NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
mdei
Deze Courant verschijnt dadelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
A 8 0 II N E M E M T:
Prijs per Nummer 10 Cent.
ADVERTENTIE®:
Bureel: Scheepmakerssteeg 6.
Maandag 12 Mei 1890. N°. 111.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
1
Gehoorzaal. Lucht en licht.
ten.
De Wilddief.
NE
f id
)oelei
ii de
ollectl
schif
Engtj
5to||
te
Voor Leiden, per 8 maandenj 1.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden t 1.60.
Van i6 regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, k contant, zonder rabatper regel 0.10.
204e Jaargang.
By dit Nummer behoort een
BIJVOEGSEL.
S tad s- Iter i c li te n.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
£IDEN
[Gezien het adres van B. J. OLEFF, ijzer-
i metaalgieter alhier, houdende verzoek om
irgunning tol het oprichten van eene inrich-
voor het persen van houlskoolhriquelten
zijne fabriek aan het Levendaalhoek 4e
1 a n io®inne n ve.s t g r a c h t.
zooï Gelet op de artt. 6 en 7 der wet van 2
erkri: 01 (Staatsblad na. 95);
I Geven bij deze kennis aan het publiek dat
'""Igenoemd verzoek, met de bijlagen, op de
de B icrelario dezer gemeente ter visie gelegd is;
)M01 !me,'e dat op Zaterdag den 24 Mei a. s.,
iormiddags te elf uren, op het Raadhuis
jW ilegenheid zal worden gegeven om bezwaren
DEN jen dat verzoek in te brengen.
T. li Burgemeester en Wethouders
SNIB] voornoemd
DE KANTER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden 10 Mei 1890.
deer
ans Nu het bouwen van een nieuwe concert-
gehoorzaal bier ter stede aan de orde is,
1 d het misschien zijn nut hebben een kort
IRIfl bord te wijden aan de wijze, waarop het
Hoa(era gebouw te Botterdam geventileerd,
plicht en verwarmd wordt.
I De Doelen, ofschoon de gehoorzaal voor
concerten der M. t. b. v. T. en van
uditio, moeten wij buiten beschouwing
en, als zijnde reeds in vroeger dagen ge-
cht.
Wij kunnen even aanstippen dat het gas
rieden jaar vervangen is door een electri-
le gloeilamp-verlichting, (een booglamp
ugt voor den ingang) van de firma Smit
Slikkerveer.
Over het algemeen roemt men dit als een
it groote verbetering. Het licht is con-
1st en zacht, de temperatuur i. bij een
zaal aangenaam en van congesties naar
KI hoofd beeft men geen last.
Een stoommachine drijft de dynamo en
daar deze beide buiten de zaal staaD, hoort
men niets van eenig gebrom.
Het opera-gebouw is niet electrisch ver
licht.
In de dagen dat dit gebouw ontworpen
werd, was de angst voor brandgevaar aan
de orde van den dag. De gasmachines
waren toen nog Diet algemeen zoo
geperfectioneerd als thans. Voor een goede
verlichting van het gebouw met electrische
boog- en gloeilampen was toen een stoom
machine noodig geweest.
Het denkbeeld om een stoomketel met zijn
kolossale vuren in een komedie te plaatsen,
joeg menigeen den schrik om het lijf, om de
doodeenvoudige reden, dat men als niet
deskundige onmogelijk kon beoordeelen, hoe
men door gebruik maken van het metsel
werk en ijzer, en verwijdering vaD elk brand
baar materiaal uit de omgeving van ketel
en machine, het brandgevaar tot nul kon
reduceeren.
Toch was er om lichteffecten te krijgen
electrische verlichting op kleine schaal noo
dig; daartoe plaatste men in de sous-terrains
een gasmotor en dynamo, die eenige boog
lampen en een eDkel gloeilampje, als het
noodig was door den stroom liet branden.
Daar de lichteffecten moeten veranderen,
zoodat het aantal booglampen dat iu en uit
den stroom geschakeld wordt, onophoudelijk
varieert, dient de machinist als er met licht
effecten gewerkt wordt, bij de dynamo te
blijven. Hij laat deze echter maar zijn ge-
regelden gang loopen, ziet aan zijn proef-
lamp en voltameter wat er boven gebeurt,
en schakelt weerstand naar behoefte in.
Die motor, ofschoon vlak ouder het tooneel
geplaatst, werkt onhoorbaar.
Bijv. in het Maueschijnduet uit «Faust"
moet er flinke stroom zijn, om een behoor
lijk maanlicht-effect teweeg te brengen, iets
waartoe het electrische licht zich zoo bij
zonder leent.
Als dan een krachtige stralenbundel door
middel van een reflector op het tuinhuisje
wordt geworpen en Gretchen haar kweelende
melodie zal beginnen, dan kan men een speld
in de zaal booren vallen.
