meene verontwaardiging, dat „dis sociaal"
Zoo op eigen houtje hunne zaak bedierf.
Dit gaf gisting en de directeur, die door be-
«preking inlusschen zijne reeds ingewonnen
information, nu door de kameraden bevestigd
zag, begreep dat indien den volgenden ochtend
6 uur adressant weder in de stokerij zou
komen, er zeer veel kans bestond op krakeel
en gemopper, hetgeen jui»t in den sterk
gespannen tijd, aanvang December, met het
oog op de distillatie hoog noodig vermeden
moest worden. Hij gelastte dus krachtens
art. 6 verordening van 30 November 1870
Gemeenteblad n°. 10 den gastneesler, adressant
onder uitbetaling van zijn volle weekloon
voor de pa» aangevangen week, zijn ontslag
mede Ie deelen en verder geen toegang tot
de fabriek te geven.
Sedert ging de arbeid in de stokerij ge
regeld voort. Vanwege de politie is een
onderzoek ingesteld in hoeverre Duyverman
verband hield met geestverwanten ill deze
gemeente. Hierbij bleek dat geen der sto
kers van de fabriek inet adressant of jdtens
geestverwanten ill verbinding is gebleven.
Door de commissie voor de artsexamens
is in hare heden gehouden zitting tot arts
bevorderd de heer J. L. Hage.
Op eeue Donderdag gehouden leden
vergadering van Sempre Crescendo werd
niet acclamatie mej. Carry Mess tot bui
tengewoon lid van verdienste benoemd.
In de plaats van den heer J. C. J.
Ilierens de Haan ia als Leidsch redacteur
van liet studenten-Weekblad Vox Sludiotorttm
opgetreden de beer J. W. N. Van Roijen.
- Leiden's Mannenkoor zal op Donder
dag 20 Maart 1890, dea avonds te balfarbt
uren, in de zaal van Zomerzorg zijne 23ste
huishoudelijke uitvoering geven, onder di
rectie ran den beer IS. H. Taylor. Als
solisten zullen zich doen booren unj. J.
Smit, sopraan, van Leiden en de heer W.
C. Deckers, bariton, van 's ilerlogenbosch.
I:i de eerste afdeelitig van bet program
ma staan I n 't woud", voor bariton solo
en koor, van Richard Hol, „Recitativ una
aria aus Figaro's Hochzeit" van Mozart,
voor aoprsan-aolo, en „Wachet aufl" van
Kalf, voor bariton solo en koor. De ge
heels tweede afderling wordt ingenomen
door „Scènen aus der Fritbjuf-sage" van
Max Ilrucli, voor mannenkoor en soli.
Naar we vernemen heeft een meisje
op eane fabriek te dezer stede werkzaam op
naam van anderen in een winkel op den
Ouden Singel zich drie hoeden toegeëigend.
De daderes is ontdekt en in handen der
politie gesteld.
Hedenmiddag tegen half drie viel in
den Nieuwen Rijn een schipper over boord.
Met behulp van twee andere mannen kon
de drenkeling wtêr aan boord komen.
Deu 24sten Maart zal, op het middag-
appèl op de plaats van de infanterie-kazerne
de bronzen medaille voor 12 jarigen trouwen
dienst worden uitgereikt aan den atalmuzi
kant C. J. Smit. Dinsdag jl. werd de zil
veren medaille voor 24-jarigen trouwen
dienst uitgereikt aan den sergeant-majoor
Kübne.
Ter gelegenheid van den XXV'en
verjaardag der Troonbeklimming van Z. M.
Leopold II, zal eene nijverheids- en kunst
tentoonstelling plaats hebben te Luik, van
30 Juin tot 30 September 1890. De per
sonen welke verlangen er aan deel te nemen
kunnen zicli voor programma's eu verdere
inlichtingen wenden tot bet algemeen se
cretariaat, St.-Leouardelraat, 214 te Luik.
Zitting van <U> arroiHlistMMiientM-
reclitltunk te 's Gravenhage
van 13 Maart.
