NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
II e l e C oii r mi i v e r s c li ij u t dadelijks, behalve op Zon- e ;i F e e s t d a e n.
A 0 0 N II E Hi E H T
ADVERTENTIES:
Donderdag 16 Mei 1889. 115,
Uitgevers: Gebroeders Muré.
Het our der Vergelding.
Voor Leiden, per 3 maandenI 1.25.
Franco door het geheele rijk, per maanden 1.60,
Prijs per Sufsniser 10 ('ent.
Van 16 regels0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, a contant, zonder rabat, per regel 0.10.
Bureel: ^cSieopuiakerssteeg 6.
203e Jaargang.
Stads-15 erb('Si ten,
PASPOORTEN.
De BURGEMEESTER van Leiden brengt
ter kennis van belanghebbendendat
dagelijks, Zon- en feestdagen uitgezonderd,
des voormiddags van 10 12 urende
Paspoorten voor de Miliciens dezer ge
meente, behoorende tot de lichting van den
jare 1883, en voor de Zeemiliciens der lich
ting van 1884, verkrijgbaar zijn ter Ge
meente-Secretarie, mits men zich in per
soon en voorzien van zijn zakboekje daartoe
aanmelde.
De Burgemeester voornoemd,
DE KANTER.
Leiden, 14 Mei 1889.
PROCES-V KUB AAL.
van de opening der stembriefjesdie ter
benoeming van drie leden van de
Provinciale Staten den 14 Mei
1889 zijn ingeleverd.
Op heden den vijftienden Mei 1889, in de Ge
meente Leiden, (hoofdplaats van het hoofdkiesdistrict
is door het bureau van stemopneming in de ter inle
vering van slembriefjes bestemde zaal plaats genomen,
des morgens te negen uren.
Het bureau is samengesteld uit den heer Loui
Marie De Laat de Kanter, Burgemeester, voorzitter,
en de heeren Dr. Gerard lts Zaalberg en Johannes
Jacobus Hasselbachleden van den Gemeenteraad
stemopnemers.
De voorzitter plaatst op de tafel drie stembussen,
by hem den 14 Mei 1889 overgebracht uit de drie
afueelingen der gemeente Leiden.
De zegels der bussen worden onderzocht en be
vonden ongeschonden te zijn.
De bussen worden achtereenvolgens geopend en
bevonden negentien honderd vijf en vijftig stem
briefjes te bevatten.
Dit getal met de lijst der kiezers, die briefjes
hebben ingeleverd, vergeleken zijnde, is gebleken te
lijn even groot als het getal dier kiezers.
Nadat de briefjes zijn ondereengemengdworden zij
door den voorzitter een voor een geopend en over
luid voorgelezen.
Het bureau heeft van onwaarde verklaard tien
briefjes, waarvan zes oningevuld zijn en vier niet
vau de vereischte zegels voorzien zijn.
Het getal der geldige uitgebrachte stemmen is
mitsdien geweest: negentien honderd vijf en veertig.
Van dit getal zijn uitgebracht op de Heeren:
Mr. J. T. Buys 993. Mr. H. A. Neeb 981, Dr.
E. F. Van Dissel 981, Mr. J. Brcdius 950, Mr. O.
J. E. Baron Van Wasscnaer van Calwyck 944, Mr. B. M.
Bahlmann 902, Mr. L. H. J. Lamberts Hurrelbrinck
9 en Mr. S. Le Poole 2 stemmen, A. II. Homber
gen, F. II. Key, J. J. Groen, Mr. C. Cock, D. Van
der Horst, Dr. A, W. Kroon, Dr. II. Treub, E. Po-
lano, G. H. SijlhofF, F. J. Los, C. Van Oord, J. J.
Grave Van Limburg Stirum, Mr. F. Was en A. P.
Van Noord, ieder één stem.
Hebben alzoo de volstrekte meerderheid van stem
men verkregen: de heeren Mr. J. T. Buys, Mr. H.
