NIKUW8- RN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
ABOifllE^EIST:
Zaterdag 21 December 1889, W. 300.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
J A C SI T.
mm
ÉT
i
US
8
-M
E>eie Courant verscl»ifnt dadelijks, behalve op Zon- e» Feestdagen-
Vooi Leiden, per 3 maanden1.25.
Franco door het geheele rijk, er 3 maanden l.ttO.
Prijs per Summer to lest.
203, Jaargang.
A0VERTE8TIEN:
Van 16 regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, k contant, zonder rabat, per regel 0.10.
Bareel: Scheepiiiakersstceg 6,
S t a d s - B e r i c li t e ti
De COMMISSARIS des KONINGS in de
Provincie ZUID-IIOLLAND
Gezien hel besluit van de Gedeputeerde Stalen
van den 3den December 1889, n°. 94;
Gelet np art. 11 der wet van den 13den
Juni 1857 Staatsblad no. 87);
Brengt ter kennis van de belanghebbenden,
datbij bovengenoemd besluit van de
Gedeputeerde Staten de Jacht op klei
wild in deze Provincie wordt gesloten op
Dinsdag den 'Aislen December aanslaande met
zonsondergang, alsmede van bel in art. 15
sub lelt. g dier wet bedoeld jachtbedrijf, van
het vangen van houtsnippen met laat-, war-of
vatflouwen, hetwelk blijft toegelaten tot en
met den 20slon Maart 1890.
En zal deze kennisgeving, in plano gedrukt,
worden afgekondigd en aangeplakt, waar zulks
Ie doen gebruikelijk is, alsmede in het Pro
vinciaal Blad en in de Nederlandse/ie Staats
courant worden geplaatst.
De Commissaris des Konings voornoemd,
FOCK.
's Gravenhage, den 5den December 1889.
LGIBEN, 30 December.
Bij Zr. Ms. besluit is, met ingang
van 1 Januari 1890, benoemd lot direc
teur der op dat tijdstip in de gemeente
Oegstgeest te vestigen rijkswerkinrich
ting voor vrouwen, B. J. Beek, thans
directeur der militaire strafgevangenis
aldaar.
De commissie voor de arls-examens
heeft in hare heden alhier gehouden zitting
voor het eerste gedeelte toegelaten de heeren
F. Beekenkamp en J. Bruins Slot.
Van bet „Historisch kritisch onder
zoek Daar bet ontstaan en de verzameling
van de boeken des Onden Verbonds" door
den Leidscbeu hoogleeraar dr. A. Kuenen,
is dezer dagen het tweede deel verschenen,
geheel omgewerkt zooals op den titel te
lezen is. Zeer weinig gedeelten bleven
onveranderd, terwijl het gebeel met meer
dan twee vellen druks tekst en aanteeke-
niugeu werd verrijkt. Van bet eerste
deel van het Standaardwerk verscheen leeds
een tweede druk. Het werk bestond uit
drie deelen, zoodat het derde nog te herzien
overblijft.
In de groote zaal van het Nutsge-
bouw kwamen gisteravond de ledeu van de
Maatschappij tot Nut van 't Algemeen met
hunne dames te zamen om den novellist
Chappuis te hoorei). Te half acht beklom
de spreker voor dezen avond het podium en,
met eene gebruikelijke pauze, onderhield hij
zijn gehoor geheel den avond op zoo bizonder
aangename wijze dat een welgemeend luid
applaus na elk der afdeelingeu voor een
deel de dankbaarheid der hoorderessen en
hoorders vertolkte.
Vdér de pauze was 't de novelle „Pal
jas" die ons uitermate boeide. De paljas
van een reizend gezelschap, voorheen waard
in een welbeklante herberg doch na de straf
voor een in drift beganen moord ondergaan
te hebben, voor de schande uitgeweken,
ontmoet op een zijner tochten zijne van
hem gescheiden en hertrouwde vrouw. Hij
heeft eene dochter van wier geboorte hij
onkuudig was gebleven door zijne inhechte
nisneming. Doch ze is niettemin zijne
dochter eu is intusschen tot eene prachtige
deerne opgegroeid.
