1
-wc m tra»
dat zij kennis genomen htbb-n van de
wijziging op 9 Mei 11. door de regeering
voorgesteld van artikel 1 van het nader ge
wijzigd ontwerp van wet ter vaststelling van
bepalingen betreffende 's rijks waterstaats
werken.
dat zij gaarne erkennen, dat de wijziging
in n°. 4 van gezegd artikel aangebracht be
wijs levert voor de juistheid van het ver
moeden, hetwelk zij aan uwe hooge verga
dering kenbaar maakten in hun adres van
5 Maart 1890, als zoude het niet in de be
doeling van de tegenwoordige regeering
liggen de belangen van Nederland's bodem
zoo ernstig te bedreigen, sis zij meenden
dat door de bepaling van het ongewijzigd
n°, 4 van bedoeld artikel huns inziens ge
schiedde;
dat zij evenwel, onder waardeering van
den uitslag van het overleg tusschen de
commissie van rapporteurs en zijn excellentie
den minister van waterstaat, handel en nij
verheid, van oordeel zijn, dat door de aan
gebrachte wijziging de belangen der water
schappen, die op wateren ouder 's Rijks be
heer staande loozen of daaruit aftappen, niet
in die mate verzekerd zijn, dat zij door de
voorgestelde redactie zich gerustgesteld kun
nen voelen;
dat immers krachtens die redactie, in
stede van aan de waterschappen de onge
stoorde uitoefening van het recht tot uit-
loozing of aftapping, dat zij sedert eeuwen
onbeperkt hebben uitgeoefend, te waarborgen,
slechts aan de waterschappen het voortdurend
gebruik van de op dit oogenblik toevallig
bestaande kunstwerken verzekerd wordt;
dat mitsdien aan den koning overgelaten
worden zal om dusdanige regelen te stellen,
waardoor het aanbrengen van elke verbe
tering van den waterstand in de waterschappen
door het stichten of vergrooten van kunst
werken tot loosing of inlating van water,
belemmerd of verboden worden kan;
dat daarenboven thans nieuw'ings aan
den koning overgelaten schijnt te worden,
het stellen van bepalingen zelfs nopens
wateren niet onder 's rijks beheer staande,
aangezien immers het verbreeden, het nor-
malieeeren, het verdiepen, het op diepte
houden, ja zelfs het schoonmaken van eiken
watergang binnen de grenzen van een water
schap gelegen, hoewel het rijk geen beheer
daarover voert, en van hoe weinig beteeke-
nis die ook zij, toch geacht kan worden te
zijn yhet veranderen van een bestaand werk
ytot af- en aanvoer van water naar de Oli
ver 's rijks beheer staande wateren, waardoor
yde waterafleiding of de waterafvoer wordt
y vergroot."
dat alzoo de waterschappen, hoezeer in
één opzicht in miudere mate dan volgens
het ongewijzigd u°. 4 van bovenbedoeld ar
tikel 1 toch nog in hoogst belangrijke
mate te vreezen zullen hebben, dat de rich-
tige uitvoering van de* hun opgedragen taak
tot regeling van den waterstand geheel of
gedeeltelijk zal kunnen worden belet;
dat zij, wel is waar, meenen te mogen
verwachten, dat de tegenwoordige regeering
enkel ter behartiging van het algemeeu be
lang en niet bloot ten gerieve van eenig
ondergeschikt belang gebruik maken zal van
de vèr strekkende bevoegdheid, welke door
baar gewenscht wordt, maar dat zij zich
toch verplicht achten in het belang van
alle waterschappen en van Rijnland in hel
bijzonder aan te dringen op het bezit van
een waarborg, dat de belangen der water
schappen en daarmede van Nederland's bodem
inderdaad voldoende bescherming genieten
zullen.
dat zij meenen, evenals in hun veizoek-
schiift aan Uwe Hooge Vergadering op 5
Maart 1890 ingediend, dat die waarborg
bestaat, wanneer in het algemeen en zonder
eenig voorbehoud het stellen van regelen
nopens af- en aanvoer van water door wa
terschappen, niet aan den koning alleen
overgelaten, maar aan de Wetgevende Macht
voorbehouden blijft.