A. Neeb en Dr. E. F. Van Dissel.
Zijn derhalve verkozen tot leden der Provinciale
Staten de heeren
Mr. J. T. BUYS,
Mr. H. A. NEEB
en Dr. E. F. VAN DISSEL,
wonende te Leiden.
En zijn tegen deze opening van stembriefjes door
de in de zaal aanwezige kiezers, geene bezwaren in
gebracht.
En is na afloop van dit een en ander proces
verbaal opgemaakt, in tegenwoordigheid van alleo,
die zich in de zaal bevonden.
Gedaan te Leiden, den 15 Mei 1889.
DE KANTER, Voorzitter.
Dr. G. ZAALBERG c,
J. J HASSKLBACH s"™°Pne.ners.
I.ËI9ËV, 15 Mei.
Dij de opening van de stembus op
heden bleek dat van de 1955 alhier uitge
brachte stemmen voor drie leden van de
provinciale staten geldig waren 1945 stem
briefjes. De volstrekte meerderheid bedroeg
aizoo 973.
Uitgebracht waren op de heeren: Mr
J. T. Buys (i.) 993 stemmen, Mr. H. A.
Nceb (1.) 981, Dr. E. F. Van Dissel (I.)
981, Mr. 13. M. Bahlmann (r. c.) 9U2, Mr.
J. Brediua (a. r.) 950 en Mr. O. J. E.
Baron Van Wassenaar van Catwijck (a. r.)
944 stemmen.
Gekozen zijn dus de drie liberale candi
dates de heeren Mr. J. T. Buys, Mr. H. A
Neeb en Dr. E. I1'. Van Dissel, de eerste
twee aftredende leden.
Bij kon. besluit van 11 Mei is aan
den heer P. Tb. C. Driessen, fabrikant al
hier verlof verleend tot het aannemen en
dragen van het kruis „Pro Ecclesia et Pon-
tifice", hem door Z. 11. den Paus geschonken.
Bij de herdenking van de 40 jarige
regeering van onzen geëerbiedigde!) vorst is
ook door de officieren der Leidsche d. d.
schutterij een telegram van gelukwc-nsching
aan Z. M. verzonden van den volgenden
inhoud:
„Aan Zijne Majesteit den koning. Bij de
herdenking der Zegenrijke 40-jarige regee
ring van Uwe Majesteit, nemen de officie
ren der d. d. schutterij te Leiden de vrij
heid bij deze hunne innige gelukwenschin-
gen met passenden eerbied aan te bieden.
De majoor-commandant der d. d. schutterij
voornoemd (get.) Van Kaathoyen."
Dit telegram Zondagochtend te 8 uren
van hier verzouden werd op de volgende
wijze per telegraaf beantwoord:
Majoor-commandant Van Kaathoven, Lei
den. De koning draagt mij op de Heeren
Officieren der dienstdoende schutterij Hoogst-
deszelfs bizonderen dank over te brengen.
Adjudant van dienst Van de Poll."
Wat betreft het paradeeren der schutterij
op Maandag kuunen we nog het volgende
meêdeeleu. De flinke opkomst der schut
terij krijgt zeer zeker grooter beteekenis
wanneer we weten dat de parade niet was
bevolen in den zin door de wet daaraan
gehecht, zoodat io zekeren zin de opkomst
vrijwillig kon worden genoemd. In de
bataljonsorder u°. 12, aangaande deze pa
rade, lezen we dan ook het volgende, waar
uit we zien op welke groudeu de majoor
commandant deelneming aan de parade
wenseheiijk achtte en de manschappen daar
toe opriep.
,/Bij gelegenheid van de feestelijke herden
king van 's koniugs 40 jarige regeering, zal
ook door hel garnizoen te dezer stede eene
groote parade worden gehouden.
