vergadering van het genootschappelijk jaar
1890, tevens de laatste in dit seizoen.
We hebben 't er wel eens voller gezien
dan toen te ruim halfacht de eerste spreker
voor dezen avond, de heer Emile Seipgens,
het spreekgestoelte betrad. Wie zal ons ver
klaren waaraaD dit liggen zaler znllen wel
onderscheidene oorzaken medegewerkt hebben,
liet seizoen raakt uit, eenigen zijn nog niet
van een Paaschuitstapje terug, andereu zijn
wél terug maar nog niet voldoende uitge
rust om terstond maar weer een aiond met
muziek en letterkunde te gaan doorbrengeu,
en ten slotte wellicht de heeren sprekers
waren stadgenooten, en een profeet enz.
Maar nit dat alles moet niet worden af
geleid dat 't gisteravond slecht bezet was;
neen, volstrekt niet. Daar was een vrij tal
rijk en uitgelezen gezelschap tegenwoordig.
Vau dat gezelschap vroeg allereerst de aan
dacht de heer Emile Seipgens, voor zijne
Limburgsche novelle die die aandacht ten
volle waarden getiteld is „Wullem Looimans,
de Gierebast."
De novelle, nog onlangs in het Utrecbtsche
studentengezelschap llavrx N ojtzs, door
spreker voorgedragen, mag zeker als bij
velen bekend worden beschouwd. Met een
enkel woord voor wie haar niet kennen.
Wullem Looimans is een nijvere boer, die
er warmpjes in zit. Toen hij vrij wat jonger
was heeft hij Treesje bemind en Treesje hem.
Maar Trees was al niet verstandiger dan de
meeste menschenkinderenschijn van waar
heid, uiterlijken glans en innerlijke waarde
te onderkennen was voor haar een gesloten
boek. En Treesje liep er in; ze stelde Wul
lem achter bij een windbuil die een fraaien
bottinenwinkel zou opzetten, dat ook deed,
maar zich daarbij vergaapte en met de
noorderzon en een groot deel van Treesjes
fortuin verdween.
Intnsschen zou Wullem Looimans toonen
hoe met een mestvork beter zaken te maken
waren dan met een schoenmakerspriem. Hij
werkte harder dan ooit, bespaarde veel en
ieder in het kleine stadje wist dat Wullem
er hoe langer zoo warmer begon in te zit
ten. En wie tot sparen niet komen konden
omdat ze er zelf te treurig voor in elkaar
zaten, ze gebruikten het gewone middel om
de deugden van anderen te verkleinen en
een gegrond zelfverwijt terug te dringen
ze spotten met Wullem Looimans en noem
den hem „den gierebast."
Op een goeden avond wordt bij Wullem
een pasgeboren kind in de schuur te vonde
ling gelegd. Looimans had een goed hart
't kind moest verzorgd worden. Eerst in
't weeshuis, later uitbesteed voor acht centen
daags. Doch dit laatste wist hij niet, en
toen hij 't wél wist haastte hij zich 't kind
terug te halen. Dan zou hij er warempel zélf
wel voor zorgen.
Maar 't kind was ziek, erg ziek. Een
dokter komt er bij en doet wat hij kan.
Maar er komt nog iets; een recept voor 't
zieke kind, niet onderteekend door den af
zender. Het bleek weldra eene afzendster te
wezen; Looimans herkende de hand van
Treesje, die aan 't eind der straat woonde.
Er was dns toch nog iemand, die in 't lot
van 't arme kind belang stelde.
Wnllem ging op weg naar Trees ombaar
te bedanken. Hij gaf daar gelijkertijd te
kennen dat hij alleen op den dunr het kind
niet zon kunnen opvoeden. Welnu Trees
wilde hem helpen en beloofde aan 't leven
van dat jongske goed te maken, wat ze aan
Wullems leven had bedorven.
Het Limburgsch dialeot deed hier en daar
aan de vertelling lang geen afbreuk en hielp
't eerste nummer van het programma mede
tot een zeer onderhoudend maken. Nog één
nnmmer en de pauze trad in. Mejuffrouw
Willemina Hol, uit Utrecht, droeg op vaar
dige en waarlijk zeer artistieke wijze voor
Ballade As-dur" vau Chopin, voor piano.
