Cl
u
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
lï ee C>o H r;i t v ersc li ij u t <1aeI ij k be li a 1 ve op Zou- en Feestdagen.
Vrijdag 23 Augustus 1889. N". 198.
ABVERTEHTIEH:
Uitgevers: Gebroeders Muré.
RK2
mm
ABSSüEiE U T:
Vooi Leidenper 3 maanden1.25.
Franco door het geheele rijk, er 3 maanden I.OO.
Prijs per Nummer 10 Ut sit.
Van 16 regeis0.90.
Elke regel meert 0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingenk contantzonder rabat, per regel 0.10.
Bareel: ^cheepmakerssteeg 6,
203= Jaargang.
GEMEENTERAAD.
Vergadering van den gemeenteraad op
Donderdag 22 Augustus 1889, des namid
dags te 2 uren, ten raadhuize der gemeente.
De voorzitter, de beer H. J. Bool, bij
afwezigheid van den burgemeester, den heer
L. M. De Laat de Kauter, opent de ver
gadering.
Aanwezig zijn de heerenLe Poole, Van
Masijk Huyser van ReeueD, Fockema An-
dreae, Van Hamel, Zaaijer, Du Rieu, Zille-
seü, Van Buttingha Wichers, Bool, Driessen,
Was, Kaiser, Hasselbach, Zaalberg, Koetser,
Tieleman, De Goeje.
Afwezig met kennisgeving de heeren Juta,
Alma, De Sturler, Cock, Van der Hoeven,
Schneither, Knappert en De Laat de Kanter.
Na lezing der notulen «an de vorige ver
gadering door den secretaris geeft de voor
zitter kennis o. a. van de volgende
Ingekomen stukken.
Missive van den heer commissaris des
konings, dd. 6 Augustus jl. A. N°. 1219
(le afd.), waarbij aan den burgemeester
verlof wordt verleend oin van 9 Augustus
tot 9 September a s. buiten de gemeente
te verblijven.
Verzoeken van de Wed. W. Van Mey-
gaarden en G. W. Van der Drift, om den
door demping verkregen grond langs den
Haarlemmertrekwcg in gebruik te mogen
houden.
Verzoek van L. P. Van der Zon en P. J.
Cbristiaanse, om een lantaarn te plaatsen
in de Haverzaklaan. vóór de perceelen 2 en 2a.
Bezwaarschriften van verschillende perso
nen tegen hunnen aanslag in de plaatselijke
directe belasting, dienst 1889.
Nog maakt de voorzitter bekend:
dat aan den eervol ontslagen stadswerk-
man H. Van der Lee een pensioen is ver
leend van f 180.14, berekend naar eene
jaarwedde van f401.en een diensttijd
van 26 jaren en 4j maand en zulks wegens
70-jarigen leeftijd;
dat als schadevergoeding van den brand
der Gehoorzaal op 4 Augustus jl., verzekerd
bij beurspolis, door de assurantie-maatschap
pijen wordt uitbetaald f43500.voor het
gebouw, f 5414.50. voor den inboedel en
f540.voor de schade aan nevengebou
wen totaal f 49454.50.
Zonder discussie of hoofdelijke stemming
wordt nu toegestaan het verzoek van P. J.
Van Hoeken, om ontheffing van de firma
Gebrs Van Hoeken, van de verplichting tot
de levering van houtwaren ten behoeve van
de gemeente.
Aan de orde is nu 2e het onderzoek van
de geloofsbrieven van de nieuwbenoemde
leden van den gemeenteraad, de heeren mr.
F. Was, L. G. Le Poole, II. J. Juta, dr.
W. N. Du Rieu, J. J. Hasselbach, J. A.
Van Hamel, P. Zillesen, A. L. De Sturler
en P. J. Van Hoeken. Tot dat onderzoek
begeven zich de heeren Fockema Andreae,
Van Masijk Huyser van Reenen en Zaalberg
in commissie.
De heer Verster van Wulverhorst komt
ter vergadering.
Na de terugkomst der drie heeren geeft
de heer Fockema Andreae kennis dat door
de commissie de geloofsbrieven zijn in orde
bevonden en dat ze derhalve tot toelating
adviseert. De aanwezige gekozen heeren
verlaten om de beurt de vergaderzaal en tot
hunne toelating wordt daarop besloten even
als tot die van de niet-aauwezige gekozen
heeren.
Tot commissaris van de Stadsbank vau
ieeuiug wordt nu met aigeuieeue ^18; stem
men herbenoemd de heer 11. W. F. Bakker.
4e worden nu met algemeene stemmen
tot curatoren van het gymnasium herbe
noemd de heeren prof. dr. P. L. Rijke en
prof. dr. J. E. Van Iterson.