De uitgestelde zaak van de Haagscbe
dienstbode, die beschuldigd werd, haar kind
met een scherp werktuig om het leven te
hebben gebracht, en daarna in een privaat
te hebben gelegd, zonder ouderzoek te doen
of bet nog leefde, waarna zij het privaat
met een deksel moest hebben gesloten, was
no aan de orde.
Uit het ouderzoek bleek, dat niemand
der huiagenooten, waar zij diende van haar
gezegenden toestand ieti merkte, behalve de
mevrouw, maar daar de dienstmaagd met
Februari wegging, dacht de dame, dat haar
huis wel van een ooievaars-cadeautje zou
verschoond blijven. Eu bet ooievaartje
kwam zoo stilletjes in huis, dat de dienst
maagd, met wie beklaagde oji eene kamer
sliep, van de heele koinst der kleine niets
merkte; alles wat zij wist was dat beklaagde
zoo wat J uur op een zekere plaats moet
gebleven zijn. Beklaagde zegt dat zij op
het privaat tussclien 5 en 6 uur 's morgeus,
een visite van mijnbeer langbeen kreeg; zij
was zoo wonderlijk van die visite, dat zij
zich niet veel rekenschap kon geven van
hetgeen er gebeurd was.
De president vroeg of zij niete klaar had
gemaakt; zij wist toch wel wat voor de
deur stond. Heklaagde zegt zooveel, als
geen begrip van een en ander te hebben
gehad. Nadat lusschen 5 en 6 uur 's mor
gens, die geschiedenis beeft plaats gehad,
gaat beklaagde om 9 uur 's morgens nasr
het privaat, vindt dat het verstopt is,
neemt een stuk hout en poogt hel wicht Ie
doen verdwijnen, door liet door den koker
te stooten. Dit wilde niet gelukken, en nu
werd het lijkje er uitgehaald en in een
koffer geborgen. Tegen den avond wordt
het doode kind in een grauw papier ge
wikkeld, daarover wordt een blauw geruit
•chort gedaan, en dit pakje woidt door be
klaagde iii het gangpad van ren hofje
gelegd. Een schoonmaakster, die daar
woonde, denkt «onder wat te vinden, ver
heugt zicli misschien reeds over een buiten
kansje, maar verstijft van schrik, toen zij
het pakje open heeft gemaakt. De vrouw,
die als getuige optreedt roept, dat het een
keurig kind, een jongetje was, maar of liet
verwond was, dat kon zij niet zeggen,
daartoe was zij veel te veel verschrikt. De
politie wordt er meë gemoeid en, die heeft
wal hare recherche betreft, argusoogen; hoe
zij die argusoogen gebruikt, om in hare
recherche een draad te krijgen, hoort men
niet op een terechtzitting. Genoeg de be
klaagde werd in verzekerde bewaring geno
men en bij haar aan huis een hout gevon
den met bloed bevlekt, waarmrê zij het
kind door den koker van het privaat moet
hebben trachten te stooten. Ook heeft
beklaagde nog dienzelfden avond, na het
lijkje te vondeling te hebben gelegd, even
een vriendin bezocht.
In deze treurige geschiedenis is heel veel
duisters.
De geneeskundige constateert dat het
kind heeft geleefd, dat het tijdens het leefde
met een plat mes of een dikke schaar doo-
delijk moet zijn verwond.
Er is geen mes of schaar gevonden, ja
zelfs in het huis van de famiclje was geen
snijdend werktuig aan te wijzen, waarmee
men vermoeden kon, dat die daad was
bedreven.
Heklaagde zeide dan ook geen snijdend
werktuig te hebben gebruikt.
Kin die verwonding dan ook door het
stooten met het talhout zijn teweeg ge
bracht.
Ook totaal onmogelijk verklaart de des
kundige.
Is er dan ook een spijker in het privaat.
Het privaat is door de recherche aller
nauwkeurigst onderzocht en niets van dien
aard werd gevouden.
Zelfs de verdediger heeft het privaat
onderzocht, en verklaart dat de koker nit
twee deelen schijnt te bestaan, waarvan een
deel van bet andere afwijkt; misschien zat
vroeger daar wel een spijker en is het lijkje
verwond bij het uithalen. Ook dit kan niet
plaats gehad hebben zegt de deskundige.