De mottige eenoogige paljas komt juist
bijtijds in het dorp. Want de liefdelooze
moeder heeft met haren tweeden man kun
nen besluiten de negentienjarige dochter te
verkoopen uit te huwen aan een veerti
ger voor wien ze niet de minste liefde kan
gevoelen. Maar de bruidegom heeft geld,
veel geld; en daérop wordt gespeculeerd.
Maar paljas komt juist bijtijds, zooals
gezegd. De moeder moge hare toestemming
geven hij geeft ze niet, en dat legt
gewicht in de schaal. De onooglijke paljas
redt zijn kind, dat in hem kort te voren
nog slechts den „leelikerl" zag, en geeft
baar aan den jongeling hartr keuze. Zij
wordt gelukkig; hij heeft afgedaan. Hij
overleeft zijns daad slechts korten tijd.
De heer Chappuis heeft eene uitmuntende
eu boeiende voordracht; hij doet de hande
lende personen voor ons optredeniu spraak
en gebaren brengt hij ze ons voor. En
wanneer hij ten slotte zegt: „Ik heb ge
zegd", dan hebben we allen de geheele
geschiedenis doorleefd, we hebben den
leelijken paljas gezien, mottig en eenoogig
als hij was, we hebben den molligen arm
en den glunderen lach van zijne dochter
mede aanschouwd, we hebben eenige dagen
mede doorleefd in den kermiswagen met
zijn uitmuntend beschreven inhoud; en we
hebben bij dat alles medegevoeld, het wel
en het wee, eu we hebben genoten, iu den
waren zin des woords.
Na de pauze was 't eene meer grappige
novelle die het gehoor aan sprekers momt
boeide. Op de meest vermakelijke wijze
weru ons in alle détails verhaald hoe de
famielje Van der Veen op Vechtvliet, haar
buitentje, bezoek kreeg van de famielje
Pied, die daar voorloopig hare tenten scheen
te zullen opslaan, het beste voor lief nam,
en van heen gaan niets weten wilde. De
schildering van papa Piedden goedzak bij
uitnemendheid, van moeder Pied, die den
pantoffel uitstekend hanteerde en do twee
razend ondeugende telgen Pied, met en
benevens die van Van der Veen en echtge-
noote waren volkomen.
Allergrappigst was de wilde jacht be
schreven van het onzalige ruiulerkind door
de Van der Veensche broeiramen en even
grappig het feit dat zelfs voor pokken of
typhus de langdradige gasten van een nég
langer verblijf niet waren af te schrikken.
Neef Jan moest spoken te voorschijn roepen
maar toen verdwenen de plakkers ook op
slaande» voet.
't Was dus dezen avond ernst en luim, en
wel opgedischt op eeue wijze die ieder dank
baar stemde voor den spreker, maar tevens
dankbaar voor het bestuur, dat den heer
Chappuis tot het vervullen van eene spreek
beurt genoodigd had.