Na de pauze hoorden we met nog meer ge
not van haar „Fantaisie C moll" van Bach,
„Romance" van Rubinstein en „Valse As-
dur" van Chopin, uitmuntend gekozen num
mers waarvan de voordracht ons mej. Hol
deed kennen alt eene pianiste van den ech
ten stempel. Techniek en accentuatie deden
de kostelijke nummers geheel tot hun recht
komen.
Als laatste nummer vau het programma
was ons eene verhandeling over den „Ga-
briëlle," van den helaas ten vorigen jare
overleden Franschen tooneeldichter Guillaume
Victor Emile Augier, door den heer profes
sor Dr. J. Ten Brink toegezegd. Wat klas
siek is blijft eeuwig; daarop is door de be
schaafden van zoovele eeuwen het cachet ge
drukt of het zal er nog op gedrukt worden.
Dit laatste is ongetwijfeld met „Gabriëlle"
het geval, waarmede trouwens reeds Augier
in 1849 deu Mouthyon-prijs verwierf.
Augier heeft iu zijne Gabriëlle" den ge
huwden man tot held verbeven; bij ons
Nederlanders iets wat uiterst gewoon heet.
Maar iu Frankrijk was dat iets anders;
't was daar als 't ware een waagstuk, omdat
men iu de tooneelstukken van toen l'homme
inarié als een belachelijk persoontje voor 't
voetlicht bracht, als den sukkel, die 't maai
niet goed kan maken. En dat waagstuk is
schitterend gelukt en dat gelukken wijst
heen naar een veihoogd zedelijk leven, naar
't in eere brengen van den ordelijken ge
huwden staat.
Het verschijnen van den „Gabriëlle" was
dus in Frankrijk een événement, en Emile
Augier heeft er een onvergetelijk stuk werk
mee geleverd. De heer Ten Brink besprak
dat met ons en toonde ons door vele aan
halingen uit het werk op welke wijze Augier
zijne taak heeft vervuld. Dat 't voor alle
aanwezigen even genieielijk was durven we
niet zeggendat ieder 't zoo terstond be
greep evenmin en nog weer minder dat velen
verstoord of ontevreden zouden geweest zijn
wanneer ze 't met de helft der citaten had
den moeten doen. Maar men vergele niet,
dat de boogleeraar in zijn onderwerp opging
en zeer waarschijnlijk meer doordrongen is
van de groote overwinning in het werk van
den knappen tooneeldichter gelegen, dan het
overgroot gedeelte van zijn gehoor.
Zoo hebben we dan de laatste vergadering
in dit seizoen van de Leidscbe afdeeling
van de Hollandscbe maatschappij van fraaie
kunsten en wetenschappen wederom genoten.
De gezellige avonden hebben ons veel liefs
en veel wetenswaardigs gebracht, meer dan
voldoende zelfs om gedurende den zomer
eene aangename herinnering en daarna een
verlangen naar die onderhoudende soirées
levendig te houden.
En nu dus tot het volgend seizoen.
OFFICIËKLiË BERICHTE Si.
Bij kon. besluit is de zilveren medaille
ingesteld bij kon. besluit van 5 Mei 1877
d°. 82 toegekend aan den heer P. W. Jans
sen, directeur der Deli-Maatschappij, te
Amsterdam, als blijk van waardeering zijner
belangstelling in 's rijks wetenschappelijke
en kunstverzamelingen betoond door de
schenking van bet door den beeldhouwer
Bart Van Hove in marmer uitgevoerd levens
groot borstbeeld van deu dichter Willem
Hofdijk
is 's kouings commissaris in Noordbra-
bant gemachtigd tot het buitengewoon bij
eenroepen van de staten dier provincie op
17 April e. k., om dan aaD de orde te stellen
de verkiezing van een lid der eerste kamer
van de staten-generaal, in de plaats van
wijlen den heer H. M. Smits;
is voor den tijd van drie jaren, tot
plaatsvervanger van den districts-veearts,
wien de gemeente Breda als standplaats is
aangewezen, benoemd de yeearts P. Den
Ouden, te Zevenbergen.
