NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. ze Courant verschijnt da^eUjks, behalve op Zon- en SVesfd a g e n. A 3 0 U E n E H r Zaterdag 1 Juni 1389. Mü. 128. A OVEBTEiTiEN: Bareel: Scheepmakerssteeg 6, Uitgevers: Gebroeders Muré S ta<is- Ber ic is tea. Het uur der Vergelding. Vooi Leiden, per ïi maandenj 1.25. Franco door liet geheele rijk, per 'i maanden M50. Prijs per lunimer 10 l'eat. Van 16 regels0.90. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen, a contant, zonder rabat, per regel o.p>. 20.1e Jaargang. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Gezien arl. 6 der Verordening van den Hen November 1880 Gemeenteblad No. 4 van 1881). Brengen Ier algemeene kennis dal tot hel doen Inschrijven van nieuwe leer lingen voor de openbare scholen voor voorbereidend en voor meer uitge- breid lager onderwijs, gelegenheid zal gegeven worden: voor die voor voorbereidend meer uitgebreid lager onderwijs voor jongens en meisjes, in hel schoolgebouw aan de Oude Vest; voor die voor meer uitgebreid lager on derwijs der ie klasse, voor jongens, in hel school gebouw aan de Aalmarkt; der Ie klasse, voor meisjes, in bet school gebouw aan de Boomimrkl; der 2e klassevoor jongensin hel school gebouw aan de Pieterskerkstraat; der 2e klasse, voor meisjes, in hel school gebouw aan de Breestraal; en wel van den 3den tot en met den 15en Juni e. k., dagelijks (den Zondag uitgezon derd) van des voormiddags lialfnegen iot negen uren, en.op Maandag, Dinsdag, Donderdag en Vrijdag bovendien van lialftwee lot twee uren des namiddags. En geschiedt hiervan openbare afkondigiiq door plaatsing in de Leidsche Courant. Burgemeester en Wethouders voornoemd DE KANTER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leidicn, 31 Mei 1889. LEIÜEN, 31 Hel. Onder overlegging van desbetreffende rapporten der commissie van fabricage, met den inhoud waarvan zij zich vereenigen, geven burg. en weth. den gemeenteraad iu overweging: 1°. aan de wed. J. A. MelmaD, te War mond, vergunning te verleeuen om langs de kade van den Elsgeesterpolder voor haar eigendom twee gedeelten schoeiing te maken in de Haarlemmertrekvaart Ier lengte van 60 en vau 70 meters, mits zulks geschiedt onder toezicht van den gemeente-architect en de bestaande oeverlijn wordt gevolgd, zonder een gedeelte van de vaart in te ne men en voor een behoorlijk onderhoud voor hare rekening zorg wordt gedragen. 2°. a. te verklaren dat drie centiaren van de openbare straat der Nieuwstraat gelegen voor het hoekhuis Nieuwstraat en Beschuit steeg niet meer voor den openbaren dienst bestemd zijn, b. dien grond in eigendom af te staan aan J. De Koning, om te worden verheeld aan het huis kadastraal bekend onder sectie I, li0, 216, mits zulks geschiedt onder toe zicht van rooimeesters en tegen betaling van eenen koopprijs van f 15 of f 5 per centiare benevens van de kosten van over dracht, 3°. aan J. W. Boekwijt !e kennen te geven dat bezwaar bestaat thans de ge vraagde vergunning te verleeuen tot dem ping van een gedeelte der Witte SingeUloot, doch dat zijn verzoek in nadere overweging zal word, n genomen wanneer door de eige naars van de aangrenzende perceelen tus- schen de twee dwarssloten gelijke vergun ning wordt aangevraagd, 4. aan C. Goekoop te kennen te geven dat er geen termen bestaau om maatregelen te nemen ien einde Ie bevorderen dat de telefoonpaal op de Middelstegracht worde verplaatst. 5°. aan burg. en weth. machtiging te verleeuen tot het doen heistellen van de woning van den pachter van den haardascb eu vuilnis, waarvan de kosten zijn geraamd op f 500, zullende later een voorste! worden ingediend tot ve.hooging van het betrekke lijk artikel der begruuting voor dit jaar. Eene groote schare belangstellenden had zich reeds vroeg iu den morgen opge maakt om op het stille Warmondsehe kerk hof aan het stoffelijk overschot van prof. W. M. d'Ablaing de laatste eer te bewijzen. Onder het voortdurend luiden der kerkklok be reikte de stoet langzaam den gr.aafkeider, waarin zoo straks de geliefde hoogleeraar zou worden nedergelaten. De rector magnificus, de hoogleeraar dr. J. M. Van Bemmelen, nam het woord en wees