1 Li
NIEUWS- KN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
A 0 ("J S K: E K T
Zaterdag 12 October 1889. - M 240,
Uitgevers; Gebroeders Muré.
Het ongeluk van Tante Ursula.
BINNENLANDSUHE BERICHTEN.
'-Vf-Ï-
a BBS
1
rf.,»!
A
«'oii ra fi t verschijnt d si ir e i ij k sbehalve op 'L o ei» Feestdagen,
Vooi Leidenper nsasêndcnS„25<
Franco door hel gebeele rijk, er -riaanden
Prijs per Summer til 4V»t.
AOVEiTElTIES:
Van 1regelsf 0.90.
Elke regel meer0.15.
fJroote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, k contant, zonder rabat, per regel 0.10.
ïstsirdSeheepmikerssteeg ft
LKIOËX, 11 October.
Hij kon. besluit] is do ritmeester J.
P. Wijnstroom, instructeur bij bet 3de re
giment huzaren, op pensioen gesteld en het
bedrag van bet pensioen bepaald op f1660
's jaars.
Bij bet littcrarisch mathematisch ex
amen alhier werden gister geëxamineerd acht
candidate». Teruggetrokken twee. Afge
wezen drie. Toegelaten de heerenP. li.
Huender, van Laren, O. H. Van VVaasber
gen, van Mijnsheerenland en T. J. A. Bertels,
van Breda
Als candidsat leden van het Leidsch
studentencorps hebben zich nog drie heeren
doen inschrijven. Van hen zijn twee voor
de studie in de medicijnen, één voor die
in de philosophie bestemd. Het totaal der
adspirant-corpsledeu bedraagt thans 100.
Bij den rector-magnificus zijn nog inge
schreven (die geen lid van het Leidsch
studentencorps weuschen te worden) 9 hee
ren en eene dame; de laatste bestemd voor
de studie in de letteren, dén der heeren voor
die in de rechten en de overige heeren voor
die in de medicijnen. Het totaal der voor
de eerste maal als student ingeschrevenen
bedraagt nu ongeveer 140.
De Leidsche studeuten-weerbaarheids-
vereeniging Pro Pairia" hervatte beden
wederom hare wekeliikschc schietoefeningen
in Katwijks duinen.
Bij het gister te 's Gravenhage ge
houden akte examen lager onderwijs zijn
geslaagd o. a. de heeren VV. Broekhuizen
co F. II. Duyverman, alhier.
Dinsdagavond werd langs den Stati
onsweg door de politie een man weggeleid,
die in de Haverzaklaan was aangehouden
als verdacht van diefstal te 's Gravenhage
ie hebben gepleegd; de Haagsche politie
had per telegram aanhouding van dien mau
aangevraagd. Bij die gelegenheid maakte
het pubiiek, dat getuige van bedoeld ver
voer was, allerlei gissiugeu en bij een dier
gissingen was een bewoner van den Stati
onsweg betrokken, die echter weldra door
de politie beter kon worden ingelicht en
gerustgesteld. In een en ander vonden we
gegevens voor ons bericht van gister; ook
FEUILLETON.
Naar Georges Ohnet, door
LOUISE.
18.)
VIII.
De dag van het vertrek was aangebroken.
Ursula had zich nog niet laten zien Zij
kon door het beschot van haar kamer heen
het slepen van manden en koffers hooren.
En zij hoorde het ook.
Zij wist, dat morgen het huis verlaten
'Ou zijn. Zij zou dan geheel alleen over
blijven met haar verdriet, in dit huis, in
deze kamer, waar alles van vervlogen
liefde sprak.
Zij begon zich af te vragen, of zij het
'echt had te eischen, dat dit meisje, de
Uefde in haar hart zou versmoren en dit
huwelijksaanbod van de hand wijzen om
harentwil.
wij zijn nu heter ingelicht en hsasten ons
daarvan te getuigen.
Tegen een te 's Gravenhage wonende
vrouw, die in het laatst der vorige maand
in het akadetnisch ziekenhuis alhier was op
genomen, is door de politie proces-verbaal
opgemaakt, als zijnde zij verdacht van in
het Ziekenhu's haar daar geboreu kind van
het leven te hebben beroofd.
Vorder is door de politie proces-verbaai
opgemaakt tegen eene sinds 4 maanden
alhier uit Loosduinen gekomen dienstbode,
die zich aan diefstal, ten nadeele van hare
patrones had schuldig gemaakt; alsook te
gen een vrouw die eene door haar gevonden
gouden broche onmiddellijk van de hand
gedaan en de opbrengst gebruikt had.
