Si J JBS JE De Wilde en tot hunne plaatsvervangers de heeren Leembruggen, Bierens de Haan en Van Lith bovengenoemd. Tot bestuursleden zullen aan den gemeen teraad worden voorgedragen de heeren J. Brevée, als lid der vereeniging en J. M. Van Bemmelen als bestuurslid van Mathesis Scienliarum Genitrix, aftredende doch her kiesbare bestuursleden; in de tweede plaats werden op de voordracht gesteld de heereu J. C. Bernard en P. J. Groen. Nu werd de ledenvergadering door den voorzitter gesloten, nadat de heer R. De Wilde nog had gevraagd of geen paal en perk was te stellen aan het werken door de school voor particulieren, hetgeen toch door de statuten werd verboden en toch nog al eens geschiedt. De voorzitter zei verscher ping van toezicht daarop toe. De leerlingen traden nu binnende ont slagenen na eindexamen voorop, de jongeren en nieuw aangenomeuen daarachter. Tot de eersten voerde de voorzitter het eerst het woord. De 28 ontslagenen kregen elk ten einddiploma, een nieuw stel gereedschap en enkelen een geschenk of een spaarbank boekje. De voorzitter wees op de belang rijkheid van dezen avond en op de verplich ting van hen die als degelijk werkman de wereld ingingen om den naam der school eer aan te doen. We hopen zei spreker dat in u goede voornemens levendig zijn; voornemens om goede menschen, goede werklieden te worden, afkeerig van knoeierij in het vak. Die in October werden ontslagen bekwa men reeds allen, eene goede plaats bij een baas; die nu werden ontslagen waren ook reeds op eene enkele uitzondering na daar van verzekerd. Eene aanbeveling volgde nu om de lessen aan de school van Mathesis Scipntiarum Qenitrix nog te blijven volgen en de vermelding dat hedenavond voor werk stukken door die school zouden worden be kroond, de hier eervol ontslagen leerlingen Van Oosten en Huijg. Tot de jongeren sprak de voorzitter een opwekkend woord, tot de ouders die waren opgekomen, tot den ijverigen directeur der school en de ijverige onderwijzers, tot de vertegenwoordigers van het gemeentebestuur op welks voortdurenaen steun de vereeniging rekent en tot het LeidBche publiek. Wan neer die allen de school blijven steunen, dan is de bloei der Leidsche Practische Ambachtsschool verzekeid. Door den oud leerling A. W. De Graaf was iutusschen uit naam der vertrekkenden een hartelijk woord van dank voor het genoten onderwijs gesproken. Met de nieuwe leergangen zijn geplaatst in de 3de klasse b. de leerlingen: C. A. E. Neeb, J. Houthof, J. H. Faes, F. K. H. Blank waardt, H. A. G. De Groot, J. Koene, A. Stafleu, H. S. Fles; In de 3de klasse a. de leerlingen: H. J. De Vos, K. H. De Jong, M. Carton, J. J. Nieuwenburg, J. Van der Lee, C. Van Veen, J. B. P. Schouten, J. Schouten; In de 2de klasse b. de leerlingen: J. J. Warners, H. De Koning, tl. A. Van Ingen Schenau, H. J. D. Van der Horst, J. H. Doornink, C. Ouwehand; In de 2de klasse a. de leerlingenJ. J. Franchimon, G. H. Cunaeus, D. Van Lith, A. Spek, H. Opdam, S. Rietmeijer, T. Duk, J. Van Rhijn, J. M. Van Rossum, D. Roggeveen; In de 1ste klasse b. de leerlingen: A. Duk, S. Strijk, J. G. Klandermans, A. Vreugdenburg, P. De Clerq, 11. Verhoeff, W. Van Duiju, J. De Jong, W. Boot, D. A. Lens, G. W. Stenzier, J. W, De Geus, P. W. De la Court, J. Marks, J. Piket, J. B. Riel, Th. Stafleu; En in de 1ste klasse a. de leerlingen: D. Van Dam, J. Carton, J. C. J. IJperlaan, S. Eswilder, J. Verstraaten, J. Lolkes de Beu, A. M. Machen, L. Beukering, H. F. Diemei, C. C. Van