I NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. Dinsdag 20 Augustus 1839. N6. 195. 203° Jaargang. Uitgevers: Gebroeders Muré. m m %ïé-; Deze on ran f verschijnt dadelijks, behalve op 'L oh- en Feestdagen. Vooi Leiden, per 3 maandent„25, Franco door het geheele rijk, er 2 maanden 1.69, Prijs per Nummer 10 iVat. ADVERTERTIEN: Van 46 regels0.90. Elke regel meer 0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingeni contant, zonder rabat, per regel 0.10. Bureel: Sclieepoiakerssteeg 6. S f aii s- SiericEb tea. PATBITBLADEIV. De BURGEMEESTER, Hoofd van het Bestuur der gemeente Leiden, brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de Patent bladen voor de gepatenteerden wonende in de Wijken III en IV, over bet dienstjaar 1889/90, bij het College van Zetters in een der vertrekken van het Raadhuis dezer gemeente, op vertoon van het aanslagbiljet verkrijgbaar zijn, dagelijks des namiddags van één tot drie uren en wel op Maan dag 19, Dinsdag 20, Woensdag 21 en Donderdag 22 Augustus e. k., terwijl na het verstrijken van dien termijn de onafgehaalde patentbladen ter uitreiking moeten worden gegeven aan de Deurwaar ders der Directe belastingen alhier, die voor hunne moeite mogen eischen tien Cent» zonder meer. De Burgemeester voornoemd, BOOL, Weth.l. B. Leiden, 17 Augustus 1889. Vergadering van den gemeenteraad van Leiden, op Donderdag 22 Aug. 1889, des namiddags te twee uren. Onderwerpen: 1'. Verzoek van P. J. Van Hoeken, om ontheffing van de firma Gebrs. Van Hoeken van de verplichting tot de levering van houtwaren ten behoeve van de gemeente. (160) 2°. Onderzoek van de geloofsbrieven van de nieuw benoemde leden van den gemeenteraad. 3". Benoeming van een Commissaris van de Stads-Bank van lecning. (103) 4°. Idem van twee Curatoren van het Gymnasium. (158) 5°. Verzoek van A. Teljcur, om een ge deelte van de Singels als vischwater te pachten. (154) 6°. Verzoek van D. Pander, om het ge bruik van gedempten sloot langs den Haarlemmertrekweg. (155) 7°. Idem als voren van W. R. Verboog. (155) 8°. Idem als voren van W. J. Zwetsloot. (155) 9°. Idem van C. E. J. Verhaaff, om een gedeelte Wittcsingelsloot te over- wulven. (155) FEUILLETON. DE LAST. Naar het Duitsch, door LOUISE. 5.) „Neen, Hein, dat kan niet; wij moeten iedere week drie mark afbetalen. Hoe kunt ge die alleen oversparen en waarom zal ik niet wat meêverdienen. Ik doe het gaarne; het is immers lichte arbeid." Heiurich zuchtte, keek haar van ter zijde aan en zweeg langen tijd. Toen zeide hij plotseling: //Zeg hem dan, dat ge mijn vrouw zijt." Geesje lachte hard op. „Alweder die gekheid 1 Ge weet wel, Hein, dat ze geen getrouwde vrouwen willen hebben. Ze mogen niet, zegt men." „En daar ik toch niet zoo heel oud ben" tij lachte weder hardop, terwijl zij een paar danspassen maakte onder de paraplui „en e' ook nog niet als een besje uitzie" zij taek hem met haar groote oogen schalk- achtig aan en gaf hem, daar hij niet ant woordde een klein tikje met den wijsvinger 10°. Idem van P. H. Smittenaar, om -een gedeelte Zocterwoudsche Singelsloot te dempen. (155) 11". Idem van 1). A. Vermey, om een plankijs te leggen in den Maresingel. (161) 12°. Idem van J. C, Van Putten, om een stoep te leggen vóór het perceel Zonnc- veldsteeg 6. (162) 13". Idem als voren van H. Van de Velde vóór liet perceel Papengracht 17. (162) 14°. Voorstel tot aanvaarding van een legaat door wijlen den heer E. VV. Wichers aan de gemeente vermaakt. (167) 15°. Verzoek van het Gemeentebestuur van Leiderdorp betrekkelijk de demping van een gedeelte der Heerensingel- sloot. (166) 16°. Idem van G. C. Vrint, om vrijstelling van de betaling van schoolgeld Middel baar Onderwijs. (159) LEIDKBI, 19 Augustus. De heer P. J. Van Hoeken, deelge noot van de firma gebroeders Van Hoeken, den Sisten Juli tot lid van deo gemeente raad gekozen, heeft den gemeenteraad ken nis gegeven dat hij als zoodanig zittiug wenscht te nemen en daarom verzoekt de firma te ontslaan van de