De officier van justitie grondt zijn requi
sitoir op het feit, dat niemand dan be
klaagde zelf het kind in handen heeft ge
had. Uit de verklaringen van den deskun
dige blijkt dat het kind geleefd heeft,
bijgevolge moet beklaagde een wapen mede
genomen hebben. Uit het niets in gereed
heid hebben, zoomede uit Je uitdrukking
die beklaagde zich in de instructie had
laten oulvalleu, dat zij op het pnut had
gestaan zich zelve van kant te maken,
blijkt de voorbedachte rade. Wij hebben
hier met een afschuwelijk feit te doen,
zelfs al neemt de rechtbank het bestaan van
voorbedachten rade niet aan. Z. Ed. Acht
hare eischt nu 6 j«ar gevangenisstraf.
De verdediger poogde in een zeer geleerd
pleidooi het visum repertum van den des
kundige, waarop de eiach van het O. M.
voornamelijk gebaseerd was, te weerleggen.
Het tal van voorbeelden werd aangehaald,
dat dezelfde teekenen, die voor het leven
van het kind waren aangevoerd, ook voor
kwamen bij dood geborenen. Een verklaring
van dokter Coronel en een brief van dokter
Frank werden overgelegd. Nog meer de
omstandigheden waaronder beklaagde moeder
werd pleiten er voor, dat de dood zoo snel
was ingetreden, dat het kind niet geleefd
bad. Ook was hel kind niet gestikt door
de zwavelwaterstof en amouiakgassen die
tich in een privaat ontwikkelen, daar er
anders doodsvlekken op het lijkje zichtbaar
waren geweest. Het pleidooi dat zeer lang
duurde, was uiterst belangrijk voor de ge
rechtelijke heelkunde, maar kan onmogelijk
evenmin als bet visum repertum van den
dokter, in détails terug gegeven worden.
W. F. te Leiden, slaat terecht wegens
diefstal en de zaak wordt bij verstek be
handeld.
Heklaagde heeft bekend een ring gestolen
te hebben en die voor f 16,25 te hebben
laten verkoopen.
Eisch wegens diefstal 3 maanden gevan
genisstraf.
DVIVKH8ITEI T.
Heden werden bevorderd tot doctor in
de rechtswetenschap, aan de rijksuniversi
teit alhier, de heer P. J. G. Van der Mue-
len, grb. te Ambt-Hardenbergh, na verde
diging van zijn academisch proefschrift, ge
titeld „Iets over den invloed der insol-
ventverklaring op den lijfsdwang"; daarna
de heer J. W. E. Van Harencarspelgt-b.
te Halavia, na verdediging van zijn acade
misch proefschrift, getiteld: „Over de kracht
van vonnissen van staat".
KZIKK, I.DTTKIIEV KV HUVttT.
kuiiHtbeHchoiiwiiiK-
Voor eene hoogstbelangrijke kunstbeschou
wing werd hedenmiddag onze aandacht ge
vraagd. Hoogst belangrijk omdat 't hier het
werk geldt van onze stadgenooten. De heeren
P. J. Niesten en T. W. Ouwerkerk hebben
eene uitmuntende gedachte gehad toen ze
deze kunstbeschouwing voor artisten van
eigen bodem wilden inrichten. Hedenochtend
te 10 unr werd de beoedenvoorzaal van het
Nutsgebouw voor belangstellende leden en
dames geopend te half vijf werd ze ge
sloten. De aard der tentoongestelde kunst
werken gebood eene beschouwing bij dag
licht.
Bij het binnentreden der zaal en 't vluch
tig overzien der tentoongestelde kunst zonk
ons als 't ware liet hait in de schoenen.
Moest Hat alles nog hedenavond worden be
sproken en met bescheidenheid beoordeeld?
Had uien zooveel uiogen verwachten van
eene tentoonstelling van uitsluitend Leidsche
artisten? Zijn daar niet de bewijzen aan
wezig dat binnen Leidens al te enge singels
het penseel en het. krijt dapper worden ge
hanteerd? We blijven er bij het was
eene uitmuntende gedachte van bovenge
noemde iteeren om aan den dag te doen
komen wat Leiden op dit gebied vermag;
het zal niet nalaten lot ijver aan te zetten
en anderen tot medeijveien te bewegen.
