NIEUWS- EX ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
Eleze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
A3383HE&SEHT:
Prijs per Vtimmer 10 ('ent.
Zaterdag 4 Mei 1889. Wc. 105.
ADVERTENTIE N:
Bureel: Scheepinakerssteeg; 6,
Uitgevers; Gebroeders Muré.
Het uur der Vergelding.
Vooi Leidenper 3 maanden1.25.
franco door liet «eheele rijk, per 3 maanden 1.60.
JS1» Jaargang.
Van 1regelsf 0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingena contantzonder rabatper regel 0.10.
LEIDEN, 3 Mei.
Ten teeken van ingenomenheid met
het feit dat heden Z. M, onze geëerbiedigde
koning zijne werkzaamheden als regeerend
vorst heeft hervat waait hier en daar ook
in onze gemeente de geliefde driekleur.
Burg. eu weth. hebben de volgende
vijf candidalen aan den gemeenteraad voorge
dragen voor de betrekking van hoofd der
opeibare school 4do klasse n° 1, welke
heeren bij het gehoudeu vergelijkend examen
op 6 Maart en 23 April j. 1. het hoogste
aantal punten hebben bepaald.
Ie. J. Vreeburg, 1ste onderwijzer te
'8 Gravenhage
2e. H. J. Delfgaauw, hoofd eener open
bare school te Maastricht;
3e. B. Schelts van Kloosterhuis, plaats-
verv. hoofd te 'sGravenhage;
4e. J. Jaspers Jr., ouderwijzer te Bever
wijk, en
5e. G. Hoeks, onderwijzer te Leiderdorp.
Burg. en weth. geven den gemeente
raad iu overweging aan de wed. H. K.
Beuzemaker, geb. Wubbe, vrijstelling te
verleenen van de betaling van schoolgeld
voor baren zoou Henri, letiling der 11 oo-
gere Burgerschool, over het laatste kwar
taal van den cursus 1888/89, tot een be
drag van ƒ15.
Voldoende aan art. 9 der statuten
heeft het bestuur der vereeniging „de Prac-
tische Ambachtsschool" den gemeenteraad
medegedeeld dat in de algemeene ledenver
gadering, gehouden op 11 April j. 1. ter
vervanging van de heeren dr. J. M. Van
Bemmelen en J. Brevée, als leden van het
bestuur, omdat zij herkiesbaar waren, de
volgende tweetallen zijn opgemaakt; ter
vervanging van dr. J. M. Van Bemmelen,
Dr. J. M. Van Bemmelen, en
P. J. Groen,
ter vervanging van den heer J. Brevée,
J. Brevée, en
J. C. Bernard.
Het bestuur noodigt den raad beleefdelijk
uit uit deze tweetallen eene keuze te doen.
Ter vervulling eener vacature aan de
school der 3e klasse n°. 2 hebben burg. en
weth. aan deu gemeenteraad de volgende
voordracht toegezonden ter benoeming van
een derden onderwijzer, op eeDe jaarwedde
van ƒ550.
1°. H. J. Van den Berg;
2°. A. Van der Jagt, en
3°. S. Broekhuizen.
De commissie van financiën heeft den
gemeenteraad bericht dat zij geene beden
kingen heeft tegen de goedkenring van den
suppletoiren slaat van begrooting van de
stedelijke werkinrichting alhier, voor 'iet
jaar 1888, sluitende in ontvangst eu uitgaaf
tot een totaal bedrag van ƒ296.615.
In hare hedenmiddag alhier gehouden
zitting heeft de commissie voor de arts
examens tot arts bevorderd den heer E. J.
G. W. Derghege.
Op de algemeene vergadering van het
Nederlaudsch jongelingsverbond die op He
melvaartsdag alhier wordt gshouden, zal
o. a. worden besproken.
Wat nut geeft het Nederl. jongelings
verbond P
Is het wensclielijk, dat de jongelingsver
eeuigingen geldelijkeu steun geven aan cor-
poratiën, die buiten het gebied van haar
arb'id liggen? Ulrccht.
Ligt het op den weg van de J. V. de
bestrijding van den sterken drank te bevor
deren en naar vermogen te steunen? Zoo
ja, welke is dan daartoe de weg?
's Gravenhage (bidt en werkt.)
Iu welke betrekking staat de J. V. tot
de kerk? Dokkum.
Te 6 ure is er openbare vergadering in
de Pieterskerk.
Door den commissaris des konings
in de provincie Noord-Holland is bepaald
dat de eind-examens der hoogere burger
scholen met öjarigen cursus, zoowel als de
vergaderingen der commissie voor het afne
men dier eind-examens voor het jaar 1889
in die provincie, zullen worden gehouden te
Amsterdam. Tot leden der commissie zijn
benoemd o. a. de heeren dr. Tb. B. Van
Wettum en C. J. Leendertz, leeraren aan
de hoogere bnrgerschool alhier.