verplichting tot het leveren van nog een deel van het per ceel houtwaren ten behoeve der gemeente waarvan de firma 31 December 1888 aan- ueemster is geworden. Burg. en weth. ge ven den gemeenteraad in overweging aan dat verzoek te voldoen. Gelijke ontheffing werd verleend bij raadsbesluit van 20 No vember 1884. Wanneer zulks verlangd wordt verklaart zich de heer C. Van Hoeken houtkooper onder Zoetenvoade, bereid ou die verplichting over te nemen. Na overleg met den voorzitter der com missie van fabricage geven burg. en weth. den gemeenteraad in overweging aan D. A. Vermey vergunning te verleenen tot het maken van een plankijs groot 1 M3 in den Maresingel vóór zijne woning n° 55a onder de gemeente Leiderdorp onder voorwaarde dat het werk geschiede onder toezicht van den gemeente-architect, tegen betaling van eeue jaarlijksche recognitie overeenkomstig art. 3 n° 20 vau het tarief van 5 Maart 1857 en behoudens de vergunning van liet Hoogheemraadschap van Rijnland. Ingevolge art. 2 van de verordening houdende reglement van de Bank van Lee ning bieden bnrg. en wetb. den gemeente raad de volgende alphabetische gestelde voordracht aan, voor de benoeming van een commissaris der Bank ter vervulling van de vacature ten gevolge van de perio dieke aftreding van den heer H. W. F. Bakker, en wel: H. W. F. Bakker, L. G. Le Poole en C. Wassenaar. Na overleg met den voorzitter der commissie van fabricage deelen burg. en weth. den gemeenteraad mede dat er geen bezwaar bestaat tegen de inwilliging van de verzoeken van 1°. J. C. Van Putten, om een stoep te leggen op openbaren gemeentegrond vóór het perceel in de Zonneveldsteeg u". 6, mits de rooiing worde gevolgd van de perceeleu n°. 14 en 15 in die steeg en de bovenkant van de stoep gelijk met de straat gelegd wordt. 2°. H. Van de Velde, om een stoepzerk te leggen vóór het perceel aan de Papen- gracht n°. 17, ter breedte van 1 meter en ter lengte van 1.30 meter, mits de zerk niet meer dan 5 centimeter boven de straal uitspringe. Zij geven derhalve den raad in overwe ging de gevraagde vergunning onder de voorgestelde voorwaarden te verleenen. Burg. en weth. hebbeu den gemeente raad medegedeeld dat blijkens het door den notaris, den heer W. F. Kaiser, ingezonden uittreksel uit het testament van wijlen den lieer E W. Wichers, dd. 10 April jl. ge legateerd is aan de gemeente Leiden voor het Stedelijk Museum de spiegel door den erflater zeiven vervaardigd en twee inge legde tafeltjes door hem vervaardigd, vrij van successierecht, doch onder bepaling dat het vruchtgebruik daarvan zal worden ge noten te wetenwat den spiegel betreft eerst door zijne echtgeuoote vrouwe Suzanna Metta Elisabeth Kluppel lcvenslaug en daarna door zijne dochter Helena Margaretha Wi chers, echtgeuoote van den heer Rollandet mede levenslang en wat de twee tafeltjes aangaat eerst door zijne echtgeuoote levens lang en daarna door zijne dochter rnej. Agatha Petronella Wichers levenslang welke vruchtgebruiken aan des testateurs echtge- noote en dochters bij deze worden gelega teerd met vrijstelling van de verplichting om zekerheid te stellen. Zij geven den gemeenteraad in overwe ging naar aanleiding van art. 137 der Ge meentewet tot de aanvaarding van dit legaat le besluiten. Het extract-testament is in de Leeskamer ter inzage van de leden nedergelegd. In de raadszitting van 18 April jl. werd aangehouden de behandeling van het verzoek van burg. en weth. van Leiderdorp, betrekkelijk eene demping van een gedeelte der Heerensingelsloot vóór het perceel Sectie A. n°. 