er op hoevele zware en gevoelige slagen in korten tijd de Leidsche universiteit had den getroffen. Verleden jaar was op dit zelfde kerkhof Vissering ter aarde besteld en nog onlangs hadden wij allen met wee moed het verscheiden van Rauwenhoff ver nomen. Doch daarmede was het noodlot nog niet tevreden. Nu weder werd een offer gevraagd en wel een van de jongere geleerdeu werd de prooi van den onverbid- delijken dood. Spreker wenschte niet in beschouwing te treden over de groote we tenschappelijke verdienste van den ontsla pene, daar dit beter gedaan zou worden door de ambtgenooteu van d'Ablaing, maar wenschte in onzen geest terug te roepen deu vriendsehappelijken en hartelijkea toon, die d'Ablaing in zijnen dagelijkschen om gang kenmerkte. Hierop bracht prof. mr. W. Van der Vlagt eene eerbiedige en warme hulde aan den overledene. In het begin zijner keurige rede herinnerde hij er aan hoe prof. Fockema Andreae in Katwijks schrale duinen Goudsmit het laatst vaarwel toeriep, nu ziju wij na eene zoo korte spanne tijds weder vereenigd om den jongen grooteu geleerde eenen eerbiedigen afscheidsgroet te brengen. Spreker vestigde de aandacht op d'Ablaing's groote gaven als jnrist en als mensch; hoewel bij als mensch door zijn gesloten karakter den meesten vreemd bleef, toch bleek bij in alles een waar vriend te ziju. Met een -ysit tihi terra levis, sit tjbi mors 9olacium" eindigde de hoogleeraar zijne toe spraak. Vervolgens hield de heer H. J. Cosier, praeses van het Leidsche studentencorps, eene korte rede, waarin hij gewaagde van de groote aanhankelijkheid, die alle juristen prof. d'Ablaing betoondenofschoon deze nooit naar populniteit gestreefd had, was zij hem toch in ruime mate ten deel gevallen. Aan het slot van zijue rede legde hij namens het Leidsche studentenkorps een prachtigcn bloemkrans op de lijkkist. Vervolgens 9prak de heer J. J. Van Troostenburg de Bruyn, praeses der juri dische faculteit, die op uitnemende wijze hulde bracht aan d'Ablaing's groote weten schappelijke gaven, die vooral bewonderd wer den door hem, die in de gelegenheid gesteld waren de lessen van d'Ablaing ten zijnen huizète ontvangen. Ook hij legde namens de leer lingen een zeer schoonen krans neder op het graf. Daarna sprak dr. J. A. Beijerman, predi kant bij de RemonstrantBche gemeente, een woord van weemoedige hulde, wees op het verlies hetgeen ziju vrouw en kind door d'Ablaing's overlijden trof. H" snr-.k daf hoop uit hem later in de Ht- sische ge westen terug te zien. Als laatste spreker sprak de hee. j. H." Bijdendijk een kort woord en nadat d broeder van den overledene de L Lngsiei- lenden bedankt had, trok men allen van het stille kerkhof weg in plechtige stilte. Door de commissie voor de artsexamens zijn in hare heden alhier gehouden zitting tot arts bevorderd de heeren E. A. Keu- cheDius en P. Wijn en is voor het eerste gedeelte toegelaten de heer H. J. Bosch. Bij de Leidsche Spaarbank werd in de maand Mei ingelegd f 49422,98, terugbetaald f 59951,40, terwijl zijn afgegeven 116 nieuwe- eu geheel afgelost 109 boekjes. Op 31 Mei bedroeg het gezamenlijk te goed der 8634 inleggers f 1,708,645,10^. „J Gisterochtend geraakten aan het Le vendaal alhier twee jongetjes te water, die echter spoedig uit hunne gevaarlijke posi tie werden gered. UNIVERSITEIT. Aan de rijks universiteit alhier is het candidaats examen in de geneeskunde afge legd door den heer C. M. Amshoff en bet tweede natuurkundig examen door deu heer II. Reidt. MUZIEK, LETTEREN EN KUNST. Leiden's .Mannenkoor. Leiden's Mannenkoor gaf Woensdagavond in Zomerzorg's groote zaal eene waarlijk ge- zellige en alleszins geslaagde uitvoering. Be halve het mannenkoor waarbij de heer J. F. M. (tenor) de solopartijen vervulde deden zich nog hooren mevrouw V. van W. (sopraan) en de heer H. J. C. (viool) allen van hier. Zooals we zeiden, de totaalindruk was uit muntend; een enkele maal werd bij 't in zetten iet of wat gewijfeld. Wat mevrouw van W. betreft hare stem trof ons vooral in de lagere streken door groote klankvolheid; wanneer de hooge- re tonen moesten worden aangezet ging dat een ietsje ten koste van de zniverheid. We vonden haar dan ook in de liedereu na de pauze, „Liebeszanber" van Clara Schumann, „Romance" van Rubinstein en „Waldwan. FEUILLETON. 