Bij kon. besluit is: met opheffing van
het bij kou. besluit van 17 Mei 1884 n°.
27 bedoeld ontvangkantoor der accijnzen te
Scbeveuingen, met 1 Mei 1890 ingesteld
een ontvangkantoor der directe belastingen
invoerrechten en accijnzen aldaar, omvat
tende de kadastrale sectien M en V, der
gemeente 's Gravenhage;
benoemd tot ontvanger der directe belas
tingen te 's Gravenhage, 1ste afdeeling F.
Hoijer, thans provinciaal inspecteur der
directe belastingen, invoerrechten en accijn
zen te Rotterdam; en
aan A, Kammiuga, wegens opheffing zijner
betrekking, eervol ontslag verleend als com
mies-ontvanger der accijnzen te Scheve-
ningen
zijn benoemd: tot ontvanger: der directe
belastingen en accijnzen te 's Gravenpolder,
G. A. Meerdink, ontvanger derzelfde mid
delen te Leek
te Wijchen A. F. Bakhoven, ontvanger
derzelfde middelen te Dalfsen;
der directe belastingen, invoerrechten en
accijnzen te Coevorden G. J. Van der
Wijck, ontvanger der directe belastingen en
accijnzen te Harmeien;
der directe belastingen en accijnzen te
Gieten jhr. E. J. J. Trip, surnumerair uit
de inspectie Leeuwarden
te Amstenrade B. H. P. Janssen, surnu
merair uit de inspectie 's Hertogenbosch;
is aan J. A. Vlug, op zijn verzoek, eer
vol ontslag verleend als ontvanger der dir.
belastingen, invoerrechten en accijnzen te
Dockum, behoudens aanspraak op pen
sioen
is, met ingang van 1 Mei 1890, benoemd
tot directeur van het rijkstelegraafkantoor te
Dordrecht H. H. Van Eek, thans in gelijke
betrekking te Harlingen;
is met ingang van 1 Juli a. s., aan C.
Van Vliet Cz., op zijn verzoek, eervol
ontslag verleend als hoofdcommies bij het
departement van waterstaat, handel en nij
verheid.
De heer J. W. Muntz, bij koninklijk
besluit van 24 Januari 1890 n°. 20 be
noemd tot consul der Nederlanden te Odes-
sa, is in die ho'danigheid door de Russi
sche regeering erkend.
Da overplaatsing van Jen luit. ter
zee 2e kl. M. J. Gilhuys aau boord Zr.
Ms. wachtschip te Willemsoord wordt inge
trokken en hij met den llden dezer op
non-activiteit gebracht.
De plaatsing in de rol van Zr. Ms.
wachtschip te Willemsoord en detacheering
aan boord van Zr. Ms. instructievaartuig
Urania, met den 21sten dezer, van den
officier van administratie 2de kl. K. A. De
Josselin de Jong is ingetrokken.
Met dien datum wordt hij in genoemde
plaatsing en detacheering vervangen door
den officier van administratie 2de kl. J. H.
M. Nittel.
De minister van financien zal op 10
dezer geen audiëntie verleenen.
BINNENLANDSCHE BERICHTEN
De minister van financiën maakt be
kend dat het saldo van 's rijks schatkist op
5 dezer bedroeg:
bij deNederlandschebank.fi 1,091,684,69
en bij de betaalmeesters. 1,800,388,61'
Te zamen f. .12,392,063,30'
Blijkens een bij het departement van
marine ontvangen telegram, is Zr. Ms.
schroefstoomschip 1ste klasse Van Galen,
onder bevel van den kspiteio ter zee C.°A.
Le Bron de Vexela, laatst komende van
Batavia, den 8sten dezer te Kaapstad
(Kaap de Goede Hoop) aangekomen. Aan
boord was alles wel. (St. Ct.)
In de gisterenavond gehouden ver
gadering van de eerste kamer tot hervatting
der werkzaamheden waren ingekomen de
geloofsbrieven van de heeren Nijsingh en
Van Alphen, nieuwbenoemde leden der
kamer voor Drente en Zuid-Holland. Zij
werden gesteld in handen eener commissie,
welke, na onderzoek, voorstelt, genoemde
heereu toe te laten, waartoe wordt be
sloten.
