J.3D 1.33 Voor Leiden, per 3 maanden f 1.25. Franco door het geheele rijk, per 3 maanden l.BO. Van 16 regelsf 0.90. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen, A contant, zonder rabat, per regel O.IO. 204e Jaargang. Stads-Bericli ten. <5 20 2.20 4.01 5./0| 6.3? 7.5} 9.1< llO.JO BlUGEMEESTER en WETHOUDERS der Gemeente [1DEN 9ontvangen hebbende eene circulaire van d Commissaris des Konings in de Provincie Zuidhol- id. van den 9den Januari 1890, houdende uit- diging omdoor het aansporen der ingezetenen milddadigheid, zoo veel mogelijk het welslagen bevorderen der jaarlijksche Collecte, welke, ten Lolge van Zijner Majesteits dispositie, van den 8.5|i |i(o° November 1820, n°. 81, door de Districts- 10.5} LuHissie tot aanmoediging en ondersteuning van 'Uit Ge-wapenden Dienst in de Nederlandenzal '•liLdengehouden, doen te weten dat, ingevolge het Wangen van gemelde Commissie, de genoemde Col- We zal geschieden, door daartoe gemachtigde perso- I, met geslotene bussenop Woensdag en Donder- ■r, den 18den en 19den Juni aanslaande, aanvan- jode 's morgens te negen uren, aan de huizen der Leietenen, die verzocht worden op de uitreiking Inner liefdegiften orde te stellen. Burgemeester en Wethouders, gaarne voldoende in het verlangen in gemelde circulaire vervat, noo" frydujrn ingezetenen dezer gemeente dringend uit? 8 lor on hek rom pene bijdragen krachtdadig mede te ■erken tot de ondersleuning der instelling, welke zij l#o zeer behoeft, maar gelooven tevens dat de Klemming van de opbrengst dier Collecte reeds we goede uitkomst verzekert en voor ieder recht waard Nederlander, die in de geschiedenis van zijn igco land geen vreemdeling is, alle verdere aanspo- 7.4} ré} overbodig maakt. BA fonds, tot instandhouding waarvan die gelden lorden ingezameld, strekt toch niet slechts in liet dang der verminkten en infirmen van den gedenk- urdigen en beslissenden slag bij Waterloo (een nalbegrip dat bij velen heerscht), neen, ongeluk ken van iederen strijd, waarin ons vaderland gewik- eld was en nog is, ondervinden het steeds, dat te unnen behoeve een blijvend liefdewerk is gesticht: Irijders van den Belgischen veldtochthandhavers per macht in Oost- en West-Indische bezittingen jeteranen van 40jarigen dienst, genieten nu reeds, f hebben althans het vooruitzicht te genieten, van elgeen hunne landgenooten hebben weggelegd en ians nog afzonderen tot leniging hunner smarten, )t ondersteuning van hunnen gehrekkigen ouderdom. De Nederlandscbe soldaat wele het, dat, zoo hij wer- rlijk in en door den dienst infirm is geworden, r een fonds bestaatmet het doel om door toelage oven en behalve zijn pensioen, zijn ongeluk te ver achten; maar het Nederlandscbe volk zij er dan ook, oor dankbare belangstelling gedrongen gedachtig aan ie ondersteuning met meer mildheid te verleenen, fpdat bet fonds aan al die billijke aanvragen voldoe B de lijst der sollicitanten niet nog een aanzienlijk Jetal blijve aanwijzen, tot beschaming van den tijd- Jooot, die aan het werk, eenmaal zoo krachtig aan hangen, slechts met slappe handen voortbouwt. [Moge de goede uitslag dezer inzameling, waarvan forgemeester en Wethouders zich reeds vooraf over- Unkutf Leiden, 8.51 10.51 I l.M 12.51 2.51 3.50 4.55 5.55 7.50 9.50 komil •Mb«. .25 .20 .20 .25 .05 .30 .50 .35 komi lden. .40 .55 .42 .45 .55 .10 .50 .40 .15 FEUILLETON. Aaukoa Laid* 7.55 10.