Nu staat de motor toch vol aan en doet
zijn uiterste best om stroom te makeu.
Deze gasmotor is nog van oude constructie
eu werkt met een cilinder.
Natuurlijk zijn er tegenwoordig betere
gasmotors met twee cilinders, die bij elke
omwenteling van het wiel een impulsie krij
gen, en zoo regelmatig mogelijk werken.
Om verschillende redenen is een stoom
machine voor electrisch licht te verkiezen.
Waarom kan men moeilijk in een courant ont
vouwen P
De stoomketel en het vuur is wel de
conchemar, die de menschen angstig maakt
voor de toepassing er van, maar zij ver
dwijnt evenals elk spookbeeld, bij nader
onderzoek.
Dergelijke zalen moeten toch verwarmd
worden en de kunst is nog niet uitgevonden
dit zonder vuur te doen.
De verwarming van het operagebouw ge
schiedt wel door heet water, maar om het
warm te krijgen is evenveel vuur in het
gebouw noodig, als voor een kolossalen
stoomketel.
Warm water is lichter dan koud water.
Het warme water zal in een lange buis naar
boven stijgen. Geeft het daar zijn warmte
af, dan gaat het weer naar beneden om door
ander warmer water vervangen te worden.
Zoo zijn er in de sous-terrains drie stook
plaatsen; elk met tal van vuren evenals bij
een stoomketel. Uit die vuren loopen bui
zen, die naar galerij, loges, balcon, foyer,
bureaus enz., loopen daar ergens in een
verloren boekje allerlei slangetjes maken en
zoo waterkachels vormen, die door houtwerk
met metaalgaas geheel aan het oog ontrok
ken worden. Daar geeft het water de warmte,
die het aan het vuur ontleende af, bekoelt,
wordt door nieuw water vervangen, terwijl
het afgekoelde water door het naar beneden
gaande buiseinde daalt en op nieuw in het
buiseinde dat zicb boven het vuur bevindt, komt,
om dan dadelijk weer in de opwaarts gaande
buizen omhoog te stijgen.
Door een physiscbe wet wordt het wnter
alzoo in voortdurend rondstroomende bewe
ging gehouden, en straalt het voortdurend
de warmte die het aan het vuur ontleende,
naar de omgeving uit.
Nu zal men zeggen er is gevaar voor het
springen van zoo'n buis. Voorzeker, maar
in het zeldzame geval dat dit gebeurt, zal
bet effect niet veel grooter zijn, (zoo niet
minder) dan wanneer de theeketel omver valt.
Maar voor dat dit gebeurt, is de machi
nist door zijn electrische manometer door
aanhoudend bellen al lang gewaarschuwd,
dal hij zijn vuur een beetje moet temperen,
en als hij en de chef van het gebouw dan
nog violen laten zorgen, dan is er de veilig
heidsklep nog.
Zoover laat men het echter nooit komen;
als de veiligheidsklep geblazen beeft, moet
men den volgenden dag bijponipen, en
waartoe zich dien last op den hals gehaald.
Met een goed machinist-werkman voldoet
deze inrichting goed en kunnen alle repa
raties met eigen hulpmiddelen gedaan wordeu.
Natuurlijk zijn er overal thermometers die
de temperatuur aangeven, en wil men nu
den machinist bij zijn zaken omlaag laten
blijven dan kan men toestellen maken, die
evenals een electrische brandschel werken
en zoodanig zijn ingericht dat zij uit zich
zelve aan den machinist telegrafeeren, in
welk deel vau het gebouw de temperatuur
te hoog of te laag is.
Zulke toestelletjes zijn gemakkelijk te
maken en te onderhouden, mits men er geen
lomperd over laat gaan.
Nu nog een wootd over de ventilatie.
De windwan die ook door den gasmotor
gedreven wordt, kan of warme of koude
lucht door het gebouw jagen.
Als men met warme lucht wil ventileeren,
maakt men gebruik van de reusachtige wa
terkachel die onder het parterre is. De
lucht die dan als het ware door een groote
orgelkast vol warme pijpen gedreven wordt,
stijgt verhit door openingen in den vloer
van het parterre en het tooneel.
Zomers zou dit minder aangenaam zijn.
Dan zet men een daartoe juist voor de
wiudwau geplaatst raam open, waardoor
koele lucht van buiten in het gebouw ge
dreven wordt.
Maar dikwerf is de buitenlucht verschrik
kelijk warm; dan kan men 't in het gebouw
koeler maken dan daar buiten.
Dit geschiedt wederom door toepassing
van een algemeen bekende pbysische wet.