Afwijzend wordt nu zonder discussie of
hoofdelijke stemming beschikt op hel verzoek
van A. Teljeur, om een gedeelte van de
singels als visehwater te mogen pachten en
besloten aan P. H. Smittenaar te kennen te
geven dat bezwaar bestaat de gevraagde
vergunning te verleenen tot demping van
een gedeelte der Zoeterwoudsche Siugelsloot,
doch dat zijn verzoek in nadere overweging
zal worden genomen, wanneer gelijk verzoek
wordt ingediend door de eigenaren van de
perceelen gelegen aan genoemden singel tot
aan den Heerenweg.
Achtereenvolgens worden nu zonder dis
cussie of hoofdelijke stemming toegestaan de
volgende verzoeken, als
6'. Verzoek van U. Pander, om het ge
bruik van gedempten sloot langs den
Haarlemmertrekweg.
7°. Idem als voren van W. R. Verhoog.
8®. Idem als voren van W. J. Zwetsloot.
9°. Idem van C. E. J. Verhaaff, om een
gedeelte Wittesingelsloot te over-
wulven.
10®. Idem van P. H. Smittenaar, om een
gedeelte Zoeterwoudsche Singelsloot te
dempen.
11°. Idem van D. A. Vermey, om een
plankijs te leggen in den Maresingel.
12°. Idem van J. C, Van Putten, om een
stoep te leggen vóór het perceel Zonne-
veldsteeg 6.
13°. Idem als voren van H. Van de Velde
vóór het perceel Papengracht 17.
Nog wordt 14e goedgekeurd het voorstel
tot aauvaarding van een legaat door wijleu
den heer E. W. Wichers aan de gemeente
vermaakt, en
16e. het verzoek van G. C. Vrint, om
vrijstelling van de betaling van schoolgeld
middelbaar onderwijs.
Bij punt 15 van de agenda verzoek
van het gemeentebestuur van Leiderdorp
betrekkelijk de demping van een gedeelte
der Heerensingelsloot, ontspon zich eeuige
discussie. De heer Was begrijpt niet hoe
nu een voorstel kan worden gedaan om het
verzoek toe te staan, terwijl toch nog
onlangs tot aanhouding werd besloten en
de omstandigheden met betrekking tot de
toestemming dezelfde zijn gebleven. Ook de
heer Fockema Andreae wist gaarne iets
naders omtrent de redenen die er burg. eu
weth. toe hebben geleid nu het verzoek
toe te staan. Hij vreest met den heer
Was dat bij eene eventueele annexatie
van dat deel der gemeente Leiderdorp door
onze gemeente, deze laatste door deze toe
stemming finantieel schade zou lijden.
De heer Bool antwoordt dat de omstandig
heden in zóóverre veranderd zijn dat ditmaal
de demping zal plaats hebben in aansluiting
met dia van belendende gedeelten; hij ziet
niet in dat bedoelde toestemming geldelijk
nadeel aan de gemeente zal toebrengen. Ook
bij annexatie zal men een toegang tot die
gebouwen behoeven.
De heer Zillesen meent dat Leiderdorp
in deze gelijk staat met particulieren die
verlof tot demping vroegen en verkregen.
Doch de heer Was kan dat zoo spoedig
niet toegeven. Immers van particulieren
behoeft de gemeente Leiden niets over te
nemen bij annexatie, doch wel van de ge
meente Leiderdorpen 't zon hier gelden
een brandspuithuis, een bewaarplaats voor
arrestanten en een stembureau, inrichtingen
die de gemeente Leiden daar niet zou be
hoeven.
De heer Hasselbach acht de toestand al
leen in zóóverre veranderd, dat bij het eer
ste verzoek die gebouwen niet stonden en
nu wei. Overigens bleven de omstandigheden
dezelfde.
De heer Van Hamel vraagt of de zaak
geen 14 dagen uitstel lijden kan; hij wilde
gaarne het terrein eens gaan verkennen.
De heer Bool meent dat daarvoor reeds
tijd gegeven werd; hij ziet in verdagen geen
nut.
De heer Was stemt in met wat de heer
Hasselbach zooeven zeide. De gemeente
Leiderdorp stelt ons voor een feit; ze heeft
zich aan het vorig besluit niet gestoord en
is gaan houwen. Nu staan de gebouwen,
hetzelfde verzoek wordt herhaald en nu stel
len burg. en weth. voor het toe te staan.
De discussie wordt gesloten en hoofde
lijke stemming verlangd. Het voorstel van
burg. eu weth. wordt aangenomen met 11
tegen 7 stemmen. Tegen stemden de heeren
De Goeje, Verster, Kaiser, Was, Driessen,
Du Rieu en Van Hamel.
Daar niets meer aan de orde is en nie
mand meer het woord verlangt sluit de voor
zitter de openbare vergadering, waarna wordt
overgegaan tot eene vergadering met ge
sloten deuren.
LEIDEN, 33 Augustus.
Met ingang van 1 Sept. zullen de
heeren W. G. A. Feltzer en J. Waale Jr.,
comm. 3e kl. bij de posterijen, onderling
van standplaats verwisselen, zoodat de eerste
dan verplaatst wordt naar Leiden, de laatste
naar Goes.