dat zij op dien grond zich veroorlooven,
onder herinnering aan hun bovenaangehaald
verzoekschrift, Uwe Hooge Vergadering met
den meesten eerbied en tevens met aandrang
te verzoeken het bedoeld ontwerp van wet
in dier voege te wijzigen, dat niet aan den
koning alleen overgelaten worden zal in
welke gevallen ook regelen te stellen
nopens het afleiden van water uit en het
afvoeren van water in openbare wateren onder
beheer van het Rijk slaande, wanneer dit
geschiedt door besturen van die hoogheem
raadschappen, waterschappen, polders en der
gelijke, die op het oogenblik van de invoe
ring der wet, blijkens het bezit van daartoe
strekkende werken, gewend zijn zulks te
doen."
Van den heer H. J. Van den Berg
alhier is bij de firma Blankenberg en C°.
op de Mare een boekje verschenen, getiteld
.jDe stenographie voor algemeen en bijzonder
gebruik". Aan deze verhandeling zijn toe
gevoegd eenige op- en aanmerkingen over
de op de Nederlandsche taal toegepaste
stelsels. De schrijver is hier bekend als een
ijverig beoefenaar der stenographie of snel
schrijfkunst, als iemand die steeds in deze
naar het goede en ijverig ook naar het
betere zoekt en daartoe in tal van stelsels
beeft gewerkt om ze te vergelijken en d arna
zijn oordeel op goede gronden te kunnen
uitspreken.
Van dien arbeid heeft de schrijver in zijn
boekje dat deel der vruchten neêrgelegd,
waaraan de beoefenaars der stenographie als
't ware behoefte hebben om eene keuze te
doen uit de te beoefenen stelsels, terwijl
tevens een niet onbelangrijk gedeelte is ge
wijd aan de uiteenzetting van doel en toe
passing bij de studie, bij de publieke mach
ten en in het dagelijksch leven. Wanneer
de heer Van den Berg als zijn oordeel uit
spreekt dat het Nederlandsche stelsel, dat
reeds 41 jaren met veel succes bij de staten-
geueraal gebruikt wordt, voor onze taal het
meest geschikt is, dan zien we uit de wijze
waarop deze schrijver de zaak heeft aange
pakt, dat dit lang geen oordeel is op losse
gronden. Ook wij zijn het volkomen met
hem eens, dat dit stelsel aan alle te stellen
eischen kan voldoen.
Hei Nederlandsche stelsel, het eerst on
derwezen door den heer H. L. Tétar van
Elven, heeft boven de andere stelsels zeer
veel voor. De beweringen van hen die an
dere stelstls op onze taal hebben willen
toepassen, dat ons stelsel te omslachtig is
en geen voldoende resultaten geeft zijn
slechts beweringen gebleven; groote woor
den, zonder veel bewijs. Maar bovendien
nog is het bizonder slecht gezien van hen,
die door het invoeren van onderscheidene
stelsels in een klein land als het onze, eene
spraakverwarring zouden teweegbrengen, die
voor een goed deel het nut der stenographie
zou teniet doen. De heer Van den Berg
achten we een ouderwijzer met veel door
zicht en met ontzettend veel ijver voor de
goede zaak.
UNIVERSITEIT.
Heden werd bevorderd tot doctor in de
rechtswetenschap, aan de rijks-universiteiï
alhier, de heer H. L. Van Bloemen Waan-
ders, geb. te Batavia, na verdediging van
zijn academisch proefschift, getiteld: yDe
wissel voor rekening van eenen derde".
Aan de rijks-universiteit alhier is
gisteren het candidaats-examen in de rechts
geleerdheid afgelegd door den heer J. M.
D. Van Lijnden.
OEEICIEEL.E BERICHTEN.
Bij Zr. Ms. besluit zijn benoemd
tot kantonrechter-plaatsvervanger in het
kanton 's Gravenhage, jhr. mr. W, Th. C.
