and,
rfc|
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen,
ABONNEMENT:
Prijs per Nummer 10 Cent.
ADVERTENTIE i:
Zaterdag 24 Mei 1890. - N°. 121.
Bureel: Sciieepusalkerssteeg: 6.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
De Wilddief.
een!
•Vet,
;eerii;|
ewar.
an
in d
den
Loli
:ouiri
nevJ
emeul
0
O
0
O
O
O
O
O
O
O
Voor Leiden, per 3 maanden
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden
t 1.25.
1.60.
Van 16 regelsf 0.90.
Elke regel meer
i 0.15.
204e Jaargang.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, contant, zonder rabat, per regel 0.10.
LEIDEN, 23 Mei.
0 i Door den heer C. Mulié alhier is
O leden niet goed gevolg het theoretisch ge-
O deskundig examen afgelegd.
Door de commissie voor de arts-
jnmens is in hare heden alhier gehouden
(lliiig tot arts bevorderd de heer P. A.
lossers.
De Zomerzorg-concerten wnchten ons
i.IóAeêr. Reeds op Dinsdag 3 Juni a. s. zal
9lbet eerste concert daar worden gegeven.
|£en beetje goed wtêr en een flink bezoek,
|dtn ral er wederom heel wat te genieten zijn.
Toen hedenochtend op het Schutters-
re/J de recruten der infanterie de eerste
kgioseleu der passen en marschen leerden
n ia de rust was aangebroken, gingen eenigen
l.SO len tijd verdrijven met ie schertsen met
°-9(l en toeschouwer die in de Alcëlaan aan
ban len slootkant stond.
Die toeschouwer was zekere F. een man
ddglljj ie aan vlagen van verstandsverbijstering
qdende was en in dien toestand hoogst
ijstrel
aat g;
3.60i
uit#
i„t vi'ikkelbaar was. Hij werd daarom dan ook
ii S#e^9 eenigen tijd in eene inrichting voor
jjHeraiwlijders verpleegd en heeft zich het
zeil
'votige jaar nog vergrepen aan den brug-
lej wachter Kromhout, dien hij mishandelde.
In zulk een hoogst zenuwachtigen toestand
cbeen de man nu ook weêr te verkeeren.
B j6|' lij liep den Rijnsburgersingel op tot voor
et hek van het Schuttersland waarheen
,e"cei ij ook bedoelde soldaten had zien gaan.
Niettegenstaande de tamboer hem den
'D° legang wilde beletten, deed hij een paar
jsseu het land op en greep de politie-
eschie |0t8 Tan eeu jer miliciens Mozes Wolf en
van Ji fp er meg (jeil siugel 0p, De soldaat liep
zendii m
na, waarop F. hem aanpakte en zij
aDgl>e orstelend aan den waterkant kwamen,
nten sleepte F. den milicien te water en
iderlai jjeln eenige malen onder, totdat zij
orstelend tot ongeveer aan het midden van
;t gel it singelwater gekomen waren. Toen bei-
ire aa en in de diepte verdwenen sprong een
ermalénder milicien, Bastiaau La Croix te water,
eerévom naar de plek waar hij ze had zien
DegiAnben en dook daar onder. Hij kwam
llal
jiist op de twee drenkelingen terecht, die
'"lta beiden vastgrepen. Hij kon wegens
|dei modder daarbeneden niets zien, zoodat
dezei
igde t
iene ze
tan vu
derhal
uitvo
g mog
hij zich met moeite loswerkte en bij toeval
gelukkig nog juist den milicien kon beet
houden. Toch hield ook F. hem vast en
't kostte hem heel wat moeite zich boven
te houden.
Nog eenige andere soldaten scholen
te hulp, giugen geheel of gedeeltelijk te
water eu zoodoende slaagde La Croix er in
aan den wal te komen. Men deed alles om
Wolf meer teekenen van leven te doen
geven en men slaagde er in hem zd<5 ver
te krijgen dat hij onder geleide van twee
onderofficieren loopend naar de kazerne
kon worden gevojrd, waar 't hem tot nog
toe goed gaat,.
