NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
ADVERTENTIE!!:
Vrijdag 20 December 1889, - .AT, 299.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
Hl e l e O o u r a ii t v e r s e ii ij u t <i a s e 1 ij k sbehalve op 'L o 11- en F eest dage li
ABOKKEiEiï:
Vooi Leidenper 3 maandenS.25.
Franco door het geheeie rijk, er 2 maanden 1.60,
Prijs per Xuaiiner JO Cent.
Van 16 regelsf 0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingena contant, zonder rabat, per regel 0.10.
Bureel: Ncheepnsakerssteeg A,
203e Jaargang.
LEIBGI, 19 December.
Gedeputeerde staten van Zuidholland
hebben bepaald, dat de herijk der maten
en gewichten alhier, in 1890 zal plaats
hebben eiken Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Vrijdag van 7 Januari lot en met
2 April.
Omtrent het optreden van onze slad-
genoote mej. Wia Dikema in het Dinsdag
te Dordrecht gegeven concert der Neder-
landsche Toonkunstenaarsvereeniging, bevat
de Dordrechtsche Courant o. a. het volgende:
Zooals reeds gemeld, irad als concert-zangeres
op, mej. Wia Dikema, uit Leiden. In het
eerste gedeelte werd door haar een „Air et
Scène" uit de opera (ik verneem onvol
tooid) Melaenis, van onzen bekwamen land
genoot J. G. H. Mann, ten gehoore
gebracht.
Mej. Dikema beschikt over een sympathiek,
doch niet bijzonder sterk geluid en hoewel
zij deze Aria verdienstelijk zong, had vooral
bij de woorden „Oh I Si lu Tépousais, ce
serait chose affreuss", naar mijn meening,
veel meer kracht ontwikkeld moeten
worden.
Na het zingen dezer Aria ontving mej.
Dikema een bloemruiker.
Het orkest, onder leiding van den com
ponist, begeleidde dit nummer op onberis
pelijke wijze.
Na de pauze trad mej. Dikema met twee
liederen van J. Q. H. Maun en een Wiegelied
van Brandts-Buijs op.
Als men niet beter wist, dan zon men
bij het hooren van Mann's compositien gaan
veronderstellen, dal hij een geboren Fransch-
man was, daar deze geheel in dien stijl zijn
geschreven.
Mej. Dikema oogstte met zijne liederen
(vooral met het „Groete") veel bijval in; zij
werden dan ook met veel voordracht door
baar vertolkt.
Het Wiegelied van Brandts-Buijs vond ik
een zeer eentonig werkje; het kon het
publiek dau ook uiet iu enthousiasme
brengen.
Mocht mej. Dikema met veel ernst hare
studiën voortzetten, dan twijfel ik niet
of zij zal een goede toekomst tegemoet
gaan.
Gisteren is aan 's rijks centraal ma
gazijn van militaire kleeding, uitrusting enz.
te Amsterdam aanbesteed de levering van
60,000 paren sokken, van verbeterd model
voor de korpsen van het leger. Minste
inschrijvers waren de firma P. J. Van
Poot C°. te Leiden, 10,000 paren
f 0,585, 10,000 paren f 0,556 per paar.
De firma Gebr. Van Wijk C°. te Leiden,
hadden ingeschreven voor 2 perc. f 0,588,
2 perc. f 0,604 en 2 pere. f 0,62.
DSIVEKSIHtir.
Heden werden bevorderd tot doctor in de
rechtswetenschap, aan de rijks-universiteit
alhier, de heeren: W. A. Van Ittersum,
geb. te Utrecht, na verdediging van zijn
academisch proefschriftgetiteld: „Het recht
van voet- en jaagpad"; J. A. Stoop, geb.
te 's Gravenhagena verdediging van zijn
academisch proefschrift, getiteld: „Art. 56
der Grondwet".
Aan de rijks-univeisiteit alhier zijn
de volgende examens afgelegd door de
heeren: G. H. Millenaar, theoretisch ge
neeskundig examen, M. M. Schim van der
Loeff, doet. examen recht wetenschap, J. P.
Kuenen, doet. examen wis en natuur
kunde.
OFFICIEEL» Ki:K!UIT
mannelijke als vrouwelijke afstammelingen
in den Nederlandschen adel verheven, met
de praedicaten van jonkheer en van jonk
vrouw.
is de adelborst der 1ste klasse J. Birnie,
dienende bij het eskader in Oost-Indie, op
zijn verzoek, eervol uit den zeedienst ont
slagen, met den laatsten der maand waatin
dat besluit ter zijner keunis zal worden ge
bracht.
is aan den kapitein P. J. Callenfeis, van
het 2de regiment veld-artillerie, vergunning
verleend tot het aannemen en drageu der
versierselen van ridder der orde van het
Legioen van Eer, hem geschonken door
den president der Pransche republiek.
BINNKNLANDSCHE BERICli M.
In de zitting van de tweede kamer
van gister is besloten met 51 tejien 87
stemmen, de Snrinaamsche begrooti rg bij
het hoofdstuk koloniën te behandeleiOok
na de middelenwet is aan de orde gesteld
het ontwerp tot wijziging der kustvaart
voor het vervoer van suikerriet in ludie.