Van Doorn, advocaat en procureur te
's Gravenhage, en in hel kanton Zaandam,
H. J. Versteeg, burgemeester van Zaandam
is aan mr. A. Van Rijckevorsel, advo
caat en lid van den raad der gemeente
's Uertogenbosch, verlof verleend tot het
aannemen der versierselen van ridder der
orde van den H. Gregorius den Groote,
hem door Z. H. den Paus geschonken;
is K. Velstra benoemd tot burgemeester
der gemeente Baarderadeel
is aan jhr. mr. A. D. Th. Gevers, met
ingang van 12 Juni 1890, op zijn verzoek
eervol ontslag verleend als burgemeester van
Noordwijkerhout;
zijn benoemd tot luitenant-generaal:
bij den generalen staf, 's konings adju
dant in buitengewonen dienst, de generaal-
irajoor F. M. B. ridder Alewijn, chef van
dien staf
bij het wapen der artillerie, de generaal-
majoor C. D. H. Schneider, inspecteur van
het wapen;
is, met ingaDg van 1 Juli 1890, benoemd
tot adjunct-commies ter directie der rijks
postspaarbank S. H. A. Wierdeman, thans
klerk aldaar.
De heer A. Ekman, met machtiging
des konings benoemd tot vice-consul te
Wisby, is in die hoedanigheid door de
Zweedsclie regeering erkend.
De minister van mariue zal op 80
dezer geen audiëntie verleenen.
BINNENLANDSCHE BERICHTEN
De minister van financiën maakt be
kend dat het saldo van 's rijks schatkist op
24 dezer bedroeg:
bij de Nederlandsche bank. f20,634,428,65®
en bij de betaalmeesters. 2,243,194,88®
Te zamen f. .22,877,623,49
De heeren J. B. Snellen, F. A. Van
Hall, C. P. Metelerkamp en F. Schwiep,
concessionarissen van een korteren spoor
weg Amsterdam Rotterdam, hebben zich
tot de tweede kamer der staten generaal ge
wend met een adrts, waarin zij hunne grie
ven tegen de aanhangige spoorwegovereen
komsten uiteenzetten.
Zij hebben gemeend in deze niet hande
lend te moeten optr den, alvorens de plan
nen der regeering volledig bekend en toe
gelicht waren. Zij vertrouwen dat nu
voldoende blijkt, dat Amsterdam's handels
belangen beter en zekerder zijn gewaar
borgd door de uitvoering hunner concessie,
dan door de thans aanhangige regeenngs-
plaiinen.
Alle deskundigen op spoorweggebied,
zeggen zij, veroordeelen zonder uitzondering
het hoofdbegiusel der wet: dè exploitatie
van één spoorweglijn door twee concuiree-
rende maatschappijen. Nergens, waar liet
onder dezelfde omstandigheden is beproefd,
heeft het goede resultaten opgeleverd, en
ze fs de regeering is niet in staat geweest,
evenmin als de voorstanders der voorge
stelde regeling, dit hoofdbezwaar te ont
zenuwen, een bezwaar, dat een ernstig ge
vaar voor den handel dreigt te worden,
omdat het onvermijdelijk tot een volledige
samenwerking der twee overblijvende Maat
schappijen moet leiden, of tot staatsexploi
tatie, beide doodend voor alle concurren
tie, welke laatste voor den handei hoog
noodig is.
In de te 's Gravenhage gehouden jaar
vergadering van den Zuidhollandschen Bond
voor Algemeen Kiesrecht is besloten aan de
regeeriug en de staten-geueraal een adres te
zenden, verzoekende met het thans aanhan
gige wetsontwerp tot splitsing der kiesdis
tricten te wachten en eerst de definitieve
regeling van het kiesrecht ter hand te nemen.
De aanbeveling voor gemeente-secretaris
te Zaandam bestaat uit de heeren J. A.
Zaalberg, secretaris te Franeker, en J. Van
der Laan, idem te Weststellingwerf.
De heer J. L. Zegers, zendeling te
Indramayoe, heeft de benoeming tot direc
teur der gestichten voor lijders aan vallende
ziekte te Haarlem en Heemstede aangenomen.
