BIMENLA3DSCHE BEBIOHÏES
BUITENLANDSCHE BERICHTEN.
W. «DB» fm- V5?» 1853
Reeds in 1853 daarop voigde zijne benoe
ming tot hoogleeraar aan de Leidsche hoo-
geschool.
We zullen het aantal werken en studies
door den geleerden taalkenner geschreven
hier niet opsommen. Eene goede ency
clopaedic geeft die, voor hen die deze opsom
ming gedrukt willen zien, voldoende aan.
Noemen we er enkele dan mag zeker niet
vergeten worden „P. C. Hooft, Warenar
met eene inleiding en aanteekeningen",
„De Nederlandsche taalkunde, beschouwd
in hare vroegere geschiedenis, tegenwoor-
digen toestand en eiscben voor de toekomst'
„proeve van Middelnederlandsche taalzuive
ring", „ontwerp van een Nederlandsch
woordenboek"; voorts eene uitgave van den
„Lekenspiegel" van Boendale, met inleiding
en woordenlijst. Met Verwijs gaf hij uit
den „Spieghel Historiael" van Maerlant,
later gevolgd door de „Tweede parthie"
van dat werk, door Philip Utenbroeke ge
dicht. Met Te Winkel gaf hij uit „De
grondbeginselen der Nederlandsche spelling
en de bekende „Woordenlijst voor de spel
ling der Nederlandsche taal", in tal van
taalkundige tijdschriften worden kostelijks
bijdragen van De Vrits gevonden.
Maar wat De Vries voor onze taai deed
zullen vooral zij beseffen die weten wat hij
deed voor de stichting van het groote
Woordenboek der Nederlandsche taal, eene
reuzentaak die hij zich had gesteld en die
hij heeft afgemaakt. Hij heeft n. 1. het
welslagen verzekerd; de uitgave in afleverin
gen in 1865 traag begonnen, en een schat
van geleerdheid en belezenheid bevattend
wordt voeldoende gesteund en de taak om
het reuzenwerk voort te zetten is door
zijne zorg in goede handen gelegd, n. 1.
in die van de redacteuren de heeren Kluyver,
Muller en Beets.
Dit alles en nog meer heeft professor De
Vries voor ons gedaan en dat dus, niettegen
staande de voor 't oogeublik minder gunstige
gezondheidstoestand van den jubilaris, op
het feest van heden tal van oud-leerlingen
en vereerders naar zich zijne woning spoedden
en een ontelbaar aantal gelukwenschen in
anderen vorm inkwamen zal wel niemand
verwonderen.
Behalve de hoogleeraren aan onze hooge-
school kwam ook de akademische senaat
complimenteeren. Vervolgens eene deputatie
uit het collegium van het Leidsch studenten
corps, de voorzitter en vice-voorzitter van de
literarische faculteit en voor de maatschappij
voor Nederlandsche letterkunde de oud-
voorzitter, de hoogleeraar dr. J. G. R.
Acquoy.
Eu onder die allen was 't vooral eene
commissie uit oud-leerlingen van den jubi
laris die den uitmuntenden geleerde eene
aangename en eigenaardige verrassing kwam
brengen. Die commissie bestond nit de
heeren mr. H. E, Moltzer, hoogleeraar te
Utrecht, dr. J. Verdam, hoogleeraar te Am
sterdam en dr. W. L. Van Heiten, hoog
leraar te Groningen en het huldeblijk der
oud leerlingen bestond uit een bundel bij
dragen van eigen hand en van ieder op eigen
gebied. Bij monde van den lieer Moltzer
werd het geschenk aan den jubilaris met
een hartelijk woord aangeboden en deze
dankte even hartelijk voor de blijken van
toegenegenheid hem hier bewezen en voor
hem van zoo onschatbare waarde.
Hoewel ilus de feestdag op bescheiden
wijze moest worden gevierd, heeft 't den
geleerden Nederlander bij deze gelegenheid
zeker niet aan bewijzen van belangstelling
ontbroken.
