I u NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN, ABONMEMEBT: ADVERTENTIE K: Woensdag 18 December 1889, If 297. 203® jaargang. Uitgevers: Gebroeders Muré. BINNENLANDSCHE BERICHTEN. J*:* m g* p I?eie t oiii afi t verschijnt riaei ijksbehalve op Zo 11- en Feestdage Vooi Leiden, per 3 maanden 1.2a. Franco door het geheele rijk, er 3 maanden l.fiO. Prijs per Summer 10 Cent. Van 16 regels0.90. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingenit contantzonder rabat, per regel 0.10. Bureel: Schecpuiakerssteeg 6. S t a tl s - It e r i c h t e n ARBEIDSWET. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS der gemeente Leiden Gelet op de Circulaire van Zijne Excel lentie den Minister van Justitie van den 6den December jl.2e Lid. A. Vestigen de aandacht van belanghebben den op art. 10 der wet van 6 Mei 1889 Slaattblad n°. 48), houdende bepalingen tot het tegengaan van overmatigen en ge vaarlijken arbeid van jeugdige personen en van vrouwen, waarbij is voorgeschreven dat het hoofd of de bestuurder van een binnen de gemeente uitgeoefend wordend bedrijf of van eene aldaar gevestigde onderneming, indien daarin of daarvoor op of nh 1 Ja nnari 1890 arbeid wordt verricht in eene fabriek of eene werkplaats door een persoon beneden zestien jaren, verplicht is te voren voor eiken zoodanipen persoon eene kaart aan te vragen ter Secretarie dezer gemeente, onder opgave van den naam, de voornamen, den dag en de plaats van geboorte van dien jeugdigen arbeider, en van den naam en de woonplaats van het hoofd des gezius waarbij of van het gesticht waarin deze inwoont. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE KANTER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 17 December 1889. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN; Gezien art 8, le alinea der Wet van 2 Juni 1875 Staatsblad n". 95), tot regeling van hel toezicht bij het oprichten van inrichtingen welke gevaar, hinder of schade kunnen ver oorzaken Brengen bij deze ter algemeene kennis dal door hen vergunning is verleend aan de Firma DE KOSTER Co. en W. J. STEY- GERWALT en rechtverkrijgenden respectieve lijk tol hel plaatsen van een tweeden stoom ketel in de sloomtneelfabriek in de Looier straat en lot het oprichten van eene sigaren- drogerij in het perceel Galgewater no. 16'. En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door plaatsing in de Leidtclte Courant. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE KANTER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 16 December 1889. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Gezien hel adres van A. OWEL, houdende verzoek om vergunning tol hel houden en mesten van varkens in liet perceel le Groene- steeg no. 24. Gelet op art. 152 der Algemeene Politie verordening van 6 November 1879; Brengen ter kennis van belanghebbenden dat op Donderdag, den 19 December a. s. des morgens le elf uren, op liet Raadhuis dezer gemeente gelegenheid zal worden gege ven tot het inbrengen van bezwaren legen dat verzoek. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE KANTER, Burgemeester. E. KIST, Seeretaris. Leiden, 17 December 1889. LEIUE1Y, 1? December. Zooals we gemeld hebben werd gister avond iu de St. Jozefsgezeilenvereeniging alhier het programma vau Zondagavond herhaald ter viering van bet patronesfeest der vereeniging. Vóór de pauze een achttal voordrachten en muziek- en zangnummers, na de pauze het blijspel in drie bedrijven „Wie ben ik." Over 't algemeen liep alles goed van stapel, vooral eene voordracht met grappige gelegenheidscoupletten viel zeer in den smaak. De heer De Qoey heeft van de leiding zijner licdertafel alle eer. Op dezen avond, waarop de president der vereeniging de weleerw. heer Ch. Loimeyer de heeren donateurs, hunne dames en andere geooodigden hartelijk toesprak, werd tevens gelegenheid gevonden om de leerlin gen van den teekenenrsus, van wier bekro ningen we reeds vroeger melding m rikten, hunne prijzen met een aanmoedigend woord uit te reiken. Die prijzen bestonden in hoogst nuttige artikelen, bizonder geschikt om bij het teekenonderwijs dienst te doen en tot nog wcêr meer werkzaamheid aan te sporen. Passerdoozen, trekpennen en andere teekenbehoeften van uitmuntende qunhteit. De avond was bizonder geanimeerd en de rnime zaal bleek bijna te klein voor zulk een toeloop van belangstellenden. Onder de aanwezigen zagen we weder den Hageveldschen professor, oud-president der vereeniging, den weleerw. zeergel. heer L. J. J. Hageraats, die daar buiten zijne Leidsche vereeniging lang niet vergeet. Het nieuwe altaar, onlang3 aan het gesticht „De Voorzienigheid" op de ilooge- woerd geschoukeu en door de firma Meu- gelenberg te Utrecht vervaardigd is gister afgeleverd en geheel geplaatst in de aldaar onlangs ingewijde nienwe kapel. Het trekt door zijne schoonheid zeer de aandacht. 