NIEUW8- Ex\ ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. Deze o ii r a ii C verschijnt da*r e 1 ij k sb e it a I v e op Zo ii- en Feestdagen. ABONNEMENT: Prijs per Mummer 10 Cent. ADVERTENTIEN: Bureel: Scheepuiakerssteeg 6. Woensdag 29 Januari 1890. N°. 24. Uitgevers: Gebroeders Muré. De Wilddief. feilt Atofc Lrtd* 7.18 8.51 10.5j U— U.39 12.24 2.- 3.44 4.34 5.01 6.1< 6.43* 8.83 8.59 9.44 10.36 Leidsc Courant Vooi Leiden, per 3 maandenf 1.25. Franco door het geheele rijk, er 3 maanden I.OO. Van 6 regelsf 0.00. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingencontantzonder rabatper regel 0.10. 203e Jaargang. Stads-Hericli ten. Loting voor de ÏNalionaie Hililie. BURGEMEESTER la WETHOUDERS tak LEIDEN, Genen bet besluit van ilen Heer Connni&saris des Konings in deze provincie, van den 17"rn Januari 1890, a. n". 105(2e afd.), Provinciaalblad n". 7, houdende regeling van de Loting voor de Nationale Militie Gelet op de bepalingen der wet van den Au gustus 1801 Staatsblad n'. 72), alsook op die van Zijner Majesteit, besluit van den 8,leB Mei 1862 (Staatsblad n°. 46); Brengen ter algemecne kennisdat de Loting der in bet vorig jaar binnen deze gemeente voor de Nationale Militie ingeschrevenen, en al zoo voor ben die geboren zijn in het jaar 1870, zal geschieden in een der vertrekken van hel Raadhuis, op Maaodag, Dinsdag en Woensdag den 10deB, lldïB en 12den Februari aanstaande, telkens des morgens te HAL.FTIEN1; dat deze Loting in eene alphabetische volgorde der namen van de ingeschrevenen zal plaats hebbenen wel op Maandag den 10deB Februari 1890, voor de ingeschrevenen, wier familienaam begint met de letter A lot en met de letter G, op Dinsdag den llden Februari 1890, voorde ingeschrevenen, wier familienaam begint met de letter U lot en met dc letter P, en op Woensdag den 12deB Februari 1890, voor de ingeschrevenenwier familienaam begint met de letter R tot en uiet de letter Z. Voorts, dat bij art. 53 der Wet is bepaald dat voor den ingeschrevene, die niet is opgekomen, liet nomuier kan gelrokken worden door zijn vader, moe der of voogd, terwijl, is ook deze niet opgekomen, adsdao hel trekken geschiedt door den Burgemeester of bet lid van den Raad der gemeentewaar de lole- ling is ingeschreven dat ingevolge art. 34 dc opgekomen ingeschrevene, dadelijk na hel trekken van zijn nommer, de redenen van vrijstelling opgeeft, die hij meent te hebben. Het opgeven van deze redenen kan door zijn vader, moeder ot voogd geschieden, zoo deze tegenwoordig »a de ingeschrevene niet opgekomen is. Wijders, dat tol hel opmaken der getuigschriften, vermeld bij art. 53, lot hel bekomen van viijstelling wegens broederdienst of op grond van te zijn eenige wettige zoon (welke getuigschriften worden afgegeven op de getuigenis van twee bij den Burgemeester be kende en te goeder naain en faam slaande ingezete nen, die zich ieder voor de waarheid van het daatbij verklaarde, door mede-onderteekeniiig, verantwoorde lijk stellen), de gelegenheid bestaal ter Secretarie dezer gemeente, op Maandag den 17d« en Dinsdag den 18"« Februari aanstaande, van des voormiddags lier. lot des namiddags drie uren. En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door aanplakking en door plaatsing in de Leidsche Courant van den 29"tB Januari en dCn 5"B Februari 1890. Burgemeester en Wethouders voornoemd Lil dik, 28 Januari 1890. DE KANTER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN brengen ter kennis van belangheb benden, dal ingevolge arl. 2 der Verordening, regelende de invordering der plaatselijke belas ling op de honden, ieder houder van een of meer honden, die aan die belasting onderhevig zijn, verplicht is daarvan jaarlijks vóór of op den 3lslen januari a. s. bij den gemeente-onlvanger aangifte Ie doen, door inlevering van een behoorlijk ingevuld en tloor den aangever ou- derleekend biljet en dal bedoelde inschrijvings- biljellen voor liet dienstjaar 1890 kosteloos ten kantore van den Gemeente-onlvanger ver krijgbaar zijn. burgemeester en Weihouders voornoemd, DE KANTER, burgemeester, E. KIST, Secretaris. Leiden, 9 Januari 1890. UURGEMEESTER en WETH0U9ERS van LEIDEN roepen bij deze op alle leveranciers, werkbazen, enz. welke over liet afgeloopen jaat 1889 ten laste der gemeente eenige vor dering hebben, die uiterlijk vóór uit. Januari e. k.ter Gemeente-Secretarie (afdeeling finan ciën) in te leveren. burgemeester en Wethouders voornoemd, DE KANTER, Burgemeester. E. KISTSecretaris. Leiden, 9 Januari 1890. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN; Gezien het adres van P. VAN CRANEN bURGIlhoudende verzoek om vergtitiuing tol bet plaatsen van een nieuwen stoomketel in zijn iabrieksgebouw aan bel Rapenburg no. 107. Gelet op de arlt. 0 en 7 der wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad no. 95); Geven bij deze kennis aan het publiek dal genoemd verzoek, met de bijlagen, op de Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd is; alsmede dat op Dinsdag den 11 Februari a. s voormiddags Ie elf urenop bet Raadhuis gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren legen dat verzoek in te brengen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE KANTER, burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 28 Januari 1890. LEIDEN, 2» Januari. Voor de leden van de Vrijzinnige Kies- vereeuiging trad gisteravond in het Nnts- gebouw op de beer luitenant-kolonel K. E'and, directeur der krijgsschool. Ook niet- leden konden worden geïntroduceerd, en ook tnet 't oog hierop moet worden gezegd dat de opkomst niet te best was. We mogen dat niet toeschrijven aan gebrek aan belang- s: llicg bij onze burgers in de groote zaak d r landsverdediging, maar we kunnen ook n ot mtêgaan met prof. Kuenen, die zij 't dan ook om den spreker eene pleister op de wonde te leggen de slecbte opkomst wilde toeschrijven aan de griep. We kun- ïi.mi toch moeilijk vermoeoen dat een groot d.el van het kleine gehoor dat na de pauze niet wederkeerde, zich die pauze had ten nutte gemaakt om plotseling de griep te krijgen. Welke de oorzaken dhn waren van de slecbte opkomst? Ze waren naar onze mee ning vele. Ook wel de influenza, ook wel ds tooneelvoorstelliug van dien avond, maar bovenal hel feit dat, dank zij de werkzaam heid en de waakzaamheid der pers, getrouwe beschrijvingen van de lezing ook elders ge houden een groot deel der liberale kiezers reeds vóór deze vergadering in den meest uitgebreiden zin des woords hadden inge licht omtrent de uiteenzettingen die hun te wachten stonden. Die tóch zijn opgekomen hadden wellicht verwacht nog iets anders te zullen hooren en zij die na de pauze weg bleven hadden zich in die verwachting be drogen gezien. Zoo was 't echter ook met veleu die niet wegbleven, maar terugkwamen in afwachting van het wellicht te voeren debat aan bet eind der lezing. Misschien heeft ook wel de eentonige voordracht van den heer Eland vóór de pauze velen van een verder luisteren afgeschrikt. Die zouden zich echter na de pauze wat dit betreft het tijdverlies minder hebben bekluagd. De heer Eland zou spreken over de hoofdbeginselen van het verslag der staats commissie tot voorbereiding der wettelijke regeling van den militairen dienstplicht. Het doel der lezing was over de voorstellen van de staatscommissie eene publieke opinie te vormen. De heer Elaud verklaarde enkel de sociale hoofdvragen van de quaestie te zullen behandelen. Volkslegers of militie- legers, de vóór- eu nadeelen van beide elkander tegenoverstellend en daarbij Enge land en Zwitserland tot uitgangspunt nemend. Naar sprekers meening past voor ons land slechts een kaderleger; de hoegrootheid van de vaste kern en de duur der oefenin gen zijn hier de factoren. Neemt mm den oefeningsduur te kort dan vervalt men al spoedig in het euvel van het militieleger. Hierbij dient echter eene verdeeling in categoriën, zoodat terstond volledig geoefen- den gereed zijn, beperkt geoefenden, die tot aanvulling moeten dienen en in 't geheel niet in 't leger geoefenden, die voor bizon- dere diensten moeten worden gebezigd. 11e staatscommissie heeft dat splitsings-stelsei aangenomen, maar is naar sprekers tneening niet gelukkig geweest in de wijze van toe passing. Aan de toelichting van dtze meeniug in 't breede, besteedde de heer Eland na geruimen tijd. Na de pauze was 't vooral de persoonlijke dienstplicht die ter sprake kwam. In Enge land, Belgie eu Nederland alleen is nog dienstvervanging mogelijk en spreker hoopte dat Nederlaud niet langer meer tot de uit zonderingen zal blijven behooren. De staatscommissie heeft dan ook persoonlijkeu dienstplicht voorgedragen. Door persoonlijken dienstplicht, zeide hij, versterkt men quautiteit en qualiteit van het leger beide. Door