Het bestuur der „Liberale Unie"
roept de heeren afgevaardigden op tot eene
algemeene vergadering te houden op Zater
dag 18 Mei a. s. des voormiddags te 10J
FEUILLETON.
35).
„Ge hebt het dan aan uwzelve te wijten,"
riep nu Harold Colville, die eensklaps voor
den dag kwam uit den schuilhoek, waar hij
het geheele gesprek beluisterd had, „bedenk
wel, miss Lilly, dat ge mijn gevangene zijt
en dat ge het blijft, zoo lang ge in uw
verzet volhardt. Het hangt van uzelf af,
en nu zullen wij u alleen laten, ik wil
hopen dat de eenzaamheid u tot andere
gedachten brengen zal."
Haar hatelijke bezoekers verwijderden zicb,
en Lilly was weer alleen, alleen met haar
smart. Moede en afgemat lag zij stil voor
zich uit te staren. Zij dacht aan Robert,
zou hij werkelijk voor baar verloren zijn?
Hoe snel was haar hoop in rook vervlogen.
Zij had hen gezien, die dierbare wezens;
haar geliefde, haar vader en haar zuster,
en toch was zij, na op het punt gestaan te
bebbeu van uit baar ongelukkigen toestand
verlost te worden, weer teruggestooteu in
dien poel van jammer en ellende. Hoe het
haren vervolgers gelukt was haar weder in
haudeu te krijgen, was haar een raadsel,
alleen herinnerde zij zich, dat zij op den
drempel van het welbekende vertrek gestaan
had en dut het toen eensklaps donker om
haar heen geworden was. Lilly was zoo in
haar eigene gedachten verdiept, dat zij de
arme Fanuy geheel en al vergeten had,
totdat een gerammel van ketenen haar deed
opschrikken.
„Ach, die ongelukkige, voor haar is het
een verpletterende teleurstelling, na de zoete
hoop die zij gekoesterd heeft."
Zij stond van haar bed op, greep de
lamp eu daalde in den kelder af, om haar
deelgeuoole in het ongeluk te bezoeken.
De ongelukkige vreesde, dat Molly het was,
die nu haar woede aan de weerlooze kwam
koelen, maar toen zij Lilly zag binnenkomen
was zij nog meer verschrikt.
„Gij nog hier, miss Lawrence? Ik dacht
dat gij ontkomen waart."
Lilly vertelde haar alles wat er sinds haar
laatste bezoek had plaats gehadevenwel
met de grootste omzichtigheid, om de arme
vrouw niet al te veel schrik aan te jagen.
„Geen middel blijft ons meer over,"
eindigde zij haar verhaal, „alleen de dood
kan ons uit de klauwen dier onmenschen
redden."
uur precies in het gebouw der Maatschappij
van den werkenden stand, Kloveniersburg
wal N°. 87/89 te Amsterdam. Op de
agenda komt voor de benoeming van drie
bestuursleden in de plaats der periodiek
aftredende en niet herkiesbare heeren E.
Fokker, E. H. Karsten en D. Wicherlink.
Punt 5 van de agenda is de beraadslaging
naar aanleiding van een aan de afgevaardig
den gezonden rondschrijven.
Het bestuur geeft daarin als zijne mee
ning te kennen dat kwalijk kan worden
ontkend dat hoogst belangrijke veranderingen
worden voorgesteld in de wet op het lager
onderwijs, tot gedeeltelijke herziening waar
van een ontwerp bij de regeering is inge
diend. De bizondere school zegt het
rondschrijven verder wordt gesubsidieerd,
het openbaar onderwijs verzwakt, het open
baar meer uitgebreid onderwijs in sterke
mate bedreigd, het budget van vele ge
meenten zeer ernstig benadeeld. Het ligt
voorzeker op deu weg van de Liberale Unie
over dit onderwerp hare meening uit te
spreken, eenheid van opvatting en gedrags
lijn, voor zooveel zij vermag, bij hare
geestverwanten te bevorderen, waaraan het
bestuur zich ook verplicht acht de afgevaar
digden ten deze van praeadvies te dienen.
De vraag of de grondwet zich verzet
tegen subsidieering van de bizondere school
meent het bestuur ontkeuneod te moeten
beantwoorden. Volksbelang bij uitnemendheid
als het volksonderwijs is, èu krachtens de
grondwet, èn naar luid van de memorie
van toelichting der regeeriug, behoort het
goed en algemeen te zijn. Reeds hieruit
volgt zegt het bestuur weder dat
van liberale zijde elke poging om bet open
baar onderwijs in gehalte te verminderen
of te verzwakkeu bestreden, daarentegen
voor uitbreiding van het volksonderwijs
gestreden moet worden.