20 uren dienst. Het detachemeut infanterie, dat in den nacht van 9 op 10 dezer de gevangenen vau Leiden naar Leeuwarden overbracht is bijna onafgi broken twintig uren in touw geweest. Dat deta chement trad, zoo meldt de Amst. Cl., te 10J uur des avonds in de kaztrne te Leiden aan, stond van 1)J- tot 12 J aan bet station iu de open lucht, bleef tot 5| uur iu den trein en bracht de gevangenen ongeveer te 7^- uur iu de gevangenis te Leeuwarden. Het marcheerde daarna naar de kazerne te Leeuwarden, gebruikte aldaar di soep, marcheerde te halftien van dienzelfden ochteud naar het station te Leeuwarden en kwam in den namiddag van dien uag ten 4,44, verkleumd vau de kou te Leiden. Het N. v. d. D. put uit een brief van een milicien de volgende bijzonderheden ,'t VV'as een heele zit, zoo tot Leeuwarden in eens door, maar de gevangenen zongen allemaal liedjes, en we moesten zoo lachen, want ze deden alles zoo maar op den grondmaar ze mochten er ook niel uit, en de heeren van het spoor in Leeuwarden vonden 'l ook niets erg, want toen we teruggingen, lag 't er uog. De wagens wareu erg suil, en 't rook er niet heel lekker". Ten aanzien van het feit, dat de soldaten, die san half een tot zes ureu gereisd had den, een paar uren later reeds weer de lange terugreis ondernamen, wordt de volgende poging tot opheldering gegeven „Ze zeggen: als een detachement na 12 uren aan komt, dau wordt je ingekwartierd, maar dan ben je met den eersten trein 's morgens gekomen. Nu zijn we den vorigeu avond weggegaan met een nacht trein: nu komen we natuurlijk vóór 12 uren aan, en na 3 uren rust gaau we dan weer vooruit. Zoo komt 't, dat je eerst vijf en een half uur 's nachts en dau nog eens zeven ureu overdag op eeu en den- zelfden dag iu het spoor zit". UNIVERSITEIT. Heden werden bevorderd aan de rijksuniversiteit alhier, tot doctor in de geneeskunde de heer P. Huijser, geboren te Dubbeldam, na verdediging van zijn academisch proefschrift, getiteld: „Het antifebriue"tot doctor in de geneeskunde de heer H. W. Beekhuis, geboren te Hem- pens, na verdediging in het openbaar van zijn academisch proefschrift, getiteld: „Anti- en aseptische wondbehandeling." Aan de rijksuniversiteit alhier is het doctoraal examen iu de rechtswetenschap af gelegd door de heeren A. Sigmond en R. W. Van Slolk. OFFICII EELE BERICHTEV. Bij kon. besluit is, voor het jaar 1890, benoemd tot leeraar aan de rijks- hoogere burgerschool te Zaltbommel, mr. C. Van Lookeren Campagne; is aan W. Ponlier, te Utrecht, eervol ontslagen apotheker lste kl. van het leger in Ned.-Indie, de bevoegdheid van apotheker verleend. De minister van financien zal op 19 dezer geen audiëntie verleeuen. In du zitting van de eerste kamer van gisteren bestreed, bij de behandeling der wet tut instelling Jeener consignatiekas, de heer Kappeijne van de Coppello de wet, die bankbiljetten maakte tot wettig betaalmiddel, waarvan het gevolg zou moeten zijn, dat de bank eene staatsbank werd. De heer Pijnappel, ofschoon niet alle be zwaren deelende, meende dat verwerping beter ware, ten einde de beslissing niet over te laten aan de wisselvallige uitspraak des rechters. De heer Van Lier bestreed ook de wet, die veel bezwaren kan uitlokkeu om een zeer geringen last op te heffen. De heer Vening Vleiuesz bestreed het ontwerp ook als strijdig met art. 177 der grondwet. De heer Vlielander Hein bestreed haar als nadeelig voor den slaat en de bank. In de zitting van de tweede kamer vau gisterochtend werd de behandeling voort gezet van de begrootiug van biunenlandsche zaken. Het amendement-Lieftinck, om gelden voor de restauratie van het slot Teijlingen te weigeren, werd, na bestrijding door den minister, wegens de historische en bouw kundige waarde van hei kasteel, thans rijks- eigendom, verworpen met 48 tegen 20 stemmen. De minister antwoordde aan den heer Goeman Borgesius, dat het plan tot over brenging