In verhand met het bepaalde bij art. 1
van het reglement op het vieren der ge
boortedagen van de leden van de koninklijke
familie en der belangrijke staatsgebeurtenis
sen, vastgesteld bij koninklijk bednit van
den 16 Augustus 1815, n°. 80, acht ik
het alleszins wenseheiijk en gepast dat de
schutterij dezer gemeente aan die parade
deelneemt, en worden mitsdien de leden
dier schutterij opgeroepen om op Maandag
den 13 dezer maand gewapend en gekleed
in groot tenue aan te treden op de Papen
gracht en wel des voormiddags te halfelf ure."
Gisteravond brachten de officieren van
de infanterie alhier eene serenade aan den
regimentscommandantden kolonel 11. F.
Alings, aan den Nieuwen Rijn. De stoet
ging aan de sociëteit Amicilia op de Breê-
straat af, bestaande behalve uit genoemde
officieren uit de muziek van het regiment
infanteristen als fakkeldragers en artilleristen
als afzetting. Aan de woning van den ko
lonel gekomen werd deze door den luitenant
kolonel F. C. C. Bloem in schoone bewoor
dingen geluk gewenscht met zijne benoeming
tot ridder in de orde van den Nederlandschen
Leeuw.
Het Leidsche studentenkorps heeft voor
deu wedstrijd van Pro Patria, op 27 en 28
Mei eene gouden medaille uitgeloofd voor
de overwinnende studenten-schietvereeniging
en eveneens eene gouden medaille voor den
roeiwedstrijd van Njord op 9 Juni a. s. Nader
zal worden bepaald, voor welk nummer deze
laatste medaille zal worden bestemd.
Een der laatste veteranen van 1813 is
overleden: alhier is in 97-jarigeu ouderdom
ontslapen Anthony Bijl, drager van de St.
Helena medailie (voor deelneming aan den
tocht naar Rusland in 1812) en van het
Metalen Kruis.
Het bericht, ook door ons overgeno
men, als zou de buitenplaats onder Oegst-
geest, vroeger bewoond door Mgr. Van
VVijckersloot, ingericht worden voor een
college voor de studenten uit Woluwe bij
Brussel, is naar men nader verneemt van
allen grond ontbloot.
Op de Uiterste gracht alhier is gis
teravond een persoon te water geraakt die
gelukkig spoedig weer aan den wal kon
worden gebracht.
Morgenmiddag zal de kinderlusthof
aan den Witten Singel alhier wederom
worden geopend. De speeltuin zal te 4 uur
feestelijk worden opengesteld voor het pu
bliek en die gelegenheid zal reeds terstond
worden aangegrepen om door goede muziek
aau de feestelijkheid vroolijkheid bij te
zetten, 't Zal er als gewoonlijk wel weer
vol zijn. We wenschen den pachter al vast
een mooien dag weêr toe.
UNIVERSITEIT,
Heden werd bevorderd tot doctor in de
rechtswetenschap aan de rijks-universiteit
alhier, de heer W. F. Van der Mandele,
geb. te Delft, na verdediging van zijn aca
demisch proefschrift, getiteld: .Artikel 152
G. W."
FEUILLETON.
43).
„Mrs. Bauce," antwoordde hij, „het was
heter geweest als er nooit een woord over
liefde tusschen ons gewisseld ware. De
hemel weet hoe het mij smart, dat ik u
dat verdriet moet aandoen."
Hij stond op en wilde heengaan. De
weduwe liet de handen van het gelaat
zinken en zag hem weemoedig aan, maar
eensklaps rees zij op, greep zijn hand
en sprak
„Robert, Robert, nog één woord voor ge
van hier gaat. Ik weet zelf niet, hoe ik
er toe gekomen ben u iets te openbaren,
wat een vrouw anders altijd als een diep
geheim in haar hart bewaart en niet eer
bekent, voordat men haar om liefde ge
smeekt heeft, maar mijn gemoed was zoo
vol, ik kon de woorden niet op mijn lippen
honden. Ik had het niet moeten doen,
maar nu het eenmaal gebeurd is, beloof
mij nu, dat ge znlt trachten het voorge
vallene te vergeten, belooft ge het mij,
Robert?"