- 11.45 1.55 4.05 8.40 8.15 10.10 Iee*I 3 lgj,« een verhaal err den tijd van Graaf Jan II. 128.) Haar tongetje is verbazend scherp," dacht marketentster. „Zij houdt zich zoo dom, =Fof zij niet eens wist, dat er mannen be- Hun. Doch laat mij maar eens ait een wder vaatje tappen. Den aap zal ik wel •it de mouw krijgen." Luid zei de marke tentster weer: „Een knap jonkman!" »Gij verveelt me, vrouwriep Agnes ongeduldig. 'Een knap jonkman!" herhaalde de mar- Utenster. „Hoe jammer, dat hij maar zoo 'einig levensgenot zal hebben." .Wat zegt gij daar, vrouw?" riep Agnes onthutst. .Dat het erg jammer is, nu men zulk ten knap jonkman op een enkel vermoeden 'w den Gentenaar geheel onschuldig op het 'norplein zal ophangen." »Wat zegt gij daar?" vroeg Agnes nog luigd hondenhet doen zien dat deze roepstem niet te vergeefs ook totLeidens ingezetenen werd gebracht! Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE KANTER, Burgemeester. Leiden, 16 Juni 1890. E. KIST, Secretaris. LEIDEN, 17 Juni. Door de gedeputeerde staten van Zuid- Holland is f 500 verhooging voorgesteld, zoowel voor 1891 als voor het loopend jaar, van liet subsidie aan de kweekschool voor bewaarschoolhouderessen alhier. De gunstig bekende wapenkundige en wapenschilder, de heer C. VV. H. Verster, alhier, heeft zich beijverd tegen de feestweek een verdienstelijk werk gereed te krijgen en de heer T. H. IJtsma, boek- en kunstban delaar op de Breestraat nabij het Gangetje, heeft den heer Verster in de gelegenheid gesteld zijn werk den volke te vertooneu. Een en auder heeft betrekking op den hoofd persoon van de as. maskerade, Karei V. Vooral het eene raam trekt zeer de aan dacht. Daar ziet men terstond op den ach tergrond een ontwerp eener tegel8childering, voorstellende keizer Karei V op diens troon, met zwaard en appel, omgeven door een randschrift alles naar een oud zegel van den keizer getrouw gevolgd. Op den grond, met het zoogenaamde Bourgondische ijzer bezaaid, vinden we twee ontwerpen van hoofden van oorkonden, met de wapens van Karei V en van Nijmegen op perkament en met aanhangende zegels. Nog zien we hier een 20 tal wapens, om een hoofdwapen gegroepeerd, van onder scheidene deelen van het groote rijk. Voor bet andere raam is een ontwerp tegelschildering tentoongesteld van een por tret van den jeugdigen Karei V, met het teeken van het gulden vlies omhangen, uuit zijn wapen en met zijn bekend devies „Plus oultre." Het geheel wijst op een waarlijk noesten arbeid van onzen stadgenoot, die een vlug werker schijnt te zijn. De bloemversiering, waarin voor het eene raam het geheel om vat is, is zeer smaakvol door het personeel van den heer J. D. Speet aangebracht. Het kostte gister op onderscheidene uren vau den dag, en vooral van den avond heel wat moeite om een plaatsje te vinden in het Panorama van den heer Aug. Hül- ster op het Steenschuur. De serie is dan ook bizonder belangwekkend. Behalve on derscheidene gezichten ait het aan prach tige monumenten 100 rijke Munchen en uit de ecboone omgeving dier stad, is thans ook aan de beurt de reeks voorstellingen van de bij name zoo bekende Passiespelen te Ober-Ainmergau. De Passiespelen zijn de geestelijke dra ma's die op Goeden Vrijdag in de middel eeuwen op vele plaatsen werden opgevoerd. Ten tijde van Karei Theodoor en Max Jo seph I werden de Passiespelen in Beieren verboden. Met