fso
MKUW8- LN A I)VERT KNTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
ABOIUMEIHEHT:
aovertemtieh:
Dinsdag 14 Januari 1890. NI0. 11.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
De Wilddief.
ip e t. e Co mailt verschijnt dadelijks, behalve on Zon- en Feestdagen*
Vooi Leiden, per 3 maanden1.25.
Franco door liet geheele rijk, er 3 maanden I.«O.
Prijs per Summer 10 Om.
Van 16 regelsf 0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, a contant, zonder rabat, per regel 0.10.
Bureel: Kctieepiiiakerssteeg 6.
203e Jaargang.
81 a (I s - S5 e r i c h I e n
BURGEMEESTER EK WETHOUDERS tan LEIDEN,
Herzien de openbare kennisgeving omtrent de ver
plichting tot het doen van aangifte \oor de Nationale
Militie, in de maand Januari 1890, voor hen die op
den l8tfn Januari van dit jaar hun 19de jaar zijn
ingetreden, en alzoo de personen, geboren in het
jaar lSXJL, alsmede voor hen die eerst na het in
treden \an hun 19de jaar, doch vóór het volbrengen
van hun 20ileingezetenen zijn geworden, geplaatst
in de Leidsche Courant van den 16deD, den 238teD
en den 308ten December 1889;
Brengen ter algerneene kennis
dat tot deze inschrijving zitting wordt gehouden op
het Raadhuis, van des voormiddags 10 tol des na
middags 3 uren,
op Maandag 13 Januari, voor de bewoners van de wijken
1,11 en UI,
op Dinsdag 14 do d
IV en V,
op Woensdag 15
VI,
op Donderdag 16 i>i>»
VII
op Vrijdag 17 o
V1U en IX of de buitenwijk,
en dat de geboorte-akten, die de belangheb
benden hij de inschrijving, onder opgave der woon
plaats van den ingeschrevene, hehooren over te
leggen, dagelijks, de Zondag uitgezonderd,
zijn te verkrijgen ter Secretarie dezer gemeente (af-
deeling Burgerlijke Stand), van des voormiddags 9,
tot des namiddags 3 uren, wanneer tevens voor hen,
die hier niet zijn geboren aanvrage ter verkrijging
dier akten kan worden gedaan.
En wordt deze door plaatsing in de Leidsche
Courant en hij aanplakking afgekondigd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE KANTER, Burgemeester,
E. KISTSecretaris.
Leioen, 4 Januari 1890.
II lik - Icl K.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS *ais LEIDEN,
Gezien liet besluit van de Gedeputeerde Staten der
pro»incie Zuid-Hollandvan den 10deo December 1889,
n°. 9/1 Provinciaalblad n°. 74), houdende bepaling
van de tijdstippen van den herijk der maten en ge
wichten in de verschillende gemeenten in deze pro
vincie, voor het jaar 1890;
Herinneren den ingezetenen dezer gemeente hunne
verplichting, overeenkomstig art. 15, lelt. a, der
wet van den 7en April 1869 IStaatsblad n°. 37),
tot het doen herijken van alle reeds in gebruik
zijnde maten en gewichtenonder mcdedeeling dat
daartoe door den ijker zitting wordt gehouden in het
lokaal van den ijk, op de Aalmarktnaast de Ge
meente-apotheek en wel:
voor de ten verkoop bestemde nieuw geijkte maten
en gewrichten op den 7, 8,9 en 10 Januari,
voor de gewone gewichten, benevens de maten en
strijkers,
voor wijk I, op den 14 en 15 Januaii,
voor wijk 11, op den 16 en 17 Januari,
voor wijk III. op den 21, 22, 23 en 24 Januari,
voor wijk IV, op den 28, 29, 30 en 31 Januari
en 4 Februari,
voor wijk V, op den 5, 6, 7, 11 en 12 Februari
voor wijk VI, op den 13, 14, 18, 19, 20,21?
