1
11
d
II
ADVERTENTIES.
GYMNASIUM.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
Deze Courant versehijnt dagelijks, behalve op Zou- en Feestdagen.
ABOGSWEPSEfêT:
Prijs per Nummer lis Vt ut.
AO VER TE NTI EN:
Bureel: Scheepiuakerssteeg 6.
Maandag 9 Juni 1890. N% 133,
Uitgevers: Gebroeders Muré.
BINNENLANDSCHE BERICHTEN.
De WüddieC
Uifa
w
U
li "7T~"
Voor Leiden, per 8 maanden1.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60.
tank, U
8.45
crlrek
Iilleg.
4.50
5.50
?.s0
3.20
[).32
1.51
I 01
n
1 55
>.18
>.35
1. 52
>10
n Vrijè
Van 16 regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, contant, zonder rabat, per regel 0.10.
204e Jaargang.
IJij dit Nummer behoort een
BIJVOEGSEL.
Stads-Bericli te
BURGEMEESTER EN WETHOU
DERS der gemeente Leiden brengen
ter kennis van belanghebbenden, dat
iet IJkkautoor tijdelijk is ver
plaatst van het lokaal aan de Aal-
narkt naar een der lokalen van 'sGra-
lensteiningang Dienderspoort.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd
DE KANTER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, den 7 Juni 1890.
en WETHOUDERS van
K
iankoou
'oor«flb«<
10.25
11.20
2.20
4.25
6.05
8.20
9.50
10.35
Laukomi
Leider
6.40
7.55
8.42
10.-
10.50
11.45
12.55
1.55
3.10
4.05
5.-
5.50
6.40
8.15
9.25
10.30
BURGEMEESTER
LEIDEN,
Gezien art. 6 der Verordening van den Hen
Sovember 1880 Gemeenteblad No. 4 van 1881).
Brengen ter algemeene kenni9 dat tot hel
doen Inschrijven van nieuwe leer
lingen voor de openbare scholen voor
ruorbcrcidcnd en voor meer uiige-
l| kreld lager onderwijs, gelegenheid zal
ffjjeven worden:
voor die voor voorbereidend meer uitgebreid
lager onderwijs voor jongens en meisjes, in
hel schoolgebouw aan de Oude Vest;
voor die voor meer uitgebreid lager on
derwijs:
der le klasse, voor jongens, in het school-
gebouw aan de Aalmarkt;
der le klasse, voor meisjes, in het school
gebouw aan de Boommarkt;
der 2e klasse, voor jongens, in hel school
gebouw aan de Pielerskerkslraal
der 2e klasse, voor meisjes, in het school
gebouw aan de Breestraul;
en wel van den 2den lot en inel den 14en
Juni e. k., dagelijks (den Zondag uitgezon
derd van des voormiddags halfuegen tot vegen
uren, en op Maandag, Dinsdag, Donderdag
en Vrijdag bovendien van lialflwee tol twee
oren des namiddags.
En geschiedt hiervan openbare alkondigint
door plaatsing in de Leidsche Courant.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
DE KANTER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 31 Mei 1890.
LEIDEN, 9 Juni.
Door mr. H. L. Drucker, hoogleeraar
alhier, is aan de Universiteitsbibliotheek al
hier ten geschenke aangeboden eene ver
zameling kostbare en zeldzame werken van
middeleenwsche juristen uit te Italiaausche
school, bevattende commentaties op het Ro-
meinsche recht.
Behalve uit eene reeks kleinere forma
ten bestaat het geschenk uit 30 folianten
en 25 kwartijnen, dagteekende van de 15de
en 16de eeuw, meerendeels incanabellen en
alle prachtig gedrukt.
Den schenker is daarvoor de dank der
regeering betuigd.
Mevr. de wed. dr. Jonckbloet heeft
door tnsschenkomst van het colleg van cu
ratoren, aan den senaat der rijks universi
teit alhier het door mej. C. Pruys van
der Hoeven te 's Hage geschilderd portret
van wijlen haar echtgenoot doen toekomen.
{Fad.)
Het rijks Ethnographisch museum al
hier heeft ten geschenke ontvangen van den
heet J. B. Wolters, uitgever te Groningen,
door tusschenkomst van den heer W. Van
Gelder, Oost-Indisch ambtenaar met verlof
te 's Gravenbage, eene door laatstgenoemden
heer bewerkte gekleurde wandkaart van Java
in vier bladen.
Aan genoemde heeren is de dank der
regeering betuigd.
Tot assistent aan een hulpkantoor van
de Stadsbank van Leening is benoemd de
heer C. M. Willebrands alhier.
Hedenochtend tegen 12 unr hadden
twee meisjes op de Hoogewoerdsbrug twist
om een vrijer, op wien de een meer recht
beweerde te hebben dan de ander. Met
haarspelden takelden de lieve kinderen elkan
der in 't gelaat toe. Of de vrijers ook duur
beginnen te worden.