Egmond, L. Lezwijn, J. Van Veen, G. Van der Laan, H. Hill, H. Van Dalen, E. S. Doornink, J. Klein- hout, J. De Best, J. Diemei, J. Nieuwen burg, P. Limpets, A. Van Akkeren, A. Dreef, G. Van Duijker, D. Van Briejer. In het schoolverslag cursus 1887 1888 worden de uitkomsten van het hooger onderwijs aldus vermeld: Door de hoogleeraren in de faculteit der godgeleerdheid, rechtsgeleerdheid en letteren en wijsbegeerte te Leiden werd over het algemeen niet geklaagd over gebrek aan ontwikkeling of vlijt bij hunne toehoorders; de hoogleeraar in het burgerlijk recht prijst de buitengewone belangsteling van de candi- daten in de rechtswetenschap, die zijne colleges volgden. De hoogleeraar in het Romeinsche recht klaagt over eene betreurenswaardige ver mindering van het getal zijner toehoorders. Curatoren meenen dat de oorzaak hiervan moet gezocht worden in de omstandigheid, dat deze hoogleeraar de geheele leerstof voor eerstbeginnenden over ten tweejarig college verdeelt, iu plaats van over een éénjarig college, zooals vroeger het geval was. De hoogleeraar iu het Javaansch klaagt over de weinige vorderingen zijner toe hoorders; hij meent dit te moeten toeschrijven aan de omstandigheid dat sommigen de voorbereiding voor het nog af te leggen doctoraal examen of voor hunne promotie combineerden met de studie voor het Indisch ambtenaars-examen. De hoogleeraren in de faculteit der genees kunde en der wis- en natuurkunde merken op, dat het gemis aan keunis der Latijnsche taal bij een groot aantal studenten eene ware belemmering is voor het onderwijs; de vorderingen van velen van hen, die de lessen iu de faculteit der geneeskunde bij herhaling bijwoonden, kunnen niet anders dan gebrekkig genoemd worden. Bij het 2e regiment veld-artillerie al hier is overgeplaatst de 2e luitenant Joosten. De le luits. W. L. Pompe, P. J. G. Schott eD A. C. Brijce, alsmede de 2e luits J. L. Menningh en J. P. A. Van Weereu, allen van het 4e reg. iuf. worden van 1631 Mei gedetacheerd bij de normaal-schietschool te 's H age, Bij het gister te 's Gravenhage ge houden acte-examen, lager onderwijs, is geslaagd de heer A. Stafleu alhier. De Onderofficiers-vereeniging „Door Vriendschap vereenigd" is voornemens op Zaterdag den 4eu Mei a. s. een uitvoering met introductie te geven iu het locaal Vondelhoven". Ook te dezer stede is, evenals dat te Amsterdam met veel succes is geschied, een cursus opgericht, waar volgens de Amen- kaansche wetenschappelijke methode ouder wijs wordt gegeven in het knippen van dameskleedingstukken, als cosiume6, mantels, enz. Eene dame te dezer stede heeft zich met lust en vlijt op die methode toegelegd en neemt op zich iu een 7 of 8 tal lessen dames in staat le stellen geheel onafhanke lijk van anderen aan hare kleediugstukken volgens genoemde methode de meest elegante vormen te geven. De meest gewone bevat telijkheid is tot het aauleeren van de methode, naar we vernemen, voldoende. We verwijzen omtrent een eu ander naar achterstaande advertentie. Bij het opladen van stroo is onder Leiderdorp een man van eene hoogte ge vallen eu hedenochtend aan de gevolgen daarvan overleden. IINIVKKill'lSlT. Aan de rijksuniversiteit alhier is het doctoraal-exameu in de godgeleerdheid afge legd door den heer H. L. Oort. MUZIEK., LKTTE11KN EUi KUBIST. De achtenvijftigste algemeene verga dering van het Koniuklijk Nederlaudsch Aardrijkskundig Genootschap, zal worden gehouden op Zaterdag 20 April 1889, des voormiddags ten 11 uur, in een der lokalen van het Genootschap Natura Arlis Magistra, te Amsterdam. OE'EICIEELE Ui itH Il l liV. Bij koninklijk besluit van 9 April is: lu zijnen rang overgeplaatst bij het wapen der cavalerie van het leger in Ned.