ABONNEMENT: Prijs per Nummer to Cent. Vrijdag 14 Maart 1890. - Nu. 62. ADVERTENTIEN: Bureel: Scheepmakerssteeg 6. Uitgevers: Gebroeders Muré. t De Wilddief. BLNNENLANDSCHE BERICHTEN. e Jnle i Vooi Leiden, per 3 maanden I 1.25. Kraneo door het geheele rijk, per 3 maanden I.HO. n 32, Van 16 regelsO.OO. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen, k contant, zonder rabat, per regel 0.10. 8tails-Iter ic li ten. PI .J BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ttlDEN Z0Eetien arlikel O, 2de alinea der Verordening verojoll November 1880, regelende de inwen- erolijke inrichting der scholen, de toelating en jn leE ontslag der leerlingen Gemeenteblad no. O V nn 1881); mgen Ier atgemeene kennisdat de in- el Prij'ving van nieuwe leerlingen aan de open- scholen der 3e en 4e klasse zal plaats Vjltiben van den 3n lol en met den 15n Maart II k, in de schoollokalen in de Rijnstraat, in n (lei Brandewijnsteegop de Binnenveslgrachl l'el n hel l'lanlsoenin de Van-der-VVcr(slraat, e'- 4 n tie Korle Mare en aan de Langebrug, des a"p ®V»ormiddags van half negen tot negen uren des namiddags van half twee lol twee anile* en' ')e''a'Vl! ('es £ate|,dags e» des Zondags, ctirnit Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE KANTER, Burgemeester, mnjj E. KIST, Secretaris, als l Leiden, 8 Maart 1890. van ïb io aar jj liEIIIKA, 13 Maart. de groote zaal van het Nntsgebouw Ie |rd gisteravond de vijfde en laatste volks- cd esjeenkomst in dit seizoen gehouden, de r Nkomit was naar wij meenden grooter eenige malen te voren. Als sprekers :lt"'lden op de heeren H. Burgersdijk, een "f"*He en goede bekende op de volksbijeen- ''(/jjnsten, en de heer S. B. Perrin, die hier ior de eerste maal als spreker optrad. pddr de pauze trad de heer Perriu op It „Jan Jaus", van Nicolaas Beets. Uit T00rc'rac'1' van dit gevoelvolle gedicht, Vaau eene helaas maar al te zeeretkende ipenl^iheid ten grondslag ligt, bleek ons ter- lid do heer Perrin een declamator van ;)i ht 1 echten stempel en zijne medewerking a|je it ona voor voor de volksbijeenkomsten e heerlijke aanwinst te zijn. Nog lang in zeker de eerste en aan 't slot van het •VII' icht herhaalde twee regels, op deze wijze jesproken en toegelicht, de bezoekers van Tu n leravond in de coren klinken er brengt eeu arm vader, met vreugd zes dania. [kind'reu groot; dat zes rijke kiuderen hem koest'ren [in den nood." bekende grappige wijze droeg hierop FEUILLETON. den; enb A'ed, ken VKKHAAL ttrr den tud van Quaav Jan II. ridder riep toen, terwijl schaamte en hem deden gloeien: fOmdat ge ntij afgemarteld, hebt ge mij kunnen nnen, Adolf de Gentenaar! Wat gij als losgeld voor ons aller vrijheid -tenP" lDoe als de meeste Hollandsche edelen, r trouw aan graaf Quy van Vlaanderen ik laat u allen zonder eenig losgeld «prak Adolf, Liever sterf ik, of blijf ik eeuwig gen I" riep de ridder verontwaardigd. log nooit heeft een Van Noortig zijn eed "•honden, of om lijfsbehoud den recht- 'g«n Vorst verraden 1" de heer Burgersdijk voor hoe burgemeester Dikkerdak zijn trouwen huisknecht Kees, als 't wate buiten diens verlangen, een postje als veerknecht bezorgde, het bekende verhaal uit Hildebrand's Camera Obscura, onder den titel van „De Schippersknecht" bekend. Een allergrappigst gedicht, door den heer Honig vertaald, volgde nu en de heer Perrin ver tolkte nog op allergrappigste wijze het be kende: „'t Is erg met de meiden." Na de pauze genoten we van den heer Perrin nog drie, niet onbekende, doch mees terlijk vertolkte voordrachten, nl.De letter O", „Paardegang" eu „Lachles". Eene bizonder grappige voordracht eener rhapsodie uit tal van schrijvers, met vele geestige overgangen, deed ons tot slot van den ge- zelligen avond de heer Burgersdijk genieten. We hebben waarlijk respect voor zulk