Bij het voortgezet debat over hoofdstuk
financien is de verhooging van het tracte
ment van den predikant te IJselst in be
houden, maar overgebracht naar de bestaande
tracte inenten.
Een amendement-Clercx c. s.om eene
subsidie van f400 te geven voor een aan
te stellen desservant te America, onder de
gemeente Horst, en f235 vooreen kapelaan
te Ospel, onder Neerweert, is ingetrokken,
nadat de minister de overweging er van
bij de volgende begroeting had toe-
Bij kon. besluit is Willem Prins, te Velp,
gemeente Rheden, met al zijne wettige zoo
Het hoofdstuk financiën is daarna aan
genomen met 61 tegen 23 stemmen
Vervolgens zijn de beraadslagingen ge
opend over hoofdstuk oorlog.
Bij het algemeen debat over dit hoofdstuk
betoogde de heer De Beaufort, dat voor
een klein land als het onze, de inrichting
der krijgsmacht uiet gelijk behoeft te zijn
met die van de groote mogendheden. Of
fensief optreden zullen wij niet; wij behoe
ven slechts een veldleger, om schending
onzer neutraliteit te voorkomen. Tegen
verrassing kunnen de grootste voorzorgs
maatregelen niet baten. Het ware tegen
alle regelen van het volkenrecht. Spreker
is voor volkswapening en bestrijdt het op
leggen van te zware persoonlijke lasten.
Afschaffing van plaatsvervanging, zooals de
staatscommissie die voorstelt, schijnt hem
verkeerd.
De heer Rooseboom is teleurgesteld over
's ministers activiteit. Hij wijst er op hoe
kalm de minister alles opvat en de voor
bereiding van de mobilisatie zeer langzaam
voortzet, evenals de zorg voor de stelling-
Amsterdam.
In de gisteravond gehonden zitting
van de tweede kamer werd het algemeen
debat voortgezet over hoofdstuk VILI van
oorlog. De heer Van Löben Seis wijst op
de agitatie ten aauzien van onze laudsver-
dediging gewekt. De vraag is of zij beoogt
de zaak van het vaderlandslievend standpunt
aan te vatteu. Hij vraagt of 't niet moge
lijk zou zijn reeds nu een bevelhebber van
het veldleger te benoemen.
De minister beantwoordde onderscheidene
sprekers van gisteravond.
Wat de punten betreft door den heer
De Beaufort besproken, hij hoopt ze te
behandelen bij de beraadslaging over de
defensiewetten. Met betrekking tot de ver
plichting der neutralen is de minister over-
tnigd dat oorlogvoerende partije i niet
mogeu doortrekken door een neutralen staat.
Teruggeslagen vijandelijke troepen moeten
op neatraal gebied ontwapend worden: ook
daarvoor is een leger noodig. Dit werd
ook in het v oorstel-Schepel indertijd uiteen
gezet.
Spr. weerlegt de punten door den heer
Kooseboom aangevoerd ten betooge van
's ministers gemis aan doortastendheid.
Juist deze minister is herinnerd aan de
noodzakelijkheid om de mobilisatie na te
gaan.
De minister heeft vóór zijn optreden zijn
ambtgenooten geheel op de hoogte gesteld
met het oog op hun verantwoordelijkheid.
Een corps van 8000 man vrijwilligers in
garnizoensplaatsen ware zeker gewenscht,
maar men moet ze kunnen krijgen zonder
nadeel voor het leger, waarin reeds, vooral
bij de bereden wapens, veel vrijwilligers
zijn. Kan het, dan zal de minister gaarne
er toe meewerken.
Wat de quaeslie van verrassing betreft,
de heer De Beaufort heeft volkomen juist
gezegd, dat het wekken van wantrouwen
volkomen ongegrond is.
De heer Schepel is hoe langer hoe meer
tot de overtuiging gekomen dat «ij ons
moeten inrichten op verdediging van de
zeezijde. Wat wij doen voor de verdediging
aan de landzijde acht hij weggeworpen geld.
Verdedigen wij ons aan de zeezijde, dau
hebben wij geen verplichten krijgsdienst
noodig. Hij hoopt dat de regeering ook
bij de defensiewetten zal verklaren alles te
willen doen voor den vrijwilligen dienst en
de vrijwillige oefening.
De heer Domela Nieuwenhuis verwijst
naar zijne rede van het vorige jaar. Hij
kan uiet voor een begrootiug van oorlog
stemmen met zulk een hoog eindcijfer, liet
Zwitsersche leger is beter en kost minder
geld. De critiek van de deskuudigeu bij de
marinebegrooting scheen 'hem zoo vernieti
gend dat hij reeds daarom tegen zou ge
stemd hebben en toch stemden zg voor.
Ook lieden was de rede van den heer
Booseboom vernietigend voor den minister,
maar de conclusie was dat hij voor stemde.
De militairen schijnen op slechten voet te
staan met de logica.
De minister van oorlog meent tegenover
den heer Schepel dat de positie-Amsterdam
onmogelijk uitsluitend voldoende voor de
verdediging kan worden geacht.