25, 26 en 27 Februari,
voor wijk VII, op den 28 Februari, 4, 5, 6, 7,
11 en 12 Maart,
voor wijk VIII en de buitenwijk, op den 13,
14, 18, 19, 20 en 21 Maart;
voor de gewichten voor fijne weging, in gebruik
bij medicijnbereiders, goud- en zilversmeden, specie-
handelaars en verdere in goud en zilver handelende
personen
voor wijk I, II, III, IV en V, op den 25, 26 en
27 Maart,
voor wijk VI, VII, VIII en de buitenwijk, op
den 28 Maarten 1 en 2 April, lelken dage van des
morgens 9 tot des namiddags 3 uren;
dat voorts gedurende den herijk in de gemeenten
van den ijkkring huiten de standplaats, zitting bin
nen deze gemeente zal worden gehouden, op den 26
en 28 April, 16 en 17 Mei, 6, 7, 27 en 28 Juni
en 18 en 19 Juli van des morgens 9 lot des namid
dags 3 uren, en wijders na den 6CD Augustus
iederen Woensdag en Zaterdag van 9 tot 1 uur.
Tevens worden de belanghebbenden er op gewezen'*
a. dat zij verplicht zijn hunne maten en gewichten?
behoorlijk droog en schoon, bij den ijker op
voorschreven dagen, tot het ondergaan van den
herijk te bezorgen;
b. dat zij, die zulks verzuimen of daarin verhin
derd worden, voormelde maten en gewichten
vóór den l8lcn October nog aan den ijker op
dc daarvoor aangegeven dagen ter herijking
moeten aanbieden
c. dat, na hel eindigen van den termijn van den
herijkhet gebruiken of voorhanden hebben van
inaten en gewichten, niet \oorzien van de ver-
eischle stempel merkenvolgens art. 29 der bo
venaangehaalde wet, verboden en strafbaar is; en
d. dat hij het terug ontvangen van de ter ijking
aangeboden voorwerpen, zij zich dienen te over
tuigen of die van het goed- of afkeuringsmerk
zijn voorzien.
Vervolgens wordt ter kennis van de belanghebben
den gebracht, dat volgens besluit van den Minister
van Waterstaat, Handel en Nijverheid, vandenl2dei>
November 1889, de letter A in den gewonen schrijf
vorm, bestemd is tot goedkeuringsmerk zoowel
bij den ijk als hij den herijk der maten
en gewichten, en hij den ijk van gasmeters de
Koninklijke kroon, tciwijl hel kantoormerk voor de
gemeente Leiden is het cijfer 7.
En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door
aanplakking en door plaatsing in de Leidsche Courant.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE KANTER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, den 24 December 1889.
LEIDEN, 13 Januari.
Nog steeds komen zich hier ter stede
tal van nieuwe gevallen Tan griep bij de
oude voegen, zoodat geneesheereu en apothe
kers nog handen vol werk hebben. Ook
komen gevallen voor waarvan longontsteking
het gevolg is, en waaronder een geval ons
hedpn gemeld werd met doodelijken afloop.
De heer rnr. \V. Van der Kaay,
kantonrechter alhier eo lid der Se kamer
is door griep aangetast.
We ontvingen bet algemeen verslag
vau het verhandelde op de algerneene ver
gadering van bet hoofdbestuur eu de afge
vaardigden der districtscommissiën van het
fonds tei aanmoediging en ondersteuning
vau deu gewapeudeu dienst in de Neder
landen, gehouden te Amsterdam, den disten
Juli 1889. De districtscommissie van Leiden
was op die vergadering vertegenwoordigd
door den heer F. Van Ketwich.
De baten bedroegen over het jaar 1888
f 89,578,88,L en daaronder f25,846,89 ais
bedrag der opbreugst van de collecte en
f5000,00 als subsidie van hel rijk ten be
hoeve van het Invalidenhuis alhier. De
schaden bedroegen f 185,77^ miuder eu
hieronder kwamen voor kosten van het
Invalidenhuis, na aftrek der ingehouden
gratificatiën en pensioenen f 10,514,66.