„Dat beloof ik u," sprak hij met een
diepen zucht.
„Ik dank u, en nu zal dit uur zich
toch niet scheidend tusschen ons plaatsen,
niet waar? Gij zult in dit huis blijven
komen evenals vroeger? Gij zult mij toch
niet zoo zwaar straffen, dat ik u niet meer
zal kuunen zien?"
Uit ieder barer woorden klonk een
diepe smart.
„Het zon voor ons beiden het beste
zijn, als wij elkaar niet weerzagen, ant
woordde Robert.
„O! neen, neen, dat niet I" riep zij in
hevigen angst uit, „gij moet hier terug
komen."
Zóó diepe smart sprak uit haar gelaat,
dat Robert haar peinzend aanstaarde en
noch ja noch neen durfde zeggen.
„Vaarwel," sprak hij eindelijk, en een
oogeublik later was de schoone weduwe
alleen te midden van het prachtig ge
meubileerde vertrek, de oogen strak op de
deur gericht, waardoor Robert zooeven was
verdwenen. Haar handen klampten zich
krampachtig aan de leuning van de canapé, j
waarop zij zooeven te zamen gezeten j
hadden. Op haar gelaat stonden woede en s
smart te lezen.
„Afgewezen, versmaad," siste zij door
de op elkaar geklemde tanden. „Nu is
alles voorbij allesNeen, duizendmaal
neen, het moet, het zal mij gelukken
Lilly's beeld uit zijn hart te doen ver
dwijnen."
ZEVENTIENDE HOOFDSTUK.
een spoor.
Sedert zijn laatste bezoek bij mr. Law
rence, had de detective mr. Cheltou zich
met verdubbelden ijver aan het werk gezet,
om het geheim op te lossen, dat aan zijn
zorgen was toevertrouwd; toch scheen het,
alsof al zijn scherpzinnigheid hier te kort
schoot, totdat eindelijk een zwakke licht
straal in die geheimzinnige duisternis
doordrong. Hij had namelijk ontdekt, dat
de vreemdeling, die den koster deu sleutel
afhandig had gemaakt, de algemeen geachte
dokter Pratt geweest was. Nu tiij dat
wist, was het bij hem ook een ontwijfel:
bare zekerheid, dat Harold Colville er mee
in verband stond, te meer nu hij reeds het
oog op Colville geslagen had, naar aau-
I leiding van het medaillon met de letters
H. C. Hij besloot dus onmiddellijk tot
I handelen over te gaan. Als een eenvoudig
kantoorklerk vermomd, door een rossige
pruik en dito baard volkomen onherkenbaar
gemaakt, liet hij zich deu volgenden dag
bij mr. Colville aandienen. Op zijn
visitekaartje stond eenvoudig den naam
„J. Styles."
Na een paar minuten gewacht te hebben,
werd hij in de rijk gemeubileerde spreek
kamer geleid, waar mr. Colville, smaakvol
gekleed, in een fauteuil zat. Hij zag zijn
bezoeker nauwelijks aan en beantwoordde
diens ouderdanigen groet met een trotsch
hoofdknikje. Hij vond het niet der moeite
waard voor dien eenvoudig gekleeden man
van zijn stoel op te staan.
„Ik heb niet de eer," begon hij koel.
„Ik ben klerk aan het bankiershuis
„Lawrence", mijnheer," was het antwoord;
terwijl mr. Cheltou een doordringenden blik
op bem sloeg, ontging hem niet, dat mr.
Colvilie een weinig verbleekte bij het
hooren van dien naam. Colville antwoordde
met een licht:
„O zoo."
[Wordt vervolgd.)