k o o n n e fa h NIEUWS" EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. Woensdag 1 3Iei 1889. M9.102. Uitgevers; Gebroeders Muré. Het uur der Vergelding. De-ite Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Vooi Leidenper 3 maandenf 1.25. Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.80. Prijs per nimmer 10 Cent. ADVERT ESTIEli: Van i6 regels0.90. Elke regel meer0.15. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen, k contant, zonder rabat, per regel 0.10. Bureel: Scheepuiakerssteeg 6. '20.1 Jr. argang. Aan de geabonneerde» op de Han delingen en Ingekomen Stukken van den Gemeenteraad zijn verzonden de Zittingsverslagen van Donderdag 2$ Maart, 4 April en 18 April 1889, de Ingekomen Stukken van N°. 8369, zoomede liet Hcgister op het Ver slag der Handelingen van den Ge meenteraad gedurende het jaar 1888. S ta s- IS er icii t,e n. I» si 4 lv W K T. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN Brengen Ier algemcene kennis dal door CATHARINA JOOSTEN, Echlgenoole van HENDRIKliS NE1J! NHUIZEN, een verzoek schrift is ingediend om vergunning voor den verkoop van sterken drank in het kleinin liet perceel VValersleeg no. 2. En geschiedt hiervan openbare afkondiging door plaatsing in de Leidsche Courant. l.urgemeetle. en Wethouders voornoemd, DE KANTER, Burgemeester, E. KIST, Secrelaris. Leiden, 30 April 1389. LEIDEN, 3« April. Op de gisteravond in het Nutsgebouw alhier gehouden veigadering van de Vrijzin nige Kiesvereeniging alhier werden met algemeene stemmen gekozen tot caudidaten voor de a. s. verkiezing van drie leden van de provinciale staten de keeren mr. J. T. Buys en mr. H. A. Neeb, aftredende leden, en de heer dr. E. F. Van Dissel, iugeuieur van Rijnland. De Vrijzinnige Kiesvereeniging alhier heeft eene meeting in de Stadsgehoorzaal uit geschreven tegen 8 Mei a. s., waar de heer mr. W. Van der Kaay, lid der tweede kamer, zal spreken over het groote belang der a. s. verkiezingen voor de provinciale staten. Op de maandvergadering van de Leid sche afdeeling der Maatschappij tot bevor dering der Bouwkunst, op Donderdagavond in het Nutsgebouw alhier, zal de heer mr. Ch. M. Dozy, onze gemeente-archivaris, eene voordracht houden ovei de ontwikke ling der bouwkunst binnen Leiden. Een en ander zal worden verduidelijkt door het ter bezichtiging stellen der collectie platen en teekeningen op het onderwerp betrekking hebbende, in het bezit van den heer Dozy. Ook de leden van de Leidsche afdeeling van 'de Maatschappij ter bevordering van Nijver heid zijn voor dezen avond uitgenoodigd. Binnen eenige dagen wordt de mi nister van oorlog alhier verwacht om de kazernes en verschillende militaire gebou wen te inspecteereo. De luit.-kolonel H. H. J. baron Van Haersolte van den Doorn, kommandaut |van de 2e afdeeling van het 2e reg. veld-art. alhier, heeft aangevraagd op pensioen te worden gesteld. (IV. R. Ct.) De gevangenen in de militaire straf gevangenis bij Leiden zullen, wegens de opheffing van die inrichting, den 1 Januari 1890 worden overgebracht naar Leeuwarden en gehuisvest worden in de daarvoor nader te bestemmen en in te richten gebouwen, thans nog behoorende tot de bijzondere strafgevangenis voor mannen (het tuchthuis) aldaar. Qisternamiddag is uit de Spoorweg haven bij de Bonwvereeniging alhier een vierjarig kind, dat daar had loopen spelen, levenloos opgehaald. Leidsche Dilettaiitenclub. De Leidsche dilettantenclub vierde gister avond in het lokaal Ephraïin een eigenaar dig en opgewekt feest. Hel nieuwe vaan del, door ons indertijd beschreven, zou u. i. worden onthuld; een vaandel geheel uit bijdragen der leden bijeengebracht en in de fabriek der firma Van Oven in 1 en Haag vervaardigd. Maar zooals gezegd 't is door ons beschreven, en het zal in de rij der banieren in onze gemeente zeker eene der eerste plaatsen innemen. Te halfnegen dan waren bestuurders, do nateurs, eere- en gewone leden