Door den heer F. W. Westerouen van
Mec teren, technoloog te Amsterdam is eene
brochure in het licht gezonden, die 30 blad
zijden groot en niet in den handel is. Het
boekske is getiteld: „Voorkoming van enge
lukken in fabrieken en werkplaatsen in Neder
land," en is uitgegeven bij den uitgever H.
Geriings te Amsterdam.
De schrijver grondt zijne beschouwingen op
het woord in eene vergadering der nijver-
heidsvereeniging te Müblhausen door tien
heer Engel Dollfus de» 25sten Februaii 186?
uitgesproken: „Le fabricant doit autre chose
h sim ouvriers que le salaire." Talloos zijii
de wijzen zegt schrijver - waarop reeds
thans de humane en verstandige werkgever
voldoet aan de op hem rustende verplichting
om voor zijne arbeiders nog iets méér te
doen dan hun geregeld het verschuldigde
loon uit te betalen.
Schrijver schat den invloed die een des
kundig fabrieksinspecteur in deze ten goede
kan uitoefenen niet gering, doch hij keurt
de afwachtende houding der fabrikanten af,
en meent dat dezen nog veel meer zullen
kunnen doen dan de aanstelling vi.n fabrieks-
inspecteurs zal kunnen uitwerken. Bovendien
mag van den staat niet alles verwacht worden
en de strekking nu van het geschrift, waar
van hier sprake is, is de onderscheidene ver-
eenigingen en fabrikanten in overweging te
geven om, op liet voetspoor van het buiten
land één of meer vereenigingen op te richten,
welke zich ten doel stellen de uitvoering der
nieuwe arbeidswet te bevorderen en meer in
het bizonder, algemeene maatregelen tot voor
koming van fabrieksongelukken in te voeren,
bekend te maken en te papulariseeren.
Tal van wenken en voorschriften geeft
schrijver in het belang van het door hem
beoogde dool en hij geeft in de eerste bij
lage tot de brochure voor verschillende onder-
deelen onderscheidene conceptbepalingeu.
In bijlage II geeft de heer Westerouen
van Meeleren de concept slatuten eener
Nederlandsche Véreeniging tot voorkoming
van ongelukken in fabrieken en werkplaatsen."
We ontvingen van bedoelde brochure een
exemplaar ter bespreking, waarvan we ous,
naar otize meeniug, voor zoover onze
ruimte dat toeliet door deze hebben ge
kweten.
CIIVERSlTül'i',
Aan de rijks-universiteit alhier is
het candidaats-examen in de godgeleerdheid,
eerste gedeelte, afgelegd door den heer E.
Botjes.
OfVlClEELii UKKICHTKIV.
Bij Zr. Ms. besluit ie benoemd tot rech
ter in de airondissemeuls-rechtbank te
Zwoile, mr. J. W. Telting, ihaus rechter
in de arrendissements rechtbank te Heeren-
veen
is benoemd lot kantonrechter te Gouda
mr. D. J. Van llcusde, thans griffier bij
het kantongerecht aldaar.
is benoemd tot kantonrechter te Schoon
hoven, mr. J. A. Van Weel, thans grif
fier hij het kantongerecht te Oud-Beier
land.
is W. Cevaal benoemd lot burgemeester
der gemeente liittliera.
De officier va:i administratie 2de kl.
G. A. Daey Ou wens, dienende aan boord
Zr. Ms. wachtschip te Ilellevoetsluis, wordt
met den 18den dezer op non-activiteit ge
steld en met den 22sten daaraanvolgende
vervangen door den officier van administra
tie 2de kl. J. Langereis, terwijl met laalst-
gemelden datum de officier van administratie
2de kl. D. G. Krol van der Hoek en met
1 November a. s. de adjunct-administrateur
J. li. Van Trooijeii, respectievelijk geplaatst
worden aan boord van Zr. Ms. instructie
korvet Nautilus en van gemeld wacht
schip.
De opper-ceremoniemeester maakt
bekend, dat, ingevolge de bevelen des ko-
nings, het hof den lichten rouw zal aan
nemen voor den tijd van drie dagen, in
gaande den llden dezer, wegens het over
lijden van Z. K. H. prins Augusto van
Portugal, hertog van Coimbra.
De derde uitgave der Nederlandsche
Pharmacope-, door den minister van binnen-
landsche zaken gewaarmerkt, is bij kou.
besluit van 27 Sept. jl. vastgesteld en het
tijdstip van invoering bepaald op 1 Juli
1890.
Met dat tijdstip vervalt de tweede uit
gave, vastgesteld bij kon. besluit van 31
December 1871.
Op de lijst van geneesmiddelen, bedoeld
in het vierde lid van art. 9 der wet van 1
Juni 1865, mogen niet ontbreken de ge
neesmiddelen, welke worden opgenoemd in
de St.- Ct. (N°. 238).