die te Ober-Ammergau echter werd een uitzondering gemaakt en die hebben dan ook in den laat9ten tijd vooral zeer van zich doen spreken. Het geheel is aan de Evangelische verhalen ont leend, tekst en muziek werden door begaafde geestelijken omgewerkt en gecomponeerd. De gemeente had in 1633 bij het heer- schen eener ziekte de gelofte gedaan, dat zij hij het wijken daarvan het lijden en sterven van Christus dramatisch zou voor stellen. Daarom veroorloofde koning Max het dat men er hier mrê zou voortgaan. Meer en meer worden de Passiespelen, te Ober-Ammergau ora de tien jaren ge vierd, door vreemdelingen bezocht en in verband daarmede wordt aan de vertooning dan ook meer en meer zorg besteed. De uitvoering is toevertrouwd aan eene com missie, die onder de dorpsbewoners de rollen verdeelt. Enkele rollen echter zijn in bepaalde geslachten erfelijk. Het tooneel is zeer ruim en is opgeslagen op eene weide en de grazige heuvels van den omtrek die nen er tot zitplaats voor de toeschouwers, die wel eens ten getale van 10.000 op komen. De voorstellingen hebben in den daartoe bestemden zomer op achtereenvolgende Zon dagen plaats. Elke voorstelling duurt 9 uren. Na afloop van alle voorstellingen ontvangen de vertoouers eene billijke scha deloosstelling en wat er daarna van de in komsten overblijft wordt aangewend ten bate der gemeente. In de gisteravond gehouden vergade ring van het Leidsche studentencorps is be sloten f 500 toe te staan voor de onlangs besproken universiteitestichting, indien zich (daar de vergadering voor dat besluit weder om niet voltallig genoeg was) binnen zeker tijdperk geen corpsleden daartegen verklaren. Op dezelfde vergadering werd besloten aan de burgercommissie voor het contrafeest te verzoeken dat feest in de plaats van Maan dag na de feestweek op Donderdag of Vrij dag daaraanvolgende te doen plaats hebben, aangezien Maandag, wegens de herhaling van de maskerade te Nijmegen op Dinsdag, een niet zeer geschikte dag zou zijn. De commissie uit de burgers heeft reeds ver gaderd en ingevolge bet verzopk het contra- feest bepaald op Donderdag 3 Juli a. s. De Donkersteeg is met vlaggen ge tooid, ter eere van het echtpaar Van Rom- burgh dat zijn vijf en-zestig jarig huwelijks feest viert. De heer Van Romburgh is 90 jaar oud, zijne echtgenoote 86. Eergisternacht is in de Barbarasteeg bij een stoelenmaker ingebroken. Men heeft daar alleen eenige matten weggehaald, zoo dat alleen aan kwaadwilligheid wordt ge dacht. Kort te voren was in die buurt ook ingebroken, doch de bewoonster van het huisje werd wakker en de dapperen kozen het hazenpad. Men is thans iu die omge ving 's nachts niet weinig bevreesd ge worden. UNIVERSITEIT. Heden werd bevorderd tot doctor in de rechtswetenschap, aan de rijks universiteit alhier, de heer Ph. Kleintjes, geb. te Tokio (Yedo), na verdediging van zijn academisch proefschrift, getiteld: „Het faillissemeut in het internationaal privaatrecht." Aan de rijks-universiteit alhier zjjn de volgende examens afgelegd door de heereu Voorbereidend examen godgeleerdheid; H. E. J. Verweij. Candidaats-examen rechten: C. G. A. Drucker, W. Fraucken met lof, J. VV. Hoysinga. Doctoraal-examen rech ten: G. Hijmans, J. A. Vau der Does, A. G. N. Swart. Theoretisch geneeskundig examen: H. Van der Vuo, J. Th. Terburgh. Candidaats examen godgeleerdheid, eerste