een geheugen. De avond was, jammer genoeg, als 't ware omgevlogen. De voorzitter der commissie, de heer G. Japikse, beklom nu het podium oro beide sprekers, waarvan de een sedert 1860, de ander voor 't eerst zijne medewer king verleende, hartelijk dank te zeggen voor hunne kostelijke bijdragen. Hij hoopte van harte dat de heer Burgersdijk nog vaak als spreker op de bijeenkomsten zou optreden en dat „de eerste maal" van den heer Perrin lang niet „de laatste maal" zou mogen zijn. Spreker sloot deze laatste bijeenkomst in dit seizoen met den wensch dat commissie en bezoeksters en bezoekers elkander in bet volgend seizoen weder in welstand zouden mogen ontmoeten; zij 't niet in de Stads- Gehoorzaal (want daaraan zou men haast gaan twijfelen) dan wederom iu de Nuts- zaai. Avonden als gisteravond doen de groote zaak der volksbijeenkomsten goed. Die bij eenkomsten verdienen ieders sympathie en ieders steun. Er wordt op hoogst onder houdende wijze eeu hoogst nuttig werk verricht. Eu nu tot een volgend seizoen. Door de Leidsche Studentenafdeeling van het Wiilemsfouds is tegen 24 dezer eene bijeenkomst met dames uitgeschreven, waarin als spreker zal optreden de heer Julius Sabbe, professor aan het Koninklijk Athenaeum te Brugge. Tegen negen uur hedenochtend werd uit bet Hópital Wallou in den lijkwagen gedragen bet stoffelijk overschot van den hier overleden raadsheer in het gerechts hof te 'a Gravenhage, den heer mr. S. H. Lette van Oostvoorne. Het lijk werd langs den straatweg naar Den Haag gevoerd om daar te worden bijgezet. Hedenochtend geraakte op de Hooge- woerd liet paard van een Leiderdorper met ^fen voertuig achter zich aan 't hollen. Zon der ongelukken te veroorzaken kon 't dier weer tot staan wordeu gebracht. Bij het gisteren te Utrecht gehouden examen ter verkrijging van de acte van be kwaamheid voor huis en schoolonderwijs in de nuttige handwerken is geslaagd mrj. C. W. Hoogvliet van Leiden. UNIVEKMITEIT. Aan de rijks-universiteit alhier is het doctoraal-examen in de rechtswetenschap afgelegd door de heeren: C. A. Bergsma Hzii., C. M. Van Troostenburg de Bruyn, en A. Vau der Eist. OKHC1KKI.K HKHICHTKV Bij kon. besluit zijo de heeren jhr. mr. F. P. Van der Hoeven, Zr. Ma buitenge woon gezant en gevolmachtigd minister hij het hof van Z. M. den Duitecheu keizer, koning van Pruisen, mr. F. J. W. G. Snijder van Wisseukerke, referendaris, chef der 2de afdeeling aan het ministerie van justitie, en H. W. E. Struve, inspecteur van den arbeid, benoemd tot vertegenwoor digers der Nederlandsche regeering op de aanstaande internationale conferentie te Ber lijn, ter beraming van maatregelen tot verbetering van het lot der arbeidende klasse; ia, met ingang van 12 Mei 1890, aan J. P. Engelman, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als burgemeester van Baar- deradeel is Ban mej. A. E. Ledoux, geb. te Gna- denfrei, mits zij overigens aan de daartoe bij de wet gestelde eischen voldoe, ver gunning verleend tot het geven van mid delbaar en lager onderwijs bier te lande is aan den burgemeester van Maarteus- dijk, N. L. Burman Eyck tot Zuilichem, toestemming verleend om tot 31 Januari 1892 te De Bilt te wonen; is de heer J, T. Alta, arts, met ingang van 21 Maart aanstaande benoemd tot officier van gezondheid 2de kl. bij de zee macht. De adelborst 1ste kl. A. J. M. Nolet, behoorende tot de rol van Zr. Ms. instruc tiekorvet Nautilus, wordt met den 16den dezer op non-activiteit gesteld. Bij beschikking van den minister van waterstaat, handel en njjverheid is, met intrekking voor zooveel noodig van de be schikking van 17 December 1889, met in gang van 15 Maart 1890, aan den rijks opziener op de spoorwegdiensten B. P. Uil hei mer, ter standplaats Zutphen, opge dragen het dagelijksch toezicht op den dienst