Het bestuur zegt verder dat de leuze
van rechtsgelijkheid, die het aau de over
heid opleggen van de verplichting tot
subsidieering motiveert, eene valscbe leuze
is; het regeeringsvoorstel zelve bewijst dit
zoo duidelijk mogelijk. De regeering zelve
wil immers aan openbaar en aan bizonder
onderwijs noch dezelfde rechteu toekennen,
nbch dezelfde verplichtingen opleggen. Noch
dezelfde rechten: want de regeering zelve
stelt voor, alleen voor de onderwijskrachten,
niet ook voor den schoolbouw snbsidie aan
bizondere scholen te geven. Noch dezelfde
verplichtingen: immers de regeering stelt
voorop dat van de bizondere school de
onmisbare vrijheid niet mag worden aan
getast.
Ontkend worden kan hel niet dat de
bizondere school de uitgaven ten behoeve
van het openbaar ouderwijs voor staat en
gemeente vermindert, en het bizonder onder
wijs zoodanige uitbreiding heeft gekregen
dat van de schoolgaande kinderen eene
bizondere school bezoeken. Bestaat zegt
het rondschrijven nu er eene regeering
is, in hoofdzaak voortgekomen uit partijen
welke den strijd voor de bizondere school
tot leuze en punt van vereeniging hebben
aangenomen, er geen aanleiding voor de
liberale paitij om in het belang zoo van
het land als van bet onderwijs aan do
wenschen der tegenpartij te gemoet te komen.
Want het is inderdaad meer dan tijd dat
de onderwijs-qnaestie ophoude een struikel
blok te zijn voor behoorlijke behartiging
van vele gewichtige belangen, een oorzaak
van slechte partvgroepcering eD van onna
tuurlijke partijverbindingen.
Het onderwijs lijdt ondsr den hardnekkig
gevoerdeu strijd; de oppositie tegen het
zooveel gesmade openbaar onderwijs brengt
tot handelingen door welke het belang van
de kinderen maar al te zeer wordt geschaad.
Getrouw aan ons beginsel "gaat het
rondschrijven verder dat bovenal het
onderwijs goed en algemeen moet zijn,
kannen wij, juist ter wille daarvan, mits
waarborgen gegeven worden dat ook het
gesubsidieerd bizonder onderwijs goed zij,
in den eisch van subsidie berusten dewijl
langs dezen weg tot vervulling komen kan
en moet onze levendige wensch dat het
lager onderwijs algemeen worde door opleg
ging van de verplichting om het kind
onderwijs te doen genieten, hetzij openbaar,
hetzij bizonder. Oneindig liever subsidie
met leerplicht dan verbitterenden strijd over
het onderwijsvraagstuk, ten nadeele van de
volksontwikkeling en van de algemeene
landsbelangen.
Geen non posiumus doe de liberale partij
tegenover het wetsontwerp booren. Zij
verklare ter wille van het onderwijs in
„Ja, de dood," stamelde de arme Fanny,
„een tijdlang heb ik gewenscht, ja gebeden
om te blijven levin, nu zou hij mij een
welkome verlosser zijn."
Na deze woorden viel de beklagenswaar
dige op haar stroozak neer. Lilly knielde
naast haar en greep haar hand. Zij was
stram en koud, Lilly betastte haar gelaat,
het was met klam zweet bedekt.
Groote God, zou zij reeds dood ziju?
Lilly vreesde het, en zij kon niet langer
bij Fanny blijven. Zij moest weg, want
werd haar bezoek ontdekt, dan was alles
verloren.
Wankelend stond zij op, sloeg nog een
blik op bet bleeke gelaat en wendde zich
toen af. Had de hemel zich over haar
ontfermd en haar van haar lijden verlost?
Met sidderende knieën ging Lilly naar de
deur, ging door den leegen keider, liep
door den donkeren onderaardschen gang en
stond in hetzelfde oogenblik als aan den
grond genageld
VEERTIENDE HOOFDSTUK.
WEDEli-ZIJDSCH BliZOEK.
Een maand na de hierboven verhaalde
gebeurtenissen vinden wij mrs. Bance en
miss Ada in de rijk gemeubeleerde woon
kamer bij elkaar.
Ada had gelezen, maar haar boek scheen
haar weinig belang in te boezemen, want
het lag opengeslagen op den grond en zij
zelf lag op een sofa, in treurige, lustelooze
houding. Nu en dan kwam er een zware
zucht over hare lippen.
Ada was een liefelijke verschijning, maar
haar schoonheid was nog niet zoo gerijpt
als die van Lilly. EveDals deze had zij
goudblond haar en haar wangen waren zacht
als de bladeren van een ontloken roos.
Mrs. Bance zat tegenover Ada te borduren
en keek haar van tijd tot tijd aau.
„Wat is zij toch schoon," dacht zij, „en
wat gelijkt zij op haar zuster."
Haar zuster. Als Robert dat ook eens
ontdekte eu ziju liefde van Lilly op Ada
overbracht. Als een bliksemstraal schoot
mrs. Bance die gedachte door het hoofd,
maar neen, haar vrees was dwaasheid. Ada
zou weldra weer naar de kostschool terug-
keeren, die zij, wegens het huwelijk barer
zuster verlaten had, en alleen haar ernstige
ziekte had haar zoolang thuis gehouden.
Wordt vervolgd.)