NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. eie oii r vt n t versc h ij n t <1ae 1 ijksbehalve op 'Ion- eit Feestdagen. ABONNEMENT: Pit per Nummer 10 Cent. Dinsdag 25?ebruari 1890. N°. 47. AOVERTENTIEN: Bureel: Ncheepinakerssteeg 6. Uitgevers: Gebroeders Muré. Stads-Bericli k«. rie. a De Wilddief. a i.u Leidsche Courant 3k, AL< lijnil ii*!n Voor Leide p6r 3 maanden1.25. dooj Kranco dooret geheele rijk, per 3 maanden 1.90. 203e Jaargang. Van 16 regelsf 0.90. Elke regel meer0.15. (iroote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen, contant, zonder rabat, per regel 0.10. Aan de geabonnee^,, de Ilan- „Itllgeli en lngekome Stukken van ien Gemeenteraad is >rzonden het a" Eittingsverslng van Inderdag 13 ''^februari IN'JO en de liig*omcii Stuk- m N°. 20. MRGKMEESTKR en WETIlOrgKS van ,EIDEN, Gezien de missive van Z. E. de Minister ,jn Marine dd. 20 Februari j.l. No. 8, |,ou- lardjende niededeeling van het voorneen lot tot plaatsing van een gaskrachtmachine vag paar- ekraclilen in bel gebouw der verilica» van 11 't r\jks zeeinslrumenlen aan de Varkenarkl. 10 li Gelei op art. 6 der wet van 2 Juni 875 ndaStaatsblad no. 95); u. Geven bij deze kennis aan hel publieldal e betrekkelijke stukken, op de Secrerje 8 'tier gemeente Ier visie gelegd zijn. nmal Burgemeester en Wethouders voornoeti, 1)E KANTER, Burgemeest. da; E. KIST, Secretaris. Leiden, 24 Februari 1890. troi LEIBKN, 24 Februari, iedei Het Kopperfeest Zaterdagavond werd in bet lokaal Von sikoven de zes en dertigste jaarlijkscbe testvierii.g gehouden der Typographische sreeniging „Lourens Jansz. Coster", alhier, zaal bad zich weldra met feestgenooten genoodigden gevuld en te ruim half negen lende de voorzitter, de heer W. H. Kioos, vergadering met de volgende woordeD „Hooggeachte feestgeuooten. liet is mij 1 F»a aangename taak u allen van harte wel- uutom toe te roepen aan deze plaats, waar endili "ju saamgekomen, om met elkaêr het Bate Kopperfeest te vieren. Moesten wij Kr de vele zieken ons zoo zeer geliefd iperfeest voor eenigen tijd uitstellen en bben wij daardoor aan zeer vele leden, reeds met blijdschap dit feest tegemoet pgfii. een licht te verklaren teleurstelling ereid niet minder aangenaam moet het aus zijn, nu de ziekte geweken is en wij eêr feestelijk bijeen zijn, elkaêr van harte elkam toe te roepen en op te wekken tot uik Igemeeue feestvreu.de. eld- lar 10-1 •ha- bij Het jaar dat achter ons ligt vroeg van ons meer dan gewone inspanning, daar het ziektecijfer tot een voor ons ongekende hoogte klom en wij zelfs vier leden door den dood verloren, onder wie onze hoog geachte eere-voorzitter Copier, aan wiens nagedachtenis een woord van holde hier op zijne plaats zij. Copier was een man, die ons aller Bchting genoot om zijn open en eerlijk karakter. Ongerekend de laatste jaren, waarin hij eere-voorzitter van onze vereeniging was, heeft hij 23 jaren lang den voorzitterszetel ingenomen en was hij steeds met zóóveel ijver en nauwgezetheid voor de belangen der vereeniging werkzaam, dat hij daardoor niet alleen ader achting had verworven, maar ineer dan eeuig ander de vereeniging aan zich verplicht had. Daarom ia het dat wij hem hier, van deze plaats, al ia hij reeds lang van ons heenge gaan, nog onzen dauk nazenden en bij zeer zeker in onze gedachte zal blijven leven. En wij, die ons hebben te zaam verbon den, om elkander in ziekte of ongeval ter zijde te staan, wij mogen terugziende op het afgeloopen jaar weêr de zelfvoldoe ning smaken, aan al onze verplichtingen te ïebben voldaan; we hebben weêr onze hulp gebracht waar die werd gevraagd en daar- oor veel leed verzacht, veel lijden verlicht, oor een deel komt daarvoor ook onze tnk toe aan onzen hooggeachten bescherm - lier, heeren patroons en donateurs, voor hnne geldelijke bijdragen, waarmede zij oi weêr ter zijde elonden en waardoor wij in staat waren in die mate wél te doen. Onangt daarvoor, mijne heeren, onzen hardijken dank. En woord van dank ben ik ook ver- schnligd aan mijne medebestuurders, voor bunn. ijverige plichtsbetrachting en de vele moeitt en zorgen die zij zich weêr belange loos hbben getroost, alsook al mijne mede leden mdat zij