Aan den verificateur van 's rijks zee
instrumenten is opgedragen te onderzoeken,
of de plaatsing van den standaard voor de
electrische lamp aan boord van gepantserde
schepen van uadeeligen invloed is op het
kompas. Bij het ouderzoek is gebleken dat
het kompas vier meter moet verwijderd blijven
van het midden der standaard der electrische
i:\IV KKNITBI F.
Aan de rijks-universiteit alhier is hel
candidaats examen in de rechten afgelegd
door den In er C. W. A. A. Van Lijnden,
en het doctoraal examen in de rechtswelen
schap door den heer J. Kruseman.
SSFFKCSESSSjE tü!ËBS4)5ï'!Tï5Sf
Hedenmiddag kwam aan hel spoorweg
station alhier aan een tweetal verpleegden
uit het derde gesticht Veenhuizen, onder be
hoorlijk geleide. De meuschen waren ziek
en hunne komst op het Academisch Zieken
huis alhier was eerst tegen morgen aange
kondigd.
Vandaar dat ze nog niet konden worden
opgenomen en de een te voet, de ander per
bandwagen naar het politiebureau werden
vervoerd, een en ander onder een toeloop
van menschen. Aan 't bureau kon men na
tuurlijk met de twee mannen al weinig uit
richten, zoodat ze tot morgen op 's Grave
stein werden onder dak gebracht.
Met 't visschen naar de twee allii< r
vermiste personen, in de Leidsche grachten
en Singels, hield men op, aangezien de in
lichtingen omtrent de plaats waar men zou
moeten dreggen te onbepaald waren.
Bij Zr. Ms. besluit is benoemd tot no
taris te Urmond, G. J. 11. Welters, candi
daat-notaris te Valkenburg;
is benoemd tot kantonrechter-plaatsver
vanger in het kanton Beetsterzwaag, N.
Koomans, ontvanger der registratie en do
meinen te Beetsterzwaag;
is goedgekeurd dat de burgemeester
van Dwingeioo, F. E. B. Van den Bies
heuvel Schilfer, tot- secretaris dier gemeente
is benoemd
is 's konings adjudant in buitengewenen
dienst, de generaai-majoor F, M. B. ridder
Aleuijn, commandant der bereden artillerie,
op zijn verzoek, en onder eervolle ontheffing
uit zijn tegenwoordig commando, krachtens
punt 5°. van art. 38 der wet. van den 28sten
Augustus 1851 Staatsblad n°. 128) op
non-activiteit gesteld, met bezwaar der
schatkist en in afwachting van nadere be
schikking.
De St.-Ct. van 27 Nov. behelst een
kou. besl. van 19 Nov. waarbij bepalingen,
geldende voor de rijks-werkinriebting te
Hoorn, ook van toepassing worden verklaard
op de rijks-werkinrichting voor vrouwen te
Oegstgeest, en waarbij eene voor de rijks
werkinrichtingen Veenhuizen n° 2 en 3
geldende bepaling ook van toepassing wor>it
verklaard op de rijks-werkinrichting Veen
huizen n° 1.
Uit het verslag \an de zitting van de
tweede kamer van gister rest ons nog het
volgende te melden
De heer Schimmelpeuniuck van der Oye
was den minister dankbaar voor zijne houding
in het opiumvraagstuk en deed eenige vragen
omtrent Atjeh.
De heer Domela Nieuweuhuis, die ver
leden jaar vertrouwen te kennen gaf in den
minister, constateert met leedwezen, dat hij
aan al zijne hervormingsplannen in het be
lang van ludië geen uitvoering heeft gegeven.
Zelf'8 ministers medestanders zijn verrast, ge
tuige de Standaard-&rl\ke\en. Hij meent dat
's ministers handen gebonden zijn, omdat hij
bedorven is in het milieu, waarin hij ge
komen is. Opnieuw wijst spr. op de gruwe
lijke exploitatie van Indië ten onzen behoeve,
en het onrechtvaardig bezit van lndië heeft
dat en ons land groote schade toegebracht.
In de Atjehzaak staat hij pacificatie voor;
werden wij uit Atjeh verdreven, wij zouden
kans loopen uit geheel Indië gedreven te
worden.