De commissie, aan welke bij kon. besluit
van 17 Juni 1884 N°. 7 werd opgedragen,
de vervaardiging van een ontwerp tot aan
vulling of, zooveel noodig, herziening der
„Pharmacopaea Neerlandica en der Neder
landsche Apotheek" bestaat uit de heeren
Dr. C. A. J. A. Oudemans, hoogleeraar te
Amsterdam, voorzitter.
Dr. F. C. E. Van Embden, apotheker te
Utrecht, secretaris.
Dr. J. VV. Gunning, hoogleeraar te
Amsterdam.
Dr. E. A. Van der Burg, hoogleeraar te
Leiden.
Dr. G. D. L. Huët, hoogleeraar te
Leiden.
Dr. B. J. Stokvis, hoogleeraar te
Amsterdam,
Dr. D. J. Cosier, geneesheer te Am
sterdam.
C. H. Van Ankum, apotheker te Groningen
(19 October 1888 overleden), en
W. Stoeder, buitengewoon hoogleeraar te
Amsterdam,
Deze commissie is dus, gedurende vijf
jaren met haren arbeid „de herziening zoowel
Als Aline haar op dit oogenblik ontmoet
had, als zij haar tante op dit oogenblik in
de gelegenheid gesteld had zich grootmoedig
te ïietoonen, indien zij smeekend de armen
had uitgestrekt en om haar toestemming
had gebeden, zou zij misschien toegestemd
hebben. Maar neen, men smeekte niet,
men stond tegen haar op! Als een verlatene
liet men haar in dit huis achter, waar zij
voortaan eenzaam en rampzalig bij het graf
barer liefde voortleven zou. En dit meisje,
dat zij had zien opgroeien, dat zij be
minde, ging vertrekken! Alles was dus
voor bij
Door wanhoop aangegrepen begon zij te
weenen, haar snikken versmorend, daar zij
niet wilde, dat men haar van zwakheid zou
verdenken. Toen, zich voor het beeld van
haar dierbaren, afgestorvene werpend, riep
zij met verheveu moed: „Neen, neen!
Het kan niet, het mag niet! Ik zal niet
toegeven
Reeds begon de avond te valien. Hel
openen e'er deur onttrok haar aan haar
overpeinzingen. Haar kamermeisje trad
binnen.
'/.ij had reeds verscheidene malen geklopt,
doch tante Ursula had er geen acht op
geslagen.
„Wat is het?" vroeg zij ontevreden. „Wat
wil men van mij?"
„Er is een heer beneden om u te
spreken".
„Een heer? Welke heer?"
„Ik ken hem niet".
„En hij vraagt naar mij?"
„Ja, mejuffrouw!"
Een straai van gelukkige verwachting
vloog over het gelaat der oude vrij
ster. Indien bet eens een vriend van
Louis warel
„Het is goed. Ik zal komen!"
Schielijk wischte zij haar betraande
oogen af en snelde naar het salon.
Een dikke, roode man met snorren, die
geheel het voorkomen van een Duitscher
had, stond bij den schoorsteen. Zijn
tii'erlijk had niets gedistingueerds en getuigde
slechts van goede levenswijs.
Toen hij tante Ur.-ula aanzag, glim
lachte hij.
„Wie...." zoo begon zij.
„Ben ik dan zoo veranderd, dat ge mij
niet herkend?" vroeg de dikke man, een
poging doende om zich in geheel zijn
lengte te verheffen en een schrede nader
komend.
De oude vrijster beschouwde met nog meer
aandacht de opgezette gestalte van den op
haar toetredenden man.
„Vergeef mij.... Gij hebt gezegd?
„Hoe, Ursula! Hebt ge mij dan
geheel
„Op het woord: „Ursula" was de oude
vrijster bleek als een rloode geworden.
Eindelijk stamelde zij: „ls het mogelijk?"
„Maar ja! Ik ben het, Louis Silvain,
die u komt bezoeken".
Als in een beeld veranderd, bleef zij in
het midden der kamer staan.
Louis vervolgde: „Ik bemerkte, dat gij
mij niet lierkeudet.
Het is een groot genoegen, lieve
Ursula, u na zulk een langen tijd weder
te zien".
Ursula luisterde niet meer. Staan de
doodeu dan uit huu graf' op? Heb ik
hem, dien ik zoolang beweende, nu levend
voor mij Allerlei gedachten vlogen haar
door het hoofd, dat scheen te bersten.
Zij vroeg zich af, of zij zich in de arme»
van haar beminde werpen of hem liever
wurgen zou.
{Wordt vervolgd.)