en genoodig- den met de werkende leden in bovenge noemde zaal bijeen, welke zaal door de heeren Botermans, Van der Nat en De Jong, j door den heer Ephraïm bijgestaan, geheel belangeloos smaakvol was versierd. Ter linkerzijde van het tooneel stond het oude, Ier rechterzijde prijkte het nieuwe vaandel, achter een doek nog verborgen. Toen het scherm opging stonden daar een vijftal dames en evenzoovele heeren j rond den voorzitter geschaard en nam deze 1 laatste, de heer J. Van Wijngaarde, het woord om allen een hartelijk welkom toe te roepen. Meer dan 30 malen had spre- ker van deze vereeniging vergaderingen of i feestvieringen geopend, doch nooit was hem j eene zoo aangenaam geweest als deze ver- I gadering, waarin aan het onde vaandel d§ laatste hulde zou worden gebracht en de nieuwe banier zou worden onthuld. In gedachten sprak de voorzitter het oude vaandel toe en dankte het voor den steun dien de tegenwoordigheid daarvan steeds voor de vereeniging onder aile wisselvallig heden verstrekte. De oude banier zou niet worden vergeten. Hierna werd de oude banier een afscheids lied toegezongen, waarna de voorzitter zich tot de nieuwe richtte. In de eerste plaats dankte spreker den banierdrager, tevens re gisseur, die nu een jaar geleden het voor stel tot het doen vervaardigen eener nieuwe banier op een der vergaderingen voorstelde. Weldra was de vereeniging in staat door vrij willige bijdragen der leden een prachtige banier te doen vervaardigen, en piaeses hoopte dat ontwerp en uitvoering aller verwachting zou overtreffen. Alzoo dan dames en heeren aldus eindigde spreker iu naam der Leidsche dilettaiitenclub verklaar ik onze nieuwe banier te zijn onthuld en iu dienst gesteld. Het voorhang dat het vaandel dekte viel nu en het pronkstuk werd zichtbaar onder fanfares en gejuich. Nog eene opwekking tot de leden om zich om het vaandel trouw en eensgezind te blijven scharen en een wel komstlied aan de nieuwe banier en van dezen avond was het meest feestelijke ge deelte afgeloopeu. Doch onvermeld mag het zeker niet blijven dat reeds terstond twee kransen aan de banier werden gehecht, één van een onbekenden gever en ééu van de Leidsche korporaalsvereeniging. Nu was e ui uiet minder belangrijk deel van den hoogst belangrijken avond aan de beurt. De opvoering n. 1. van het tooneel- spel iu 4 bedrijven „Mathilda of een vrou wenhart", een overbekend stnk dat hier op hoogst verdienstelijke wijze werd opgevoerd. Alle medewerkers in dit tooneelspel hebben recht op onzen lof, maar vooral hebben dat de vertolkers van Berthold Arnau en Mathil da die in hunne rollen geheet en al opgingen. De vertolkster van Mathilda ontving dan ook als blijk van waardeering uit handen van den voorzitter een geschenk voor huis houdelijk gebrnik, een taartservies. Na de pauze werd nog opgevoerd het blijspel met zang in een bedrijf getiteld Eene kleine vergissing. Bij deze gelegenheid werd bij monde van den voorzitter mej. Eikerbout, eene der verdienstelijke dames- dilettsuten, benoemd tot lid van verdienste. Na afloop werd een zeer geanimeerd bal georganiseerd waar men nog lang en gezellig bijeen bleef, met het volste recht tevreden over den afloop van het heuglijke vaandel- feest, Moge de nieuwe banier voor de Leidsche dilettantenclub eene aansporing te meer zijn om op den ingeslagen weg vol moed te blijven voortgaan. REFICIEELE «EBUHTEX. De luitt. ter zee 1ste kl. J. W. A. F. Van Maren Bentz van den Berg en C. Van Rijn, uit Oost-Indië in Nederland terugge keerd, zijn op non-activiteit gesteld. De benoemde officier van gezondheid 2de kl. bij de zeemacht D. De Bois Jr., wordt met den 21sten Mei a. s. geplaatst aan boord Zr. Ms. wachtschip te Willemsoord, om tevens dienst te doen in het hospitaal der marine aldaar. Bij kon. besluitis op verzoek van den belanghebbende, C. P. W. Kriens, buiten werking gesteld dat van 7 Maart 1884, waarbij hem als kapelm. van het