1879. Blijkens rapport van burg. en weth. van Leiden van 8 April jl. kon toen h. i. geen gunstige beschikking worden genomen op het verzoek, zoolang niet een diergelijk verzoek door de eigenaars der aangrenzende perceelen was ingediend. Tevens wezen zij in hun bovenaangehaald rapport op de bezwaren, in verband met de voorgenomen grensuitbreiding, verbonden aan de oprichting van een gebouw voor ge meentelijke doeleinden bestemd op het hier bedoeld gedeelte der gemeente Leiderdorp, grenzende aan den singel. Vermits onlangs de door gedeputeerde staten voorloopig opgemaakte ontwerpen tot grensverandering zijn ingezonden, ten einde daaromtrent het oordeel van hun college te vernemen komt het hun voor dat thans geen bezwaar bestaat om tot de afdoening van het onderwerpelijk verzoek over te gaan. Wat nu betreft het bezwaar dat geene regelmatige en onafgebroken demping zoude worden verkregen dit is opgeheven, aangezien het gemeentebestuur van Leiderdorp zich bereid heeft verklaard over te gaan tot de demping van het gedeelte sloot van Sectie A. n°. 1879 af tot de eigendommen van Dingjan, zoodat de demping zal aansluiten aan het reeds gedempte gedeelte en zich zal uitstrekken tot aan de eerste dwarssloot. Zij geven den gemeenteraad in overweging aan het gemeentebestuur vsn Leiderdorp ver gunning te verleenen tot demping van het bovenbedoeld gedeelte der Heerensingelsloot voor zijne rekening, behoudens voor zooveel op de hand „neen, ge haal liever Sophie gehad of de roode Griet, niet waar?" Hij drnkte haar kopje vast tegen zich aan, maar zijn voorhoofd was vol rimpels. Geesje hoorde, dat hij iets tnsschen de tanden mompelde en zag hoe hij de af hangende hand tot eeu vuist balde. „Mijn oude Hein!" fluisterde zij. Waarom spreekt ge niet tegen mij Hij antwoordde niet. „Wilt ge dan niets zeggen?" fluisterde zij bijna smeekend. Heiu bleef haar zwijgend aanzien, zoo vreemd en koud, dat haar de moed ont zonk. Twee heldere tranen stonden in haar oogen. Zij liet zijn hand los. „Gij zijt boos op mij en gij wilt niet weder goed worden! Wat doe ik dan? Ik ben nog geeu achttien en ik heb geen vader en moeder meer. Was ik maar dood! Wat doet het er toe, of ik die roos heb, of niet, en wat behoeft die opzichter zich om mij te bekommeren 1 Ik kan het toch niet helpen, dat ik niet leelijk ben 1 En nu moogt gij mij ook niet meer lijden 1 En wij zijn nog maar drie maanden ge- l tronwd en Zij eindigde met eeu luid gesnik. Heinrich had haar in zijn armen genomen en troostte haar: „Stil maar Geesje, stil maarl Ik ben niet boos op je. Gij kondt er ook niet voor, maar Een hevige windvlaag rukte hem de paraplui uit de hand en wierp het paar bijna omver. Het gesprek hield op; zij hadden genoeg met den storm te doen, die met sneeaw en regen zijn gewonen Novein- bertocht over de moerasvlakte maakte. De opzichter Leopold Jack had het koud in zijn glazen vogelkooi vroeger was het een pbotographiscb atelier geweest ofschoon de zon op dezen Zondagmiddag helder scheen. Nadat het langen tijd gewaaid bad, was er vorst gekomen. De gansche vlakte der Elbe, die hij van zijn kamertje kou overzien, lag sneeuwwit met rijp bedekt voor beu:de tallooze slooten en beken blonken met doffen, lood- kleurigen glans en geheele scharen kleine jongens spoedden zich naar deze pas ontstane uitspanningsplaatsen, sommigen, neen de meesten, met schaatsen in de hand. In de verte zag hij door zijn tot een kijker gebogen hand, dat tenten en kramen, sommige geheel, andere slechts half gereed, opgericht werden. Dat was zonder twijfel een verandering in het uitzicht. Hij rekte zich uit, keek eens naar den kalen grond onder hem, waar in een verwaarloosd tuintje nog enkele bladeren aan de heining hingen, die de kleine ruimte afsloot. Plotseling verhelderde zich zijn blik. Een sierlijke gestalte ging met vluggen tred het waggelend tuinhek voorbij. Hij schoof het kleiqe schuifraam op en riep luide: „Geesje!" Zij was nog binnen het bereik zijner stem, doch zij verhaastte haar tred en wendde bet hoofd niet om. De jonge man beet zich op de lippen. „Die vervloekte kleine heks! Zij heeft mij heel goed gehoord, maar zij wil het niet toonen en toch is zij koket tot in het zwart barer oogen. Ha, hal Natuurlijk steekt die knaap daar achter, die lange geelgrauwe slungel met wien zij altijd loopt! Er zal evenwel een eind aan komen 1" Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1889 | | pagina 1