wederom de goede, vriend- schappe^ke verstandhouding hebben bewaard en daajoor hebben medegewerkt tot het welzijn vm allen. En tbns, nu de ziekte geweken is en wij wiêr feestelijk te zamen zijn gekomen, om na e« lange reeks van arbeid en in- spanuiug enige uren van outspanniug te genieten, thans bloeit aan onzen voet een schoone bloem, de bloem der vreugd en der vriendschap. Genieten wij van haar geur en schoon met al de kracht die in ons is, maar ook met al de eer, die we aan haar verschuldigd zijn. Dan zal ook dit feest iets bijdragen om de broederband, die ons te zamen bindt, te versterken en wanneer het wtêr tot het verleden zal be- hnoren een aamienauien indruk bij ons achterlaten. Hiermede open ik dit ons gezellig samenzijn en wensch a eeue aange name feestviering. Een luid en langdurig applaus toonde duidelijk, hoezeer de voorzitter allen tot 't hart gesproken had. Het was nn de beun aan den secretaris der vereeniging, den heer M. H. Lem, om verslag nit te brengen omtrent den tinantiëelen toestand waarin „Lourens Jansz. Coster" en hare fondsen verkeeren. Het ledental, zoo vernamen we uit dit verslag, is gedaald van 140 tot 130, door vertrek naar elders, overlijden en een enkel royement. Vier leden ontvielen door den dood aan de vereeniging. Walraven, die twee kinderen naliet, W. Derogée en het oud-eerelid J. A. Kettems. Voor den laatste <verd door vrijwillige bijdragen nog eene vrij belangrijke som bijeengebracht, om hem een geruste» ouden dag te bezorgen. Daarvoor zij den leden hulde gebracht. Van het overlijden van den eerevoorzitter Copier, die de algemeene achting genoot en 23 jaren de vereeniging met raad en daad terzijde stond, werd reeds boven gesproken. Het ziekenfonds stond het geheele jaar door op eene zeer goede hoogte. Wel waren er veel zieken, doch lang niet zooveel als in de twee voorgaande jaren. Maar de influenza kwam in 't land en deed het ziektecijfer in de vereeniging zóó zeer stijgen, dat van 6 tot 31 Januari ruim 361 gulden aan ziekengeld moest worden uitgekeerd. Niettegenstaande het weiluwenfonds voor vier overleden leden f 300 uitkeerde bleef het toch in bloei toenemen. De vereeniging ontving een aanzoek van eene weduwe, wier man verleden jaar overleed, om iets voor haar te doen. De vereeniging vermocht dit niet, doch eene circulaire aan de leden ge zonden had goede gevolgen. Niet alleen alle leden, doch ook met-leden droegen bij, zoodat haar een aardig sommetje kon worden ter hand gesteld. Ook de secretaris wenschte aan hel einde van dit verslag allen aanwezigen recht veel genoegen op den feestavond toe. Van den beschermheer der vereeniging, onze geachte burgervader, was een schrijven ingekomen dat hij tot zijn spijt op dit feest niet aan wezig zou kunnen zijndat hij het betreurde dat de vereeniging in het afgeloopen jaar met zooveel ziekten had te kampen gehad, maar dat hij niettemin alle feestgenooten een recht prettige» avond op het kopperfeest toeweuschte. Met muziek en zang en de opvoering van twee tooneelstukken werd nu de avond ver der prettig doorgebracht. We brengen veel hulde aan de vertoonsters en vertoouers van beide stukjes; ook aan die van „Lot is dood", blijspel met zang in één bedrijf, naar het Hoogdnitscb van Leopold Günthes, maar vooral aan hen die bet zangspel in drie be drijven „Het huwelijk bij trommelslag," naar het Fransch van M. J. Ratfa en J. Heems, zoo uitmuntend hebben doen slagen. Terstond na het eindigen der pauze ging het scherm op en vonden we bestuur, werkende leden en eene der dames vertoon sters op het tooneel vereenigd. Bij monde van den presideut bood het besmur aan mej. E. Koster, voor hare vele verdiensten jegens de vereeniging, het eerelidmaatschap aan, waarbij haar terstond bet insigDe op de borat werd gehecht. Een luid applans bewees hier hoezeer door deze handeling van het bestuur aan een' reeds lang opge komen wensch van de leden werd gevolg gegeven. Er werd dus vroolijk en eensgezind feest gevierd op deze bijeenkomst van de bloeien de en kloeke vereeniging „Lourens Jansz. Coster'Er werd nog lang gedanst en pret gemaakt, en nog bleven ons de laatste twee regels van het vierde feestlied in de ooren