In de Riouwstraat te 's Graveuhage
schrikte gisteren een door een otficier bere
den paard van de muziek van een draai
orgel. Het beest werd schichtig en wierp
zijn berijder over den kop op de staart. De
officier verkreeg eene belangrijke hoofd
wonde; hij werd in eene nabijzijnde woning
binnengebracht, waar hem gedurende twee
uren de eerste heelkundige hulp werd ver
leend. Daarna bracht men den gewonde
naar het militair hospitaal over.
Ter benoeming van een opperboek-
houder en secretaris van de stadsbank van
leening te Amsterdam, wordt het volgende
viertal aanbevolen: J. J. C. Janette Walen,
thans kassier bij de stadsbank van leening
a'daar; C. Q. Polvliet, kapitein bij de ar
tillerie; L. G. Berends, gepensioneerd ko
lonel der artillerie; J. W. Boellaard, ge
pensioneerd kolonel der infanterie.
Te Ooy nabij Zevenaar heeft in den
afgeloopen nacht zekere H., schoenmaker,
zijne vrouw met een mes eene gevaarlijke
wonde aan den hals toegebracht, zoodat men
voor haar leven vreest. De dader, die veel
misbruik van sterkeu drank maakt, is voort
vluchtig. Het mes, waarmede de verwonding
werd toegebracht, is gevonden.
Omtrent de aanleiding tot het instel
len eener vervolging tegen mevrouw Bulk-
ley en het arresteeren volgens de Zutph.
Ct. werd aan de Amh. Ct. het volgende
verhaald, wat het blad echter slechts onder
reserve mededeelt. Een tweetal Duitschers
zouden hebben gezegd, dat zij van den
heer Hoek de opdracht hadden ontvangen,
om mevrouw Bnlkley om het leven te bren
gen. De politie der stad, waar die Duit
schers zich bevonden, zoude daarop naar
de politie te Freiburg, waar de heer Hoek
verblijf houdt, hebben getelegrapheerd, om
tegenover hem de noodige maatregelen te
nemen. Te Freiburg echter, waar men op
de hoogte van het vroeger gebeurde was,
moet men terug geseind hebben, dat men
wèl deed met de twee Duiischers te arres
teeren, en deze zouden daarop hebben be
kend, dat zij eerst van mevrouw B. eene
som van 30,000 mark hadden ontvangen,
om den heer Hoek te vermoorden, maar
later, toen zij bezwaar maakten die op
dracht te vervullen, zicb op haar verlangen
hadden verbonden te zeggen, dat de beer
Hoek hen had omgekocht om mevrouw
Bulkley het leveu te benemen. Wat er
waar is in de beweringen der Duitschers zal
de rechter uitmaken.
BUITENLANÜSCHË BERICHTEN
EN «2 EE NNI».
- Te Souapit in Ghota Nagpore, in
Britsch Indie, zijn goudvelden ontdekt. Reeds
zijn te Calcutta 3 nieuwe maatschap»;,
opgericht om het erts te ontginnen.
FRANK RIJ H.
De president der republiek; is tfoJ
Montpellier ter viering van het 600-j, ]sng z
bestaan der hoogeschool aldaar. Aan in
feestmaal den president door den raadt
stad aangeboden, namen 1100 personen-;
Behalve Je civiele en militaire autorit^,
waren de hoogleeraren van de verschilt
faculteiten der huogeschool, de gemacl
den der Fransclie en buitenlandsthe u0j
siteiten, de gemachtigden der verschil!
studenteii-vereenigingeii en de mains
voornaamste steden van het departeinem
noodigd.
In den toost, dien de maiie van
pellier op den heer Carnot instelde,
den wensch te kennen, dat aan dè
hoogeschool, thans meer dan ooit vai
hulpmiddelen der wetenschap vuorzien,
iets ontbreekt: het recht om officieel
vroegeren naam van universiteit te dr
dien het gebruik haar voor het overige
laten heeft. Hij hoopte dat eene wet
weldra in dat recht zal herstellen.
De president der republiek heeft in
antwoord op dezen toost laten doorein
dat de regeering aan dien wensch n|
gemoet komen, en de heer Bourgeois, nj
ter van onderwijs, heeft in een zijnen f'
spraken met ondubbelzinnige woord:
kennen gegeven, dat de regeering t
kamers een wetsontwerp denkt in te di '?Wq
waarbij aan het verlangen der hoogei
■rnlrlaon tr/as/It lütör.
voldaan wordt
Een aantal recepties hadden nog
en zelfs is een bewijs van hulde gezi
aan prof. Helmholtz van Berlijn.