De heer De Savornin Lobman verdedigde
uitvoerig de boudiug van den minister, in
wiens wilskracht om hervormingen aan te
brengen hij vertrouwen stelde. Lu de opium-
quaestie achtte hij het optreden van den
minister zeer juist. Het vooropstellen zijner
Christelijke beginselen kon niet anders dan
goed werken.
De heer Schaepman gaf ook zijn ver
trouwen in den minister te kennen. Niemand
heeft het middel aangegeven om de begrooting
sluitende te maken. Waarom dit dan van
den minister verlangd? Hij drong er op aan,
eene actieve verdediging van Atjeh toe te
laten en bestreed den wensch naar behande
ling dezer zaak in comité-generaal.
De heer Rooseboom vroeg of niet nieuwe
troepen konden gezonden worden, om buiten
de geconcentreerde stelling op Atjeh te
landen ten einde de vijandelijke versterkingen
in den rug te valleu.
Het ligt iD het voornemen van den
minister van oorlog om de miliciens, die
nog niet in de behandeling van het nieuwe ge
weer geoefend zijn, in het voorjaar daartoe
onder de wapenen te roepen.
Al het vee, dat uit Nederland te
Lo den komt, moet drie dagen aan de lan
dingsplaats blijven alvorens verder te mogen
worden vervoerd, wijl het mond en klauw
zeer de Nederlandsche grenzen is genaderd.
(N. v. d, D.)
De correspondent van de N. R. Ct. to
Londen seint:
De inspecteur van het vee te Thamesliaveu
heeft gisteren twee veeiadingen, per Batavier
en per Teal van Rotterdam komende, wegens
vermoeden van ziekte aangehouden. De vee
handel verbeidt in angstige spanning het
rapport van den inspecteur. Velen gelooven
dat de invoer van levend vee uit Nederlaud
ernstig gevaar loopt.
Het in verschillende bladen voorkomend
bericht, dat er door de militaire autoriteiten
te 's Hage een onderzoek is ingesteld aan
gaande een onlangs plaats gehad hebbend
duel tusschen een officier er» een student, is,
naar wij vernamen, volkomen onjuist.
(D. vZ.-H. en 's Gr.)
In de Volksstem, van 30 October 1889
lezen wij het volgende: In Memoriam.
z/Mr. F. baron Van Hogeudorp".
Onderscheidene onzer lezers, die vele jaren
geleden bekend waren te Bloemfontein, zullen
zich misschien nog den naam van mr.
Fiederik baron Van Hogendorp herinneren.
Ons gewerd dezer dagen het onverwachte
bericht van zijn overlijden na eene ziekte
van slechts weinige weken.
Van Hogendorp heeft menige blijvende
herinnering in deze landen achtergelaten,
onder anderen wegens zijne groote geestig
heid en de gemakkelijkheid, waarmede hij
de pen voerde. Beurtelings was hij te
Bloemfontein ambtenaar in de rechterlijke
macht, lid van de baüa en editeur van de
Express. Ook vonden onderscheiden zijner
pennevruc-hten u-ene plaats in het Oranje
V rij sta sis M ag a zij n
Na zijne terugkomst in Nederland schreef
hij onder den naam van y Harnas", en trokken
zijne opstellen algecneene aandacht. Door
zijn dood verliest het Dagblad van Zuid-
Holland, hetwelk hij uitgaf, iu Van 1 logen
dorp een verdienstelijk editeur en het Neder
landsche volk een warm vaderlander.
De Zuid-Afrikaansche republiek verliest in
hem een onvermoeid strijder voor hare be
langen. Want nooit zweeg zijne stem, waar
hetzij door onkunde, heizij door opzet, het
Europeesche publiek om den tuin geleid
werd ten opzichte van Transvaalsche
toestanden. Nog duidelijk herinneren wij
ons hoe hij, in de tijden, toen ons land
voor het eerst in Europa de belangstelling
b.^gon gaande te maken, en de vreemdsoor-
tigste geruchten daaromtrent liepen, hoe hij
toen in een der meest gelezen bladen van
het vasteland, de Parijsche Figaroeen zeer
waardeerend stuk had geschreven over de
Boeren. Een der laatste artikelen van zijne
hand is eveneens gewijd geweest aan hel
welzijn der Zuid-Afrikaansche republiek, en
in zijn blad geplaatst als protest tegen de
gansch partijdige en scheeve voorstellingen,
welke door Eugelsche dagbladen werden
verspreid naar aanleiding van de in Juni
jongstleden plaats gehad hebbende spoorweg
opgewondenheid te Delagoa-Baai.