-lndië, de tweede luit. P. Tillema, van het 2de reg. vesting-art. voor den tijd van vijf jaren gedetacheerd bij het leger hier te lande eu wel bij het 6de reg. iuf., de eerste-luit. W'. J. O. Creutz Lechleitner, van hel wapen der iuf. van het leger in Ned.Indië; het kou. besluit van 4 Dec. 1888, waarbij de eerste-luit. der inf. J. H. H. Dommers, van het leger in Ned.-lndië, in den loop van het jaar 1889 zal worden gedetacheerd bij het leger hier te lande, en wel bij het 6e reg. infanterie, voor zooveel dien officier betreft, ingetrokken eu buiten werking gesteld benoemd bij het personeel der mil. adm. van het leger in Ned.-Indie, tot tweede- luit.-kwart., de serg. P. A. Stroeve, van het lste reg. inf.; voor den tijd van vijf jaren gedetacheerd hij het leger in Ned.-Indie, de kapt. W. J. C. B. Droogleever Fortuyn, van het 4de reg. vesting-art., en bij het leger hier te lande, en wel bij het 4de reg. vesting-art., de kapt. J. H. Gaade, van het wapen der art. van het leger in Ned.-lndië, thans met verlof hier te lande; de eerste-luit. W. Swart, van het 7de leg. inf., met toepassing van het punt 4°. van art. 38 der wet van 28 Aug. 1851, op non-activiteit gesteld; benoemd voor den tijd van vijf jaren, bij het personeel van den geueesk. dienst der landmacht, tot reserve-officier van gez. 2e kl., de arts H. Snellen benoemd: tot ingenieur van den water staat 3e ki. H. M. tlrnket, thans adsp.-ing. tot adsp.-ing. van den waterstaat (i. Roose boom en J. P. Wijteuhorst. BIMBSUNÜSCHE BEtilüUrKX Bij aanschrijving van het departement van oorlog is bepaald, dat het blijvend ge deelte va» de miliciens der lichting van 1888 van de regimeutc-n infanterie den 14en September e. k, in het genot van onbepaald verlof zal worden gesteld. Iu deze maand zullen, volgens de Zie. Ct., de bekroningen, toegewezen op de ten toonstelling van oude en nieuwe kunstnijver heid, het vorig jaar in den Koekamp in Den Haag gehouden, worden uitgereikt. Naar de llaarl. Cl. verneemt nemen in de laatste dagen de aanvrager, om plaatsruimte iu de Nederlandsche afdeeliug op de Parijsche wereldtentoonstelling dermate toe, dat onderscheidene ïuzeudingen moesten worden afgewezen. Voor de „produits ali- meutaires" en de „landbouw" is geen plekje meer beschikbaar en ook de „arts hbéraux" is geheel gevuld. Dit is evenzeer het geval met de afdeeliug voor Indië, waarvan zoowel het paviljoen als de 14U0 meter voor de kampong geheel gereed zijn; de Indische tentoonstehng belooft zetr fraai te zullen worden, waartoe o. a. „Artis" te Amster dam veel heeft bijgedragen. Voor de arrondissements-rechtbank te 's Gravenhage had zich gisteren een bleekers- knecht uit Leiden te verantwoorden wegens diefstal van aan zijn baas ter bewasscbmg toevertrouwd linnengoed, hetwelk debeklaagde zich toegeëigend en vervolgens verkocht had. Het openbaar ministerie eischte eene ge vangenisstraf van vier maaudeu. Mr. F. V. Engelenburg stond den beklaagde als toegevoegd verdediger ter zijde. Maandagmorgen had te Vlaardingeu een treurig ongeval plaats. Een werkman, werkzaam in een ladiug steenkolen, vond onder de steeukoleu een voorwerp, dat hem toescheen goud te zijn, maar 's mans nieuws gierigheid ging zoo ver, dat hij dat voor werp met een brandende lucifer