De heeren Nijsingh en Van Alphen
legden in handen des voorzitters de eeden
af eu nemen zitting.
Mededeeling werd gedaan van eene
missive van mevrouw de wed. H. Smits,
houdende kennisgeving van het overlijden
van den heer H. M. Smits, in leven lid
der kamer.
De voorzitter wijdt eenige woorden van
hulde aau de nagedachtenis van den heer
Smits, die, nog niet lang lid dezer kamer,
door een smartelijk lijden, geraimen tijd
verhinderd was de vergaderingen bij te
wonen, waardoor hij in de kamer veel
minder ten nutte van het algemeen kon
werkzaam zijn.
Het schrijven is bereids met een brief van
rouwbeklag beantwoord.
Mededeeling werd gedaan o. a. van de
opdracht aan het lid der tweede kamer
mr. Reekers om het door de kamer aan
genomen wetsvoorstel betreffende de zee-
visscherijen in de eerste kamer te ver
dedigen; van ingekomen stukken en de
laatstelijk door de tweede kamer aangenomen
wetsontwerpen.
Deze laatste werden verzonden naar de
afdeelingen.
In den nacht van Zondag op Maan
dag, is een infanterist, te Leiden in garni
zoen, die twist met zijn meisje had gehad,
tot tweemalen toe in het Zieken te 's Hage
gesprongen. Telkens werd hij er uitgehaald.
Ten slotte gaf hij de voorkeur aan den
vasten grond.
Een paar dagen geleden had iu Den
Haag een jongen het ongeluk zoodanig te
vallen, dat de stok, dien hij in de hand
droeg, hem in het oog drong, betgeen ten
gevolge had dat hij eenige uren later over
leed.
Te Amsterdam werd gedurende de
beide Paaschdagen de algemeene vergadering
gehouden van bet Algemeen Nederlandsch
Werkliedenverbond. De bondsvoorzitter, de
heer B. II. Heldt, opende de vergadering
met eene rede, waarin hij allereerst het
verschijnsel der werkstakingen besprak.
Aan de orde was o. a. de verkiezing van
aftredende bestuursledende heeren Th. De
Rot, vice-president, J. Weelink, secretaris,
A. J. C. Kampmeijer, 2e penningmeester,
D. Engelbrecht en C. H. Kouw, die op het
rooster stonden, werden herkozen.
Alsnu was aan de orde het bespreken
van verschillende vraagpunten, waaronder
dat van de afd. Leiden: „Wat kan het
verbond doen, dat van rijkswege een wet
tot stand komt op het bouwen van
woningen, in het belang van de gezondheid
der bewoners en waarbij de minimumruimte en
hoogte der vertrekken is aangegeven".
De afdeeling lichtte het voorstel als
volgt toe
Een der sociale vraagstukken van den
ven
tegenwoordigen tijd is voorzeker wel j
goede, gezonde woning. Wanneer men J pa
ziet in dorpen en steden, dan ergert a»".»-;,
zich onwillekeurig aan de krotten, die tj
staan en waarin menschen moeten wonen,{f
ware 't wel wenschelijk, dat de coöperatP l
geest onder de werklieden meer iugang voe
en zij zelf de hand aan den ploeg sloeg]""!
om vereenigd hel bonwen van arbeiM
woningen ter hand te nemen. Maar dit:
nu bet geval nog niet, en daarom wen8chl!e,D
afd. Leiden A. N. W.-V., dat van rijkswe
een wet in 't leven wordt geroepen, |1
palende, dat woningen, die voor vereeuigin»!
