NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. We ze Courant verschijnt dadelijks, behalve op Zon- en Feestdagen* ABONNEMENT: Donderdag 1 Mei 1890. N9. 102. ADVERTENTIES: Uitgevers: Gebroeders Muré. De Wilddief. Leifa I Voor Leiden, per 3 maandeni.25. Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60. Prijs per Nniumer 10 Cent. Vank. |1 10. ji 6 ïoisjl 204e Jaargang. Van i6 regelsf 0.90. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen, k contant, zonder rabat, per regel 0.10. Bureel: Scheepinakerssteeg 6. ertrek lilleg, 5.10 6.50 .sa 9.20 0.32 1.si 1.1! 2 31 3 55 5.16 6.35 7 52 9.10 LEIHEM, 30 April. t_ Bij kon. besluit zijn benoemdbij 2de regiment veld artillerie, tot majoor, kapitein H. H. Rainaer, tijdelijk belast sas Iget het bevel over de Ilde afdeeling van -4l| korps; bij het 3de regiment infanterie 1 kapitein, de eerste luitenant J. M. teen, van bet 4de regiment, ii- Eene zeldzaam voorkomende, maar 1st dtiórdoor indrukwekkende plechtigheid hedenmiddag aan de Kweekschool voor «vaart alhier plaats, nl. de nitreiking van groote gouden medaille voor vijftig jaren iwen eerlijken militairen dienst, met verbonden gratificatie van honderd ilden, aan dtn opperschipper Johannes 8 Suit. Foor het frout der gedetacheerde beman- ig, in tegenwoordigheid van vele belang- nden en opgeluisterd door de muziek I het vierde regiment infanterie had de ivo Vri ihtigheid plaats. De kapitein-luitenant zee, de heer C. H. De Goeje, reikte de aille over onder voorlezing van het keu- tge. uitgevoerd brevet en eene hartelijke =tpraak tot den opperschipper. Onoer verklaarde de directeur der inrichting t hem eene groote eer was deze plech- |ieid te kunnen vervullen, waar 't betrof 1( man als De Smit, die zijn vorst en inland steeds tóó getrouw en eervol bad II end. 't Was hem hier werkelijk een .Legen het eermetaal op de borst te ten. ireke." hoopte dat De Smit nog jaren een sieraad voor de marine, maar al ook voor de opleiding zou zijn, la hij dat reeds onderscheidene jaren r Gods zegen was geweest. Hierop ie nog een woord van opwekking tot v."»™! hderofficieren en de jongens, waarbij hij op het goede voorbeeld van De Smit. |02jierna wederom werd namens de com- 1 i.2cie van oppertoezicht en beheer, door 2.2( heer C. J. Van Ketwich een hartelijk d tot den opperschipper gesproken, 8(SI den getuigende van sympathieen bij 9.51 woorden werd De Suiit een gouden l0-,! intoir aangeboden met toepasselijk in |f. Ook hij hoopte dat de oppersclnp- nog lang voor den bloei der Kweek- jool zou mogen leven, na een reeds zoo Aankoi Leider 7.55 8.4! 10. 10.90 11.45 12.55 1.471 3.10 4.05| 5.- 6.40 8.15 10.30 J] ek Antj urg., M FEUILLETON. IT EEN VEEHAAL DEN TUD VAN GEAAF JAN II. TWEEDE HOOFDSTUK. (drukwekkend heerlijk rees de zon Oosterkimmen en zij omstraalde 'fransen en de torenspitsen van den Noortig, toen er een man in boeren- iH' het kasteel naderde. Aanhoudend hij naar een luchtgat van den Noor den staren, waarbij hij mompelde meesteresse1 Dus zijt ge door uw |ii zulk een naren kerker opgesloten. 'I maar een middel bedenken voor bevrijding uit de handen van den ver netten Gentenaar, dien ik dan met imm ,6traderliJken Augustinus, aan wieu i uil mijn braven heer voornamelijk al i w«f»»geluk kunt wijten, zou verwenschen. werkzaam leven in die richting. Immers aan de opleiding der jeugdige zeelieden heeft De Smit een deel van zijn leven besteed. De plechtigheid, zooals gezegd, nu en dan opgeluisterd door de iufanterie- muziek ouder leiding van den heer Mann, behoorde hiermede wederom tot de geschie denis, waarin ze waarlijk wel met gulden letteren mag wordeu geboekt. Johannes De Smit trad deu 13den Fe bruari 1851 als jongen in dienst en bereikte den hoogsten trap als onderofficier. Tot lichtmatroos bevorderd den lsten Juli 1853, werd hij matroos 3de klasse den lsten September van datzelfde jaar; matroos 2de klasse op 1 Juli 1858, matroos 1ste slasse op 1 Augustus 1859. Hij werd bevorderd tot kwartiermeester 11 Juni 1861 terwijl bij 1 Januari 1862 kwartiermeester der kapiteinssloep werd en tegelijkertijd werd opgenomen in het