Intusschen was F. niet meer zichtbaar
gewordenmen liep om dreggen en eene
schuit en haalde hem te half tien op, na
tuurlijk zonder eenig levensteeken meer bij
hem te kunnen hespeuren. Terstond werd
hij in de schuit naar het drenkelingen
huisje aan de overzijde gebracht.
Dat eene onafzienbare menschenmassa
van het drama getuige was laat zich den
ken. De naam vooral van Bastiaan La
Croix, de moedige redder, mag zonder twij
fel met eere worden genoemd.
Gisteravond geraakte aan de Boter
markt, hij de Koornbeurs, een jongetje te
water. Men slaagde er gelukkig in het
ventje te reddeu,
Op 4 Juni zal alhier worden aanbe
steed hel bouwen van een patrouenmaga-
zijntje, onder het beheer der Genie te
's Qravenhage (begrooting f2150.)
We ontvingen heden, als naar ge-
wooule, het jaarverslag over 1889 van de
Hollandsche club te Antwerpen, onder het
eerevoorzitterschap van den heer consul-
generaal der Nederlanden, den heer Jacques
De Kuyper. Het bestuur is thans saamge-
steld uit de heeren S. Reijnders Bisdom,
G. J. Kortman, P. Zwartendijk, J. A. Van
den Bergh en J. H. Scheltema. De club
telt 32 gewone leden en 62 buitengewone
leden.
Het afgeloopen jaar was voor de club
een voorspoedig en belangrijk in vele op
zichten. liet ledental nam toe. Een feest
werd gevierd ter herdenking van het 10-
jarig bi staan. Een werkzaam aandeel nam
de vereeniging in het lenigen der ellende
veroorzaakt door de ontploffing in de kar-
doezenfabriek van Corvilain, en de club
kon een zuiver bedrag van fr. 31,881,47
op het altaar der weldadigheid ntêrleggen.
Aan het eind van zijn jaarverslag neemt de
secretaris, de heer P. Zwartendijk, die na
een zesjarig verblijf Antwerpen verlaat,
afscheid van de vrienden aldaar.
De rekening van den penningmeester
sluit met een tekort in kas van fr. 388,58,
waartegenover evenwel bezittingen staan.
Nog werd door ons ontvangen het
verslag van het bestuur der Nederlandscbe-
Zuid-Afrikaansche vereeniging. Het ledental
blijft op ongeveer 1400. In Europa nam
het aantal leden af, in Zuid-Afrika, nam
't toe. In Nederland ook overtrof het
aantal waarmeê 't werd verminderd dat
waarmtê het vermeerderd werd. Corres
pondenten in Nederland zijn de heeren
mr. W. H. Van Weideren baron Rengers,
te Leeuwarden, mr. W. K. baron Van
Dedem, te Hoorn en mr. H. C. Penninck,
te Zutphen.
In Leiden is eene afdeeling der ver
eeniging onder de studenten. Voorzitter
daarvan is de heer W. T. De Vogel, secre
taris de heer H, J. Coster. Ook in Am
sterdam is eene studentenafdeeling. Op de
raming der inkomsten eu uitgaven van 1
Mei 1890 tot 30 April 1891 komen de
uitgaven voor tot een totaal van f8551,40,
de inkomsten tot een totaal van f 7400.
Het boekje, bijna 100 bladzijden groot,
bevat de verslagen van het bestuur der
Nederl. Zuid Afrikaansche vereeniging,samen
stelling van bet bestuur, lijst der 1400
leden, statuten der vereeniging, verslag van
bestuurders van het studiefonds voor Zuid-
Afrikaansche studenten over 1889, reglement
van dat fonds en een artikel van dr. C. B.