Aan gratificatiën werd f2715,59' minder
uitbetaald dan in 1887 en het getal der
deelgerechtigden was 1609 tegen 1688 iu
het jaar te voien.
liet totaal bedrag der kosten vau het
Invalidenhuis iu 1888 bedioeg I 19,180,26 J
of f444,14J minder dan in het jaar te
voren. Gedurende 1888 werden er verpleegd
2 verminkten uit de koloniën, 8 verminkten
uit den strijd tegen België, 48 iiifirmen en
1 kostganger voor rekening van het rijk,
totaal 54 inan. Op 31 December 1888
waren 1326 deelgerechtigden tot het fonds,
ilu8 58 minder dan op 31 December 1887.
Wat iu het bizonder nog het invalidenhuis
betreft kan worden gezegd dat de boeken,
registers en andere administratieve beschei
den zorgvuldig en net worden bijgehouden.
Uit het strafregister blijkt dat van 19 Juni
1888 tot 18 Juni 1889 twintig malen
straffen zijn opgelegd, waarvan slechts 3
niet wegens zware of minder zware dron
kenschap. Een beroep op de vergadering
wordt gedaan om de zalen door wand- en
andere versieringen iets gezelliger te maken.
Alles wordt er overigens ordelijk en zuinig
beheerd en daarvoor komt lof toe aan den
raid van administratie, den commandant
en den onder-commandaut. Het hoofdbestnur
van het fonds ontving uit de provincie
Zuid-Holland de som van f 6,898,69^ eu
daarvan uit Leiden f754,58.
Men schrijft aan de N. R. Ci.:
Zooals bekend is, hield de nitbetaling der
f5000 rijkssubsidie aan de kweekschool voor
bevtaarschoolbouderessen te Leiden met 1°.
September 1889 op, en whrd daardoor deze
niet genoeg te waardeeren nuttige instelling
met ondergang bedreigd.
Voorloopig is echter dit gevaar grootendeels
afgewend door bijdragen van verschillende
zijden. De maatschappij tot Nut vau 't Al
gemeen beloofde gedurende drie jaar eene
toelage van f 1000; de gemeente Leiden ver
hoogde de hare met f 1000 en door giften
van corporatiëu en particulieren, waarbij wel
in het bizonder gemeld mag worden dat de
meeste deelnemers in de leening van f 50,000
welke eeuige jaren geleden gesloten werd
voor de uitbreiding der kweekschool, genoe
gen namen met eene rentevermindering van
4| pCt. op 3 pCt. werd nog ongeveer
t 2000 verkregen.
Reeds ruim 100 hoofden van bewaarscholen,
die aan de kweekschool te Leiden hare op
leiding ontvingen, werden in verschillende
gemeenten van ons vaderland geplaatst. Het
bestuur der kweekschool, dal dus op zoo
ruime schaal voor het geheele land werkzaam
is, vond dan ook vrijheid aan een zeer groot
aantal gemeentebesturen het verzoek te rich
ten om door eene kleine jaarlijksche bijdrage
het voortbestaan der kweekschool te helpen
bevorderen. Dit verzoek bleef niet geheel
onbeantwoord. De gemeenteraad van Zutfen
gaf f25, die van Utiugeradeel f 15, die van
Goes, Assen, Zieriksee, Vlissingen, Menal-
dumadeel, Oegstgeest, Leeuwarderadeel, Idaar-
deradeel en Oudshoorn ieder f 10, die van
Pultershoek, Winterswijk en 's-Graveuzande
ieder f5 'sjaars, te zameu dus f 145. In-
tusschen blijft nog te voorzien in een tekort
van nagenoeg f1000.
Moge het besef van het nut dat de kweek-
FEUILLETON.
EEN VEKHAAL
UIT DEN TIJD VAN ÜEAAF JAN II.
7-)
„Wat zouden er allen op hun neus
kijken, als zij eens wisten, welke vogels er
onder de boereveeren schuilen".
Maar Johan en Frederik moesten toch
nog geduld oefenen, tot de hospes, gelijk
hij zeide, zijn Zondagspak bad aangetrokken
Een roode korte broek, blauwe geweven
kousen met gele leeren knieriempjes, een
groen wambuis met zeer groote koperen
knoopeu, schoenen met lange punien en
eeu plat hoedje, dat nauwelijks de kruin
van zijn dik hoofd dekte. Potsierlijk kwam
de dikbuikige hospes hijgend en waggelend
tusschen zijn twee ais boeren vermomde
gasten op het voorplein van het kasteel.