vaste corps schepelingen beneden den graad van sergeant. Den lsten Juli 1864 werd hij bevorderd tot schieman en 1 Februari 1866 tot bootsmaD, terwijl hij op 1 Januari 1867 bovendien werd opgenomen in het vaste corps dek- en onderofficieren, waaraan een vast tractement of jaarlijksche toelage is verbonden. Tot schipper aangesteld op 1 Juli 1869 werd hij op 1 Juni 1875 tot opperschipper bevorderd. Tal van eskaderreizen maakte De Smit mede en van on2e Oost- en West-Indische bezittingen keut bij 't grootste gedeelte. Twee malen begeleidde hij de koninklijke famielje met „De Valk" naar Engeland. Hij heeft op de navolgeude bodems ge diend Prins van Oranje, De Ruyter, Prins Frederik, Boreas, Haai, Sandraug, Prins Maurits, Zeeland, Maas en Waal, Citadel van Antwerpen, Guinea, Admiraal Van Wassenaer, Zilveren Kruis; de wachtschepeu te Vlissingen, llellevoetsluis, Willemsoord, Amswrdam, en Batavia en van 16 Septem ber 1889 tot heden aan de Kweekschool voor Zeevaart. Achtereenvolgens verkreeg De Smit de bronzen medaille in 1860, de zilveren op 27 November 1868, de kleine gouden op 29 April 1876 en heden de groote gouden medaille voor 50 jarigen dienst op 54 ja rigen leeftijd. (De jaren in Indie door gebracht worden dubbel geteld). Maar nu kan ik slechts nutteloos als eeu domme boer naar uw gevangenis staan gapen, al ben ik de slimme Peter, de portier, voor wien het nu waarlijk haast tijd schijnt te worden, dat hij zijn oude kijkers maar voor goed toeknijpt, omdat hij zijn dierbaarsten op aarde toch niet meer van dienst kan wezen. Ho, ho! trouwe dienaar van ridder Jan Van Noortig. Een braaf man laat, al moet hij ook tegen stroom en wind op roeien, nooit den moed zakken sprak een vlug jongeling, die nu uit het kreupel hout sprong. Het was de Wilddief, wiens onverwachte verschijning Peter deed deinzen. Den Wilddief kende hij echter maar uit de beschrijvingen van Bus en van den ouden Rob en toch kon hij zich onmogelijk ver gissen aangaande den persoon, die plotseling als uit den grond was verrezen. Maar Peter was evenmin lafhartig als bijgeloovig, zoodat hij na zijn eerste verbazing zeide: Zoo, zoop Outmoet ik u, van wien ik waarlijk veel meer heb gehoord, dan ik in acht dagen zou kunnen navertellen, eindelijk ook eens, strooper? Komt gij nu als vriend of als vijand? Als vriend, kameraad! sprak de Wilddief met uitgestoken hand. Sla Niet alleen gevaren heeft hij, maar ook gestredenzulks toont het eereteeken voor krijgsverrichtingen, met de gespen, en toont mede de Atjeh medaille. Hij maakte mede de expeditie te Beteh (oostkust van Sumatra), op 2 November 1858, de eerste en tweède expeditie tegen Atjeh in 1873, de blokkade in 1874 en de expeditie naar Samalangan. Bij een van deze expedities verwierf hij eene eervolle vermelding, voor het lichten van een stoombarkas, onder het vijandelijk vuur. Bij kon. besluit van 6 October 1874 n°. 10 werd hem die onderscheiding toegekend. Maar vooral de broederorde van den Nederlandschen Leeuw mag niet worden vergeten, eene onderscheiding waarvoor hij werd voorgedragen door den tegen woordigen schout-bij-nacht, directeur en kommandaut der marine te Amsterdam, deu heer W. F. H. Cramer. Van die voordracht is aan- teekening gehouden ingevolge ininistresol. van 5 Augustus 1880. Met bizondere plechtigheid werd die orde toen uitgereikt. Het begint waarlijk tot de zeldzaamheden te bebooren dat bij de marine de groote gouden medaille wordt toegekend. De Smit mag dus met recht fier zijn op zijne positie bij onze zeemacht. Bij bern is de lust tot werken nog steeds onverminderd aanwezig en van rusten kan dus nog wel geen sprake zijn. Met rede mag men dus verwachten dat mag De Smit gespaard blijven bij nog lang de gouden medaille op de borst zal mogen dragen en zoodoende de jongeren zal mogen aansporen den dienst getrouw te blijven, om daardoor zelf een sieraad te zijn der Koninklijke Nederlandsche Marine. Bij het gisteren te 's Gravenhage ge houden acte-examen lager onderwijs is o. m. slaagd mej. A. W. I>. Juta van Leiden. Heden werd op de gebruikelijke wijze de Meimaand ingeluid waarbij oudergewoonte de