fit I 11 1 1 18 i m II 1 PS is NIEUW8- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. ABO 1IEIE II T Dinsdag 1 October 1S80. N\ 231. A O V E R E TIE1 Uitgevers: fisbroeders Hu ré. D' w Het ongeluk van Tante Ursula. iSSSfit '■■mm M 'PI i j ci lie ze Co sir a fit verschijnt dadelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Voos Leidenper 3 maandenI 8.25. Franco door het gcheele rijk, cr maanden {.80. Prijs per Snaimer W IVst. wwmm? 203a J&argang. Van 1regelsf 0.90. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingena contantzonder rabatper regel 0.10. Bareel: Scheepmakerssteeg 6. 91 St #<t s - Be r i c h t. e Inkomstenbelasting 1880. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Leiden brengen in herinnering dal met 3D September a.s.de vierde termijn vervalt van de Inkomstenbelasting en dat alzoo op 1 October a. s. minstens vier zevende gedeelten van den aanslag moeten zijn voldaan. Zij noodigen mitsdien de belanghebbenden uit om, ter voorkoming van vervolgingskosten tot de betaling van bet verschuldigde ten kantore vau den Gemeenteontvanger over te gaan. Burgemeester en Wethouders voornoemd DE KANTER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Lbiden, 28 September 1889. LEIRElk, 30 September. Het gedeelte van het 8 Octoberfeest dat op het Schuttersveld zou plaats hebben, ja) wegens de aanhoudende regens die bet land onbruikbaar hebben gemaakt over verschillende plaatsen in de stad wor den verdeeld. Bij den heer E. IJdo, boekdrukker, is een feestplaat voor 8 October verschenen. De eene zijde prijkt niet de welgelijkende portretten van onzen burge meester, eere-voorzitter van de 8-Oclober- vereeniging, den burgemeester Van der Werf en Van der Does. Aan de andere zijde prijken verschillende voorstellingen uit den humoristische» wedstrijd, den vlieger- vedstrijd, enz. Door het bestuur der Stndentenafdeeling tan het Willemsfonds alhier is reeds de som van f 400 naar Antwerpen verzonden. Daar alle toegezegde bijdragen nog niet zijn inge komen, zal nog eene tweede zending vol gen. De afdeeling sluit Donderdag 4 Oct. a. s. hare lijsten. Wie dus nog voornemens' is, iets bij te dragen, wordt verzocht dit vdér dien dag te doen. Den lOden October a. s. zal de lioog- eeraar dr. J. P. N. Land den dag lierden- [ken waarop hij vódr 25 jaren het hoog leeraarsambt aanvaardde, toen echter aan het athenaeum te Amsterdam. Aan blijken van belangstelling zal 't hem zeker niet ontbreken; het collegium van het sluden- tencorps heeft plannen voor eene serenade. De zeereerw. lieer F. H. Mensing, deken en pastoor te Oegstgecst, is ernstig ongesteld. Sedert Vrijdag heeft hij zijne bediening niet meer persoonlijk waargenomen. De berichten van hedenmiddag lnideu voor 't oogeublik iets gunstiger. Zaterdag hield de vereeniging van ouderwijzers en onderwijzeressen in het ar rondissement Leiden hare gewone vergade ring, ditmaal in „De Witte Zwaan" te Lisse, ouder voorzitterschap van den arron dissements schoolopziener, mr. J. F. Houwing. Na het opnemen van de rekening en de verkiezing van bestuursleden waren aan de orde de volgende punten 1. Eenige beschouwingen over het leervak //beginselen der vaderlandsche geschiedenis" in de gewone lagere school. Ingeleid door den heer H. C. v. d. Ileyde van Leiden. 2. W. J. Hofdijk als dichter.De heer W. Goemans van Leiden. 3. Een en ander over het ouderwijs in de breuken. De heer J. M. Prins van Leiden. Na afloop der werkzaamheden stelden de onderwijzers van Lisse zich beschikbaar om de overige leden op eene wandeling door de omstreken te geleiden, waartoe het weder zich trouwens niet bijzonder leende. Daarna werd gelegenheid aangeboden om aan een gemeenschappelijke!! maaltijd deel le nemen, waarvan door verscheidene leden gebruik werd gemaakt. Cl.) Bij de op lieden gebonden openbare verkooping van cokes bij partijen van 00, 50, 10 en 5 heet. waren de hoogste prij zen 54.28.5.50 en ƒ2.80. laagste 58.ƒ27.