In de Stedelijke Werkinrichting zijn
opgenomen
Z. 1 Juni 40 volw. en 6 k., totaal 46.
M. 2 58 8 66.
D. 3 54 4 58.
W. 4 59 6 65.
D- 5 61 5 66.
V. 6 60 10 70.
Z. 7 53 7 62.
Deze week werden te wRhijnzigt" ge
nomen 337 zwembaden door heeren en 27
door dames. Temperatuur van het water
17j° celsius.
Op den 3en Janijl. heeft te Amster
dam eene inschrijving plaats gehad van
Sumatra-tabak van niet minder dan 2.667.159
ponden in 17721 pakken. De opbrengst Èt
f 1.72 j per pond bedraagt niet minder dan
f4.590.620, waarvan door eene firma niet
minder dan f 1.361.900 werd besteed.
ElilVEKilTErr.
Heden werd bevorderd tot doctor in de
klassieke letteren, aan de rijks-universiteit
alhier, de heer J. A. Der Mouw, geb. te
Westervoort, na verdediging van zijn aca
demisch proefschrift, getiteld: „Quomodo
Antiqui Naturam mirati sunt?"
De volgende examens zijn aan de
rijks-universiteit alhier afgelegdExamen
voor den Indischen dienst door de heeren
mr. J. Oostwond Wijdenes en mr. J. C.
Heijning; het voorbereidend examen godge
leerdheid door de heeren W. J. M. Engel-
berts en A. Weeder.
OEE1EIEELE BERICHTEN.
Bij Z. M. besluit is aan mr. E. De
Ras, op zijn verzoek, eervol ontslag ver
leend als griffier der arr.-recbtbank te Maas
tricht
is de kap. M. Roelants, van het 1ste
reg. inf.op zijne aanvrage op pensioen ge
steld en het bedrag van het pensioen be
paald op f 1560 'sjaars;
zijn benoemd: bij het wapen der inf. tot
eerste-luit. de tweede luit. A. Tromp, van
het n apen, gedet. bij de landmacht in West-
Indie; bij het 3de reg. tot kap. de eerste-
luit. H. A. Brouwer, van de hoofdcursus-
comp. te 's Hertogenbosch; bij het 4de reg.
tot kap. de eerste-Init. G. K. Hooghwinkel,
adj. bij bet korps; bij het 5de reg. tot
kap. do eerste-luit. M. Schrek, adj. bij het
korps, en T. Scharten, van het reg. gren.
en jagers; bij het 7de reg. tot eerste-luit.
de tweede luit. H. W. Schauikes, van het
6de reg. gedet. bij het kol. werfdepot; bij
het 8ste reg. tot kap. de eerste luit. A. G.
Van Tricht, adj. bij het korps; tot eerste-
luit. de tweede-lnit. W. Weenink, mede van
bet korps.
De luit. ter zee 2de kl. J. A. Van
der Star wordt met den 16den dezer ge
plaatst aan boord Zr. Ms. wachtschip te
Hellevoetsluis.
De heeren H. E. De Bruyn, hoofdin
genieur bij 's rijks waterstaat, H. Bernelot
Moens, zeeofficier en dr. H. W. Bakhuis
Roozebcom, assistent van prof. J. M. Van
Bemmelen te Leiden, die in de vergadering
van burg. en weth. van 's Hage van Vrij
dag 30 Mei 11.benoemd zijn tot leden der
commissie, belast met het onderzoek in zake
de spuiings^uaestie, bebben, naar we uit
goede bron vernemen, dit mandaat aange
nomen. (D. v. Z.-ü. en 's Gr.)
Te Utrecht is overleden de gepeas.
kapt. t/z. D. Schuurman, ridder van de
Militaire Willemsorde.
(Zie verder het hijvoegsel.)
DANKBETUIGING.
De Oudergeteekenden betuigen huiiDen
meest welgemeenden dank aan allen, die
dezer dage, of persoonlijk bf op andere
wijze, hun eenig blijk hebben gegeven van
vriendschap en belangstelling bij gelegen
heid hunner zestigjarige Echtvereeniging.
W. H. D. SURINGAR.
R. P. SURINGAR, Los.
Leiden, 3 Jnni 1890.
De examens voor toelating tot
eenige klasse zijn bepaald op 10, 11 en 12
Juli. Aanmelding vdór 1 Juli, bij den
rector
H. W. VAN DER MEY.
FEUILLETON.
Aid
j. Lt:<
10,
11.1
1.5
4.1
8.1
10.!
enfeC
EEN VERHAAL
DIT DEN TUD VAN GRAAF JAN II.
120.)
„Maar mijn armen en mijn beenen!"
hernam de oude man kermend. „Opstaan
ian ik onmogelijk, mijnheer de Duivel!"