Naar aanleiding van een bericht uit
Amsterdam, dat aldaar Lcidsche studenten
zich in het gasthuis komen oefenen in het
opereeren enz. waartoe te Leiden de gelegen
heid niet schijut te bestaan, meldt men aan
de N. R. Ct. uit Leiden, dat die gelegenheid
aldaar inderdaad zeer onvoldoende is. Reeds
vroeger is er in dat blad op gewezen, dat
het Leidsche Ziekenhuis berekend is op het
bezoek vao een dertigtal studenten; terwijl
de klinische lessen tegenwoordig worden
bezocht door ruim 160 candidaten. Het
spreekt van zelf dat, bij zulke toestanden,
zoowel het gtbouw als het matriaal, noodig
voor de practische geneeskundige vorming,
bij lange niet meer toereikend zijn. Dit
geldt zoowel voor het ziekenondetzoek als
voor de operatieoefeningen. Als men weet,
hoeveel moeite het kost, kadavers le krijgen,
die voor deze oefeuiugen mogen worden ge
bruikt, dan is het duidelijk, dat, ook bij de
grootste welwillendheid van het onderwijzend
personeel, hun voorraad niet voldoende kan
zijn om aan 160 studenten de gelegenheid
te bieden, zich voortdurend in de practische
chirurgie te oefenen. Sedert eenige jaren zoeken
dan ook de studenten die gelegenheid in de
naburige steden. Met name in het Haagsche
gasthuis werden zij tot véér enkele maan
den gastvrij ontvangen, en vonden zij
aldaar de adsistenten bereid, hen bij honne
studie te helpen. Die gelegenheid is, om
onbekende redenen, tot groote schade der
Leidsche studenten, plotseling afgesloten;
zoodat zij nu genoodzaakt zijn, nog verder
op te gaan zoeken wat zij iu Leiden zelf
niet vinden. Ook voor de deugdelijkheid der
geneeskundige opleiding is het dus alles
zins wenschelijk, dat aan den onzaligen toe
vloed van medici paal eu perk worde ge
steld, en de Leeuwarder afgevaardigde ter
tweede kamer heeft een goed werk verricht,
met hierop de aandacht der regeering te
vestigen.
In het Panorama op de Hoogewoerd
is thans tentoongesteld de serie Zwitserland
(westelijke helft), 't Ia moeilijk te zeggen,
welke helft van dat hoogst interessante land
het schoonst is te noemen in dit Panorama,
maar zooveel is zeker dat ook deze serie
wederom hoogst belangwekkend is.
Schoon zijn o. a. vooalPanorama van
Sitten, kasteel Valeria te Sion, Hospitaal op
St. Bernard, Tunnel van den ïête Noire,
Toren vbd Martigny en het Rhóne-dal, kas
teel van Chillon en de Deut du Midi, Ve-
vey en het meer, Montreux, het lage stads
gedeelte van Bern, Spiez aan het Tbuner-
meer en Lauterbrunnen en de Staubbach.
Maar niet minder schoon zijn in de an
dere helft der serieEiger en Mönch van
Mürren gezien, Grot op den Grindelwald-
gletscher, Interlaken en de Jungfrau, Straat
van Unterseeu bij Interlaken, aankomst van
eene stoomboot te lirjenz, Diligence op den
Brilnig (vergezicht), Well- en Wetterhorn,
Giesbach spoorweg, enz. euz. Een gang
naar het Panorama op de Hoagewoerd is
dus ook dezer dagen wederom zeer aan te
bevelen.
Uit Leiden wordt aan de N. R. Ct.
gemeld
De pseudo Oxfortsche student R. M. die,
zooals onlangs iu dil blad is medegedeeld,
zich te Oudshoorn aan oplichterijen heeft
schuldig gemaakt, is, zo.als reeds werd me
degedeeld, te 's liertogeiiboscb in verzekerde
bewaring genomen.
De koffiehuishouder T.die hem bij zijn
voorgewend uitstapje naar Gouda zijne over
jas heeft geleend en tot nog toe vruchte
loos op terugbezorging heeft gewacht, is
voor den rechter van instructie ontboden,
ten eï.ide over dit geval gehoord te
worden
Naar men verneemt heeft, de familie
van den pseudo student schadevergoeding
voor de niet terugbezorgde overjas aange
boden.
Het café Franpais op het plein te
's Gravenhage levert op het gebied van
café chautant weer wat nieuws met het
Marokkaneu-Gezelschap, dat, naar wij ver
nemen, ook in andere plaatsen zal optreden.
Het loopt er iêderen avond stampvol en
het schijnt den heer Klok gelukt te zijn
me', het genoemde gezelschap eene overeeu-
komst te sluilen, waardoor het verblijf daar
ter stede van dat gezelschap voor de eerst
volgende avonden nog verzekerd is.
Er komt dus nu en dan wat van de
Parijssche tentoonstelling naar hier ovei.