De heer Rooseboom komt op tegen het
beweren van den heer Schepel, dat we ons
niet tegenover Duitschland zouden kunnen
verdedigen, met zijne 8 millioen soldaten.
Hij acht de verdediging mogelijk, althans
een tijd lang. Bij dit protest sluit zich de
minister van oorlog aan.
Het algemeen debat werd gesloten.
Bij art. 8 dringt de heer Van Vlijmen
aan op herziening der pensioenwet om offi
cieren onder zekere omstandigheden vroeger
te pensioneeren ten einde de promotie te
bevorderen.
De minister heeft overwegende bezwaren
tegen de wijziging der pensioenwetten op
dit oogenbiik, maar eene betere promotie-
regeling ligt in het voornemen.
De heer Rooseboom wijst op de verkeerde
grondslagen der pensioenfondsen.
Bij art. 10 betrenrt de heer Van Kerk
wijk dat de generaal-majoor, commandant
van de bereden artillerie, op non-activiteit
is gesteld.
De minister autwoordt dat het geschiedde
op zijn aanvraag.
Bij art. 35 klaagt de heer Nieuwenhuis
over onvoldoend loon aan de werklieden in
de patroonfabriek te Delft en andere werk
plaatsen en dringt op herziening aan. Ook
de behandeling in de fabrieken laat te wen-
sehen over: vloeken, tieren en razen is daar
evenals elders natuurlijk.
De minister zegt dat hem bij ervaring
nimmer gebleken is, dat de loonen te Delft
onvoldoende, onbillijk en niet in evenredig
heid zijn tot het werk. Hij protesteert be
paald tegen het beweren, dat vloeken, tieren
en razen op de werkplaats gewoonten zijn.
Bij art. 43 wijst de heer W. Creiners op
het gebeurde met den artillerist te Arnhem
en het gevaar van artillerieparkeD.
De minister zegt, dat het feit te Arnhem
eenig is in de geschiedenis der artillerie.
Voor 't vervolg is een herhaling voorkomen
door de bepaling dat een gegradueerde bij
het openen van den voerwagen moet aan
wezig zijn.
Bij art. 68 begrijpt de heer Nieuwenhnis
niet waartoe de extra toelagen voor geeste
lijken dieneu. Zij worden toch betaald. Hij
vraagt stemming.
Het artikel wordt aangenomen met 64
tegen 5 stemmen. Tegen de heeren Heems
kerk, Nieuwenhuis, Glinderman, Lohman en
Löben Seis.
De geheeie vestingbegrooting wordt goed-
gakenrrt en (te nnrlngahegrnnt.ing zelf Aange
nomen met 51 tegen 6 stemmen. Tegen de
heeren Zijlker, De Meijier, Viruly, Nieuwen
huis, Schepel en Heldt.
Te middernacht wordt de kamer gescheiden
tot heden 11 uur.
Men schrijft aan het D. v. N.
De stenografen der staten-generaal hebben
in de afgeloopen weken een uiterst moeie-
lijke taak gehad. De gelijktijdige zitting der
beide kamers met de daarbij komende avond-
zittingen der tweede kamer eischten van hen
buitengewone werkzaamheden.
Toch is er geen oogenbiik vertraging ge
weest iu de openbaarmaking van het ver
handelde, voor zoover dit van de stenografen
afhangt.
Een woord van lof aan het corps steno
grafen en aan zijn ijverigen en werkzamen
directeur, den heer Steger, is dus waarlijk
niet mis
De kolonel A. J. F. Egter van
YViesekerke, commandant van het le reg.
vel l art. te Utrecht, is aangewezen om het
commando over te nemen over de bereden
artillerie van den generaal majoor P. M. B.
ridder Alewijn, die op non-activiteit is
gesteld.
De oud-hoogleeraar dr. J. I. Doedes
is door 7,. M. den Duitschen keizer, koning
van Pruisen, benoemd tot ridder 3e kl. der
Pruisische Kroonorde.
Te Rotterdam is door een zestal doc
toren het plan gevormd tot oprichting van
een burger-ziekenhuis in den trant van het
burger-ziekenbnis te Amsterdam. Het zal
uitsluitend voor betalende patiënten worden
ingericht, en wel alleen voor de patiënten
van de oprichters, namelijk voor dezulken,
wier behandeling bij zich te huis bezwaarlijk
is, voor hen dia eenigerlei operatie moeten
ondergaan, en voor patiënten, die van
buiten de stad komen en tot nu toe in een
hótel werden verpleegd.
Door nu wijlen tnr. H. Vollenhoven,
oud-referendaris bij het departement van
binnenland8che zaken, werden bestemd voor
het Nederlandsch Museum te Amsterdam:
twee satijnen wiegbekleedsels, dagteekenende
uit de vorige eeuw, en voor het Koninklijk
Penningkabinet te 's Gravenhage: twee
zilveren gedenkpenningen op het 25-jarig
huwelijk van Fr. Von der Leijen en M. Van
Aken, en op het huwelijk van B. VonLowenich
en M. Von der Leijen.
Deze voorwerpen zijn in genoemde ver-
:n opgenomen.