muziek korps der dd. schutterij te 's Hertogeubosch, de personeele rang van 2de-luit. werd toegekend is J. L. J. B. baron Sweerts de Landas, met ingang van 1 Mei 1889, benoemd tot burgemeester der gem. Epe, met toekenning van eervol ontslag als burgem. der gem. Haaften. is benoemd tot bewaarder [van de hypo theken, het kadaster en de scheepsbewijzen Jb'EU ILL ETON. 32). „Ik begin al meer en meer licht in deze duistere zaak te krijgen," sprak hij. „Dit bevestigt miju vermoeden, dat het meisje van gisteren avond medeplichtigen moet hebben. In de haastige vlucht verloor een van hen dit medaillon. Het is een kostbaar sieraad, daaruit maak ik dus op, dat het iemand uit een voornamen stand moet zijn, die het verloren heeft." „Zou het mogelijk zijn, dat wij door dit kleine voorwerp den misdadiger op het spoor zullen komen p" Na een oogenblik in gedachten voor zich gekeken te hebben, vroeg mr. Chelton „Hebt u onder uw kennissen ook iemand, wiens naam met deze initialen overeenstemt?" Daar moet ik eens over nadenken. Ik heb een ruimen kring van bekenden, maar ik kan mij niet herinnerendat er een ODder is, wiens naam met H. C. begint." „Maar u bewaart toch zeker de visite kaartjes van uw bezoekers?" „O! ja, die kunnen mijn geheugen te hulp komen." „Mag ik u dan verzoeken mij die kaartjes te laten doorzoeken, en wel zoo sDoedig mogelijk „Zeer goed, mijn rijtuig staat voor de deur, dus zijn wij binnen een kwartier bij mij thuis." „Tot uw dienst," en de beide heeren stapten in het rijtuig, dat in vliegenden vaart naar de Vijfde Avenue reed. Daar aangekomen begonnen zij direct het over groote aantal visitekaartjes door te zoeken. Het duurde uiet iang, of de detective had gevonden wat hij zocht. Met triom- feerende stem las hij van een klein visite kaartje den naam „Harold Colville." „Harold Colville," herhaalde mr. Law rence, „inderdaad hem had ik vergeten." „Komt deze mr. Colville bij u aan huis?" „Vroeger was hij een dagelijksche be zoeker, later werden zijn bezoeken zeld zamer, en ten slotte bleef hij geheel en al weg. Het zal zoowat vier of vijf maanden geleden zijn, dat ik hem voor het hier zag." „Had hij eenigen grond om zijn bezoeken te staken?" „Ja, hij dong naar de hand mijner dochter Lilly, maar zij wees hem af, omdat zij reeds in stilte met mr. Walton verloofd was." „Ik ken die mr. Colville ook wel. Men heeft mij verteld dat hij op groote» voet leeft, grooter dan zijn vermogen hem toelaat." „Dan is u goed ingelicht, mr. Chelton." „Inderdaad? Zooveel te beter." „Kunt u nu het voorgevallene overeen brengen met mr. Colville?" „Dat durf ik nu nog niet zoo gulweg te verklaren. Op het oogenblik is de zaak nog even duister als ooit, maar geduld en beleid hebben mij reeds menig geheim doen ontsluieren. Ik geloof dat ik nu ten minste een uitgangspunt gevonden heb. Mag ik dit sieraad meenemen? Dan zal ik eens onderzoekeu of mr. Colville er ook de ont brekende helft van bezit." „Verdenkt ge hem?" „Misschien. Mr. Lawrence, ik ben zoo vrij u nogmaals het onbepaalde stilzwijgen over deze zaak op te leggen, ook tegen over mr. Walton en uw dochter. Vergis ik mij niet, dau heb ik nu een draad van het kunstig verwikkelde geheim in handen, waarvan de opsporing het hoofddoel van mijn leven uitmaakt." Na een wederzijdschen groet verliet de detective de kamer en het huis, mr. Law rence bleef peinzend voor zich staren. „Het hoofddoel zijns levens? Wat wil hij daarmee zeggen. Wat kan het voor een geheim zijn, waarvan hij denkt een der draden in handen te hebben. O! hemel, het is mij alsof de schrik van gisteren avond mij het verstand beneveld heeft. Overal meen ik een geest te zien. Ik kan dat gelaat van dat meisje maar niet vergeten. Neen, neen, ik heb tot nog toe nooit aan spoken geloofd maar wanneer mijn arme Lilly werkelijk dood is, dan moet het haar geest ge weest zijn." Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1889 | | pagina 1