fontein haar best deed en met 't heerlijke wtêr een groot aantal groote en kleine menschen aanwezig en luidruchtig waren. Het speelwerk is weêr in orde. Van nu af zal bij heel slag „Wien Neêrlands bloed" en „Wilhelmus" gehoord worden en bij half slag „Iü Vivat". Na de lustrumfeesten zal op halfslag eene andere melodie worden ge bracht. maar toe, indien gij u althans voor een strooper niet te rein acht. Top! riep Peter. Maar wat komt gij hier zoeken? Der jonkvrouw moet ik een brief van haar vader bezorgen Van ridder Van Noortig? Zijt ge misschien te Delft in zijn gevangenis ge weest? vroeg de portier verbaasd. Ook al; maar nu kom ik van Haarlem, waar de ridder thans is. Als ge mij maar niet bedriegt zei de oude man met blij fonkelende oogen. Naar volle waarheid zeg ik u, dat ridder Van Noortig thans vrij en frank in Haarlem is hernam de Wilddief. Daarvoor zij de hemel geloofd riep Peter, wien de tranen nu uit de oogen sprongen. Ge zijt een brave kerel zei de jonkman met een fermen handdruk. Maar weet gij ook, waar de jonkvrouw thans is en zoudt gij haar een brief kunnen bezorgen? Een brief? Onmogelijk 1En mijn arme meesteres heeft het erg ellendig. De valkenier, dien ik gisteren bij toeval ontmoette, heeft mij toen gezegd, dat Op de Hoogstraat werd hedenochtend een groote trekhond, een bizonder nuttig dier, dat van onder zijn wagen was losge raakt, door een ander voertuig overreden. Een paar uren na 't ongeval stierf het beest. In het /Hotel Ponsen" te Dordrecht zal op Woensdag 28 Mei a. s. de vierde jaarlijksche algemeene vergadering worden gehouden van de vereenigiug ter bevordering van de Nederlandsche Visscherij. Vijf leden van het hoofdbestuur (periodieke aftreding) zullen wordeu gekozen. Eeu voorstel van het hoofdbestuur za! worden ter tafel ge bracht, om bij de regeering aan te dringen op verbetering van de kustverlichting langs de Noordzee. Tevens zal o. a. nog het volgende in behandeling gebracht wordeu. Voorstel om de vereeniging te doen be sluiten, zich tot den minister van marine te wenden, met het verzoek om publiciteit te willen geven aan de journalen van de oor logschepen, die worden uitgezonden tot be scherming der visschersvlootc. q spreke de vergadering de wenschelijkheid uit, dat eeu visscber van beroep op dergelijk dienst doend schip als loods worde aangesteld, ten rinde den commandant de juiste plaats aan te geven, waar zich de vloot ophoudt. In te leiden door een der leden van het hoofdbestuur. UNIVERSITEIT. Heden werd bevorderd tot doctor in de rechtwetenscbap, aan de rijks-universiteit alhier, de heer D. Van Houweningen, geb. te Moordrecht, na verdedigiug van zijn academisch proefschrift, getiteld: „De straf- wetgevende macht der waterschappen". MUZIEK, LETTEHBS EN KUNST. Seinprc-Cresccudo. Een verbazend omvangrijk en heerlijk pro gramma was ons door „Sempre Crescendo" voor gisteravond toegezegd. Eu wie ter wereld zal zeggen dat hier meer beloofd dan gegeven is. De verwachting was groot, maar ze is tevens nog door de uilkomst over troffen. De schouwhurg was uitmuntend bezet; in loges en stalles waren geen plaatsen meer beschikbaar, alleen in het parterre Adolf de Gentenaar de jonkvrouw vau haar moeder heeft gescheiden en dat de jonk vrouw nu in den Noordertoren gevangen zit, omdat zij volstrekt niet met deu vreem den snoeshaan wil trouwen. Wat? riep de jonkman zeer toornig. Had ik den Vlaamscheti hond maar geworgd, toen ik hem in mijn macht had. Maar met het bloed van een verwonnene kan en wil ik mij niet be zoedelen. Waart gij dus weikelijk in den slottuin. Jawel, riep de jonkman. Ach, waarom versmaadde Agues mijn hulp? Hoe gelukkig zou ik geweest zijn, als ik ze naar heur vader had kunmn terugbrengen. Maar weet gij wel zeker, dat de jonkvrouw daar zit? vroeg de Wild dief, terwijl hij naar het luchtgat in den Noordertoren wees. De valkenier heeft het mij be zworen. Dan zal ik de jonkvrouw tot haar troost ten minsten aangaand beurs vaders lot gerust kunnen stellen, zei de jonkman die nu een pijl uit zijn koker nam, (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1890 | | pagina 1