van de spoorwegen Aruhem-Zutphen- Hengeloo-Euscbedé-Pruisische grens, Hen- geloo-Oldenzaal-Pruisische grens, Zutpheu- Winterswijk-Pruisische grenzen en van de Geldersch-Overijselsche locaalspoorwegen. De minister van binuenlandscbe zaken brengt ter algemeene kennis, dat het examen om als leerling aan 's rijks veeartsenijschool te Utrecht te worden toegelaten, zal plaals hebben in de eerste helft der maand Juli, en dat belanghebbenden zich schriftelijk, mits portvrij, vóór 1 Juni e. k. bij den directeur der school moeten aanmelden, met overleg ging van de vereischte documenten. Omtrent de voorwaarden enz. zie men de Staatscourant van 13 dezer. Als vervolg op het verslag van het verhandelde in de zitting van gister van de tweede kamer moet nog hel volgende wordeu gemeld. De heer Rntgers van Rozenburg keurde de verwisseling af. Het ministerie van koloniën had niet door den beer Mackay bezet moeten worden en met den heer De Savornin Lobman maakt bezadigdheid in het kabinet plaats voor partijdrift. De heer Roëll twijfelt aan de gelijkheid van standpunt tnaachen de heeren Lobman en Mackay ten aanzien der schoolwet. Hij beroept zich op uitlatingen van den heer TWAALFDE HOOFDSTUK. Het was reeds na middernacht en allen in het kasteel lagen al in de diepste rnst, toen Augustinus het vertrek des Gentenaars binnentrad. Deze zeide, terwijl hij hem een goudbeurs toewierp: Daar is uw loon. Weet de ridder al, welken dienst gij hem heden hebt bewezen? Aanvankelijk scheen hij wat te ver moeden; maar toen ik verhaalde, hoe ge mij hadt doen vastbonden en hoe toen een nwer speerruiters den ouden Rob door middel van mijn gewaad had verschalkt, zoodat men de poort kon overrompelen, geloofde hij alles onvoorwaardelijk. Blijft de ridder dus nog steeds goed op u, vertroQwenP Allerwaarschijnlijkst, overste I Dan zult ge mij licht nog anders dan bij de verovering van het kasteel kunnen dienen. Beveel slechts, overste! zei Augus- tinns met een loenschen blik op de goud beurs, die hij joist wegstak, toen Adolf zeide: Miju gevangene schijnt vreeselijk trotsct). Trotscber edelman ia er stellig in geheel Holland niet, Hml bromde de Geutenaar, die nu zijn glas langzaam leegdronk. Hecht hij dus veel aan zijn adellijke af komst P Augustinus knikte nu en de Gentenaar ging voort: Echten adel geeft men zichzelf. Juist, overste I maar de ridder koestert tegenovergestelde gevoelens. Das Bcht hij geen dapperheid zonder hooge geboorte P Jawel I Maar NuP Hij beloont zulke dapperheid, gelijk een oppermachtig vorst een knecht be loont. Zon hij Adolf den Gentenaar bij diens aanzoek de band der jonkvronw weigeren, omdat ik de eerste roemruchtige man uit mijn geslacht ben? OversteI wilt gij dus... Naar de hand van dé achoone jonk vrouw dingen. Verbaast n dat? Toch niet, overste I de meeaten van ridder Van Noortiga gelijken zouden het zich tot een eer rekenen, wanneer eeu held als Adolf de Gentenaar hun dochter ten huwelijk vroeg. Zou Van Noortig, een verwonneliug, wiens leven ik buiten de schoonheid zijner dochter stellig niet had gespaard, alleen uitzondering maken P U durf ik althans met geen ijdele hoop vleien, overste I Maar bij is mijn gevangene 1 Dat zal zyn fierheid niet krenkeD. En zijn dochter? Zij zal zich stellig naar heura vaders wil voegen. Onmogelijk I riep de Gentenaar driftig. Een trotach ridder moge mij vermetel durven afwijzen; maar een be deesde maagd, welke mij hears vaders leven moet danken, mag mij zoo niet heleedigen. Zij moet in mij den zegevierenden held zien, en bewonderen. Wellicht vergis ik mij opzichten! de jonkvrouw, hernam Augustinns schou derophalend. Beproef uw geluk zelf, overste I Dat zal ik stellig doen, zei do Gentenaar. {Wordt ttrvolfi.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1890 | | pagina 1