54). „Zij was de gevangene van Harold Colville en werd door de geheele wereld voor dood gehouden," bevestigde Fanny en vertelde daarna de geheele geschiedenis van Lilly aan den aandachtig toeluisterenden detective, die strak voor zich uit zat te staren. Eindelijk vroeg hij „Hoe was haar naam?" „O! mijn God, haar naam, hoe was die ook weer, ik ben het vergeten." „Heette zij ook soms Lilly?" vroeg hij op bevenden toon. „Lilly Lilly 1" herhaalde zij, „ja zoo was baar naam. 11a, nu herinner ik het mij weer zeer nauwkeurig, zij heette Billy Lawrence." Met een kreet van vreugde sprong mr. Chelton op. Eindelijk was hij haar dan op het spoor. Om volkomen zekerheid te hebben, vroeg hij verder «En heeft zij getracht, van hier te 'luchten?" „Ja, en toen zij werd opgevangen, bracht men haar weer in haar oude gevangenis terng, maar niet langer dan voor dén nacht. Te middernacht kwam zij hier en vertelde mij alles. Na dien tijd heb ik haar niet weergezien, en ik vermoed, dat men haar naar een andere kamer heeft overgebracht, want zij is nog niet ontvlucht, anders had zij ook mij wel hnlp gezonden." „Voor vijf dagen waren mr. Colville eu dokter Pratt hier, en toen moet dus ook Lilly nog hier ijn geweest." „Ongetwijfeld. Molly zal haar naar een andere kamer hebben overgebracht, omdat er maar één toegang tot dezen kelJer is, namelijk het valluik boven." „Dat zal zoo wel zijn. Ik zal er in ieder geval naar onderzoeken. Voor het oogenblik moet ik u verlaten, mrs. Colville. Ik zal het gerecht te New-York kennis van mijn bevinding geven en binnen enkele uren kom ik terug." Fanny zag den detectieve angstig aan. „Komt ge werkelijk terug?" vroeg zij angstig. „Ja, ik kom bepaald terug," antwoordde hij met een glimlach. „Eén ding moet ik n evenwel nog verzoeken," voegde hij er met nadruk bij. „Spreek, wat moet ik doen?" „Als het gerecht u in verhoor neemt, spieek dan geen woord over die geschie denis, die ge mij verteld hebt, verzwijg ook uw naam. Bij uw lichamelijken toestand kunt ge gemakkelijk verstandsverbijstering voorwenden." „Ik zal doen wat ge verlangt, sir." „Welnu dan, mrs. CoLille, moed ge houden. Ge znlt niet lang op mijn terug keer behoeven te wachten, nog korten tijd en gij zijt vrij." Zonder langer te verwijlen, verliet mr. Chelton den kelder en ging weer naar boven. In de kamer gekomen, waar de brand was ontstaan, keek hij nog eens onderzoekend rond. Eensklaps deinst hij achteruit, hij ontdekte onder de asch een lijk, half verkoold, maar toch nog herken baar. Door de asch was het geheel be dolven geweest, maar de tocht, die door de geopende deur was binnengewaaid, had de asch verstrooid en nu was het lijk zicht baar geworden. Hij stelde, een nauwkeuriger onderzoek in eu ontdekte nu nog een tweede lijk, eveneens onder asch en puin bedolven Hij bekeek de lijken oplettend, het was dat van een man en een vrouw, aan de lichamen waren geen sporen van geweld te ont dekken en de eenige verklaring, die hij geven kon, was dat Leveret en zijn vrouw voor het vuur ingeslapen waren en dat hun kleeren met den haard in aanraking waren gekomen, dat zij zulks niet eer hadden ontdekt, dan toen het te laat was en dat zij in hun angst het vuur door vluchten hadden aangewakkerd, totdat zij op den grond waren neergevallen en ook die hadden aangestookt. Hij legde de lijken op een veilige plaats, sloot de deur en steeg weer te paard. Toen hij bij het huis van mrs. Mason was gekomen, steeg hij af en klopte aan. De oude vrouw ontving hem met een vriendelijk lachje en verzocht hem binnen te komen. Zonder omwegen vertelde hij haar wat hij gezien had, natuurlijk zonder een woord van het gehoorde omtrent Lilly te reppen. Ten slotte voegde hij er bij: „Die arme vrouw (hiermee werd Fanny bedoeld, wier naam hij ook verzweeg) moet een zekere en vertrouwde schuilplaats hebben, zij moet goed verzorgd worden, want haar vijanden zuilen haar zonder twijfel weer in handen trachten te krijgen." {Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1889 | | pagina 1