Ook dit is er, wat men noemt, een
staartje van.
lIitlïEUSIÏSsTl'.
Heden werden bevorderd tot doctor iu
de geneeskunde, aau de rijks-universiteit
alhier, de heeren: Th. G. Den Houter, geb.
te Leiden, na verdediging van zijn acade
misch proefschrift, getiteld: „Partus arte
praematurus"; J. Van der Hoeven, geb. te
Rotterdam, na verdediging van zijn acade
misch proefschrift, getiteld: „Over de zoo
genaamde Epispadia bij de vrouw".
Aan de rijks-uuiveisiteit alhier zijn
de volgende examens afgelegd het doctoraal
examen in de rechtswetenschap door de
heeren M. P. D. Van Harittxma thoe Slooten,
F. J. C. Van der Schalk en W. D. Van
Limburgh; het candidaats-examen in de
plant- en dierkunde, door den heer J. E.
G. Van Emden.
officieels: berichten.
Bij Zr. Ms. besluit is aan J. A. Van
der Stok, op zijn daaitoe gedaan verzoek,
eervol ontslag verleend als notaris te Am
sterdam.
Bij kon. besluit is H. Vinckers J.-Bzn.
voor het jaar 1890, benoemd tot leeraar
aan de rijks- hoogere burgerschool te Zalt-
botnmel
is A. E. Lubach, te Kampen, voor het
jaar 1890, benoemd tot leeraar aan de rijks
boogere burgerschool te Tilburg.
is, met ingang van 1 Jauuari 1890
1°. aan mr. J. E. Boddaert, op bet daar
toe door hem gedaan verzoek, eervol ont
slag verleend uit zijne betrekking vao ad
junct-commies bij het departement van bin-
nenlandsche zaken;
2°. in zijne plaats tot adjunct-commies
bij het departement benoemd mr. C, Roest,
te '8 Gravenhage
is bepaald, dat in den loop van het jaar
1890, voor den tijd van vijf jaren zullen
worden gedetacheerd
hij het leger in Ned.-Indie, de le-luit.
H. F. Van Thiel, van het 6de, en de 2e-
luit. H. J. L. A. F. Steup, van het 3de
regiment infanterie;
bij het leger hier te lande, respectievelijk
bij het 6de eu bij het 3de regiment infan
terie de le luitenants G. M. P. Scheuer en
A. Kisjes, van het wapen der infanterie
van het leger in Ned.-Indie.
Bij beschikking van den minister van
binnenlandsche zaken is, met ingang van
1 Jauuari 1890, voor den tijd van één
jaar, benoemd tot opziener bij 's rijks vee
artsenijschool te Utrecht J. A. Th. H. F,
Van Rijswijk De Jong, te Utrecht.
De kapitein-luit. ter zee P. G. Bruch
wordt met den lsten Januari a. s. gedeta
cheerd te Amsterdam.
De luit. ter zee 2de kl. C. A. Lusanet
de la Sabiouière, dienende aau boord Zr.
Ms. wachtschip te Hellevoetsluis, wordt
met den lsten Januari a. s. op non-acti
viteit gesteld, en vervangen door den
luit. ter zee der 2de kl. A. J. Van
Stockum.
BINNËNLANDSCHE BERICHTEN.
Uit de gister gehouden zitting van
de tweede kamer rest ons nog het volgende
te melden
De heer Dijckmeester dankt voor de rege
ling der zaak betreffende de heerenwaarden-
sche overlateu.
De heer Veegens dringt aan op wettelijke
regeling der overzetveeren.
De heeren Hartogh en Heldt bevelen de
zorg voor verzekering der werklieden tegen
ongelukken aan.
De minister van waterstaat verklaart de
regeling der administratieve rechtspraak in
ernstige overweging met zijne ambtgenooten
le willen nemen. Met behoedzaamheid wil
hij de Zondagsrust uitbreiden. Bij eene
suppletoire begrooting zal hij een Bubsidie
voorstellen voor het waterschap de Oude
IJsel.