naderde, met net ongelukkig gevolg, dat het voor werp een harden knal gaf en uiteeiisprong, waardoor hij ernstig aan de hand verwond geraakte. Vermoedelijk was het voorwerp een dynamiet of buskruitpatroou die iu de kolenmijnen gebruikt wordeu, en niet ont brand zijnde iu de kolenmijnen, onder de steenkolen is geraakt. De arrondissements-rechtbank te Rot terdam deed gisteren uitspraak in de zaak betreffende den belangrijken diefstal bij den koffiehuishouder Engelvaart aan den West zeedijk aldaar. Twee der beklaagden werden ieder ver oordeeld tot 5 jaar gevangenisstraf, terwijl de twee anderen werden vrijgesproken. Omtrent de toedracht der ontvluchting van twee gevangenen uit het hulphuis van bewariug te Utrecht, wordt nog het volgende medegedeeld. Aan den ontvluchten J. W. was eenige huisdienst opgedragen, waardoor hij gelegenheid had bij den gevangene M. Van der L. op de schoeumakerswerkplaats te komen. Eerstgenoemde had ontdekt, dat een poortje, uitkomende op het Nicolaas- kerkhof, waardoor gewoonlijk de magazijns goederen worden binnengebracht, eu op den dag van de outvluchtiug stroo was gefoura- geerd, ongesloten was, zoodat daardoor gele genheid bestond om in vrijheid te komen; deze bevinding vertelde W. aan v. d. L. en belden vatten het plan op, om te ontvluch ten, waaraan zij gevolg gaven, eu dat hun dan ook gelukte. De schildwacht, die slechts op zeer korten afstand op post stond, heeft van de vlucht niets gemerkt. Door de justitie is reeds een onderzoek ingesteld, hetgeen waarschijulijk zal leiden lot eene vervolging van den bewaarder, met het sluiten der deuren belast. Door de politie te Varssereld is in hechtenis genomen de 14-jarige Betje M., die sedert 24 Januari uit de ouderlijke woning te Maastricht vermist werd. lu dien tijd heeft zij zich, zoo goed en kwaad dit ging onderhouden met het voor geld laten kijken van witte ratten in een doosje. De rechtbank te Heerenveen heeft Van der Stadt, wegens beleediging van de leden der stalen-generaal, veroordeeld tot twee maandeu gevangenisstraf. Het aantal landverhuizers naar Ame rika uit de provinciën Friesland, Groningen en Drente dat zich aangemeld heeft als passagiers voor de stoomschepen Rotterdam en Veendam is zoo groot, dat de Ned. Ame- rik. Stoomv. Mij. besloten heeft op 12 en 19 dezer bijzondere treinen uit die provin ciën te lateu loopen voor 't vervoer dier landverhuizers. Uitgezonderd elf werklieden, zullen de werkstakers te Sappemeer Vrijdag a. s. den arbeid aan de fabriek weder kunnen her vatten. De uitgesloteneu zijn allen vaders van huisgezinnen. De werkstakers hebben thans besloten dei arbeid niet te hervatten, zoolang genoemde elf geen werk aan de fabriek toegezigd is. Bij den opzichter der fabriek zijn glasruiten ingeworpen. BUITENLANDiSCHE BERICHTEN, LUXEMBURG. Bij de ontvangst van de bureaux der kamer door den hertog van Nassau, uitte de heer Servais, de voorzitter, zijn overtui ging, dat de hertog bij de bevolking van liet groothertogdom die gevoelens van sympa thie zal vinden, welke noodig zijn om hem het verblijf in het groothertogdom aange naam te maken. De hertog betuigde den heer Servais zijn warmen dank voor zijn woorden en verklaarde zich geheel te zullen wijden aan de bevor dering van het welzijn van Luxemburg en zijn inwoners. De hertog van Nassau heeft gisteren in eene plechtige zitting der kamer den eed als regent afgelegd. De voorzitter hield eene toespraak, waarin hij zeide: „Wij begroeten uwe hoogheid