Nog eens, Van llogeudorp's hart heeft
warm geklopt voor de Transvaal. lu hem
is in Nederland een begaafd en invloedrijk
vriend van ons land heengegaan! Zijne
asch ruste in vrede!
Naar hot D. v. Z.-H. en Gr. ver
neemt, is mr. G. J. Hondius, kantonrechter
te Vianen, wegens redenen van gezondheid,
voornemens tegen Januari e. k. aan Z. M.
den koniug eervol ontslag te vragen,
I)e koninklijke academie van weten
schappen, afdeeling wis- en natuurkundige
wetenschappen, zal Zaterdag 30 November
e. k., des middags te 12 uren, eene gewone
vergadering houden in het gebouw der
academie.
De onderwerpen van behandeling zijn
Verslag van de heeren Bierens de Haan
en Van den Berg, over de verhandeling van
deu heer dr. J. De Vries.
De heer Hoek zal eene mededeeliug doen
over het Zuiderzee-hariug-ras.
De heer Van de Sande Bakhuyzen zal
eene mededeeliug doen over de vergadering
van het comité voor de vervaardiging van
de photographische kaart van den hemel.
Geertruida Blommers, de dienstbode, die
zich zoo dapper hield bij de:i jougsten brand
in de Huidenstraat, te Amsterdam, is her
stellende. Toch zal zij vermoedelijk nooit
genezen van de bekomen kwetsuren en van
de gemoedsaandoeningen door het verschrik
kelijk geval veroorzaakt. Het comité, dat voor
haar gelden inzamelt, is dus doende, om
haar een bestaan te verzekeren. De giften
vloeien vrij ruim, maar er is veel noodig,
om het beoogde doel te bereiken.
De horlogemaker A. C. J. De Loor,
Heerengracht bij de Wolveustraat te Am
sterdam, werd Woensdagnacht tegen 5 uren
door een hevigen slag uit den slaap opge
schrikt. Duidelijk hoorde hij, dat <de spie
gelruit in de winkelkast werd verbrijzeld.
Hij snelde naar beneden, opeude de straat
deur, juist intijds oui een man van de
stoep haastig te zien wegloopen, de Wolveu
straat in. Aan naloopen was niet te denken,
alarm zou allicht weinig hebben geholpen
de heer De Loor bepaalde zich gisterenmorgen
lot eene aangifte bij de politie.
De ruit is met een zwaar voorwerp ver
nield, eten boven het lage luik. Door het
groote gat over het luik heen bereikte de
arm van den inbreker de uitgestalde uur
werken. In den eersten greep blijkbaar
pakte hij twee gouden horloges, werd toen
gestoord en koos het hazenpad.
De buitengewone politieverordening te
Kampen, wegens verstoring der orde en rust
op 16 Nov. jl. genomen, en waarbij samen
scholingen van meer dan 3 personen waren
verboden en de tapperijen moesten gesloten
blijven van 's avonds 8 tol 's morgens 6 uur,
is weder buiten werking gesteld.
Onder de oudheden van de stad Bols-
ward behoort een zandlooper, die wellicht
ineer dan drie eeuwen oud is en nog steeds
dienst doet. Een zeer eigenaardig gebruik
toch is daaraan verbonden. Zoodra de
stadbuisklok het uur aangeeft, waarop de
vergadering van den gemeenteraad is uit
geschreven gewoonlijk zeven uur 's avonds
treedt de stadsbode de vergaderzaal
binnen en plaatst den zandlooper voor den
voorzitter. Zoodra deze ledig geloopen is,
wat ongeveer een kwartier vereischt, valt
de presidentale hamer, en wordt de verga
dering geopend. De leden, die daarna
binnentreden, verbeuren de helft van hun
presentiegeld. Zeker eene oude, maar daarom
geene slechte gewoonte, wier navolging voor
j menige vergadering aanbevelenswaardig
wezen zou.