ƒ5.20 en 2.75. Zaterdagavond heeft in de Moriaan- steeg een vrij hevige twist plaats gehad tusschen twee door do hechtste banden ver bonden stadgeiiooteri. De vrouw moest ten- gevolge van den twist voor de tweede maal verbonden wordenterwijl de politie de man in banden sloot. Hedenochtend in de vroegte geraakte bij het doorvaren van de Pauwbrug in de Oude Vest een schip met het staande want in de brug vast. Bij de pogingen om los te komen moet de mast gebrokeo zijn. Hedenmiddag geraakte zekere S., werkzaam aan de gasfabriek, bij liet schep pen van een emmer water in de Lange- gracht. Door twee mannen werd hij weldra gered. UNIVERSITEIT. IJeden werd bevorderd tot doctor in de rechtswetenschap, aan de rijks-universiteit alhier, de heer W. Bezemer, geb. te 'e Her togenbosch, na verdediging van zijn acade misch proefschriftgetiteld Bijdrage tot de kennis van het oude cijns- en grond- renterecht in Brabant". Aan de rijks-universiteit alhier is het caiidid&ats-exaineu in ue rechten afgelegd door den heer L. FI. M. Van Kruyne. De 'lijd bevat omtrent de promotie van den weleerw. heer C. O. J. Wilde aan onze universiteit het volgende: Den 23sten September werd te Leiden de oerw. heer C. O. J. Wilde, lid der Soeieteit van Jesus en leeraar aan het gymnasium te Katwijk, met de hoogste ouderscheiding ge promoveerd tot doctor in de klassieke letteren. Ik zeg: met de hoogste onderscheiding niet alleen tocli viel den jeugdigen geleerde de zeldzame eer te beurt, het doctors-diploma aan Neerlands oudste universiteit cum lande te ontvangen, maar de schitterende wijze waarop zijn promotor, de hooggeleerde heer J. J. Curnelissen, dat cum lande omschreef, gaf aan die vleiende woorden een nog hoo- gere waarde. In vlekkeloos Latijn, met magistrale en treffende welsprekendheid, met onbevangen en onverholen bewondering werden de ijver, de talenten, de verdiensten zelfs van den promovendus op zoo uitbundige wijze ge prezen, dat de nieuwe doctor ons veel zal moeten geven, wil hij niet verre beneden de verwachting blijven, die de beloften van zijn promotor hebben verwekt. Wat ons in de lofspraak vau den hooggel. heer Cornelissen vooral heeft getroffen en wij willen en mogen het niet zwijgen wel dadig heeft aangedaan, het was de innige toegenegenheid, de inderdaad aangrijpende hartelijkheid, die klonk uit elk zijner woor den en uit den toon waarop elk woord werd uitgesproken. Zelfs de officieele termen ver loren in zijn mond de koudheid en stijfheid, die aan dergelijke versteeningen gewoonlijk eigen zijn, en werden de waardige, maar warme en levende uitdrukking van persoon lijke overtuiging. Het proefschrift van den eerw. heer Wilde .draagt tot titelDe C. Plinii Caecilii Se cundi et imperatoris Trajani epistulis muluis disputatioen is, naar mij van bevoegde zijde werd verzekerd, een gedeelte der ver handeling de C. Plinii Caecilii Secundi vita ingenio ac moribusdie in September van het vorige jaar door de Leidsche faculteit der letteren inet goud werd bekroond. De schrijver behandelt de oude maar nog altijd sctneele stiijdvraag, of de brieven van Plinius aan keizer Trajanus en de antwoor den van dien keizer, dia te zamen het Xde boek van Plinius' brieven vormen, inderdaad afkomstig zijn van de beide personen, aan welke ze gewoonlijk worden toegeschreven. Zoowel de eigenaardige, verdachte wij zo waarop dit tiende boek lang na de negen andere uit het stof der Parijzer bibliotheek kwam opduiken, als het geheimzinnig ver dwijnen der handschriften, waarnit de eerste uitgevers beweren geput te hebben, deden reeds in het begin der XVIde eeuw ernsti- geii twijfel outstaau ointreut de echtheid dezer hoogst belaugrijke verzameling. Later hebben geleerden van naam zoowel in Frank rijk als in Duitschland en Denemarken die blieven aan een mikroskopisch onderzoek onderworpen en in vorm en inhoud tal van teekenen aangegeven, waarin zij de hand van een falsaris duidelijk meenden te her kennen. Het mikpunt dier sceptische aan vallen was vooral de overbekende brief vau Plinius over de christenen zijner provincie Bithynië en het antwoord van Trajanus, dat reeds door Tertullianus als onrechtvaardig en inconsequent wordt gebrandmerkt. Men weet niet wat het meest te bewon deren in de honderd en twintig bladzijden, door dr. Wilde aan dit moeilijke vraagstuk gewijdde bijna angstvallige zorg, waar mede alles is opgespoord wat ooit over het FEUILLETON. Naar Georges Ohnet, door LOUISE. 