M»ar we blijven er evenzeer bij bij
het zien van dat alles zonk ons het hart
in de schoenen. Voorzichtigheid toch is hier
de boodschap, 't Ziju stadgeuooteu wier
werk hier moet worden besproken't is de
eerste maal in de laatste jaren dat elk Leidsch
artist het zijne bijbrengt. We moeten nog
verder; geen afkeuring dus dan waar die als
vingerwijzing zou kunnen dienst doen of
waar de richting die naar onze meening ver
dient.
Er was dus zeer veel te zamengebracht;
smaakvol en handig was over 't geheel het
werk opgesteld. Alleeu de zon was iu den
ochtend voor de doeken wat lastig. Loopen
we terstond naar 't achterste deel der zaal,
dan treffen terstond twee kolossale stukken
van Floris Verster ons oog; 'l zijn planten
in vazen, zooal» we er meer van Verster
zagen. Ze zijn in hun genre kranig geschil
derd; alleeu bet genre kan ons niet bevallen.
Het boerenerf en de boerenwoningen van
denzelfde bevallen ons qua genre evenmin.
Zijne geteekende distels aan de overzijde
bevallen ons veel beter. Verster werkt blijk
baar zeer veeler zit naar we meenen nog
zeer veel in hem wat er ook wel uit zal
komen. Hij zoekt nog en is daar ook nog
jong genoeg voor.
In deuzelfden hoek zetelt mej. M. Ton-
net. Haar studiekop verraadt een flink pen
seel, de kop, onder leiding vau den heer
Jansen geschilderd is veel beter. Minder aan
trekkelijk lijkeu nns hare stillevens, docli de
Pauwbrug bij avond lijkt ons lang niet kwaad
gedaan.
Het genre waarin zich het penseel van den
heer E. R. G. Goteling Vinnis beweegt is
wederom lang niet het onze. Dit kan aan
ont liggen, maar nóch het onbestemde jaag
pad, nóch vaart en weiland met den bul-
tigen en glimmenden landman kunnen ons
oog aangenaam aandoen.
Veel liever zien we van mej. M. Rappard
de uitmuntend geteekende bedelares, die zeer
goed in toon is gehoaden en 't best doet.
Evengoed lijkt ons de hit van mej. E.
Bredius, goed van kleur en teekeuing,
terwijl ons ook de hond van dezelfde dame
zeer bevallen kan. Het gezicht op Leiden
van Chr. J. H. Heykoop is niet onaardig
gedaan en de lezende man daarnaast van
J. Vijlbrief wil er bij ons wel in. De
portretten van den heer A. J. Nieuwetihuis
komen ons nog wat houterig voor; bet leven
moet er nog inkomen en kleur en lijnen zijn
wai bard en hoekig.
De heer J. Van Dam zond nogal een en
ander in. De stadswerf met een stuk
Galgewater is zeer gemaniëreerd behandeld
het wazige verschiet is niet kwaad gedacht.
Het dorpapad met echapen ia eene niet
onaardige salonversiering, zooala ze een halve
eeuw te voren zeer vee) op 't paneel werden
gebracht. Nog tal vau kteiuere stukjes en
aquarellen van deuzelfde vonden hier eene
nlaats.
1
Jl
til
'olj
■Ift
0
,bb
eest
jrhei
nei
De vrachtetukken van M. Kam,
Onnes doen 't niet naar onzen zin,
vrucht kou ten minste gemakkelijk
meer bestemd grtrekend worden,
wenschen in dit genre ook al weêr nii
veel te zien. De bruid van dezelfde
niet geflatteerd de sluier is goed geti
alleen het puntige op 't hoofd haddcgl
een weinig anders gewenscht.