Men schrijft nu wederom het vol
gende van hier aan de N. R. CtAan
sommige gedeelten der militaire strafgevan
genis alhier wordt ijverig gewerkt, ten einde
dit gebouw in gereedheid te brengen tot
verblijfplaats der veroordeelde vrouwen, die
thans in een der gestichten te Veenhuizen
hare straf ondergaan.
FEUILLETON.
DE EAST.
Naar het Duitsch, door
LOUISE.
»Hij heeft gezegd, dat zijn moeder op
den dood ligt en ik heb voor hem om
'oorschot gevraagd. En nu zit hij hier!
Weg met hem 1"
»0, Hein! Hein!" jammerde de jonge
'rouw.
Een opschudding ontstond. Sommigen
;en op Heinrich aan. Een krijschenile
'rouwen8tem riep: „Het is waar! Zijn
Boeder ligt op den dood. Hij heeft hier
'Heen maar wat verstrooiing gezocht. Het is
O'jn broeder. Zoo iemand hem kwaad doet,
ben ik er ook nogl"
Het vuile gelaat van roode Griet dook
Mast Klefecker op en dreigend stemde zij
"i met het gelach, dat haar woorden teweeg
gebracht hadden.
Heesje deed nog een poging om haar
raan ®eê te trekken. Hij weerde haar on-
etuimig af_ herhaalde zijn aanklacht tegen
den arbeider en scheen verlangend naar een
voorwerp, waaraan hij zijn drift kon koeleD.
Nooit had zij hem aldus gezien.
Met een angstig gebaar drukte zij de
vingers in haar ooren en zucht zich een
weg door het gedrang te banen ten einde
naar buiten te komen. Reeds als kind
was er niets dat haar meer schrik aanjoeg
dan luide woordenwisselingen en twist.
Met hangend hoofd en kloppend hart
ging zij mar buiten en stond daar tegen
de tent geleund haar handen gevouwen en
de oogen vol tranen.
Op eenmaal streek een hand zacht over
de hare. „Zijt ge eindelijk van den jongen
bevrijd, Geesje?" vroeg een fluisterende
stem. „Zie mij toch eens aan, meisje! Ik
ben uw vriend." Terwijl Leopold Jack zoo
sprak, hief hij het betraande gezichtje naar
zich op en streelde de bleeke wangen.
Tot antwoord op zijn vraag had Geesje
haar hoofd geschud en zich gehouden
alsof zij de aanraking zijner handen niet
gevoelde.
„Welken jongen maD, mijnheer Jack?"
vroeg ze klagend.
„Ha, die daareven bij u zat en dronk.
Gij hadt daar een heerlijke schuilplaats
uitgedacht!"
„Ach, dat was toch geen jonggezel meer,"
lachte Geesje.
„Gij moest in het geheel niet met hem
loopenhij past u niet."
De jonge vrouw keek hem verwonderd
aan, alsof dat in het geheel geen verstaan
bare taal voor haar ware. Zij lachte als
iemand die het beter weet. Toen scheen
zij zich te bezinnen en zeide
„Hij is mijn bruidegom, mijnheer Jack."
„Bruidegomook goed; het kan mij niet
schelen, hoe ge hem noemt, als hij maar
weg is, als ge maar alleen met mij in de
slede gaan wilt."
„Wat denkt gij wel, mijnheer Jack!
Mijn bruidegom is daarbinnen 1"
„Daar binnen bij dien twist! Och zoo;
dat is verschrikkelijk! Kunt gij niet een
weinig vriendelijk tegen mij zijn, Geesje?
Het zou mij zoo gelukkig maken!"
Zij lachte verlegen en gestreeld en
luisterde toen weder met gefronsd voor
hoofd naar de donderende vuistslagen en
het gestamp der vechtenden op den plan
ken vloer.
„Is hij het, die daar zoo schreeuwt?
Kom, kleine, kom weg van hier! Die
ruwe uitvallen zijn niet voor u. Ik haat
ze ook."
Hij had haar hand gegrepen en trok
haar verder.
„Ik moet nu weêr naar binnen," prevelde
zij zacht wederstrevend.
„Later, later als het weder rustig is!
Wat zegt ge wel van zulk een slede,
Geesje?"
Met de begeerigheid van een kind keek
Geesje naar het voorname voertuig met de
fraaie roode franje. Zij was zelve gloeiend
rood en zag vol verwachting, hoe de koetsier
het kleed terugschoof, de heer Jack er in
sprong en haar de hand bood om hem te
volgen. Een oogenblik weifelde zij nog.
„Kom toch, lief kind, mooi, eigenzinnig
schepseltje! Ik wil u niet ontvoeren. We
komen wel terug. Alleen wilde ik liever
wat meer van hier, wat verder van het
gewoel."
Met een ruk trok hij haar naar zich toe
en gaf den koetsier een teeken.
„Hij weet er immers niets van," zeide
hij naar de tent wijzend, terwijl hij licht
zijn arm om haar heen legde en haar het
schoone warme dekkleed over de schouders
trok, „en waarom zou ik u niet even goed
mogen kussen als hij."
Wordt vervolgd.)