klinken „Een dronk gewijd aan Coster'sgroot verstandl De drukkunst bloeie in Nederland." Professor C. P. Tiele is benoemd tot correspondeerend lid der Academy of anthro pology te New York. FEUILLETON. ued nen iciil t en dig 2, Jk ES ER E Et D ie »'a r te ers- w R. ave ed. DE ie i y DE een verhaal dit den tijd van Graaf Jan II. 40.) fZulk een neerlaag zou u minder schan- lijk dan schadelijk geweest zjjn, jonker! >nt als men bijna ongewapend met twee jen vier man moet strijden, staan de osen niet gelijk. En het was nog wel ter, dat gij in de neerlaag zoudt komen, moet ik dus verschooning vragen voor |D ongevraagd bijspringen, dat n waar- lijnlijk «eer onaangenaam is geweest". »Toch niet, ridderl Voor de verzuimde ïtuiging van mijn dank ben ik juist her- Darts gekomen" „Wat, joukerP dank, omdat ik veront- «ardigd over dorpelijke vermetelheid mijn D' tegen hen oplichtte, wien ik wat rbied voor den adel wilde inboezemen "eek maar niet meer over znlk een etigheid!" „Belangstéling in eene deed mij de lompheid ple;en, n gisteren onbegroet te laten wegrijdm. Als ik u dus niet voor mijzelf mag tedauken, laat mij het u dan maar doen veer 't meisje, dat zonder uw tusschenkomst „Indien ik iank had begeerd, zou ik gebleven zijn, jonker! Laat ons nu maar eens over gewichtiger zaken spreken. Dat graaf Jan sinds eenigen tijd vrij ernstig sukkelt, «eet gij stellig; maar gij zult nog wel uiet weten, dat de graaf op doktersraad Henegouwens droge lncht op zijn gestel moet laten werken". Dai bevreemd mij geenszins; maar ton Guy Van Vlaenderen wegens aanhitsing door van Renesse en door andere Zeeuwsche ballingen deze lauden dan niet tijdens des graven afzijn met een oorlog, met een inval dreigen?" „Juist, jonker; reeds heeft Gay het dezen zomer gesloten verbond ongeldig verklaard, zoodat wij ook spoedig oorlog met de Vlamingen kunnen verwachten. Doch laat ze maar eens komen". „Ook ik verlang naar mij waardiger bezig heid dan jagen en huiszitten". „Uw wensch zal waarschijnlijk spoediger bevredigd worden, dan gij verwacht, joDker", zei Van Of hem terwijl hij Otto een net gevouwen perkament gaf. Jonkheer Willem heeft mij dezen verzegelden brief, welks inbond ik grootendeels meen te kennen, voor u gegeven". Na vlachtige lezing nep de jonker„Zoo P wil de graaf het bestnur dezer landen op jonkheer Willem overdragen?" „Als Edelen en Steden om des jonkheers jeugd maar geen te hardnekkig feilen weer stand blijven bieden". „En wie zou zich er tegen durven ver zetten?" riep de jonker met vnur. „Met zwaard en speer durf ik tegenover iedereen staande honden, dat onze besle jonk heer in moed en beleid voor niemand behoeft te zwichten". „En als ik n dat eens wilde betwisten?" vroeg Van Of hem met een spotlach, ofschoon hij bedaard oprees en den jonkman ferm aanstaarde. Dan dan", stamelde Otto verlegen, „dan zon ik.... Maar gij, Van Uaain- stede's bueseui vriend, kunt onmogelijk willen, dat „U behoef ik van mijn gevoelens geen rekenschap te geven, jonker. Maar wat zoudt gij dan toch wel „Strijden en zoo Doodig snevenriep Otto zeer driftig. „Schaam u, jonker!" riep Van Of hem. Met uw weinigje krijgslauwcren zoudt gij u dus al durven meten met eeu ridder, welke zijns gelijke in krachten en in wapenhandel slechte in^W'itte Van Haamslede kan vinden. Dat noem ik dwaas. Was jonkheer Willem ook zoo gestemd, ik werkle bem bepaald tegen. Maar wat zoudt gij doen, als ik uw malle uitdaging eens ernstig opnam?" „Dan zou ik u wegens mijn voortvarend heid om verschooning vragen, ridderl" mompelde Otto zeer verlegen. Uitmuntend! Erkenning van ongelijk vind ik nog ridderlijker dan dapperheid en moed. Doch ook gij zondt mij wel eens kunnen vragen, waarom ik u beleedigend heb toegesproken, maar hoDen wilde ik u geenszins". „Deze verklaring is mij voldoend, ridderl Achting en genegenheid voor jonkheer Willem maakten mij eenigszins opgewonden, wat mij uw terechtwijzing deed verdienen". „Maar ik wilde u geenszins grieven, dewijl ik kon vermoeden, dat jonkheer Willem, uw vriend, u ten hove noodigde „Juist geraden!" riep Otto.„Nog deze week moet ik naar Den Haag". (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1890 | | pagina 1