De heer A. Van Driesten is er met
vreeselijk blauwe aquarel slecht vertq
woordigd; hij kan 't veel beter. Van Mn
heer L. Kooreman meenen we in hi
zaak te kunnen zeggen dat bij aan
hcid van teekeuing mcr zorg moet
steden; er zijn bepaalde fouten tegi
anatomie aan te wijzen. Het tafellj
gezellige praters voldeed ons nog 't
hoewel de proporties hier nog lang nii
den haak zijn. Bij de schetsen dachletL,,,
onwillekeurig aan het schoone:
Uit de nev'len zai de dag
Zeker eenmaal rijzen;
We hopen van harte dat het:
Sclioou niet ik hem groeten
op den schilder niet van toepassing moge:
Van den heer R. Raar is zeer veel
toongesteld en van allerlei aard. Degli
jes zijn ongetwijfeld zeer bevallig gei
ook de neuahoornslang is zeer goed
keud. De zaagmolen is wat de tmgi
betreft wel wat groen, maar 't geheel
't toch niet kwaad. De hofjes zijn
al te prenterig gedaan een er van is
juist van teekeuing.
Een uitmuntende schilderij van 0
Bos, kar en paard, doet ons aan Nal
denken, terwijl iets verder een stukje
denzelfde aangenaam aandoet. Mej.
Scheffer zond een kop en een gezicht
de brug aan de Wittepoort. Het laaUtlev
niet al te best en 't ia bijna ongeloi
dat het portret van dezelfde band is.
den heer J. P. F. Kosters was er
mooie penteekening en een aardig ho:j,ee,
op een kaa muur.
Van H. P. M. Kosters was er een
geteekend zeegezicht, de kleur van het
water kon ons echter minder voldoen,
niet kwaad was vau denzelfde de teek
een boomrijk landschvp met koeieD. Vanj
heer C. Bos was er waarlijk heel wat.
kool- en krijtteekening, een meisje met;
hond, is kranig gedaan. Uitmuntend zij
teekeningen op schraappapier, een bi
beekje met ooijevaar en twee meezenv:
in 't hout. Nog was er van denzelfde
uitmuntend boschgezicht. .81
Een zestal stukken waren er van P
Niesten, vriendelijke dingetjes, ietwat?
groen bier en daar, terwijl de heer T. L,|
Ouwerkerk een gezicht op de HavenF
Leiden inzond eveneens een bevallig stuf
Van G. M. Kosters waren er uitmunt»1"
teekeningen geen scheppingen nf
niettemin zeer goed gedaan. Uitstekende dii
loodschetsje8 op grijs papier, strandgezicht»"
zond de heer G. J. Bos, met nog tal
andere zeer knap gedane stukjes. De eed
voerende vrouw meenden we niet geproj im
tioneerd. We vonden in die buurt een éD
dig stukje Oegstgeest, op hardingpapier,
J. Bijtel. it
Van Tb. Van Hoytaema zagen we w,
zeer goed geteekenden kop van eene
schersvrouw en eenige dierenkopjea; st
J. E. Kikkert een paar landschapjes mx
een wiutergeziebt langs de Vest. Een >1
stuk boetseerwerk van den heer A,
Biegman geeft Pegasus te zien; 't wafcd
eenige stuk dat op 't gebied der boet* fi
kunst de eer ophield. De eer der wap
schilder-kunst werd terdege opgebou
door den knappen C. W. H. Vers ss/
Kloek en muurvast staan daar in pr#1*
tige heldere kleuren die wapens en ft
werpen van wapens en de rijke schat 116»
dit genre wijst op groote werkzaatnlli «65
Zeer knap mag bovendien liet wapen1 j*
de famielje Gerlings, als op tegels geK
derd voorgesteld, genoemd worden, «er
inzendingen van dezen heer Verster bebl 1
aan deze kunstbeschouwing veel luister
gezet. M,
We hebbeD als van zelve slechts vluci He
onze meeuing over deze uitmuntend gesl»^ Jg®
proeve van plaatselijke kunstbeschou» >0
geaegd. Voor grondiger beschouwing in.
takelijker bespreking waren tijd en ruil j^jj
te kort. Maar we nemen van beide t
nog met voorliefde zóóveel af, noodig trp.
te zeggen dat de heeren Ouwerkerk
Niesten op hun ijverig pogen ongeki
veel succes hebben gehad. kër.
«VTICIEKLE UKKICHTKV
Bij kon. besluit is de, in den raad j
gemeente Amsterdam van 27 Februari 1»
gedane benoeming van dr. H. C. n
bibliothecaris van de univeraiteitabiblio
te Amsterdam, tot gewoon hoogleeraat'