of voor particuliere rekening worden gebouw Bij
niet minder ruimte hebben dan 4 M. lengtefie zi
M. breedte, en 3j ,M. hoogte. prog
In een breede bespreking vond men U
algemeen wenschelijk, dat de arbeider, m-
woningen drie ruimten zouden hebben -,f
eene gezamenlijke grootte van 25 vij f
meter. Men besloot, dat de bond zich
de regeering zal wenden met bel verzotr,1Jj
de gemeenten wettelijk te verplichten o[
gezonde woningen onbewoonbaar te verklarl T8D
en goede, geschikte woningen daarvooij^f
de plaats op te. richten. i bij
Behandeld werden nu twee vraagpuil,
van Leiden en Rotterdam met betrekt
tot de oprichting van weerstandskasJ
waaruit werklieden, die billijke gritt*™
hebben, bij werkstakingen kunnen won
ondersteund. I BI
De afdeelingen vonden dergelijke k» f
noodzakelijk, om de werklieden sterk]
maken in geval van werkstakingen, na
zonder dergelijken steun gewoonlijk ,S Stil
niets nitloopen. ((ge
Over de wenschelijkheid van weersta»
kassen was men 't algemeen eens. De vu 'em'
was maar of het centraal bestuur van i '6, 1
bond ze ter hand zou uemen, of men I
aan de vakvereenigingen zou overlaten,''^
dat men in het algemeen het oprichten i
vakbonden zou propageeren. Besloten wfLarre(
in beginsel liet oprichten van weersta» M.-
kassen goed te keuren, maar de zaak to ("ft2,
vertrouwen aau de afdeelingen, opdat deSom<
binnen drie maanden hare bevindingen kiSluys
nen mededee.len aan het centraal bestnui''
De stoomtimmerfabriek Wilhelmim ,z'
Helder, is Maandagmiddag eene prooi f
vlammen geworden. Tegen deu middag »i
de brand door de omwonenden ontdek/f1
twee uur later lag het kolossale, van V BMn'
opgetrokken gebouw met alle machineiir
en gereedschappen reeds in de asch. Br
vuur en water werd aan de omliggende is r s
bouwen vrijwat schade toegebracht.
Gisteren overleed te Kampen op in
81-jarigen leeftijd, de heer jhr. S. P.
Meijer, oud-ontvanger der registratie, ridi
der Militaire Willemsorde en van
Metalen Kruis.
April
itrljf
DEB
at. W,
BUITENLANDSCHE BERICHTEN
POHTlldAL.
De oppositiebladen komen nadrukl
lijk op tegen de jongste decreten der Pij,
tngeesche regeering en stellen die
met een staatsgreep.
ITALIË.
:n 18
tier
idleei
11
IT 41.
L 186
Generaal Simmons zal heden »i r'En, j
«TE F
rernbe
mgusti
dito
tón d:
BEM
Londen terugkeeren
DCITSCBLAlt».
De Reicisanzeiger maakt het beii'^™^
des keizers openbaar waarbij de rijkste
tegen 6 Mei wordt bijeengeroepen. foej
In een schrijvendoor Caprivi
Grispi gericht, verklaart de rijkskaiiseifcj i
dat hij steeds zijn ambt zal trachten te t!l^
vullen overeenkomstig de denkbeelden
zijnen voorganger, die het uitvloeisel wa ,iSe'Sl
van des keizers wil en van de vredelievei 6eSei
Duitsch-nationale gezindheid. Hij richt i 862
halve tot Crispi het verzoek, ook hem 6 J
goed vertrouwen medewerking te verleen j 4
opdat het drievoudig verbond en deszfier-Le
vrucht, de vrede, verzekerd blijve. B,Sm!
brief draagt, naar van Italiaansche 4c. A
verzekerd wordt, geen diplomatiek, mogea
een zuiver privaat karakter.
De Ireitinnige Zeilung bevestigt 1 (jec
reeds vroeger door dat blad vermelde 10 Gec
richt, dat de keizer niet afkeerig is vanl"'^8'
denkbeeld, om een verantwoordelijk rij pt!V
ministerie te vormen. vpet.
De consul Knappe, wiens naam i
de voorvallen in Samoa bekend is gewori 0b
is door het hof van discipline wegens o'eer. u
schrijding zijner instructiën op disponibele
teit gesteld. 's<
Zevenhonderd werklieden aan de hw isïP
werkplaats van den spoorweg te Temp"®18,6
bij Berlijn hebben in eene gisteren gf
den vergading besloten, met 1 Mei
staande den arbeid te staken. De dir«W®*l'
had het bijwonen dezer vergadering 'Jsji
boden.
8T,