der schilderijen uil het Maurits huis te 's-Hage Daar het rijksmuseum, is op gegeven. Het amendement—Fabius, om f 15,000 te weigeren voor den bouw eener leerschool bij de norinaai-teekenschool te Amsterdam, in afwachting van de reorganisatie van het teeken—onderwijs, ten gevolge van de aan neming der schoolwet, werd bestreden door deu heer Zaaijer, wegens het practische nut der leerschool, en door den minister, die 'uet bouwen van een nieuw gebouw verdedigde, in verband met de behoefte aan teekenonder wijzers. Het ameudement werd verworpen met 56 tegen 24 stemmen. De geheele be grooting werd daarna zonder stemming aan genomen. Vervolgens werden de algemeene beraad slagingen geopend over de marine-begrooting. De heer Seret acht aanvulling van het ont brekende materieel meer urgent dan aan schaffing van torpedobootjagers. De heer Viruly Verbrugge wees op 's mi nisters verandering van programma. Van vloothervormer wordt hij volbloed torpedist, wat veel geld zal kosten. In de avondzittiDg van gister van de tweede kamer werden de algemeene beraadslagingen over de marinebegrooting voortgezet. De heer Land vestigde de aandacht op het aanhoudend gebrek aan personeel, terwijl de minister voortgaat Diet uitbreiding van het materieel eu geheel nalaat iets te doen tot reorganisatie van het personeel. Hij vreest dat de voorge nomen organisatie bij mobilisatie niet de beschikking zal geven over een voldoend aantal officieren ter zee, over de wijze van wier opleiding zijn oordeel niet geheel gunstig luidt, zoodat die opleiding dan ook in het buitenland Diet erg geroemd wordt. De opleiding als zeeman en voor den binneulandscben dienst is niet voldoende en somtijds te kort. Ook in het corps machinisten constateert spreker een aanmer kelijk tekort. Zeer bedenkelijk acht spreker het gebrek aan kanonniers bij de marine. Dit maakt de verdediging te water bijna hopeloos. Een en ander doet spreker twijfelen of onze marine in oorlogstijd of bij mobilisatie wel gereed zal zijn voor hare taak. De heer Gnyot ziet nu een minimum wfêrbaarheid met eeD maximum uitgaven; er moet volgens spreker een stelsel worden aangenomen van een maximum weêrbaarheid bij een minimum uitgaven. Spreker, de oorzaken nagaande, die tot deu tegenwoor- digen toestand hebben geleid, tracht aan te toonen dat zij te zoeken zijn in de stelselloosheid, die steeds heeft voorgezeten bij de laudsdefensie eu de verdediging der koloniën. Zuivere begrippen omtrent de verdedigiug onzer toegangen te water beston den niet, getuigen de ongeschikte vaartui gen voor de verdediging onzer zeegaten gebezigd. Spreker zou eene commissie wil len zien optreden óm bet aandeel te re gelen van zee- en landmacht in de verde diging. In alle gevallen is de verdediging des lauds aan de zeezijde urgent. Versnip pering van krachten worde voorkomen. De heer Schimmelpenninck van der Oije bespreekt de taak van onze zeemacht tot het beletten van eene landing op onze kust en sluit zich aan bij den wenscb tot in stelling van eene commissie tot bepaling van het aandeel van land- en zeemacht bij de kustverdediging. Spr. gaat ten aanzien van het personeel niet geheel mede met de denkbeelden van den heer Land, meeneDde, dat de hoeveel heid van het personeel hij de marine niet deu doorslag moet geven. Hij meent integendeel, dat het personeel ware te verminderen door een beter reser vestelsel en door een betere inrichting van de conservatie van het materieel. In de quaestie van het personeel ziet hij dus geen bezwaar om den minister in zijn stelsel tot geleidelijke aanvulling van het materieel te volgen. De heer Van der Borch van Verwolde komt terug op het reeds bij justitie be- sprokeu politietoezicht op de visschers in de Noordzee en vraagt maatregelen tegen molestatie van onze visschers door hunne vreemde beroepsgenooteu. Een krachtig optreden acht hij in deze zeer noodzakelijk, aangezien onze visscherij een nationaal belang is, waarbij velen hun brood verdienen. Wil de min. het politietoezicht versoher pen door nog een of meer schepen beschik baar te stellen. De heer Van Kempen vraagt bescherming tegeu gewelddadigheden bij de zeevisschtrij en geeft in overweging voor dat doel twee kleine stoomschepen te bestemmen. De heer Heldt meent, met den minister, dat het denkbeeld van verplaatsing van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1889 | | pagina 1