hartelijk als regent van het groothertogdom. Nadat de smartelijke ziekte, waardoor de koning groothertog, onze welbeminde vorst, is aan getast, de instelling van het regentschap nood zakelijk had gemaakt, achteu wij onB gelukkig in het besef, dat het naar onze wetten zal wor den uitgeoefend door een vorst, die door nauwe banden aan het regeerend huis is verbonden; door een vorst wiens ondervinding en edel moedige gevoelens waarborgen opleveren, waarop de Luxemburgers den hoogsteu prijs moeten stellen. Ik heb de eer uwe hoogheid uit te noodigen tot het afleggen van den eed, door de grondwet voorgeschreven eu waarvoor uwe hoogheid zich herwaarts heeft begeven, Die eed luidt aldus: Ik zweer trouw aan den koning-groothertog, ik zweer getrouwe nakoming van de constitutie en de wetten des lands. Zoo waarlijk helpe mij God al machtig 1 „Terwijl wij uwen eed aannemen, brengen wij u tevens onze oprechtste gelukwenschen bij uwe optrediug als regent. Wij stellen vol vertrouwen in uwe toewijding waar het de belangen des lands betreft, en houden ons overtuigd, dat uw wijs beheer de beste vruch ten zal dragen voor het land." De hertog regent antwoordde het vol gende: „Ik betuig u, mijnheer de voorzitter, mijn dank voor de hartelijke woorden, welke gij tot mij hebt gericht. Ik dank u vooral, dat gij u vóór eenige dagen tot den tolk hebt ge maakt van de gevoelens van trouw en ge hechtheid, welk het land jegens den koning groothertog en het huis Oranje-Nassau koes tert, Die gevoelens strekken zoowel tot eer aan de bevolking, als aan de vorsten, die ze weten op te wekken. Niet zonder aandoe ning aanvaard ik heden de teugels van het be wind uit de verzwakte handen van onzen onge- lukkigen souverein, van mijn naasten bloedver want, van den vriend mijner jeugd, die, na gedurende veertig jaren aan het groothertog dom onafhankelijkheid en welvaart te hebben geschonken, thans het slachtoffer is van een onverbiddelijk noodlot. „Ik aanvaard de zware taak van het regent schap, mij door uwe grondwet en door familie banden opgelegd, in de hoop dat de mede werking van al diegenen, die tot dusver met zoo uitstekend gevolg hebben bijgedragen tot den goeden gang onzer openbare aangelegen heden, mij niet zal ontbreken. „Met u, mijne heeren de afgevaardigden, en met de anderen openbaar gestelde machten, zal ik in trouw en oprechtheid onzen geëer. biedigden souverein dienen; ik zal steeds met een gevoel van eerbied vervuld zijn ten opzichte van de grondwet en de andere wetten, welker verstandige toepassing zoo krachtig tot den algemeenen bloei des lands heeft bijgedragen. Van nu af ben ik, even als gij, Luxemburger in hart en ziel. (Toe juichingen.) Ik verlang niets anders dan met u samen te werken tot de zedelijke ont wikkeling van ons gemeenschappelijk vader land, tot de handhaving van zijne vrije in stellingen; lot de bevestiging van zijne autonomie en onafhankelijkheid. Door aldus te handelen, zal ik slechts mijn plicht ver vullen en, gij weet het bij ondervinding, plichtsvervulling was steeds de hoogste richt snoer van het huis Nassau. Doch ik haast mij er bij te voegen, dat die plichtsvervulling met mijne innigste wenschen strookt. Ik kan mijn gevoel hier niet beter uitdrukken, dan door mij te bedienen van de aloude kenspreuk van hot huis Oranje-Nassau, door den koning en mij vóór meer dan dertig jaren aangenomen ten behoeve der ridderorde van den Gonden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1889 | | pagina 2