Sprayt, getiteld: De vooruitzichten van
Nederlandsche onderwijzers in de Zuid-
Afrikaansche republiek.
Zitting van de arrondissements
rechtbank te 's Gravenhage
op 22 Mei.
Een Haagsche koppelaarster moest zich
verantwoorden wegens het bevorderen van
onzedelijkheid. Dit gaf aanleiding, dat tal
van dames met heel lieve gezichtjes in de
keurigste toiletten als getuigen optraden.
Bijna was de zaak geschorst, doordat een
der jeugdige getuigen reeds in het gasthuis
laboreerde. Zij ging echter door, maar met
gesloten deuren, omdat haar behandeling in
het publiek te ooikwetsend zou wezen.
Ofschoon wij niets van de détails weten,
kwamen wij toch tot de overtuiging dat
Griseltes, Lorettes, Cocottes enz. geen
Fransche typen meer zijn, maar misschien
in nog sterker percent te 's Qravenhage dan
te Parijs aangetroffen worden.
De Witte Sociëteit heeft een groot mobi
lair, waaraan somtijds alle uiaandeu f 200
suppletie noodig is. Met dat al ziet men
weinig scherven en brokken. Uit een feit,
dat ter terrechtszitting behandeld werd, kon
dit wonder voor een deel verklaard worden.
Een gewezen bediende moest zich verant
woorden, omdat hij lepeis, sleenen koppen,
schalen, messen, glasdoeken, servetteu enz.
die eigendom der sociëteit waren, maar
doodeenvoudig had weggegeven, alsof de
gelijke verdeeling van goederen al geprocla
meerd ware.
Het O. M. eischte voor hem 4 maanden
gevangenisstraf.
Oin verguimingsovertredingen te kunnen
constateeren, hadden agenten z cb in civiel
costuum gestoken. Zoo kwamen zij in een
bierhuis aan de Poeldijkstraatbestelden een
glaasje Schiedammer, proefden of het «el
dergelijk vocht was, en toen het bleek pure
te zijn, was het delict geconstateerd en
volgde de bekeuring. Nu riep de vrouw
haar man, er kwamen habitués in huis de
deur giug dicht en de politie werd afgerost,
zoo zeggen de ageulen. Maar de kastelein
Z'gt, de politie was dronken, heeft ruzie
gezocht en gekregen. De agenten verklaren,
d.at zij wel elders zijn geweest, om derge
lijke overtredingen te constateeren maar
overal slechts halfjes hebben gebruikt, het
geen toch geschieden moest, want zonder
proeven is dit werk onmogelijk.
De eisch tegen den kastelein en zijn
habitués was respectievelijk 2, 3 en 1 maand
gevangenisstraf.
Den Haag schijnt het aangenaamste sta-
FEU1LLETON.
een verhaal
dit den tijd van Graaf Jan II.
108.)
aarsl *^an 's mÜn Tern,oel^eu stellig al be-
|*aarheid. De standaard moet het sein
rzen, dat jonkheer Willem met hulp
lopdaagt".
toor «1 Thans verliet Brederode met eenige
idders en edelen de zaal. Zij togen naar
zien der stadstorens, omdat zij zich wilden
«vertuigen, of de hopman waarheid had
Besproken. Weldra kwamen zij terug met
Is verblijdende tijding, dat het op den
bemnd Biiukeri rond een standaard, welke ver-
n reft Ooedelijk Hollaudsch Rooden Leeuw voerde,
■"n krijgers krioelde. Deze tijding deed
'Her moed herleveu. Men besloot, dat men
«enige ridders voor nader onderzoek naar
den Biinkert zou zenden. Maar vdér dit
ftluit tot uitvoering kwam, trad de
rtoe
b'j
ting
jllen vj
eid H
gers
Wilddief besloven en zweetend de zaal
binnen. Hij vroeg, of hij ridder Jan Van
Noortig, aan wiens woning men had ge
zegd, dat deze ten huize van ridder Brede
rode was, eens even mocht spreken. Na
een kort onderhoud met den Wilddief zei
Van Noortig met blijde fonkelende oogen
tegen de vergaderden: Ridders en edelen!