11.) Het kind, uitgelaten als altijd, wierp zich bij de kroaiming van een boschje plotseling op het kleed harer tante. Met een ruk maakte zij haar kleed nit Je kleine handen los en keerde op haar ®eg terng. Het kind begon bitter te schreien. Toen zij de tranen langs de kleine 'sagen zag biggelen, weken de bittere gevoelens uit baar hart otn plaats te maken 'oor medelijden. Zij stortte zich op het «nd als een arend op een duif, en sloot ''nor in haar armen. Toen bleef zij onhe ugelijk staan, haar zuster en schoonbroeder inziende, die op haar toeliepen. Het kleine meisje had de overwinning behaald. Over hetgeen er voorgevallen was, be waarden zij het stilzwijgen. Zij waren bang, dat de crisis zich herhalen zou, en sloegen Ursula gade, ook als zij kalm was, even als de zeeman onverpoosd de zee gadeslaat, zich afvragende of er niet plotseling een storm zal opkomen. V. Het gevreesde gevaar verscheen na eenige maanden slechts en onder veel uiinder tragi sche omstandigheden. Toen Aline oud genoeg was om piano le leeren spelen, vond tante er genoegen in om haar les te geven. De kwellingen van de vingeroefeningen was zij reeds te boven en in het salon weêrklonken de accoorden van „ie petit Suisse". Maar toen Aline zulke snelle vorderingen maakte, was men verplicht geweest een ouderwijzer te neme». Mijnheer Perséran nu bezat het talent ver schillende instrumenten middelmatig te be spelen. Hij werd aangenomen. Hij was gewoon Aliue's spel met een dezer instrumenten te begeleiden, wauneer hij het jonge meisje les gaf. Gedurende de eerste maanden had tante Ursula, zoo dikwijls de leermeester kwam, zich teruggetrokken en zich met haar werk ouder een boom geplaatst in den tuin, waar de tonen van fluit en piano haar somtijds bereikten, of het waren phan- tazieën waarbij vioolbegeleidiug haar oor trof. Soms zelfs meende zij den hoorn niet onduidelijk te onderscheiden. Doch welk instrument het ook was, hout of koper, snaren of toetsen steeds begeleidde de heer Perséran zijn leerling met bewon- derendswaardigen ijver. Met den voel sloeg hij de maat, het gelaat rood en opgezwollen en zijn snorrebaard rechtop staand, en als somwijlen in het gebruik van het pedaal of bij het aanslaan der noten een fout werd gemaakt-, liet hij zich woorden ontvallen, die klonken als een soldatenvloek. Taille Ursula hoorde alles en een zekere onrust maakte zich van haar meester. Waarom gebruikte deze man zulke vloeken en waarom vloekte hij? Toen zij het aan mijnheer Bernard mrêdeelde, schreef deze het aan den overgrooten ijver toe. „liet is de muziekduivel, die dezen goeden Perséran belieerscht. Zie eeus welke bewegingen hij met de armen maakt. Men zou zeggen, dat hij een orkest dirigeert en dat hij alle tnoeielijkiieden op eenmaal den oorlog wil aandoen". Tante Ursula schudde het hoofd. Daar werd het haar plotseling openbaar en ver klaarde zij zicb haar instinktmatigen tegen zin De afschuwelijke man was een soldaat 1 Den volgenden dag was Perséran door een anderen muziekonderwijzer vervangen. Weldra scheen Ursula dit voorval te boven te zijn en keerde alles tot de gewone rust terug. Mijnheer Bernard wenschte zich reeds geluk en zeide vol blijde voldoening tot zijn vrouw: „Waarlijk tante wordt veel redelijker. Zij heeft zich tevreden gesteld met Perséran de deur uit te zetten, voorheen zou zij hem geslagen hebben". De goede man bedroog zich evenwel. Tante Ursula scheen kalmer, doch uitwendig slechts. Weldra zou een andere gebeurtenis weder voedsel aan den haat geven, dien zij het leger en ieder, die er aan verbonden was, gezworen had. De oorlog van 1870 brak uit. De oude vrijster las het in de courant. Zij werd bleek, wilde opslaan, doch haar knieën knikten en haar breinaalden in een kluwen wol gestoken vielen van haar schoot op den haard. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1889 | | pagina 1