Thans naderde Hugo Van Elsdijk met
etnige speerruiters en flambouwen. De rai
leraanvoerder vroeg, terwijl hij naar den
enden Rob wees, die met aan elkander ge
bonden handen en voeten als een omge
keerde schildpad op den grond lag te wib-
l>elen: „Hebt gij al eeD gevangene ge
maakt?"
»Dit is een bediende van den huize",
hernam de jonkman, terwijl hij den ouden
toan ontboeide. „Hoe zijt gij in zulk
wn toestand gekomen?" vroeg hij aan Rob.
»Dat zal mij een lange historie worden",
Kl Rob, die nu weer rnim kon ademha
ls. „Weet, mijnheer..."
„Laat je dwaasheid maar achterwege en
zeg kortaf, of de Vlamingen u geheel alleen
gebonden in dit kasteel hebben gelaten".
„Gebonden hebben ze mij, ofschoon ik
geen enkelen Vlaming een stroospier in den
weg had gelegd, doch
„Laat ons maar gaan", zei de Wilddief
tegen Hugo Van Elsdijk. „Want van
dezen stommerik krijgen wij toch niets te
weten".
Weldra bereikte men Bertha's kerker, in
welken doodscbe stilte heerschte. Huiverend
riep de jonkman, terwijl hij tegen de deur
aandrong, alsof bij haar uit de hengsels
wilde lichten: „Moeder! Lieve, lieve moe
der!"
„Frederik, beste Frederik I" klonk het
binnen zacht.
„Zij leeft 1 Moeder leeftI" riep bij blijde.
Maar de kerkerdeur week noch bezweek
voor zijn reuzenkrachten. Toen echter eenige
bijlslagen het deurslot hadden doen bezwij
ken, stormde de jonkman den kerker bin
nen en hij riep, terwijl hij voor Bertha op
zijn knieën neerzoük„Ge zijt gered,
moeder I"
Met koortsig bevende ledematen en met
rammelende ketenen stamelde Bertha: „MijD
zoon, mijn Frederik", En zij viel in be
zwijming. Eenige oogenblikken staarde de
jonkman vol sprakelooze verrukking naar de
in zijn armen bezwijmde, welke hij kussend
weer tot bewustzijn zocht te brengen. Ein
delijk opende zij baar oogen en haar bleek
gelaat herkleurde. Frederik zeide, terwijl
hij een volle wijnkruik, die naast Bertha's
legerstede stond, aan beur lippen bracht
„Drink, moederI drink; een teug zal n
verkwikken".
Bertha stietomdat zij nog niet kon
sprekeD, de kruik terug, wat hem deed
herhaleu: „Drink, moeder, drink; uw zoon
biedt u immers een fris3chen teng".
„Het is..., vergift", stamelde Bertha
met afgewend gelaat.
„Vergift", gilde de jongeling, terwijl de
kruik aan zijn sidderende handen ontschoot.
Ontzet staarde hij zijn moeder aan en hij
herhaalde: „Vergift?... Gevloekt zij bij,
die het mengde, op aard en voor eeuwig!
Doch schenk mij vergiffenis, moeder!" ver
volgde de Wilddief, wiens hevige woede
plotseling in teedere aandoening veran
derde. „U, die ik wilde redden, had ik
nu bijna vermoord. Maar zeg mij, welk
monster nw levensdraad thans heeft willen
afsnijden?"
„Dat kan ik slechts vermoeden, Frede
rik", zei Bertha. „Maar een geschenk
van mijn grootsten vijand meende ik te
moeten wantrouwen. Augustinns heeft mij
deze kruik met wijn gebracht. Toen dacht
ik, dat mijn doodvonnis op zijn vreeselijk
somber gelaat te lezen stond. Maar mis
schien heb ik hem thans ten onrechte be
schuldigd".
„Neen, moeder, zulk een booswicht is tot
alles in staat". Als God het niet had
verhoed, hadt gij uit de hand van uw lief
hebbenden zoon den giftbeker ontvangen.
Ha, vaLche kerel", riep hij met vernieuw
den toorn, „op uw sterfbed zal u dit ver
gift als een verteerend vuur het harte bran
den". Plaats noch tijd gedoogde langer
onderhond. Bertha's kluisters werden ver
broken en aan den arm van haar geliefden
zoon verliet de geplaagde vervolgde het
akelig hol, in hetwelk zij vermoedelijk den
dood zon hebben gevonden. De krijgers
hadden intusschen het geheele kasteel door
zocht; maar nergens werd eenig spoor van
den vijand gevonden. In het bodenkwartier
lag echter de oude Bus met al de andere
dienstbaren op dezelfde wijs gebonden als
Rob.
(Wordt vervolgd.)
■BHMK0: SSk 1*2.