De kloeke Witte Van Haamstede is te
Zandvoort geland. Ons vermoeden wordt
bevestigd: hij plantte den Hollandschen
standaard op den Biinkert. Ter onzer be
vrijding van het Vlaamsche juk is hij
door jonkheer Willem gezonden. Reeds
scharen zich de Kennemers en de Water
landers ijlings rond Hollaudsch leeuwe.
Deze jonkman heeft mij bericht, dat ge-
wapenden allerwege naar den heldeDmoedigen
Van Haamstede ijlen, die in Haarlem zal
komen, zoodra hij weet, dat men er goed
en trouw is gestemd. Welk antwoord
zal ik uit uw aller naam moeteo
geven P"
»Leve jonkheer Willem! Leve de dap
pere Witte Van Haamstede! Dood den
Vlamingen I'' galmde het door de zaal.
pMeld Van Haamstede het door u
hier geziene eu gehoorde en zeg hem,
dat men hem hier als aller Hol
landers redder met open armen zal ont
vangen".
De Wilddief maakte een buiging en hij
spoedde zich, nadat hij een bem door
Brederode geboden beker wiju snel had
geledigd, weer naar de duineD. Men be
sloot, dat men Van Haamstede tegemoet
zou tijgen en weldra kwam de held met
een groote menigte Kennemers en Water
landers onder aller Haarlemmers uitbundig
gejuich in de veste. Onderweg zei Van
Haamstede tegen hen, die cp den huize
Brederode vergaderd waren geweest en
legen zijn volgelmgen: Ridders, edelen
eu vrije mannen 1 Der Hollanders lafheid
heeft mij verontwaardigd, toen ik hoorde,
dat bijna geheel Holland zich zonder slag
of stoot voor den Vlaming had gebukt.
Doch nu heeft jonkheer Willem mij ge
zonden met den last, dat ik al het verlorene
moet herwinnen eu dat ik den vijand moet
verdrijven. Waarschijnlijk zal ik wegens uw
aller moed en trouw slagen".
rTrouw aan graaf Jan Van Henegouwen I
Leve jonkheer Willem! Dood den Vla
mingenl Leve de dappere Witte Van
Haamstede 1" klonk het verward dooreen.
Zelfs de lafhartigsten herkregen al bun
geestdrift en hun moed. De kloeke Witte
Van Haamstede werd met het oppergezag
bekleed. Aanhoudend stroomden er Kenne
mers, Waterlanders en Westfriezen naar
Haarlem, zoodat Van Haamstede weldra
aan het hoofd van een aanzienlijke leger
macht stond. Toen verzamelde hij de aan
zienlijkste ridders en poorters en hij sprak
/Ridders, edelen en vrije mannen! U faalt
het waarlijk niet aan macht; het voorbeeld
der meeste Hollanders had uw leeuwenmoed
slechts in een diepe sluimering gedompeld.
Doch thans zal uw herboren moed den
vijand stellig schrikkelijk worden. Laat ons
hem te lijf vallen, eer hij al zijn strijd
krachten kan verzamelen; laat ons niet in
deze veste toeven tot de Vlaming, die
wellicht waant, dat wij hem niet in het
open veld of in zijn sterkten durven be
stoken, haar nadertlaat ons hem te gemoet
tijgen en laat ons hein dan tnonen, dat
het aloud Hollaudsch heldenbloed ons nog
door de aderen stroomt, zoodat een enkele
verloren slag ons niet slaafsch voor der
vreemden geweld kan doen bukken".
Juichend beantwoordde de geestdriftige
schare Vau Haamstede's heldhaftige toe
spraak.
Wordt vervolgd.)