Maar men was zoo gewoon aan den
koddigen opschik van den dikzak, dat nie
mand acht op hem scheen te slaan, wat
misschien ook kwam, dewijl men juist met
gaaischieten wilde beginnen.
„Spalk uw oogen nu maar eens goed
open, jonkman", sprak de hospes zege
pralend, terwijl hij Frederik aanstiet en
dezen op de jonkvrouw opmerkzaam maakte,
„en zeg mij maar eens, of mijn Griet
terecht boos is geworden, toen ik de
schoonheid onzer jonkvrouw boven de hare
durfde prijzen".
Verbeeld u een bevallige maagd, wier
blonde lokken steelsgewijs te voorschijn
komen onder een hemelsblauwen zijden
doek, met welken zij smaakvol het hoofd
heeft omwonden, terwijl eeu om de blanke
armen nauwsluitend, maar om het lijf ruim-
hangend wit zijden kleedje met zilver
kleurige festoenen en met een kunstig
bewerkten Turksch leeren gordel haar
tenger, welgevormd lichaam omsluit. Zij
heeft een fijn beneden gelaat met zachte,
doch vlugge blauwe oogen en tallooze
andere bevalligheden, zoodal de jonge jager
zich zoodanig in de beschouwing van
de jonkvrouw verdiepte, dat hij eerst bij
herhaalden aandrang van deu onge
duldig wordenden hospes antwoordde
„Z.ii is waarachtig nog mooier dan een
Engelin".
„Had ik dus gelijk?" vroeg hij weer.
„Groot gelijk", zei Frederik, die nu wat
verderop ging staan peinzen. De hospes
keek naar het gaaischieten, tot de valkenier
hem op den schouder tikte en tevens zeide:
„Hebt gij nog een goeden voorraad hieruit
het Dclfl8che Roosjen, hospes?"
Het woord bier werkte op deu hospes,
zooals d« etensklok op een hongerige maag
werkt. Hij maakte een slurpende mond
beweging en hij keek vroolijk naar den
ouden valkenier, terwijl hij antwoordde:
„Natuurlijk. Had ik maar een stoop of
wat hier; want de tong kleeft mij aan het
verhemelte. Doch waarom vraag ge mij
zoo naar mijn biervoorraad
Wel, den prijs win ik zeker en dan kan
het een pnik vaatje lijden, Jasper.
„Verkoop de hnid maar niet, voor dat
gij deu beer hebt gedood, Bus".
„Eu wie zou er beter dan ik kunnen
schieten?" vroeg de valkenier, terwijl bij
den boog, dieu bij in de hand had, met
welgevallen beschouwde.
„Hm, hm, beter hard geblazen dan deu
mond gebrand, mompelde Joban.
„Wat zegt gij daar, lompe boer?" riep
de valkenier toornig. „Meent gij mis
schien, dat er iemand beter dan ik met
pijl en boog kan omgaan? Beter dan ik,
die reeds een reebok wist te treffen, toen
ik nog niet boven op de tafel kon
kijken".
„Daar staat mijn zoon", zei Johan, terwijl
hij naar Frederik wees, „die n, als hij maar
wil, nog wel een lesje zou kunnen
geven".
„Die melkmuil", riep Bus, terwijl hij
naar Frederik ging, die bij op den schouder
sloeg, waarna hij spottend zeide: „Kunt
gij met pijl en boog omgaan?"
„Ja, zij is mooi, engelachtig mooi,
zeg ik".
„Wie? Wat?" vroeg de valkenier
driftig. „Ik vroeg, of gij kunt schieten,
ezel?"
„Op eiken andereu tijd zon den valkenier
dit scheldwoord kwalijk zijn bekomen; maar
de jonkman bad het zoo druk met de
beschouwing eu de bewonderiug van de
jonkvrouw, dat hij deu ouden Bus half had
verstaan. Eindelijk sprak bij verbaasd en
droomerig: „Wat vraagt gij?"
„Of gij kunt schieten?"
Wordt vervolgd.)