gedeelteD. Eringa. Doctoraal examen geneeskunde, G. H. J. Peter. Doctoraal maals doodsbleek. „Over wian spreekt gij nu?" „Wel over den marskramer. Het komt hem duur te staan, dat hij u de mooie roos heeft laten zien. Eerst had ik nog al ge hoopt, dat gij, die veel invloed op onzen aanvoerder schijnt te hebben, een goed woord voor hem zoudt doen. Maar dat is ook al mis. De jonkman moet sterven; van de galg kan ik hem niet redden." „Zeg mij toch in vredes naamwat er gebeurd is I" riep Agnes rillend. „Wel, de Gentenaar beeft den armen koopman, nadat deze u had verlaten, ge vangen laten nemen." „Waarom? Wat had hij misdreven?" „Toen hij bier op het kasteel kwam, had hij een grooten pleister op het linkeroog, zoodat men zijn gelaat maar balf kon zien en ik dacht toen, dat hij een slecht oog bad; maar uit uw kamer kwam hij zonder pleister met een paar helder fonkelende oogen, wat mij zoo vreemd voorkwam, dat ik het mijn meester ging zeggen en „Hebt gij den ongelukkige verraden, vrouw?" riep Agnes. „Neen, jonkvrouw. Niet ik verried hem; hij heeft zichzelf verraden. Eerst vergat hij de pleister op zijn oog en daarna vergat hij zijn mars. De arme hals had stellig al zijn verstand verkeken, toen hij naar de echt heid van uw steen moest onderzoeken." „Ga!" riep Agnes met de diepste verach ting. „Over u kome het bloed van den on- schuidigen Frederik. De dood van den groot moedigen jongeling zal ook mijn dood worden." „Hé," zei de marketentster. „Na raast en klaagt gij, alsof er heel wat overal uur was, hoewel gij n hieldt, dat gij niets van den armen jongen bloed wildet weten, toen ik met u wilde bespreken, hoe wij hem nog zouden kannen redden. Om uwentwil had ik anders nog al wat gedaan. Mijn man moet den gevangen jongeling bewaken en nu had ik al gedacht, dat het mij, indien gij den armen jonkman werkelijk bemindet, slechts een mondje brandewijn aan mijn Cisjs zou behoeven te kosten, als gij de kooi ge opend en de vogel gevlogen wildet hebben." „Red hem, red hem I" riep Agnes smee- kend. „Dan zal ik u dezen ring, dan zal ik u alles, wat ik bezit, geven." „Neen, thans is het te laat. Mijn man wordt weldra afgelost. Wat kan u ook aan den vreemden koopman gelegen zijn?" „Hem acht, hem bemin ik," riep Agnes, terwijl zij haar handen smeekend naar de marketentster uitstak. „Red, indien gij al thans een menschelijk hart in uw boezem hebt, den ongelukkige, die zich slechts om mijnentwil aan dsn dood beeft prijsgegeven." „Redden zal ik hem," zei de marketent ster nu. „Znlt gij?" riep Agnes, terwijl zij den ring van haar vinger trok en baar gouden kruis van den gouden keten rukte. „Zult gij hem redden? Daar, neem dit ijdel goud! Hoe gaarne zou ik mijn leven voor het zijne ruilen „Hij is gered," zei de marketentster, ter wijl zij de sieraden fier afwees. „Uw dank zal ik later wel ontvangen. Als ik uw kleinoodiën aannam, zou ik bij den Geu tenaar stellig kwade vermoedens wekken." „Wie, wie heeft hem gered?" „Ik, jonkvrouw I" Nu lierhaalde de marketentster het ge* beurde naar waarheid, waarop Agnes vroeg „Is alles waar?" „Zoo waar, als ik thans bij n stal" „Hoe kunt ge mijn hart aldus bedroeven, na de joiikman niets meer behoeft te duch ten?" vroeg Agnes zacht verwijtend. Dat was niet edelmoedig." Daartoe gaf uw eigen gedrag aanleiding, jonkvrouw 1 [Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1890 | | pagina 1