versterking van het leger en verlenging van den diensttijd is de overmatige uitbreiding van het kader onnoodig. Men zal krijgen eeu sterker leger niet beter gehalte. Onze plaatsver vangers zijn volstrekt niet zoo slecht als men wel wil voorgeven. Maar het is dan ook niet te doen om de plaatsvervangers te wereu, maar wél om de meer ontwikkel den in het leger te krijgeD. In het behoud der dienstvervanging, ging de heer Eland voort, is ook wel degelijk onbillijkheid gelegen, omdat men de zwaarste lasten wil laten rusten op de minder be deelden. Spreker somde nu de voordeelen van den persoonlijkeu dienstplicht op. Voor overdreven militairisme behoeft men zeker niet te vreezen. Men vraagt niet meerderen, maar anderen. En wat de beweerde demo ralisatie van het kazerneleven betreft als dit zoo ware, mag men dan den minderen EEU1LLETON. BEN verhaal orr den tud van Graaf Jan II. 20.) 1 Omdat gij het met uw eigen oogen hebt gezien. Maar zien is nog lang geen voelen en tasten, Antje, hernam de portier gemaakt, zoodat ge mij voortaan wel •la rechtgeloovig zult moeten beschouwen. Ach, riep de portier9vrouw zuch tend, mocht ik het nog eens beleven, dat gij u van uw ougeloof bekeerdet, Peter, waar helaas, bij u is het den Moriaan ge- wasscben. - Omdat hel waschtaig niet deugt; als ge mij maar eens in een kuip wijn zettet, zondt gij wonderen zien gebeuren, maar wordt daar niet gefloten Dat zal u gelden, Rob! ^Hemeltjelief!'' schreeuwde Rob, als de valkenier maar niet beeft verklapt, dat ik de mand van mijn hoofd hebt laten vallen, toen wij Pas maar op, dat gij zelf niet klapt, zei de portier. Waut des ridder staat heden de muts niet. Ook Van Noortig mocht mij wel eens niet willen gelooven, ofschoon ik kan be zweren, dat ik, toen ik vluchtend omkeek, iets op den rug van den hospes heb zien zitten. En toen ik kort daarna nog eens omkeek, was er hospes noch spook meer te bespeuren. Zou dat een bewijs moeten zijD, dat de dikkert in den buik vaD den Wild dief zit? Niet, Peter? Stellig, hernam de portier droogjes, doch blijf maar zwijgen, indien gij althans geen last hebt in stokslagen. Angustinos eu de oude Bus zullen het varken wel zonder n wasscheu. Als zij maar iets hebben gezien. Zwijg daarover maar als het graf, indien u althans de rug niet vreeselijk jeukt. Nu werd des ridders zilveren Aaitje nogmaals gehoord eu Rob strompelde weg; angstig opende hij de deur van des ridders kamer eu Robs angst verminderde geenszins, toen hij er den valkeuier bedeesd aan de ruige beremuls zag plakken. Waarom beeft gij zoo, kerel? vroeg Van Noortig notsch. Is n de schrik ook al otn het hart geslagen? Maar n is dat niet kwalijk le nemen, ver volgde de ridder zachter. Als de aan voerder vliedt, mogen ook de knechten het hazenpad kiezen. Ga Augustinus maar eens roepen. Bij den Hemel! dacht Rob, zulk mooi weer had ik geenszins ver wacht. En niettegenstaande zijne moeheid, liep hij vlug naar Augustinus. Onaertusschen bleef er in de kamer des ridders stilte heerschen. Bus plukte nog steeds aan zijn muts, terwijl Van Noortig soms een teug wijn nam. Vrouwe Van Noortig zat tegen over haar echtgenoot aan de breede mar meren tafel naar den ouden Bus te turen, met wiens verlegeubeid zij medelijden scheen te hebbeuAgnes zat naast heur moeder op borduurwerk te staren. Bij zijn terugkomst zei Rob: Augustinus kan op dit oogenblik onmogelijk aan nw verzoek voldoen, Heere. Waarom niet? Hij zit in zijne kamer, waar hij dringend werk heeft. Zwijg met uw dom gekakel, riep de ridder ongeduldig. Ga maar rusten en slapen, moede domoor. Ook n heb ik heden niets meer te zeggen, valkenier, vervolgde Van Noortig ontevreden. Wat dunkt n van de geschiedenis? vroeg vrouwe Van Noortig, zoodra Bus en Rob weg waren. Mij lijkt ze wonder en ik had waarlijk medelijden met den valke nier. Bij wezenlijke duivelskunstenarij moest den armen kerel allen moed immers wel ontzinken, ook Augustinus achtte haastig vluchten noodig. Zou ik den kerel door vriendelijkheid misschien nog in zijn bijgeloof moeten versterken? vroeg de ridder. Bij St. Jeroen, onze portier, Peter, had aan het hoofd van de onderneming stellig nooit schandelijk den aftocht geblazen. Vrees alleen heeft den domoor doen struikelen en hem ook allerlei schrikbarende dingen voorgetooverd. (W»rdt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1890 | | pagina 1