De Parijsche anarchisten maaktei Uwg8
zer dagen hun jaarlijkschen tocht naai
kerkhof Père Lachaise. Een groot ai
redevoeringen werd gehouden 0. a. dooi
afgevaardigden Dumay en den heer Vail]
lid van den Parijschen gemeenteraad
jbracl
Eet be
voorste
wo
morgei
GEB
luizen,
De
'alten,
Wen
G. f
Jragma
'rouwe'
B. I
10m,
roek v<
leijdei
We ij
eb. Ma
N
:r, geb
«af, t
Erik
eb. De
J.
'ielauei
C. v
leb. Hi
at, z.
Bekk
0VE
!K, D
11 Pe
53
Crm, 1
yvvKvu UZOVIIlViiaaUi Jnl6r
het begin bleef alles rustig en ordelijk,! [q
in den namiddag ontstonden ongeregeldlw glegt
Een troep van omstreeks 100 pers*
a. voorafgegaan door den heer Grai „fc
Oiraarrllrvzlu daw Qninn V» f .CL
2 j-
afgevaardigde der Seine, begaf zich
het graf van Blanqui, waar zij dooi
menigte Blanquisten werden opgewi
yVive la Coooinume! A bas les traiti
werd er geroepen en er ontstond eei
ernstig opstootje, waarbij verscheiden
soDen een blauw oog opliepen en geb
werden. De Blanquisten bleven ten 1
meester van het terrein.
Later hielden de verschillende anarc:
sche vereenigingen haar gewonen opi
waarna bij het roode vaandel redevoeri
werden gehouden door de heeren J
Guesde, Ferroul, Vaillant en Susini.
GEH
jn.jd.'
,Paau
IK 1
jd. en J
A vS'
23
SUvf,
DUITICHLMD.
0 Gom
to 1881
n
JchrQv.
ma. Lei
008'
SKI)
hu Nar
d
'0 d
De ReicJiï-Anzeiger bericht, dat «erissr
keizer ten gevolge van het ongeval toen
Zondag was uitgereden, het verstuiken 6'
zijn rechtervoet, op raad van de gen mw
heeren besloten heeft, eenige dagen rui
nemen. 0 ?api
Tevens meldt het blad dat de keizer
gisteren en gisteren uitvoerige voorstel!
ontvangst heeft genomen, ouder welke
eenige van den rijkskanselier. Hij wi
ook met den chef van zijn civiel hu i«/Nov<
met den vertegenwoordiger van het m; JkzAu
huis des keizers. VJan
wApn
OOSTENRIJK. ,hlp
De zittingen van de Oostenrijksck 1"*^
de Hongaarsche delegatie znllen op 4.LZ
worden geopend en slechts 3 weken 1888
Volgens den correspondent der Slandari B,J
leu vermoedelijk alle punten der lege
grooting worden aangenomen. Eenige li odito 6
zullen der regeering eenige vragen doen 18(
treffende Bulgarije en Oostenrijks betrek J
1877
Ooste
ïde
gen met Servie.
Omstreeks 7000 wevers te Prosi
in Moravie hebben het werk gestaakt, tg 35
Graz is een groot aantal metselaars met 0 74G<
arbeid opgehouden.
HDLfii RIJ E.
0 1880
«1850 1
11860 2
1I875G
De nieuwe spoorweg tusschen Jat 81880
en Bourgas in Bulgarije is door prins tf*?"
dinand officieel geopend met een dronl sp
de „verbetering van het internationaal Per
keer". De talrijke menigte, die tegen»
dig was, betoonde groote geestdrift. iprmi^
ZANZIBAR.
Majoor Wissmann en de heer Mad J
1, van de Britsch-Oostafrikaanscbe e®
schappij, zijn uit Zanzibar vertrokken,""ing 1
gezeld van een Arabier van goede famib j®®®-
AMERIKA. kisie
m
De commissie uit het Noord-A® JObi
kaansche congres heeft een eindverslag 1 1868