Roode menie wordt algemeen gebruikt
om hout tegen water bestand te doen zijn,
als in goten en:. Hoe gevaarlijk dit is,
bleek te Koudum. De veehouder De B.
had de drinkgoot op deu koestal laten
repareeren en deze was met die verfstof
bestrekeu. Des avonds dronk het vee uit
de goot, doch werd spoedig ongesteld. Er
(leden zich verschijnseleu van vergiftiging
voor, en hoe groote hoeveelheid tegengift
ook werd ingegeven, de koeien moesten
worden afgemaakt.
Te Hulst is het gas door de petro
leum verdrongen. De Hulster Ct. wijdt de
volgende woorden aan de nagedachtenis dezer
verlichting
De vuren zijn uitgedoofdde gas
houders hangen diep in de kuipen.de
fabriek staat dood, treurig beeld van verval.
het buizennet is ledig en zal vermoedelijk
in den grond blijven, om aan het nageslacht
te bewijzen, dat ook eenmaal iu Hulst's
straten eene heldere gasvlam haar licht ver
spreidde. het gas behoort tot het ver
leden, het heeft het eind der verlichte eeuw,
hoe nabij ook, niet meer mogen beleven I
De petroleumlamp heeft, in strijd met
den vooruitgang, het gaslicht in de straten
en op de tafel vervangen, velen met ons
ten spijt.
B 12 L Gr I 12.
De regeering heeft den heer Gauthier
Derasse, administrateur bij de geheime politie
te Brussel uit zijn ambt ontslagen.
De Précurteur wijst er op, dat blijkens
de statistieke opgaven Hamburg als haven
Antwerpen vooruit is. Wil Antwerpen zijn
positie handhaven, dan is bet volgens het
Antwerpsche blad dringend noodig, dat de
licht- en loodsgelden worden afgeschaft en
de Schelde wordt uitgediept.
EMGEILAll D.
Een 500 van de 800 werklieden der
Westerspoorweg-maatscbappij, zink werkers,
schilders, timmerlieden, slotenmakers enz.
hebben, daartoe naar het schijnt door drie
Bonlangistische volksmenners opgeruid, den
arbeid gestaakt, eischende herstel van een
vroeger tarief, verwisseling van een „chef
d'atelier" enz. Het doel der opruiers is
raadselachtig en de werkstakers hadden geen
voor henzelven ongunstiger tijdstip tot hun
stap kannen uitkiezen.
Te Londen werd Maandag iu het
Westminster Palace-Hotel eene zeer on
stuimige bijeenkomst gehouden, die belegd
was om te protesteeren tegen het muilkorven
van honden, maar die ten slotte eene motie
aannam, verklarende, dat de muilkorven
moesten worden gehandhaafd totdat de
hondsdolheid geheel was uitgeroeid. Dat de
strijd over zulk een teeder onderwerp tot
vrij heftige tooneelen tusschen voor- en tegen
standers aanleiding gaf, moet weinig ver
wondering baren.
FAASKRU H.
Maandagmiddag is weder eens een
krankzinnige op de openbare tribune der
kamer doorgedrongen, waar hij luidkeels
Weg met Floquet, weg met Carnotbegon
te schreeuwen. Naar het politiebureau ge
bracht, verklaarde hij Lanternier te heeten
en de zielen van allerlei groote mannen in
zich te hebben. Ook declameerde hij allerlei
dwaze verzen, waarin hij het zeer druk had
over de transfusie van bloed [van welke
operatie onlangs in een mislukt tooneelstuk
gebruik was gemaakt] en over de zielsver
huizing.
Volgens la Gazette de France zal de
graaf vau Parijs op zijne reis naar Portugal
vergezeld worden door markies De Lasteyrie,