Voor de windwan is een gebogen pijp
van de waterleiding, voorzien van duizende
"jue gaatjes; zet men de kraan van de
3 dai
EEU1LLEX0N.
oor
ben verhaal
orr den tijd van Graaf Jan II.
of dj,
damt}
ame'
8.)
iHad ik hedenavond geen vinger in bet
gestoken, gij hadt stellig uw laatste
id, w^ldendaad al verricht".
liWel mogelijk. U blijf ik dankbaar,
adat mijn leven mijne moeder nog nattig
wezen".
111/ iÜn een andere persoon ook nog, niet
Jlltiar?" vroeg de hospes nu vroolijk.
»U begrijp ik; maar thans denk ik
(iC'I'f lcbts aan moeders redding".
iDe jonkvrouw zou het bepaald kwalijk
'men, als zij dat wist", zei de hospes
ag ietend.
jor I' »De smart van een ongelukkige zou de
"elhartige maagd eerbiedigen".
rHm, hm!" bromde Jasper. «Schenk
maar eens in, Griet 1 Een flinke teug
staalt den geest. Uw moeders welzijn,
Prederik 1"
«Haar welzijn!" riep de jonkman,
waarna hij zijn kroes ledigde, terwijl de
hospes vroeg. «Maar hebt gij nog geen
spoor van uw zuster en van Johan ge
vonden?"
«Neen! Bij mijn terugkomst uit Haar
lem, waarheen ik mij met Peter, den
portier, had begeven om aau ridder Van
Noortig te melden, dat de jonkvrouw baars
vaders brief heeft gekregen, vond ik het
verlaten gewelf uitgeplunderd. Vergeefs heb
ik daarna alle mij bekende schuilplaatsen
doorzocht. Maar straks heb ik eindelijk van
den Vlaamschen booswicht vernomen, wat
mijn moeder is weervaren".
«Waarschijnlijk schuilen uw zuster en
Johan nog ergens in den Hout. Gij wordt
immers heden thuis verwacht?"
«Ja, hedenmorgen zou ik terugkomen.
Als ik beiden nu maar ganw vind; want
Johan zou me bij moeders bevrijding goed
kunnen helpen. Hoor de Vlamingen nog
maar eens uit".
«Stellig, PrederikDe domoors kan ik
gemakkelijk genoeg doen klappen".
«Uw diensten zal ik weten te beloonen,
beste Jasper. Na moeders bevrijding zal ik n
voor niemendal steeds overvloed van wild
leveren".
«Dat zal wel losloopen", hernam de
hospe3. «Uw belangen zal ik nog
trouwer behartigen dan de mijne. Doch
doe mij het genoegen en kom voortaan
's nachts nog maar bier. Want het zon te
mijnen opzichte kwade vermoedens wekken,
als de Vlaamsche speerruiters u nogmaals
hier troffen en Adolf de Geutenaar zou mij
even gemakkelijk laten opknoopeu, als ik
een eend den nek omdraai, terwijl hangen
mij, zwaarlijvige 1 volstrekt niet lijkt. Wees
dus maar doodvoorzichtig, Prederik 1"
«Ja! Want het zou mij waarlijk spijten,
als ik u een ongeluk berokkende, beste
vriend!" zei de jonkman met een hartelijken
handdruk, waarna hij de herberg verliet en
den Noordwijkeihout intoog.
Een flinke jongen en een mijner beste
klanten", «Kon ik hem bij de bevrijding
van zijn moeder maar helpen. Dat zou ons
geen windeieren leggen, Grietje! Mijn best
zal ik doen; maar mijn hals moet buiten
het spel blijven".
Nu deed de hospes, alsof hij zich een strop
om den hals sloeg, waarna hij vervolgde: «Het
hemd is immers nader dan- de rok, Griet?"
«Jawel, dikkert 1" antwoordde de hospita.—
«Gij praat goed en gij drinkt nog beter;
maar ik, och, arme, ik moet mij haast
dood tobben."
«Ik heb ook altijd znlk een dorst,
Grietjelief 1 Maar ik ga slapen; want ik
heb waarlijk ook getob genoeg gehad,
boutje 1"
«Dat meent me de trapgans ook met
zijn boutje", mompelde Griet, terwijl ze
Jasper nakeek, nu hij met veel moeite
bedwaarts scharrelde. «Maar ik kan
hem niet andets maken dan hij is, zoodat
ik alles nog maar geduldig zal moeten
verdragen".
Nadat Griet de kannen en de kroezen
had geborgen, ging zij ook slapen.
VIERDE HOOFDSTUK.
Reeds daalde de zonne, toen een Pool
met een aap op zijn schouder en met een
beer aan een ketting het kasteel der Van
Noortigs najlerde. Op het bruggehoofd
verzocht hij voor zich en voor zijn dieren
om nachtverblijf. De bezetting, die met den
tijd geen raad wist, stroomde toe, zoodat
de vreemde man met zijn dieren veel
bekijks kreeg.
(Wordt vervolgd.)